quote:
Valse verklaringen in zaak-Eric O.
Van onze verslaggevers Jan Hoedeman, Theo Koelé
DEN HAAG - Nederlandse mariniers hebben onder dwang valse verklaringen afgelegd over het optreden van Eric O., de sergeant-majoor die tijdens een vredesmissie in Irak in 2003 een plunderaar zou hebben doodgeschoten.
Een collega van O. heeft donderdag aangifte gedaan bij de Koninklijke Marechaussee. De kans bestaat dat O., die in hoger beroep werd vrijgesproken, wegens nieuwe feiten wederom voor de rechter moet verschijnen.
In het tv-programma NOVA zeiden twee mariniers dat ze onder druk van leidinggevenden tegenover de marechaussee verklaringen hebben afgelegd ten gunste van Eric O. Volgens hun advocaat Peters is er sprake geweest van bedreiging, dwang en het achterhouden van bewijsmateriaal. Zo zouden foto’s van de omgekomen Irakees verdonkeremaand zijn.
‘Ze wilden weg uit de doofpot’, zei Peters over zijn cliënten, sergeant-majoor John Hoekendijk en oud-korporaal Remco Ripson. Hoekendijk vertelde in NOVA dat hij op zijn werk werd opgezocht door Eric O. en twee collega’s aan de vooravond van de rechtszaak. ‘Het was niet bepaald prettig hoe hij mij benaderde. Een tik op de borst, een priemende vinger’. Hoekendijk kreeg van O. te horen dat hij ‘een vuile verrader was’.
Ripson, die destijds onder leiding van Eric O. op patrouille was, vroeg zijn groepscommandant of deze geschoten had. Daarop luidde het antwoord: ‘Hadden ze maar moeten luisteren.’
Het ministerie van Defensie noch Eric O.’s advocaat Knoops wilde gisteravond reageren. Het OM onderzoekt de zaak. Een woordvoerder bevestigde dat zich een persoon heeft gemeld met de aanklacht: achterhouden van bewijs, beïnvloeden van getuigen, en intimidatie van de aangever. Het betreft Hoekendijk, ‘een integer marinier’, volgens voorzitter Van den Burg van de militaire vakbond AFMP.
Daar gaan we weer