Een zuchtje wind tilt een aantal van de veren op en legt ze ergens anders neer. Een duister gefluister klinkt er op de wind, over het graf heen, afkomstig uit het niets.
Het gefluister begeeft zich naar een van de schaduwrijke plekjes die het bos zo rijk is. In de veilige duisternis waar het een vorm aan kan nemen. Een kleine seconde lang bestaat het wezen in deze wereld, als een levende, bewuste schaduw van iets ontastbaar, om daarna weg te sterven als het gefluister van dode bladeren op de wind.
* Hij ziet een klein boompje moeite doen om boen het onkruid uit te komen op zoek naar de zon en besluit het onkruid te verwijderen zodat het boompje alle vrijheid heeft om te kunnen groeien. Na een korte rustpauze besluit hij maar eens terug te keren naar de beschaafde wereld en dit prachtige bos maar achter zich te laten. Het wordt tijd dat hij z'n gezicht weer eens laat zien. De rustige gezonde boslucht heeft hem goed gedaan en z'n gedachte is verlost van de beslommeringen die er in rondspookten.
* LD zet er flink de pas in en snel ziet hij de rand van het bos en heel in de verte de vage vormen van z'n kasteel.
Hij is weer terug.
Cairon stopt met hakken en kijkt vermoeid naar boven, met zijn ogen zoekt hij naar het hoogste punt van de boom. De spieren in zijn armen en in zijn onderrug geven een warm gevoel af dat hem irriteert. Het is vermoeiend om het gevoel te negeren, en het is vermoeiend om er aan toe te geven. Cairon kijkt naar de plaats die hij heeft bewerkt met zijn bijl en zucht. Het duurt hem te lang, het kost hem te veel moeite.
In stilte vloekt hij, deze moeite is niet eens nodig, als hij nu eens wist waarom, als hij de fijne punten van Shaitan's plan kende dan kon hij deze vermoeidheid negeren en dit gevoel van overbodigheid wegwuifelen, maar het overduidelijke gebrek aan details verhindert het hem om met volle overgave verder te werken aan deze opdracht. Hij is loyaal, zijn hart behoort zijn god toe, maar de taak die hij heeft gekregen staat los van zijn devotie aan de god. Het is nog zo vroeg om te twijfelen aan de plannen van zijn meester.
De gedachte komt in Cairon op dat dit een goddelijke test is. De ultieme test om te zien of hij waardig genoeg is. Als hij zich met deze taak bewijzen kan, dan is het deze taak die hij tot in de perfectie uit zal voeren. PhalanX zal dan niet langer meer de oogappel zijn van Shaitan, maar zal hij de rechterhand van zijn meester worden.
Eindelijk een antwoord dat hem behaagt, een antwoord op zijn twijfelen dat hij wel ziet zitten. Dit is niet alleen een goddelijke test, maar ook een deur naar een betere positie binnen de hierachie van de Kerk. Hij zal groeien, hij zal dan eindelijk boven zijn "concurent" uitstijgen.
De toekomst zal hem niets dan goeds brengen, hij is er van overtuigd. Als hij maar doet wat er nu van hem gevraagd wordt.
Met het idee een stap dichter te zijn bij het begrijpen van de geest van de Heer pakt hij de bijl op en met een vernieuwde kracht hakt hij stevig door.
Als ze voortaan mij even waarschuwen als ze weer eens hout nodig hebben voo rin de kachel
* Icarusje gaat weer lekker odneruit zitten en steekt een strootje in zijn mond. Hij koud erop om de tijd te doden.
Evenlater wordt hij opnieuw opgeschrikt, alles trilt en hetzelfde kabaal.
**@#§!¡!%£&
Wie hakt hier mijn boom om?
* Icarusje klimt naar beneden en ziet een grote zwarte man staan.
Ej, je bent in mijn boom aan het hakken, zou je dat wel willen laten?
Cairon schudt zijn hoofd en beseft dat hij geen haar meer of minder is als deze vreemdeling. Ook hij weet niet wat komen gaat, de toekomst is voor hem net zo onbekend en raadselachtig als dat het voor deze vreemdeling is. Zijn hart begint sneller te kloppen wanneer hij beseft dat zijn uiterlijke vertoon niets meer is dan een facade, het is niets meer dan een hol beeld dat door het kostuum gecreerd wordt. De veiligheid en de hoogmoed vloeien geleidelijk aan weg met het besef dat hij sterfelijk, en gelijk aan de vreemdeling, is.
Cairon weet zich geen goede houding te geven en blijft zwijgend voor Icarusje staan.
Kijk, daar staat nog een boom, neemt U die maar, deze is van mij.
* Icarusje probeert de grote man richting de andere boom te bewegen, maar hij staat muurvast.
Ach komnou, U gaat me toch niet vertellen dat deze boom anders voor U is dan die hiernaast?
Cairon blikt terug op zijn opdracht. De woorden dansen voor zijn geestesoog en hij zoekt naar een antwoord in het verleden. Daar in de woorden van zijn heer en meester vindt hij het antwoord op zijn vraag, wat nu te doen.
"Jij je zin, ik pak die andere boom wel," verkondigt Cairon met een kille stem. Hij keert de vreemdeling de rug toe en met grote passen zet hij een koers in naar de andere boom. Met een zucht pakt hij zijn bijl en laat deze door de lucht glijden en in de boom voor hem belanden.
Zachtjes ontsnapt, met de onverschillige zucht, het woord "twee" uit zijn longen.
Het beeld van de vreemdeling danst door zijn gedachten en wordt door zijn geest ge-analyseerd en opgeslagen in zijn geheugen.
* Icarusje klimt zn boom weer in en gaat lekker liggen luieren.
Ha, snuift slainghe, dat bevalt een stuk beter.
geen stramme spieren meer in de ochtend, geen oude gerimpelde huid, en bovenal genoeg kracht om een beer met blote handen te vellen.
* slainghe is back....
Het metaal zinkt weg in de stam van het spuuglelijke gedrocht. Het lijkt erop dat de stam zacht is, dat de boom hol is. Moeizaam haalt Cairon de bijl uit de boom en legt deze op de grond. Hij valt op zijn knieen en bekijkt de plaats waar de bijl de boom heeft geraakt van dichtbij.
Met zijn handen opent hij de wond die hij de boom heeft toegedient verder. Het is daarbinnen gitzwart.
Cairon pakt een stuk en pelt als het ware een stuk van de boom weg. De situatie waarin Cairon zich nu bevind is op zijn minst surrealistisch te noemen. Daar binnen in die onaardse duisternis ligt iets dat hij moet hebben.
Hij laat zijn rechterhand in de boom verdwijnen om te voelen of daarbinnen hetgeen zit waarvoor hij kwam. Hij voelt niets en drijft zijn hand verder naar binnen, steeds verder totdat hij er totaan zijn schouder inzit.
Zijn hart begint sneller te slaan als hij iets voelt. Het is rond en hard en het is net te groot om met 1 hand stevig vast te pakken en eruit te trekken.
Cairon laat nu zijn andere hand in de boom verdwijnen en pakt het vreemde voorwerp met beide handen vast en trekt het hard naar zich toe. Tot zijn verbazing zat het voorwerp nergens aan vast, waardoor hij bijna achterover valt.
Bijna...
Met trots kijkt hij naar hetgeen dat hij gevonden heeft. Die trots verandert al snel in walging wanneer hij ziet dat het ding in kwestie een rottend hoofd is. Het moet er al een behoorlijk tijdje hebben gelegen, de ogen zijn uit de oogkassen verdwenen, al het bloed is verdwenen en de huid is groenig uit gaan slaan en laat hier en daar los. De kaak bungelt er ongelukkig bij aan wat dunne spieren en een gammele verbinding bij de plaats waar eens de oren moeten hebben gezeten.
Ongemakkelijk neemt hij het hoofd met zich mee naar de vierde boom, die voor de verandering een stuk dunner en makkelijker is om om te hakken.
Maar waarom toch... die extra twee bomen?
Met een paar grote passen is hij bij het dunne boompje aan gekomen. Hij wacht niet, de bijl doorklieft de lucht en zinkt in de boom. Het kleine ding verzet zich niet eens tegen het geweld van de aanvaller. Een tweede en een derde klap doen het boompje angstig trillen. De vierde klap brengt het kleine sekreet dichter bij de dood, een paar druppeltjes hars ontsnappen uit de zo goed als fatale wond die Cairon het onding heeft toegebracht.
Met een zucht hakt hij een zesde keer, een zevende klap gaat gepaard met vermoeid gelach dat bijna hysterisch klinkt uit zijn trillende keel. De achtste slag is de laatste slag, het is de slag die het boompje een laatste maal doet wankelen. Met een lompe beweging gooit Cairon de bijl op de grond en geeft zijn zwakke tegenstander een laatste zet. Hout knapt en takken breken wanneer het de harde grond raakt.
Cairon strekt zijn rug, zijn armen, schud eens met zijn benen en doet een aantal kleine oprek oefeningen. Hij hoort hoe zijn botten kraken en voelt hoe zijn spieren over deze laatste enthousiaste inzet denken. Cairon lacht hysterisch, een resultaat van de vermoeidheid, hij kan het niet tegenhouden, hij doet niet eens meer de moeite, het voelt namelijk geweldig goed aan.
Met een vermoeide beweging schept hij de bijl van de grond en loopt hij naar zijn buit. Het half-vergane hoofd met de lege oogkassen lijkt te sadistisch naar de opgebrande Cairon te grijnzen. Cairon lacht hartelijk terug. Hij voelt zich leeg, zijn lichaam reageert niet meer zoals hij wil dat het reageert. Hij voelt zich smerig en primitief, overgeleverd aan oerinstincten en emoties.
Bijna dansend zet hij een koers naar de Kerk van de Universele Waarheid.
een leuke bijkomstigheid was het jonge lichaam wat hij daarmee verkreeg.
zoveel beter als het oude, het gerimpelde lichaam met zijn eeuwige kwalen wat in slainghe's bezit was, vlak voor hij zo bruut vermoord werd samen met de rest van zijn stam.
slainghe zoekt een rustig plekje op, in afwachting van wat komen gaat....
* Anthraxx zegt: "Het is nu een week geleden dat ik de bewoonde wereld achter me gelaten heb...".
* Dan gaat Anthraxx op een steen zitten, en denkt na. Over dingen die nog moeten komen, over zijn doel, over zichzelf. Nog steeds weet hij niet wie hem heeft overmeesterd in zijn (oude) postkantoor. Sporen heeft Anthraxx niet kunnen vinden behalve grote wonden op zijn hele lichaan. Deze zouden door een zwaard aangebracht kunnen zijn maar ook door handen. Het bos wordt steeds donkerder om hem heen, de nacht valt. Om zich heen hoort Anthraxx het gehuil van wolven en andere dieren die hij niet thuis kan brengen. Anthraxx besluit hier zijn kamp op te slaan...
Hij grijnst even, zinkt even in gedachtes en schrikt plotseling op. Rampscenarios schieten door zijn hoofd. Hij ziet dat een wolf zachtjes naar het slapende lichaam van Anthraxx loopt. Kwijlend, likkend en sluipend loopt de wolf op Anthraxx af. Eerst loopt de wolf om hem heen en dan blijft hij stil staan. Kwijlend hangt de wolf zijn hoofd over Anthraxx heen en wilt toeslaan om te bijten.
Dan springt Anthraxx overeind. Zijn arm bloed hevig, en ziet de gedaante van de wolf staan. Met zijn bebloede arm grijpt hij naar het zwaard wat naast hem ligt en probeert het te pakken. De wolf begint om hem heen te lopen, en staat klaar om zijn laatste aanval te plegen. Dan springt de wolf....
Bloed vloeit zodra het staal zich in de hals van de wolf boort. In 1 slag rekent Anthraxx af met de wolf.
"Bravo, Bravo!" zegt En_Sabah_Nur sarcastisch en stapt naar voren. "En wie ben jij dan wel niet?" vraagt Anthraxx. "Ik? Je kent mij geneens? Wat wonderbaarlijk zeg..." antwoord En_Sabah_Nur "Vreemd, toch? We hebben elkaar al eens eerder ontmoet en toch ken je me niet?"
"Oh, echt?" antwoord En_Sabah_Nur fel "Om precies te zijn hebben wij elkaar zo'n 8 weken geleden ontmoet in JOU postkantoor...".
Anthraxx trekt wit weg, opeens herinnert hij zich de hel wat zich afspeelde in zijn huis. Deze "demoon" probeerde hem te overmeesteren wat dankzij zijn zwaard en de tijd gelukkig niet gebeurde.
De herinneringen flitsen in Anthraxx' hoofd en hij stamelt "Wat WIL je van me?"
"JOU!" is het antwoord....
"Bespaar je de moeite, sterveling!" lacht En_Sabah_Nur "Jij dacht zeker dat je me verjaagd had met je zwaard, op onze eerste ontmoeting. Jammer voor je, maar het was de ZON die mij verjoeg. Zwaarden doen mij niets."
Ontmoedigend kijkt Anthraxx naar zijn zwaard en daarna naar En_Sabah_Nur. Hoop heeft hij niet meer, het is nacht op dit moment en de zon komt pas op in 4 uur. Hij kan de demoon niet bezighouden voor 4 uur.
En_Sabah_Nur komt dichterbij en begint in een rare taal te spreken die Anthraxx niet verstaat.
"lavp fa pmbn phq na ggbrhqnb fa ydab phq pm pvag" wordt er 3 keer gezegd, bij elk woord klinkt het steeds verder weg. Anthraxx' gedachtes worden zwaarder en zwaarder. Zijn zicht neemt bij elke letter af tot hij niets meer ziet. Dan valt hij levenloos neer....
[Dit bericht is gewijzigd door Anthraxx op 08-03-2002 00:21]
Dan wordt Anthraxx wakker. Pijn schiet door zijn hele lichaam. Van afgelopen nacht herinnert hij niets anders meer dan alleen En_Sabah_Nur die op hem af kwam. Dan probeert hij op te staan. Wonderbaarlijk lukt hem dat en hij pakt zijn zwaard op. Steunend op zijn zwaard strompelt hij het bos in.
"... Eindelijk ... wakker ..." hoort hij. Anthraxx draait zich om.
Niets.
"... Eindelijk ... de ... tijd ... is ... gekomen ..." klinkt het nogmaals. Weer draait Anthraxx zich om zoekend naar iets dat hem blijkbaar roept.
Weer niets.
"De tijd van een nieuwe vloek. Onze vloek ...." klinkt het fel. Verschrikt springt Anthraxx naar achter en kijkt rond.
"De ... de eilandvloek ..." klinkt het nogmaals maar nu heel zachtjes.
"WAAR BEN JE?????" roept Anthraxx verschrikt uit.
"Waar ben ik niet?" klinkt het weer nog zachter dan net.
"LAAT ME MET RUST!!!" schreeuwt Anthraxx.
"RUST ... Rust ... rust ... ust ... st ... t ... t ... ... ... ..." galmt het door het bos.
Anthraxx pakt zijn zwaard op en begint te rennen maar ver komt hij niet. Een paar honderd meter verder valt hij plat op zijn gezicht. Verbijsterd staat Anthraxx op. Hij onderzoekt zichzelf even op wonden en merkt dan op zijn arm een vaag teken op:
"Wat is dat?" mompelt Anthraxx en wrijft erover. Het ziet er naar uit dat het gebrandmerkt is. Dan herinnert Anthraxx zich iets. Op de arm van het demonische gestalte gisteravond stond hetzelfde teken.
"Ik kon het zien toen het wezen naar hem toe kwam, net voordat alles zwart werd." mompelt Anthraxx "Dan.... dan betekent het dat hij .... hij .... hij .... mij nu is ..."
"HOE KRIJG IK JE #!&*@(@ UIT MIJ????" schreeuwt Anthraxx woedend.
"MIJ ... Mij ... ij ... j ... j ... ... ... ..." galmt het door het bos.
"Jou krachten zijn te zwak sterveling, althans dat waren ze, jij bent nu van mij. Jij zal doen wat ik je zeg of je zal pijn voelen zoals je nog nooit gevoeld heb. Als je gewoon doet wat ik je zeg dan zul je krachten krijgen die een normaal persoon niet kan bevatten. En ik beveel je nu om te moorden..." fluistert de stem in Anthraxx hoofd.
"NOOIT!" schreeuwt Anthraxx.
Plotseling trekt een hevige pijn door Anthraxx lichaam heen. Zo pijnlijk dat Anthraxx helemaal in elkaar duikt en op de grond valt.
"Heb ik je overtuigd van mijn kracht? Dat was nog NIETS. Er gebeuren ergere dingen als je niet doet wat ik je zeg..." fluistert de stem weer.
"OK OK, ik doe het..." mompelt Anthraxx en probeert op te staan. Dan pakt hij zijn zwaard en strompelt weg, richting het dorp...
"Dat *^!*$&#^%*@( kasteel is te goed bewaakt, we moeten hem eruit zien te lokken!" zegt Anthraxx boos.
"Rustig verdomme! Dat lukt je never nooit, we moeten het maar ff vergeten." reageert Rebelgirl fel.
"Vergeten? Wat vergeten? Jij hebt er geen haast bij, ik zit met een godsvergeten demoon in mij die mijn pijnigd als ik niet doe wat HIJ zegt..." vloekt Anthraxx en loopt naar een boom. Daar gaat hij zitten.
Rebelgirl trekt wit weg. "Een demoon?" vraagt ze op een nogal ongeintresseerde manier "Tuurlijk, je verbeeld het je".
Anthraxx zucht en begint het hele verhaal over En_Sabah_Nur te vertellen, althans tot zover het lukt en het hem herinnert. Elke keer als hij de naam En_Sabah_Nur zegt trekt een pijn door zijn lichaam. Zodra hij over de details begint wordt die pijn heviger tot Anthraxx noodgedwongen moet stoppen. Bijna huilden vervloekt hij hem...
"Kan je me helpen?" vraagt Anthraxx...
steek een vuur aan wil je, eerst een flinke maaltijd en dan zal ik eens zien of ik je ga helpen.
Pijn trekt door zijn lichaam en beelden flitsen in zijn hoofd.
"Gutteguttegut... waarom zou je van mij af willen? Ik ben toch heel aardig..." klinkt het Sarcastisch in Anthraxx's hoofd. "Val dood" denkt Anthraxx. "Ow echt? Dan ben jij ook dood hoor" klinkt het weer. "Jij vermoord het meisje of anders ga jij dingen voelen die jij niet wilt voelen, begrepen?". "Nooit!" denkt Anthraxx weer. "Niet?" klinkt het weer...
Plotseling slaat er een bliksem door het bladerdak heen en treft Anthraxx. Pijn schiet door zijn lichaam als de schicht erdoorheen stormt. Anthraxx valt neer op de grond.
Rebelgirl schiet overeind en loopt naar Anthraxx toe. Zij buigt voorover en vraagt of ie nog leeft. "Ja... geloof het wel..." antwoord Anthraxx zacht.
"Mooi, want je hebt nu een mooi vuurtje aangelegd" klinkt het.
* Antraxx en Rebel_girl om een kampvuur nog niet wetend wat voor een grote jacht er nu bezig
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |