* Had ik me maar niet als een blinde op die laatste drows gestort. Dan had mijn geliefde nu nog geleefd. Ik had van te voren dat figuur in hun midden moeten zien. Dan had ik nooit een charge uitgevoerd zoals ik nu gedaan heb.
Na een diepe zucht geslagen te hebben laat hij zijn gedachten weer de vrije loop
* Had ik ook maar de reactiesnelheid van de drow niet onderschat. Nu rende ik op volle vaart op mijn geliefde in. En een battlerager die op volle vaart ligt is echt niet meer te stoppen. Wat als ik....
Na weer een diepe zucht geslagen te hebben denkt hij aan de route die er voor hem is uitgestippeld.
* Wat heeft die bootreis lang geduurd. Voor weken alleen maar water. Brrr.. alleen al de gedachte brengt een huivering over mijn lichaam. Hopelijk volgen mijn strijdmakkers mij niet naar dit eiland. Niet na wat ik heb aangericht.
Bij de gedachte aan het eiland beginnen zijn ogen te twinkelen (of zijn het tranen van verdriet over zijn geliefde)
* Ik had nooit gedacht dat dit eiland zo een weelderige uitstraling zou hebben. Nu nog maar eens een geschikte plaats zien te vinden om te wonen. In ieder geval voor de tijd die ik hier door ga brengen
Na een tijdje rondgehangen te hebben in de plaatselijke taveerne, is het voor de battlerager eindelijk duidelijk dat hij hier wel geaccepteerd wordt. En dat het dus tijd wordt om voor zichzelf maar eens een geschikte woonplaats te zoeken.
Zijn weg voert door een bos over verschillende heuvels Maar uiteindelijk vindt hij een geschikte woonplek. Een verlaten grot. Net ver genoeg van de beschaafde wereld om een eigen plekje op dit eiland te hebben.
De eerste nacht in de grot wordt gekenmerkt door de nachtmerrie die hij al maanden heeft. Eentje waar hij ook liever niet over praat. Badend in het zweet wordt de battlerager wakker bij zonsopgang. Omdat er verder toch geen reden is om nog te slapen besluit hij het gangenstelsel achter de grot maar eens aan een nader onderzoek te onderwerpen.
De battlerager blijft uiteindelijk een week in de gangen en spelonken van de grot rondzwerven. Na uiteindelijk een week van uitputtend mijnerswerk wordt de battlerager weer gesignaleerd. Ditmaal met een flauwe glimlach op zijn gezicht. En een glimlach van de battlerager is al een wonder op zich.
* Deze locatie zal ik goed moeten beschermen. De dwergen die hier geleefd hebben, hebben een goed gangenstelsel aangelegd. Een gangenstelsel waar ik optimaal gebruik van kan maken. Het stikt hier beneden nog van de mineralen en metalen.
Weer verloopt er een week en is er vanaf een afstand alleen het lichte getik van de smidshamer te horen. Uiteindelijk meer dan voldaan legt de battlerager zijn hamer neer. Voor hem liggen een aantal gouden en zilveren ringen voor zijn pronkstuk, een mithrill armor.
* Ik zal binnenkort maar weer eens naar de taveerne gaan en mijn waren aan gaan prijzen. En om niet te vergeten mijn welverdiende pul bier halen. Dan zullen we wel eens gaan zien wie er naar mij toe durft te komen. Oh, dan zal ik ook een naam voor deze locatie moeten bedenken, want anders zal er helemaal geen klanditie zijn. Eerst maar eens een nachtje over slapen.
De volgende morgen schrikt de battlerager op. Voor het eerst in maanden heeft hij geen nachtmerrie gehad. En wat belangrijker is hij heeft een naam voor de locatie bedacht: Dwarf Mountain.
* Ik zal me eigenlijk ook moeten wassen, wil ik mijn waren kunnen aanprijzen. De laatste keer kan ik niet eens herinneren. Brrr, gruwelijke hekel aan een bad, maar ja, nu is het voor een goed doel. Op zoek naar de dichtsbijzijnde rivier dan maar. Dan snel erdoorheen en meteen daarna mijn armor olien, dan ruik ik tenminste nog een beetje naar mezelf
De battlerager is ondertussen halverwege zijn reis en loopt nu door een bos waar zijn oog valt op een klein huisje in een boom. hij besluit iets van zijn route af te wijken en bij het huisje aan te kloppen. Tot zijn grote verbazing doet er niemand open, wat de battlerager toch wel vreemd vind bij een zo net onderhouden huisje.
* Ik denk dat de eigenaar van het huisje er geen problemen mee heeft als ik voor 1 nacht het schuurtje gebruik. ( nyphai's Koa'kona )
Na een heerlijke nacht rust te hebben gehouden in het schuurtje is het voor de battlerager tijd om verder te trekken. Maar voordat hij dit doet vult hij de voedselvoorraad en de stapel brandhout weer wat aan. Ook laat hij een zilveren ring achter als dank voor het gebruik van de schuur, tesamen met een stukje perkament waar hij drie uur mee bezig is geweest om op te stellen. Op het stukje perkament staat een map getekend met de locatie waar hij terug te vinden is.
* Ik heb een heerlijke nacht gehad in dit vredelievende bos, maar nu is het tijd om naar de drukte van de stad te trekken. Wie weet in wat voor gelegenheden ik nog kom. Als ze er maar wel een goede pint hebben
Maar een tweede blik op de herberg leert de battlerager dat de herberg stampvol zit.
* Ik denk dat ik toch maar de herberg binnenstap. Misschien dat er nog mensen aanwezig zijn die van mijn waren gebruik willen maken.
Vervolgens stapt de battlerager met ferme stappen op de herberg af. Het is even zoeken naar de deur, maar eenmaal gevonden trekt hij de deur met een ferme ruk open. Dit levert hem een kwade blik op van de aanwezige klanten en de optredende bart. Dit omdat de regen en wind op dat moment vrij spel hebben in de herberg. Snel duwt de battlerager de deur dicht.
Gefascineerd door het schouwspel wat hij voor zich ziet vergeet de battlerager zijn eigenlijke reden om de herberg in te gaan. Hij ziet vertegenwoordigers van alle rassen, die geheel onder invloed van bard zijn verhalen zijn. De bard die zichzelf The Storyteller noemt begint met zijn eerste verhaal.
De battlerager altijd geintrigeerd door verhalen over heldendaden, neemt plaats op een van weinige vrije stoelen. Genietend vergeet de battlerager tijd en plaats.
Op het moment dat de Bard een pauze inlast komt de battlerager ook weer tot het besef dat hij zijn tijd zit te verdoen en dat hij nog heel wat personen op dit eiland afmoet, voor de locatie van zijn grot bekend is. Snel rekent hij af bij de herbergier en loopt hij richting de deur. Op het moment dat hij de deut wil openduwen begint de Bard weer met nieuw verhaal.
Geintrigeerd door dit nieuwe verhaal blijft Battlerager met zijn hand op de deurklink staan.
* O wat is dit een spannend verhaal. Ik wou dat ik mezelf ervoor kan afsluiten. Maar de bard heeft zo een betoverende stem.
Op dat moment neemt de Bard een rustpauze en de dwerg gooit met een ferme ruk de deur van de herberg open. De battlerager sprint naar buiten om een zo grote mogelijke afstand te creeeren tussen zichzelf en de herberg. Hoewel hij op dit moment geen tijd heeft om zich hier te vermaken, maakt hij de belofte aan zichzelf om hier zeker terug te komen
Na een korte stop te hebben gemaakt bij de taveerne zet nyphai haar tocht voort en niet veel later komt ze bij de smidse...
De battlerager zet er een snelle pas in en zit nog net het einde van het gevecht tussen de Nymph en de spin. Omdat hij in eerste instantie nog te ver weg was om te helpen, krijgt hij de schrik van zijn leven als er plotseling een in het zwart gehulde magier opduikt. Snel duikt de battlerager achter een boom. Hoewel hij bijna zeker weet dat hij is opgemerkt door de magier. Deze laat niets merken en begint met een spreuk.
Tot verbazing van de dwerg is de nymph binnen de kortste keren weer beter en ook van de spin is geen spoor meer terug te vinden. De Nymph bedankt de magier, die verdwijnt in het niets, en transformeert zichzelf in haar vlinderlijke staat.
Verbaasd door dit hele gebeuren blijft de dwerg nog een aantal uren tegen de boom staan. Hij kan niet geloven wat hij net heeft gezien.
Uiteindelijk gaat de zon onder en de dwerg vervolgt zijn weg naar de grot. Voordat hij het bergrijk instapt valt het hem op dat er 1 berg wel opvallend zwart is.
* Er zal wel veel steenkool in die berg zitten. Niets om je druk over te maken.
Ondertussen is de Nymph bij de grot van de dwerg aangekomen. En tot haar verbazing ziet ze alleen stenen.
* Er is geen grotopening te zien. Wat een flauwe grap om mij zo te bedriegen
Maar omdat ze nog steeds magisch helemaal opgeladen is, voelt ze als ze over sommige punten vliegt een magische lading. Ze staat net op het punt om de eerste rune aan te raken als ze achter zich iemand met zware stem hoort zeggen.
* Het is niet alleen een maskeer rune, maar ook een verdedigings rune. Als je niet verkoold wilt achter blijven hier moet je mij eerst laten.
Zich wild geschrokken van de stem, die inene uit het niets kwam, deinst de Nymph achteruit. De dwerg de gelegenheid gevent om haar te passeren. Kundig begint de dwerg alle runen uit te schakelen.
Terwijl de dwerg bezig is met het uitschakelen van de runen krijgt de Nymph de kans om hem eens goed te bekijken. Hij is gedrongen. Niet groot en niet klein voor een dwerg. Hij heeft haar dat tot ongeveer halverwege zijn rug hangt en een baard die nog wat langer is. De baard is in verschillende vlechten samengebonden.
Dan valt het oog van de Nymph op het armor van de dwerg. Een juweeltje, met over het hele oppervlak punten van ongeveer 10 cm. Voorzichtig schuifelt ze naar de dwerg om aan 1 van de punten te voelen.
* Au die punten zijn scherp.
De dwerg kijkt even om en gaat door met het ongedaan maken van de runen.
De nymph die naar het kleine druppeltje bloed aan haar vinger kijkt, vraagt zich ondertussen af waar de scherpe punten op dat armor goed voor zijn. Ze zit er zo over te mijmeren, dat opschrikt als de dwerg zegt.
* Ik heb hier heerlijk vlees en nog heerlijker bier. Eet je mee. Of eten en drinken jullie soort niet. Ik ben Werik trouwens.
"Ik heb het gezien nyphai, een hoogst verbazingwekkend schouwspel mag ik wel zeggen. Laten wij eerst eten en ondertussen verhalen ruilen. Daarna zal ik een geschikte uitrusting voor je samenstellen."
* Haar scherpe blik verzacht enigszins en een gevoel van rust komt over nyphai heen. Deze dwerg had geen kwaad in zin. Werik bekommert zich om het eten en nyphai, haar nieuwsgierigheid nog steeds niet getemperd door de gebeurtenissen, bekijkt haar omgeving goed. Ze ziet verschillende soorten harnassen, helmen en prachtige sieraden.
Een heerlijke kooklucht waart door de vertrekken en Werik roept haar om aan te schuiven aan tafel. Onder het eten wisselen de twee hun verhalen uit. Plots begint alles licht te schudden en nyphai hoort een noodkreet alle natuurlijke elementen komen. Haar ogen worden groot en angstig kijkt ze Werik aan.
"Er is iets fouts aan de hand Werik. De natuur zelf roept om hulp. Het komt van die zwarte berg."
"Laten wij op onderzoek uitgaan! Misschien zijn daar mensen in nood en hebben ze hulp nodig!"
"Mijn queeste leidt mij eigenlijk naar de elvenstad Teranoq, maar ik kan de roep van mijn ware afkomst niet negeren."
* Strijdlust straalt uit de ogen van de dwerg en het gezicht van nyphai krijgt weer een grimmige uitdrukking.
* Laten we eerst eens iets gaan doen aan je bescherming.
De dwerg, die tijdens het eten een grote sympathie voor het fragiele bosnymphje heeft gekregen, loopt naar een hoek van de grot en verdwijnt in een opening die de nymph nog niet eerder had gezien. De nymph hoort een gerommel en op een gegeven een klap, gevolgd door een harde vloek. Dan verschijnt de dwerg weer.
* Die vervloekte hamers slingeren ook altijd waar je ze het laatst verwacht. Hier probeer dit eens.
Verrukt kijkt de nymph op als ze de geschenken van de dwerg ziet. Een compleet armor van mithrill. Eentje zo soepel dat die gewoon onder je kleren gedragen kan worden, zonder dat iemand dat ooit merkt. Hoewel verrukt door zijn geschenk, twijfelt de Nymph of zij het armor wel past, want het ziet er erg klein uit. Dan hoort ze de dwerg zeggen.
* Hij is gegraveerd met dezelfde rune als de ring die ik heb achtergelaten, probeer het maar
De nymph begint langzaam het armor aan te trekken en tot haar verbazing past hij perfect.
* Goed past perfect zo te zien. Nu nog een passend wapen. Hmmm, even kijken. Ahhh wat hebben we hier. Dit is een mes met een diamanten lemmet. Het kan gebruikt worden om magische energie in op te slaan. Hetzij van jou, hetzij een tegenstander. Tevens is het vlijmscherp. Het splijt een haar als je die erop laat vallen.
Het enige wat de nymph op dit moment nog kan doen is de dwerg beduusd aankijken, vanwege zijn grote vrijgevigheid.
* Ik zal even mijn wapens pakken en dan kunnen we op pad gaan. Het is een tijd terug dat ik heb gevochten en de punten van mijn armor moeten weer eens wat bloed voelen. leidt de weg.
"Ik zei leid de weg maar. Hallo? nyphai?!"
De dwerg kijkt naar de nymf die hem verdwaasd aan kijkt. Ze is een prachtige verschijning en geeft de indruk een fragiel wezentje te zijn, maar nadat hij getuige is geweest van haar gevecht met het monster weet hij wel beter. Nogmaals neemt de dwerg haar goed op. nyphai's azuurblauwe ogen hebben een zachte magische glans en haar gitzwarte haar reikt tot aan haar middel. Het meest opvallende is de grote tatoeage over haar oog, die scherp afsteekt op haar roomwitte huid. Een beeltenis van een vlinder, diezelfde vlinder waar zij in veranderde.
"Werik! Ik kan dit toch niet aannemen. Deze kostbare voorwerpen, ik kan het ook niet betalen.
"De betaling komt nog wel. In strijd of in geld! Bwahahaha!"
* nyphai sputtert nog wat tegen en de dwerg wuift haar argumenten weg, begeleid met nog een luide schaterlach.
nyphai stopt haar eigen kleine dolk in haar rugzak en pakt haar nieuwe dolk vast bij het mes. Ze bijt op haar lip als ze lichtjes knijpt en een paar druppels bloed verschijnen. Werik kijkt verbaasd naar de nymf. De dolk begint een zacht blauwe gloed uit te stralen en dooft dan snel weer. nyphai kijkt op naar de dwerg die haar vragend aan kijkt.
"Mijn volk geloofde van oudsher dat je magische objecten door middel van je eigen bloed kon activeren of op z'n minst hun prestaties verbeteren. Ik ben nu gereed en het lijkt mij beter als jij de weg leidt. Ik ken dit gebied niet zo goed en jouw voordeur is mij iets te ingewikkeld."
Het tweetal begeeft zich op hun tocht naar Chaos Mountain
Ja, maar weet je dat wel honderd procent zeker dan? We willen niet dat er onbekenden worden betrokken bij onze aankomst
* Ja, ik weet het zeker. Vertouw me nou eens een keer. Nou allemaal een stuk achteruit, mocht ik het ongedaan maken van de runen verkeerd doen dan ben ik in ieder geval de enige die gewond raakt
Voorzichtig begint de dwerg een beetje aan de runen van Werik te sleutelen. Al snel heeft hij al de runen gehad en de ingang van de grot is weer geopend. Eén voor één lopen nu de dwergen naar binnen. Ze staan versteld van de grootte van het gangenstelsel dat achter de grot ligt. Eveneens staan ze versteld van de pracht en praal die de vorige bewoners hebben achtergelaten. Dan roept één van de dwergen vanuit een naburige kamer.
* Onze leider is hier geweest. Ik herken duidelijk zijn hand in deze gesmeede waren. We zullen hier wachten op zijn terugkomst. In de tussentijd zullen wij ons gaan bezighouden met het ontginnen van deze berg
Snel lopen alle dwergen een richting op om zich met hun specifieke taken bezig te houden.
Prely ziet de dwerg langslopen richting een berg. Prely volgt de dwerg aandachtig en ziet hoe deze in de berg verdwijnt. Een ingang tot de berg, denkt Prely, een ingang tot het tijdelijke optrekje van de clan grote dwergen. Prely die al een tijd niet meer gegeten heeft begint te denken aan allerlei lekkernijen die de dwergen waarschijnlijk in die grot hebben.
Prely besluit naar binnen te sluipen en wat voedsel te nuttigen zonder dat de dwergen het doorhebben.
Naar binnensluipen was een eitje, de ingang had hij al snel gevonden en er was niemand in de buurt die hem kon betrappen. Ook al zou dr iemand zijn geweest was Prely waarschijnlijk nog niet moeilijk gepakt want met zijn kleine formaat valt hij niet snel op. Hij sluipt rustig verder door de gangen als hij in 1X een dwerg hoort naderen. Prely maakt zich zo klein mogelijk en verstopt zich in een donker hoekje. De dwerg hoort niets, ziet niets en loopt langs Prely heen. Hehe alweer gelukt denkt de kleine dwerg maar waar is het eten??
Na een hele tijd verder te dwalen komt hij bij een snel in elkaar gezette tafel aan die vol met eten ligt. Door de erge honger vergeet Prely te controleren of het wel veilig is en stort zich op het voedsel. Als hij net 3 happen heeft genomen word hij in zijn kraag gegrepen door een grote dwerg en op de grond gesmeten
Wat doe jij hier?? Waarom eet jij van ons eten?? Wie ben jij, dat jij hier zomaar durft te komen??
Prely die veel kleiner is en veel slapper is weet dat hij geen kans heeft om het te winnen van deze dwerg. Hij kijkt de dwerg aan. De dwerg in volle armour en met een bijl zo groot als de dwerg zelf. Prely heeft geen kans, de dwerg heeft veel armour hij heeft alleen gewone kleren, de dwerg heeft een hele grote bijl, hij geeft alleen een klein bot mes. Prely probeert het dan maar op de vrede mannier op te lossen en zich uit te problemen te praten:
oh grote dwerg het spijt mij zeer dat ik van uw clans voedsel heb genuttigd, maar ik was verblind door mijn honger, ik heb al dagenlang rondgelopen en in die dagen heb ik maar het voedsel van 1 struikje bramen kunnen nuttigen, alstublieft vergeef het mij, ik heb geen kwaad in zin.
[Dit bericht is gewijzigd door Prely op 20-07-2003 12:43]
Voordat Prely kan antwoorden komt er een andere dwerg aangelopen.
Nou Bruenor, niet zo onaardig doen tegen dat kleine figuurtje. Je moet zelf toegeven dat hij er vel over been uitziet. Nou, kleine man. Ik zal eens een lekkere maaltijd voor je gaan maken. Daar ben je wel aan toe. Bruenor, na die maaltijd vraag je maar wat je weten wilt van hem maar laat hem nu eerst eten.
Schoorvoetend neemt Bruenor plaats op een prachtig vervaardigde stoel. Terwijl Bruenor met een stuurs gezicht krulletjes in zijn baard zit te draaien is zijn vrouw Catti een overvloedige maaltijd aan het maken. Verschrikt kijkt bruenor op als hij zijn vrouw inene aan het figuurtje hoort vragen.
Zeg, kleine man? Wat voor wezen ben je eigenlijk? Je lijkt wel op een dwerg, maar je bent wel erg klein. En misschien dat wij je naam mogen weten. Oh en let maar niet op die oude knorrepot daar. Hij komt knorrig over, maar zijn hartje is van goud.
* Prely kijkt hoe Catti met een grote houte pollepel in een grote oude ketel zit te roeren. Met trage bewegingen draait ze de lepel een poosje heen en weer tot ze plotseling verder gaat met vragen stellen aan Prely
een kleine Kleine Dwerg he, hmm. Is het misschien ook mogelijk dat wij jou naam mogen weten?
Op dat moment schept Catti een bord vol met voedsel en zet dat voor Prely neer
Iedereen noemt mij altijd Prely. Maar mevrouw zou ik ook een vraag mogen stellen? Ik vroeg me af wat jullie hier deden, want als ik alles hier zie wonen jullie hier nog niet lang
Net als Catti wilt antwoorden klinkt hard gerommel vanuit een dieper gedeelte in de grot. Bruenor die de hele tijd maar rustig krulletjes zat te draaien, springt in 1 keer op en rent al een gek naar het gedeelte waar het gerommel vandaan komt.
Oh nee jammert Catti een instorting, vlug we moeten Dwergen helpen die onder de brokstukken liggen
* Prely en Catti rennen achter Bruenor aan, al snel zijn ze bij de plek van onheil
Bruenor staat een beetje sip naar de instorting te kijken.
Volgensmij is er niemand onder het puin beland, het is maar een kleine instorting, gewoon een gang geblokkeerd. Maar we kunnen niet naar de andere kant en daar zit bijna iedereen. De blokken zijn te groot die kunnen we niet weghalen. We moeten weten hoe het aan de andere kant is van de instorting
Bruenor inspecteert de instorting nog een keer goed en ontdekt een klein tunneltje tussen de brokstukken.
Hej klein mannetje, kom eens hier!! Er is hier een klein tunneltje daar moet jij in kunnen passen!! Kan jij proberen tussen de brokstukken door te kruipen en dan te kijken of er gewonden en vragen of er dwergen onder liggen??
Na.. Natuurlijk meneer stoot Prely al stotterend door de spanning uit
Okee dat is dan geregeld, hier neem een fakkeltje en kruip voorzichtig naar de overkant, kijk uit dat je niet verdwaald
* Prely begint te kruipen en ziet bijna geen hand voor zn ogen ondankt het kleine fakkeltje. Hij kruipt op de tast voorzichtig beetje bij beetje verder. Nadat hij 3 keer een doodlopend stuk is ingekropen komt hij eindelijk bij een gangetje uit waar die in de verte stemmen vandaan hoort komen. Preliator kruipt er snel naartoe. Hij hoort de stemmen roepen, en tot zijn verbazing hoort hij de dwergen heel vrolijk roepen
Whihihi we hebben het!!! We zijn rijk!!! We hebben het gevonden!! Whahahaaa!!! MITHRILL!!!!!!!!!!!!
* Wat moet jij hier. We kennen je niet, probeer je ons Mithrill te stelen? Vertel op!
voordat Prely kan antwoorden klinkt de stem van Bruenor door vanaf de andere kant van de stenen.
* Sorin, het is goed. Dat kleine mannetje schijnt een extreem kleine dwerg te zijn. En tegen andere dwergen zijn we altijd gastvrij. Dus toon een beetje respect. Maar vertel eens, is iedereen ongedeerd.
* Ach, ik ben het er niet mee eens Bruenor, maar wie ben ik he! Het is niet gebruikelijk om een nieuwkomer meteen al onze geheimen te laten zien. En het instorten van de gang is opzettelijk gebeurd. Je weet zelf wel dat wij ons vak verstaan. In ieder geval hebben wij voor de komende jaren voldoende Mithrill. Het enige nadeel van dit gebeuren is dus dat we nu de lange weg om moeten nemen totdat we de gang weer hebben gerepareerd.
De grote dwerg Sorin kijkt om zich. Hij neemt even de andere dwergen in zich op. Dan begint hij orders uit te delen.
* Vimli, Buran, Lamli, Hirin. Jullie nemen de eerste beurt op jullie. We gaan in drie ploegen werken. Ikzelf, Susil, Glofur en Moiran zullen de tweede shift op ons nemen en Bruenor, Tugnus, Neran en Lelin nemen de laatste shift. Heb je dat gehoord Bruenor?
Even wacht Sorin op antwoord, als hij dat gehad heeft draait hij zich weer om naar Prely.
* Zo, een dwerg he? Loop maar een stuk mee, dan kun je mij een beetje over jezelf vertellen. Als we weer terug zijn in de grote zaal zal ik je op het beste bier trakteren dat we hebben. Het is tenslotte feest
Schoorvoetend volgt Prely de grote dwerg. Hoewel hij nog steeds niet gegeten heeft durft hij het verzoek niet te weigeren. Al snel zijn ze in een diep gesprek verwikkeld.
het is in het midden van deze bedrijvigheid dat Thyro, na twee dagen flink doorgereden te hebben, aankomt aan de voet van Dwarven Mountain. Rustig om zich heen kijkend rijdt hij naar de herberg, waar hij zijn paard aan de staljongen overgeeft. Met een korte beweging werpt hij hem wat koperstukken toe...
"zorg goed voor Dancer, dan krijg je er nog een paar als ik vertrek..."
Dan loopt Thyro de herberg binnen, ondertussen de grijze kap van zijn mantel achterover duwend. Na het felle daglicht buiten moeten zijn ogen even wennen aan de duisternis die binnen heerst. Zijn jeugdige gezicht en asgrijze haren trekken de aandacht van een aantal van de klanten, maar alsof hij ze niet opmerkt loopt Thyro zelfverzekerd richting de toog, waar hij iets te drinken haalt alvorens zich naar een lege tafel te begeven...
... Ik ben al op vele plaatsen naar binnen gekomen zonder dat iemand dat ooit door heeft gehad zegt Prely zo ben ik wel eens langs een groep wakende elfen weten te sluipen en wist ik wat van hun zilverbladsap te stelen, dat had ik toen erg hard nodig want ik had toen al een maand niet meer goed gegeten
Zo praat Prely een hele tijd verder over alle avonturen die hij had meegemaakt. De Dwergen uit de Clan vonden het allemaal wel mooie verhalen en er kwamen steeds meer luisteren.
heej Bruenor die kleine kan ons helpen! roept een van de luisterende dwergen plotseling uit. hij kan de Guldenbijl terughalen van Trekanor.
Alle dwergen uit de Clan beginnen plotseling enthousiast te bewegen.
Dat is een heel goed idee Hirin! roept Bruenor vol enthousiasme uit. CATTI!!!!! Breng die kleine dwerg nu naar een bed, hij moet rusten want het word morgen een vermoeiende dag voor hem
* Catti Brengt Prely naar een bed. Zet een kan water naast Prely neer. Ze wil weglopen maar plotseling begint ze te huilen
Kijk je uit Prelydwergje, wat je morgen moet doen is veel te groot voor een klein dwergje zoals jou. Dat doe je niet zomaar 1 2 3
Luister goed naar me kleine dwerg. Zorg dat als je hier morgen vertrekt dat je dan helemaal niet meer opvalt. Zelfs als je eenmaal de Herberg waaronder Trekanor huist, dat je daar door niemand opgemerkt word. En als je dan bij Trekanor bent, wees dat stiller dan het stilste op aarde, wees een onopvallende schaduw in de schaduw en kijk vooral uit voor de klauwen van Trekanor
* Nadat Prely deze woorden gehoord heeft valt hij in slaap om vervolgens de volgende dag vroeg gewekt te worden en geinstructueerd te worden om vervolgens eropuit gestuurd te worden om de Guldenbijl terug te halen
[Dit bericht is gewijzigd door Prely op 29-07-2003 13:18]
Hoe durf je aan zo een iel persoontje te vragen om voor ons de kastanjes uit het vuur te halen. Jullie zijn toch mannelijk genoeg of heb ik het mis? Ik eis dat je hem af laat zien van deze heldhaftige taak. Want dat is het wel dat moet ik toegeven.
Met een kwaad gezicht kijkt Bruenor naar Catti.
* Bij Moradin. Waar bemoei je je mee. Je weet niets van dit soort zaken. Hou je bij je afwas en je kookgerei.
Een dodelijke blik van Catti doet Bruenor ineenkrimpen.
* Oh vrouwen. Bij Moradin, ik zal morgen eerst met hem praten.
De volgende morgen is het eerste wat Prely ziet het beboste hoofd van Bruenor.
* Kom mee kleintje, we moeten praten
Bruenor leidt Prely naar de eetzaal waar al een overvloedige maaltijd klaarstaat. Beide mannen eten zonder te spreken. Als ze beide klaar zijn neemt Bruenor het woord.
* Kleine man, je moet weten dat de gulden bijl een grote betekenis voor ons heeft. Het is onze manier van eer bewijzen aan de god Moradin en de dwerg die de bijl in bezit heeft is leider van de clan. Lange tijd is Werik dat geweest totdat die besloot om naar dit land af te reizen. Daarna was ik het, maar onderweg is de bijl gestolen door dieven. We hebben ze geprobeerd te pakken. Maar ze hadden paarden en uiteindelijk zijn wij ze op de harde rotsgrond kwijtgeraakt. We hebben veel tijd en waardevolle items besteed om te weten te komen wat er met de bijl is gebeurd. Na veel nutteloze informatie was er eindelijk iemand die kon vertellen dat de bijl naar alle waarschijnlijkheid in de herberg ligt waaromheen op het moment het dorp wordt gebouwd. Er moet dus ergens een ingang zijn, maar aangezien onze informant deze niet wist en we ten einde raad zijn kwamen we gisteren op het idee om jou te laten gaan. Jij bent namelijk de enige die klein genoeg is om je door de afvoeren in de straat te begeven om zodoende in de riolen te komen, waar de dieven naar alle waarschijnlijkheid hun hoofdkwartier hebben. Het is dus jouw taak om uit te vinden waar de ingang is. Dan kunnen wij je komen helpen. Natuurlijk is het ook goed als je de bijl eerder weet te vinden
Eindelijk zwijgt Bruenor. Prely zit er beduusd bij. Zoveel informatie in een keer had hij niet verwacht. Als Prely een beetje van zijn beduusdheid is bijgekomen vraagt Bruenor aan hem.
* Dus kleine man, zeg het maar. Voel je er wat voor?
Okee dat is dan mooi!!! bulderde Bruenor tevreden JONGENS HIJ DOET HET scheeuwde hij vervolgens luid door de gangen.
DAT DOET HIJ NIET! Bulderde Catti en boos JIJ STUURT HEM NIET NAAR DE HERBERG!! JIJ STUURT HEM NIET NAAR HET KAMP VAN TREKANOR!!!
* Catti keek zo boos, dat Prely even bang was dat ze zichzelf een verlamming zou bezorgen. Catti stond boos met een grote soeplepel boven haar hoofd te zwaaien terwijl ze Bruenor in een hoekje dreef.
Rustig Rustig piepte Bruenor benauwd, hij had Catti nog nooit zo boos gezien. Je hebt zijn verhalen toch gehoord, je hebt toch gehoord wat hij allemaal al heeft gedaan?? Prely is juist de man voor deze taak! Dit is waarschijnlijk niet de moeilijkste taak die Prely krijgt, voor hem is dit waarschijnlijk een peulenschilletje!!!
* Bruenor richtte zicht tot Prely
Is het niet Prely, heb jij niet zilverbladsap onder de ogen van een groep wakende elfen vandaan weten te stelen zonder dat zei het door hadden?? Is het niet dat dit niets is vergeleken wat jij eerder hebt gedaan???
nou.. bracht Prely voorzichtig uit ik weet niet hoe het in elkaar zit, ik weet niet hoe groot die bijl is, ik weet niet wat voor gangen het zijn, en zo kan ik nog wel wat opnoemen. Ik zou niet zomaar kunnen zeggen of het makkelijk is. Maar ik wil het wel proberen, het lijkt me een eer om voor u de GuldenBijl terug te brengen.
* Catti begon zachtjes te jammeren. Terwijl Bruenor juist vrolijk opkeek en opstond en richting de deur liep
Kom Prely! We gaan de nodige uitrusting bij elkaar zoeken Riep Bruenor achterom richting Prely
* Prely kreeg een voorraadje spullen mee. Een dolk om zich te verdedigen mocht het nodig zijn, een touw, een voedselvoorraadje, een lampje met lampolie en een soort van lucifers, een klein verbanddoosje (op aandringen van Catti) en een doek waar die de GuldenBijl in kon wikkelen als Prely de bijl had bemachtigd.
Okee Prely het zit nu zo, over een paar uur is het donker dan vertrek je richting het dropje niet zo ver hier vandaan, je hebt het waarschijnlijk wel zien liggen toen je hier naartoe kwam. Daar zoek je ongezien een ingang tot het riool of een ander ondergronds stelsel. Als je slim bent doe je dat zo dicht mogelijk bij de herberg want onder de herberg bevind zich het kamp van die duivelse dieven. Zorg dat je door niemand in het dorp gezien wordt, en probeer ook niet gewoon via de herberg naar binnen te dringen, want die ingang is juist de aller zwaarst bewaakte ingang, waar ik jou zelfs niet op af durf te sturen.
Bruenor nam even rust zodat Prely de informatie rustig kon verwerken, maar hij donderde daarna rustig verder.
Als je eenmaal in een ondergronds gang zit moet je de weg vinden naar het kamp. Kijk uit ze zullen geen seconde twijfelen om je te doden als ze je zien. En mocht je Trekanor zien, dan moet je maken dat je weg komt, hij zal dingen met je doen waar je het bestaan niet van wilt weten. Op aandringen van Catti gaat Hirin mee. Maar hij kan maar meereizen tot het dorp, want hij past niet in de ondergrondse tunnels. Om toch contact met hem te houden heb ik hier voor jou deze praat stenen ik denk dat je ze wel kent, je kan gewoon via deze stenen met Hirin blijven praten. Als er iets goed fout is en je meld dat kunnen wij zien wat we met zn alle voor jou kunnen betekenen.
* Breunor gaf Prely de stenen. Prely stopte ze in de rugzak bij de rest van zijn uitrusting en ging weer ongemakkelijk zitten.
Welnu Prely, ik raad je aan nu te rusten je hebt nog een paar uurtjes de tijd. Als je gaat slapen zal Hirin je bijtijds wekken zodat jullie op pad kunnen gaan.
Dan wens ik u een goede nachtrust toe Bruenor, ik hoop dat ik zal slagen
* Prely liep naar het bed waar die afgelopen nacht ook had geslapen. Hij kon Catti nergens zien dus kon Prely tot zijn spijt ook geen afscheid nemen. Preliator sliep snel in en het leek alsof hij nog maar 10 minuutjes op bed lag toen Hirin hem al kwam wekken.
Terwijl Thyro rustig doordrinkt, ziet hij hoe de man na enkele minuten opstaat en zich naar buiten begeeft...Nog even blijft Thyro zitten, de laatste slokken achterover gooiend, maar dan staat ook hij op en begeeft zich naar de stallen, waar de andere man, Kellan, al op hem staat te wachten....
"Ik zie dat Cotillion zijn paard aan je heeft geschonken. Een genereus geschenk en ook een blijk van vertrouwen."
Thyro knikt naar de man als hij zich naar hem toedraait. Hij doet zijn kap af en zijn lange zilvergrijs haar valt over zijn schouders. Met zilveren doordringende ogen kijkt Kellan Thyro aan.
"Het zal niet eenvoudig zijn om de zinloze oorlog die nu woedt te stoppen. We zullen onze magische krachten moeten bundelen. Alleen op die manier zal je dichtbij genoeg kunnen komen om de magier om te brengen...."
"Kellan...U heeft het respect van mijn meester, en daarmee ook het mijne, maar laat meteen één ding duidelijk zijn; Ik vertel u niet hoe u uw gilde moet leiden, en u vertelt mij niet hoe ik iemand om moet brengen...."
Thyro doorbreekt de schijnbare zwaarte van zijn woorden met een oprechte glimlach, terwijl hij zijn hand uitsteekt naar Kellan...
"Aangenaam....mijn naam is Thyro..."
Met een lichte aarzeling neemt Kellan de uitgestoken hand aan, maar dan glimlacht ook hij...
Je doet me denken aan je meester, toen hij zo oud was als jij, Thyro...
"Dank u, dat beschouw ik als een groot compliment....maar nu, de opdracht; Eerst heb ik zo veel mogelijk informatie nodig...dus, vertel me alles wat er gebeurd is, en over uw...tegenstrever...."
"De naam van mijn tegenstander is onbekend. Het enige waar wij tot nog toe zijn achtergekomen is dat hij voor de Naamloze werkt. Waarschijnlijk heb je het al gemerkt dat diverse duisteren krachten zijn opgestaan. Ditmaal wordt een en ander tactvoller en ook politieker aangepakt...."
De woorden van Kellan bevatten een bijzondere vorm van magie, het laat Thyro zien wat de dief zelf heeft gezien. Beelden van Kellan manifesteren zich voor Thyro's geestesoog.
"Zoals je kan zien houden zij zich schuil op deze berg. Ons vermoeden is dat een oude verlaten mijn, niet ver van de dwergensmidse, hun schuilplaats is. Daar vlakbij staan enkele voormalige arbeidershuizen. De magie die gebruikt wordt door mijn tegenstander is verontrustend sterk. Het is niet elementair, maar iets onnatuurlijks. Ik heb hem wel kunnen zien..."
Een beeld verschijnt in Thyro's gedachten, een gezette man van schijnbaar adellijk bloed. Zijn haar is zo rood als vuur, lichtelijk kalende, zijn ogen zijn een donkergroen. De man is gekleed in een zwarte mantel.
Nieuwsgierig kijkt Kellan Thyro aan.
"Ik denk dat het het beste is om maar eens een kijkje te gaan nemen bij die verlaten mijn. Informatie is de sleutel tot succes. Als wij meer weten over hem dan hij over ons, moet het te doen zijn. Zelfs een dienaar van de Naamloze moet slapen en eten. Enig idee of hij contacten heeft hier in het dorp? iemand aan wie ik wat...vragen zou kunnen stellen alvorens het hol van de leeuw te betreden?"
"Mijn mensen hebben mij nodig. Je hebt het lot van mijn gilde in jouw handen Thyro... Ik wens je veel succes."
Kellan spoedt zich naar buiten en om zich bij zijn mannen te voegen.
je zult in je eentje moeten reizen, voor als je ontdekt wordt, dan zal onze clan geen wraakacties ondervinden, ik zal achter je aan reizen en doen wat ik kan
* Prely stond er een beetje beteuterd bij toen Hirin stil bleef staan en gebaarde dat Prely verder moest lopen. Maar hij wist dat zeuren of smeken geen zin had dus hij liep maar door. Op een gegeven moment hoorde Prely allemaal vreemde stemmen, instinctief sprong Prely de bosjes in en maakte zich voor de stemmen ontzichtbaar. Prely zag ietsje later een groep van 6 mannen langslopen in de richting waar hij vandaan kwam.
* Prely achtte het net weer veilig om verder te reizen toen hij achter zich iemand in nood om hulp hoorde roepen. Preliator sloop, zoals die maandenlang had gedaan, onopvallend richting de noodkreten.
* Toen Preliator aankwam op de plaats waar de nootkreten vandaan kwamen zag hij dat Hirin werd omsingeld door de 6 mannen die hij net voorbij had zien lopen. Hirin stond met een grote Waraxe in zijn handen, terwijl alle 6 mannen een kort zwaard hadden.
Preliator wist niet wat hij moest doen want hij zou het onmogelijk tegen 6 man op kunnen nemen. Preliator was net van plan om hulp te halen bij Bruenor toen hij zag dat Hirin klaar was om in een rage te gaan en als een Berserker zijn aanvallers te lijf te gaan
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |