We hebben gedaan wat we konden Questor, maar het was een val gezet door de vijand en we liepen er nietsvermoedend in. Wat kunnen we nu doen om de gevallenen te wreken? Zeg het me en ik geef U mijn zwaard als hulp.
* Bar_the_Grey keek Daron aan en bij het zien van zoveel vastberadenheid kreeg hij ter plekke een ingeving.
Kom mee! Ik heb een idee.
* Sendero knikt instemmend en Phoenixx schenkt hem een zwoele glimlach.
"Heel vriendelijk bedankt voor de informatie. Maar als ik zo brutaal mag zijn, zou ik u graag om een gunst vragen."
* De guerilla-strijder kijkt haar ongeduldig aan. Ziet ze niet dat hij bezig is met belangrijke dingen? Laat die juffer fijn een padvindertje zoeken om haar de weg te wijzen en echte mannen het echte werk laten uitvoeren! Maar toch blijft hij zo beleefd mogelijk:
"Wat dan, moppie?"
* Niet gecharmeerd van een dergelijke aanspreektitel werpt ze de man een vuile blik toe.
"Heer,"* het woord druipt werkelijk van het sarcasme, "Ik heb het vermoeden dat ik word gevolgd. Breedgeschouderde man, lang haar - vermoedelijk in een paardestaart bijeengebonden - rossige baardgroei. Zou u enkele van uw manschappen kunnen missen om hem van mijn rug te krijgen? Maar... doe hem geen kwaad... u weet vast wel iets te bedenken om zijn aandacht van mij af te leiden.
"'Tuurlijk... wat jij wilt hoor...", * mompelt Sendero als hij ongeïnteresseerd zijn schouders ophaalt. Hij stelt echter wel een groepje koene strijders aan om Phoenixx te verlossen van haar 'stalker' en zij ongehinderd op weg kan naar de Taveerne.
Vijanden op de muur.... * Is het overal te horen. Mannen worden afgeslacht en vernietigd in de eerste minuten van de strijd. Verbeten vechten de overblijvers terug. Hulptroepen van het verslagen ontzettings leger stormen de muur op om een handje te helpen. De Boogschutters gaan de muur af om vanaf de binnenplaats beneden vijanden van de muur af te schieten en de reguliere strijders meer ruimte te geven om te vechten. De poortwachters slepen constant nieuwe planken aan om de scheuren in de poort te reparen. Een van hun ziet een glimp van de Grottrol aan de anderkant en trekt bleek weg.
Kan iemand wat aan die dikke trol aan de andere kant van de poort doen. * Roept hij heldhaftig. Vervolgens zakt hij inelkaar, getroffen door een pijl die uit een groepje goblins is gekomen die zich met enterhaken en laders toegang tot de muur hebben verschaft. Een groep piekeniers stormt heldhaftig schreeuwend naar de nieuwe vijanden toe en dwingt ze terug, de kleine goblins aan hun pieken spietsend. Een paar bedienden rennen de muur op met een ketel kokende soep die aangebrand was en gooien die over de Grottrol beneden heen, dan maken ze dat ze weg komen uit het strijdgewoel. Een paar piekeniers kijken de bediende grijnzend en hoofdschuddend na. Het moreel onder de troepen wordt door dit soort kleine acties alleen maar groter. De vijand trekt op en heeft een stuk van de muur stevig in handen, Delen van de torens worden gebruikt om een permanente doorgang te creeren naar de grond beneden, zodat de vijandelijke strijders makkelijker de muur op kunnen komen. Lord Dreamer staat in tussen samen met een groep veteranen boven op de muur een groep Orcs die uit een toren kwam aangerend, vakmatig aan gort te hakken. botten versplinterd. Z'n zwaard zingt door bot en pezen. Hij geeft een teken en de Pretorian Guards, die zich nog steeds afzijdig hebben moeten houden mogen eindelijk hun eeuwenoude kunst van strijden tegen een overmacht laten zien. Geordend stromen ze van af de binnen plaats de muur op. Alles aan vijandelijk gespuis op hun weg weghakkend, ondertussen worden hun eigen doden en gewonden snel afgevoerd zonder dat ze een belemmering kunnen vormen voor de verdedigers. Snel is de muur schoongeveegd op één stuk na wat de aanvallers steving in handen hebben. Boogschutters vuren pijl naar pijl richting het vijandelijke deel van de muur. kreten van pijn zijn het antwoord. De verdedigers krijgen het op dit moment niet voor elkaar om de aanvallers te verdrijven, maar hebben de stormloop op de muur wel tot stilstandgebracht. Ook de verdedigers moeten zich in dekking begeven omdat een vijandelijke groep goblin boogschutters de muur heeft beklommen en vanuit dat gedeelte de verdedigers onder vuur neemt. Lord Dreamer verzamelt z'n officieren en bijeengekomen helden voor overleg.
* Hij vloekt als hij ziet hoe z'n grottrol (de enige die hij kon dwingen mee te komen) krijsend neer ziet gaan onder een ketel hete vloeistof. Wat een lomp beest is het ook. Hij kijkt naar achter naar de goblin constructeurs en stuurt ze op weg om een mobiele stormram de poort te laten beslechten.
* De goblins gaan met de Stormram op weg samen met een hoop hout en constructeurs om positie op de muur te verstevigen en de poort te kraken zodat de krijgers de poort kunnen gebruiken voor hun inval.
* Dan wordt hij afgeleid door de roodharige vrouw. bijna snauwend vraagt hij wat ze wil.
Achtervolger, ohw die... maak je niet druk ...
* Sendero stuurt een groep halfmannen het bos in om de achtervolger onschadelijk te maken of in iedergeval te zorgen dat hij stopt met de achtervolging. Daarna gaat hij verder met de plannen om de muur helemaal in te nemen en door te stoten het eigenlijke kasteel zelf in. En dan vooral de weg naar de kerkers er onder.
De slag om de muur gaat verder.
* Ondertussen hebben de Halfmannen de achtervolger gevonden. Het blijkt een stevig gebouwde gevaarlijke strijder te zijn met een vreemd uitziend formidabel zwaard, waar hij ook nog mee overweg kan.
De halfmannen krijgen he niet voor elkaar om de strijder te doden maar een boogschutter heeft kans gezien de strijder met een schampschot toch licht te verwonden. En de strijder verdwijnt het bos in richting het kasteel.
* De dame met het rode haar is dan al verdwenen naar waar ze heen moest. Snel wissen de overgebleven halfmannen haar sporen uit zodat ze niet meer terug te vinden zijn. Het gevecht met de vijandelijke krijger heeft hun toch een behoorlijk aantal doden en gewonden op geleverd. Voldaan mar toch met respect voor de krijger gaan de halfmannen terug naar het kamp. De missie is met succes uitgevoerd.
* Sendero is tevreden en zo ook de meester hoopt hij.
"Is dit wat we willen? Als we te dichtbij komen kunnen we misschien nooit meer terug?"
"Dit is wat we willen, dit is het meest tactische, we zijn hier om te doen wat we moeten doen. We lopen dit keer geen gevaar. We zijn zoveel anders dan deze soldaten, strijders, wezens. Dit is de meest ideale situatie om in te belanden voor ons. Kijk en zie hoe het een keerpunt in hun jonge geschiedenis is.
Het maakt weinig uit wiens kant we kiezen, we zijn hier voor degenen die onze hulp willen. We zijn hier om invloed uit te oefenen op de uitkomst van dit samenzijn."
"Proef ik enige nieuwsgierigheid? Een verlangen op je tong om te zien wat de toekomst te bieden heeft? We zijn oud en jij voelt de behoefte om je in jong gedrag onder te dompelen. Opmerkelijk, we maken er notitie van."
"Willen jullie beweren dat jullie niet dezelfde behoeftes hebben? Kunnen jullie er voor uitkomen wat er speelt in die holle leegte van je hart en wezen? Dit is wat we allemaal willen."
"We hebben alle tijd van de wereld."
"Nu wachten we af tot ze naar ons komen."
* Het genootschap bewandelt de geschiedenis-in-wording en geniet van het moment. Het is een bittere lucht die ze inhaleren, maar het voelt aan alsof ze worden hergeboren in een nieuw onzeker tijdperk. Klaar om vol te stromen met een nieuwe wereld, en niet angstig om de wereld weer te verlaten als het hen uitkomt.
Individueel waren ze in hun tijdperken verwarrende grootsheden vol potentie, in dit tijdperk zijn ze nieuw en oud tegelijkertijd. Ze zijn moe. Ze wachten te lang. Ze weten wat ze gaan doen in welk scenario ook werkelijkheid word.
Een van de officieren komt terug van het crisisberaad met Lord Dreamer en geeft de nieuwe orders door. De vijand moet van de muur af kosten wat het kost. Er is afgesproken dat de boogschutters een spervuur aan pijlen gaat verzorgen waaronder de Pretorian Guards de bestorming kunnen uitvoeren.
Na dat alle Guards op de hoogte zijn, geeft de officier het teken aan de boogschutters. Pijl na pijl vliegt richting het vijandelijke gedeelte van de muur. De Orcs , Goblins en andere troepen duiken ineen onder de golf van pijlen. Dat klinkt de wel bekende en gevreesde hoorn van de Pretorian Guards en strijd vangt aan.
De Pretorian Guards stormen onder dekking van de pijlenregen en hun eigen karakteristieke rechthoekige schilden naar de plaats waar de vijand zich ophoudt. Man tegen man gevechten breken uit als de Pretorian Guards door de verdedigende stelling breken en zich op de vijand storten. De verliezen zijn zwaar, maar ze geven niet op.
Ze weten het voorelkaar te krijgen dat de vijand zich nog maar kan concentreren rond twee torens terwijl de andere torens snel in brandt worden gestoken en worden vernietigd. Dan klinkt nogmaals de hoorn en trekken de overgebleven Pretorian Guards zich terug naar de laatste verdedigings linie op de muur die nu weer voor het grootste gedeelte in handen is van de verdedigers.
Verplegers en magiers buigen zich over de gewonden en proberen die zo goed als het kan te helen. De doden worden eervol bijgelegt in het al overvolle mortuarium. Lord Dreamer is tevreden.. Z'n Elite troep heeft zich weer eens bewezen. De vijand is grotendeels terug gedreven op de muur. Het wachten is nu op de volgende stap en op hulp. Hulp die zo hard nodig is maar die oh zo moeilijk is te krijgen.
Gegroet, mijn naam is Illidan. Ik heb deze man opgepikt vanuit de Tarag of Aegas. Hij heeft dringend hulp nodig. We moeten voort maken, voor deze strijder zijn laatste adem uitblaast.
* De wachters laten mij door en verwijzen mij naar het hopitaal. In het hospitaal is het druk. Veel gewonden zijn gevallen in de strijd om de muur. Er komt een arts aangesneld die portier onmiddelijk herkent. Het is de arts waaraan portier zijn kruidenmengsel ter beschikking heeft gesteld. De arts kijkt mij bezorgt aan, maar ik stel hem gerust.
Wees gerust, hij komt er wel bovenop. Ik zal mijn magie aanwenden om hem snel te laten beteren. U moet mij snel een bed verschaffen.
* De arts klinkt instemmend. Hij loopt weg en komt binnen de minuut terug met de mededeling dat hij een bed klaar heeft staan. Ik draag portier richting het bed en leg hem daar ter ruste. Ik grijp in mijn buidel en haal een soortgelijk kruid tevoorschijn dat portier al eerder aan de arts had laten zien. Snel en vakkundig behandel ik portier. Na de behandeling houd ik mijn hand op het voorhoofd van portier en prevel enkele woorden. Mijn hand gloeit op, maar er is geen directe verbetering te zien bij portier.
Laat hem zo liggen, over een half etmaal zal ik wederkeren en zal hij behoorlijk gebeterd zijn. Mocht hij voor die tijd al bij kennis komen, geef hem wat te drinken uit deze fles.
* Nadat ik de arts een drinkfles heeft overhandigd kijkt ik de arts vragend aan. De arts knikt begrijpend en ik loop het hospitaal uit. Op het plein zie ik een strijder staan. Zijn uitstraling is enorm, hij moet het zijn. Ik loop op hem af en de strijder draait zich om.
- "Gegroet, ik heb u hier nog niet eerder gezien heer. Geef mij kennis van uw identiteit en uw achtergrond."
Heer, het is mij een eer u hier te zien. Ik ben blij dat u het kasteel niet verlaten heeft, uw steun aan de manschappen is enorm. Laat ik mij voorstellen. Ik ben Illidan, Illidan the Green, magiër van elfse afkomst. Ik heb gezien hoe portier zijn oude strijdgenoten ontmoette, maar ik was reeds op de hoogte van de macht van het kwaad waarin zij verkeerden. Portier is voor de keuze gesteld, maar niet gezwicht. Hij is aangevallen door de anderen, die dichtbij het strijdveld volledig in de macht van het kwaad vielen. Hij is ernstig gewond geraakt, zal tijdelijk buiten gevecht gesteld zijn, maar mijn helende krachten doen inmiddels hun werk. Hij zal weldra weer aan onze zijde vechten, een waardig strijder met grote krachten. Wat mij zorgen baart is de andere drie. Deze strijders zijn groot, maar volledig in de macht van het kwaad. Het zijn nieuwe wapens in deze moeilijke strijd.
* Lord Dreamer kijkt mij enkele ogenblikken verbaasd aan.
- "U weet veel, Illidan the Green. Wat bracht u in deze strijd?"
Ik ken portier al vanaf zijn geboorte. Ik kom uit het land van de heer van Eregdos. Portier heeft mij niet herkent doordat ik mijn identiteit tijdelijk achter heb gehouden om te testen of portier zou zwichten voor het kwaad. Ik had niet anders verwacht dan dat hij zou kiezen voor het goede. De andere strijders zijn zwakker, ik kon ze niet meer redden. Als ik de strijd aan had moeten gaan met de kwade persoon die hen in zijn macht heeft zou ik mij te vroeg hebben prijsgegeven.
* Lord Dreamer kijkt mij begrijpend aan.
- "Ik ben blij u hier in ons midden te hebben, wij kunnen alle hulp gebruiken. Zoals u ziet is een deel van de muur nog in handen van het kwaad, al is een groot deel reeds ontzet."
Ik weet ervan heer. Laat ons de raadszaal betrekken. Ik heb reeds nog vele vragen die u kunt beantwoorden.
...Amateurs
Atrimar legt een pijl aan op zijn boog en legt aan. Met een zingende klak slaat de pees op zijn armbeschermer als de pijl de boog verlaat. Met een jammerkreet springt de getroffen man achter de boom vandaan, en kan nog net een vloek uiten voordat de volgende pijl zich door zijn keel boort. Gorgelend slaat de man tegen de grond en komen er drie op Atrimar afgestormd.
Grijnzend werpt Atrimar zijn boog tegen de grond en trekt zijn tweezwaard van zijn rug af. De drie kijken elkaar vertwijfeld aan en beginnen te proberen Atrimar in te sluiten.
Ik geef jullie een kans om deze plek te verlaten, de andere optie is degene die jullie kameraad al heeft gevolgd.
De mannen schertsen Atrimar.
Het is drie tegen een vent, je maakt geen kans, geef het op en je over.
Atrimar lacht, een kil geluid zonder emotie, en begint zijn zwaard rond te wervelen.
Dan dansen we, tot jullie dood.
De grootste van de drie probeert met een aanval Atrimar op het verkeerde been te zetten, maar hij struikelt, en verliest zijn evenwicht. Met een enkele houw van zijn zwaard slaat Atrimar de man's zwaardarm net onder de elleboog en het vlijmscherpe lemmet snijdt een diepe, bloedende wond.
Vertwijfeld proberen de andere twee tegelijk een aanval, en even lijkt het erop dat ze succes hebben, Atrimar moet de grootst mogelijke moeite doen om de twee af te houden. Dan blijkt het allemaal schijn te zijn en slaat Atrimar beide aanvallers neer. Hij veegt zijn zwaard af aan het kleed van de kleinste en loopt dan naar de eerste aanvaller.
Ik stel voor dat je terugkeert naar je meester, en hem duidelijk maakt dat hij maar beter kan ophoepelen.
Met ogen groot van angst rent en struikelt de man in de richting van zijn kamp, Atrimar alleen achterlatend met zijn gevallen kameraden.
Atrimar geeft de doden een laatste groet en haalt zijn boog op uit de struiken. Omzichtig controleert hij of de boogpees nog goed is, en vervolgt dan zijn zoektocht naar het spoor van Phoenixx.
Als hij deze heeft gevonden vervolgt hij zijn weg, nog meer op zijn hoede, op weg naar Taveerne de steigerende pony (voorm. Fantasy shop)
Zoals u kunt zien (zegt Lord Dreamer) zijn we erg druk in gevecht, dus veel tijd voor groot
overleg is er niet, maar u had wat vragen. Als u ze stelt dan kan ik ze misschien beantwoorden.
Inmiddels worden er nu sporadisch pijlen over en weer geschoten en blijft iedereen wachten op
de volgende stap die er genomen wordt.
- "Ik zal u naar de kamer leiden. De kamer is nog steeds in dezelfde staat gelaten als die was toen hij zo plots het kasteel verliet. De kamer stond al jaren leeg en heeft nooit een functie gehad."
* Samen lopen Lord Dreamer en ik richting de kamer van de oude magiër. We moeten enkele trappen op als plots Lord Dreamer stilhoudt voor een deur. Als hij de deur van het slot haalt en openduwt piept en kraakt de deur aan alle kanten. Voorzichtig stap ik naar binnen, dikke lagen stof dwarrelen op. Ik spreek enkele woorden, Lord Dreamer kijkt nietbegrijpend naar mij, maar op hetzelfde moment ontvlammen 3 toortsen die zich in de kamer bevonden.
- "Dit is de kamer waar hij verbleven heeft. Niets is verandert sinds hij verdween."
Prima, dan trek ik mij hier terug voor enkele uren. U zult mij vanzelf zien verschijnen. Ik heb slechts twee gunsten die ik u wil vertellen. Portier ligt in de ziekenboeg, mijn helende krachten zullen hun werk ondertussen gedaan hebben. Wilt u naar hem toegaan en hem vertellen dat Illidan hier is en dat ik de onbekende ruiter was. Hij zal mij op willen zoeken, maar ik verzoek u hem tegen te houden. Laat hem vechten tegen de ondoden, hij is hard nodig in de strijd. Mijn tweede gunst is om Bar_the_Grey te zoeken en hem op de hoogte te stellen van mijn aankomst hier. Vertel hem slechts dat ik op het spoor ben van de oude boeken van Ambar-balan, de ware kracht van de aarde. Ga snel Lord Dreamer, uw hulp is geboden aan het front en mijn taak ligt hier en gebied snelheid.
* Lord Dreamer kijkt mij begrijpend aan.
- "Ik zal uw gunsten uitvoeren. Mocht u nog iets nodig hebben, laat het mij horen. Als het in het voordeel van het goede is zal het u aan niets ontbreken."
* Als Lord Dreamer door de deur verdwijnt naar beneden om de boodschappen door te geven ga ik snel op zoek. De oude magiër was geen onbeduidend persoon, maar de kracht die hij ontdekte was groter dan hijzelf. Hij werd er het slachtoffer van. Moge de goden mij bijstaan in deze. Deze ontdekking zou wel eens cruciaal kunnen zijn.
U moet illidan zijn als ik me niet vergis?
* Bar_the_Grey legt de boeken op het bed neer en steekt zijn hand uit voor een begroeting. Illidan inmiddels van de overrompeling bekomen, lacht vriendelijk terug en schudt de aangereikte hand.
In hoogst eigen persoon, en U bent Bar The Grey, de Questor?
Jazeker. Ik had uw komst niet verwacht, maar ik neem aan dat U hetzelfde idee hebt als ik?
* Bar_the_Grey besloot Illidan niet te vertellen van zijn eerdere bevindingen, deze zouden te schokkend kunnen zijn en waaraan ze nu op het punt stonden te beginnen was een reine geest en gedachte essentieel, zeker als ze dit levend wilden volbrengen.
Mijn beste ik weet dat U op zoek bent naar de boeken van Ambar-Balan. Daarom heb ik deze kamer laten verzegelen. We komen hier enkel uit als we ons gezamelijk gaan bezig houden met de research. Natuurlijk is deze voorzorgsmaatregele niet enkel genomen voor onzer beider veiligheid, maar voor allen die momenteel in het kasteel aanwezig zijn, nou ja niet allemaal als U begrijpt wat ik bedoel.
Hoever bent U gevorderd met uw research? Ik heb al de nodige boeken in de Yrrabtaal doorgelezen, de belangrijkste liggen op het bed. Maar laten we het ons eerst even comfortabel maken voordat we aan de slag gaan. Mag ik U een glasje Ranja inschenken? Een waarlijk voortreffelijk drankje gemaakt op waterbasis.
Nou dat klinkt niet slecht Bar The Grey.
Ach, noem me maar Questor, we gaan tenslotte nu onderzoek plegen.
* Bar_the_Grey schonk twee glaasjes in en de beide magiers begonnen een boeiend gesprek.
* Daron hoordde de twee magiers binnen praten, het was onduidelijk wat er gezegd werd want de Questor had een verbasteringsbezwering losgelaten waardoor woorden onherkenbaar klonken. Hij had zijn taak volbracht en de Magier veilig en wel afgeleverd bij deze kamer. Twee Pretoriaanse Guards namen nu zijn taak over en kon hij eindelijk de tweede opdracht van de Questor vervullen. Een opdracht die hem op het lijf was geschreven. Trots keek hij nog eens naar het machtige zwaard wat hij in bruikleen had gekregen. De witte runes dansten voor zijn ogen. de Magie droop er bij wijze van spreke vanaf.
Vrouwe, heeft U gevonden wat U zocht?
* Dala overhandigde aan haar Dienaar het kistje dat ze tot volle tevredenheid gevonden had in Onderin de kerkers (sub - Het Kasteel van LD).
Aan de slag heren magiers, jullie werk kan beginnen.
* De verschijning van de Godin verdween tegelijkertijd met het heldere witte licht dat tot voor kort de kamer vulde.
* Dala voelde de aanwezigheid van een nieuwe entiteit. Een andere God of Gedaante ze wist het niet zeker. Na het achterlaten van het kistje beeindigde ze haar fysieke aanwezigheid en tastte gedragen door de wind het slagveld af. Het was overduidelijk. Een nieuwe speler maakte zijn opwachting op het speelbord der Tijd. Dala probeerde mentaal contact te leggen om erachter te komen wat de beweegredenen konden zijn van een gelijke om zich te mengen in de gebeurtenissen.
[Dit bericht is gewijzigd door Dala op 10-02-2003 16:28]
Bij de ziekenboeg aan gekomen blijkt dat Portier inderdaad weer aan de beterende hand is en Lord Dreamer verteld hem het verhaal van de onbekende strijder en de reden waarom die zich niet wilde onthullen.
Portier begrijpt dat hij niet naar de magiers kamer toe kan en begeeft zich samen met Lord Dreamer naar de belegerde muur toe. Tja zegt Lord Dreamer. De situatie is duidelijk. we moeten dat stuk muur terug hebben, lukt dat dan winnen we de slag, aangezien de vijand dan helemaal opnieuw moet beginnen met het maken van stormtorens en nieuwe troepen aan moet voeren.
"Ja, de Aboriginals kennen hun Droomtijd, wij kennen het Astrale Vlak en er zijn verschillende stammen in Afrika die dit fenomeen hebben ondervonden en een naam hebben gegeven. Ik denk niet dat we ooit voldoende informatie hebben verzameld om te kunnen concluderen dat alle vormen die het heeft aangenomen via dezelfde wegen lopen. De overeenkomst is dat ze allemaal een zeer beperkte toegang verlenen. Het is slechts een handjevol die deze werelden kunnen bezoeken en er gebruik van durven maken. Het is het rijk van de geest. Er zijn veel figuren geweest die verschillende aspecten hebben proberen te definieren. Volgens velen verloopt telepathisch contact langs die werkelijkheid, via dat kanaal."
"We lopen geen gevaar. Twee van ons hebben de mogelijkheid om dit bestaansvlak te benutten. En volgens hen is de rest voldoende beschermd tegen contact van buiten het genootschap. We zijn veilig. Als groep en als individu."
"Maar aan wie is de boodschap dan gericht?"
"Aan degene die zich er open voor had gesteld. Het is hij die het doorschakelde naar de rest van het genootschap. Als we een antwoord willen geven zal dat via onze vriend moeten gaan."
"Hij weet wat hij moet doen. Hij weet wat wij van hem verwachten."
"En de tweede dan? Als deze zich ook over soortgelijke kanalen beweegt met behulp van psychische mogelijkheden, waarom..."
"Omdat ik me weet schuil te houden. Ik beheers de gaven tot in de kleinste details. De geest is geen probleem voor mij. Niet meer, niet nu. Ik weet hoe ik die wereld van de geest kan manipuleren. Mijn telepatie, als je het zo zou willen noemen, is van een uitermate hoog niveau, vergeleken met de psychische mogelijkheden waar anderen over beschikken. Ik ken mijn beperkingen en heb mijn geest zo weten af te schermen dat mijn aanwezigheid bijna voor elk wezen dat gebruik maakt van dat niveau, van dat bestaansvlak, onmogelijk is waar te nemen of op te merken. Voor figuren die beschikken over telepathie ben ik een blinde vlek."
"Onze plannen blijven met hun hulp afgeschermd en onze geheimen blijven binnen onze groep. Zoals al eerder gezegd: we zijn veilig, als individu en als groep. We zijn als groep geen blinde vlek, er is slechts een van ons die onzichtbaar is voor de geest, maar het is vrijwel onmogelijk om een diepgaande test op ons los te laten. Voor zover bekend is er niemand in staat om te diep onze geesten binnen te dringen."
* Een figuur van het genootschap twijfelt niet, na het uitleggen van de situatie, om een boodschap terug te sturen naar de onbekende entiteit die via deze onzichtbare kanalen beweegt. Het is een zware klap die zowel woorden als emoties bevat, als het kort samen zou kunnen worden gevat zou het iets weg hebben van een waarschuwing... en een dreigement, om de zonderlinge groep en haar individuele leden met rust te laten en contact via de corporele wereld te zoeken. De gevolgen voor het negeren van de waarschuwing zijn onbekend, maar degene die contact zoekt zal er een formidabele vijand bij hebben.
* Een paar Kjeldoran Knights gaan via de norder poort naar buiten en sluipen over het slagveld naar de plek waar het genoot schap zich bevind. Ze weten dat het genootschap hun allang heeft bemerkt , maar hun sluipgedrag is meer bedoeld voor de vijand dan voor de gene waar ze naar op weg zijn. Bij het genootschap aangekomen roepen ze zacht dat ze in vrede komen voor hulp. Ze leggen de situatie uit en vertellen het genootschap van de "duistere" "naamloze" "meester" en van de gedrochten in de kerkers. Ze laten merken dat de situatie erg dringend is aangezien als het kasteel valt en de krachten der duisternis zich samenvoegen met de creaturen en machten in de kerkers het leed niet meer te overzien is. De chaos zal dan het eiland overspoelen en elke vorm van normaal leven onmogelijk maken. demonen zullen de zielen van de mensen voor zich zelf vangen en hun lichamen als vlees beschouwen. De hel zal werkelijk worden op het eiland.
* De Kjeldorans weten niet wat ze van het tot nu toe neutrale genootschap kunnen verwachten, maar hopen dat dit genootschap naar eigen inzicht zal handelen en zal helpen de strijd ten goede te keren.
"Breng ons naar jullie leider. Er zijn zaken die moeten worden besproken. De keuze is gemaakt, en vanuit hier gaat het verhaal voor ons verder. We zullen zien hoe we jullie het beste kunnen helpen."
"Wij kiezen voor onze eigen weg in deze strijd."
* Het onstoffelijke netwerk van gedachtenwisseling dat bestaat tussen de onderlinge leden van het verwarrende genootschap, draait op volle toeren. Ze wisselen zonder ook maar een enkele spier zichtbaar te gebruiken een stroom van informatie met elkaar uit. Ze bedenken nieuwe mogelijkheden in een nieuwe wereld en vormen een patroon dat net zo snel weer moet worden afgebroken omdat het niet op de huidige situatie kan worden toegepast. De acht leden van de groep stemmen zwijgend in met hun woordvoerder. Waar het hen heen brengt is nog onbekend, maar ze hebben zich te houden aan de afspraken die ze samen hebben gemaakt, de plannen die ze samen hebben gesmeed en de wereld die ze elkaar hebben beloofd.
Lord Dreamer loopt naar de Kjeldoran Knights toe en ziet dat zij een groepje mensen/wezens heeft meegebracht. Dat zal het genootschap zijn waar Quantarianth het over had.
Welkom in het belegerde kasteel, Sorrie dat ik u niet een eervollere ontvangst kan geven, maar tja we hebben het nog al druk met het in leven blijven en het strijden tegen de duistere krachten.
Ik moet toegeven dat ik u niet had gezien, maar gelukkig was m'n draak zo kien om uw aanwezigheid door te geven. Hopelijk kunt u ons een handje helpen in de strijd. Er zitten twee magiers in de magierskamer in het kasteel en voor de rest zijn het strijders, sommige met wat magische kunsten maar de meeste zijn echte vechters.
Ik hoop dat de Kjeldoran Knights u allen al meer informatie hebben gegeven over de situatie. En laat ik het zo zeggen, Ik ben blij dat u de afweging heeft gemaakt, want aan onze zijde is alle hulp welkom en wordt zeer gewaardeerd.
* ondertussen zijn er wat Pretorian Guards naderbij gekomen en die houden met hun schilden wat verloren geraakte pijlen tegen die luk raak overal heen worden geschoten door de vijandelijke boogschutters bij gebrek aan een goed doelwit.
[Dit bericht is gewijzigd door pluisje op 10-02-2003 20:40]
"Dit is waarlijk een unieke ervaring. Ik verbaasde me, wij verbaasden ons, over de mate van geweld en activiteit die hier op deze lokatie plaatsvond... of is het gepaster om te zeggen plaats vind? Ik moet eerlijk tegen u zijn, het doet ons weinig wat er op het slagveld gaande is. Al wat wij doen staat open voor de interpretatie van anderen. Wij weten wat wij doen, zoals u zult weten wat u doet. Beoordeel ons handelen niet met uw gelimiteerde denken. Het is vrijwel zinloos om te filosoferen over wie we zijn en wat we hier doen, vooral omdat u nooit zekerheid zult krijgen tenzij wij die u verschaffen. We komen uit totaal verschillende werelden."
* Een van de andere vreemdelingen doet een stap naar voren en steekt een hand uit naar de heer des huizes. Het is een zwijgende aanbieding om deze te schudden in tal van culturen. De spreker gaat verder met zijn toespraak...
"Doe wat u goeddunkt. Wij volgen ons eigen plan, zoals u uw eigen plan en pad volgt, maar laat mij u geruststellen. Wij staan niet aan de kant van uw vijand. Dit is uw verleden, uw heden en waarschijnlijk is het ook uw toekomst."
Ik weet dat ik niets mag verwachten, maar het feit dat u niet aan de kant van mijn vijand staat doet mijn hart gerustellen. Het feit dat u hier bent gekomen zegt mij en Ik spreek voor allen hier aanwezig genoeg.
Wij blijven vechten voor onze toekomst, en hopelijk voor een deel ook de uwe. Mag ik u een verblijfplaats aanbieden in het kasteel ? of wenst u liever uit het zicht te blijven.
* Lord Dreamer laat door een bediende het heugelijke bericht naar de keuvelende magiers brengen en ook de rest van de strijders worden op de hoogte gebracht.
"U heeft bondgenoten, is het niet?"
* De vraag is simpel en direct. Maar het antwoord is een misleidende vorm van informatie-inwinning. Inhoudelijk gezien is het al duidelijk, het is wat de kasteelheer kiest aan zijn woorden dat voor hen het uiteindelijke antwoord is.
Ze voelen zich gerust gesteld in de wetenschap dat ze zich volledig kunnen afzonderen van deze nieuwe wereld waarin ze zich op dit moment bewegen. Het is een zege die ze zichzelf hebben opgelegd, iets dat ze zelf hebben weten te ontwikkelen. Het primaire doel van het individuele lid is tevens het primaire doel van het collectief. Het is een heerlijke ervaring voor elk van hen om te weten dat ze een zekere kracht kunnen uitoefenen. Een oude les die ze hebben geleerd is erg waardevol. Wie iets beheerst, heeft de macht om iets te vernietigen.
Ja die hebben we hier.
* kijkt naar het genootschap. Hij is niet zo'n prater, hij doet liever wat, en op dit moment valt hij liever die gasten op de muur aan dan een psychisch analitisch onderzoek te ondergaan. Maar hij moet geduld hebben, veel geduld.
* De vreemdeling glimlacht vriendelijk en kijkt de kasteelheer recht in zijn ogen aan. Het is een allerminst koele blik, sterker nog, er zit een zeker sympathie verborgen achter de ogen van de vreemdeling. Suggestief dansen de woorden over zijn tong de boodschap is pijnlijk en aanvallend. Het is een regelrechte aanval op de persoonlijke integriteit van de kasteelheer. De groep is zich daar goed van bewust, ze spelen nu het schaakspel mee, maar niet langer passief. Verwarring is een heerlijk instrument om te gebruiken heeft de groep besloten. Er is niets uit hun houding dat het idee geeft dat deze figuren zich bedreigt voelen of ook maar klaar staan voor de gevolgen van hun uitspraak. Ze staan er nog net zo bij als op het moment dat ze het kasteel betraden.
"Wat denkt u nu? We zijn erg nieuwsgierig."
Als u een geestelijke oppepper als vergif beschouwd dan mag ik zeggen dat het heerlijk is.
* Lord Dreamer heeft een hekel aan dit soort spelletjes, maar is wel zo eerlijk om het mee te spelen, ten slotten is hij de "witte heer" in dit chaotische schaakspel
"Ik denk niet dat u ons begrijpt."
* De spreker zwijgt en een ander lid neemt zijn rol over, met dezelfde houding en met dezelfde inhoudsloze glimlach stapt hij naar voren. Zijn rol is onduidelijk, voor iedereen behalve de zijnen. De woorden rollen over zijn tong en met een zekere finesse brengt hij ze naar buiten.
U bent in contact gekomen met een giftig element. Vertel ons, wat denkt u? Wij zijn nieuwsgierig. Wilt u... onze hulp?"
* Stilte is wat volgt. Een kans om te reageren, om inzicht te verwerven en om de volgende stap te zetten. Dichter naar het doel, dichter naar waar ze willen zijn. Ze gaan verder om terug te gaan, hoe paradoxaal bijna.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |