Maandag 20 augustus is de start van PBP. Maar voordat ik aan de start sta moet ik me eerst kwalificeren. Dat moet ik doen door het rijden van 4 Randonneursbrevetten over de afstanden van 200, 300, 400 en 600km. Dit jaar heb ik het makkelijk, ik organiseer ze zelf. Ik ken dus het parcours. Naast mijn eigen serie rij ik nog 2 brevetten in het Noord-Franse Orchies. Met wat andere onverplichte brevetten komt ik op een goede voorbereiding:quote:Op donderdag 22 maart 2007 21:22 schreef pfaf het volgende:
Stoer! Wanneer is het zo ver?
Dan staat er inderdaad op een niet aangekondigde plek iemand met een stempel om de stempelkaarten af te stempelen. Vaak kun je die plek wel ruwweg voorspellen, daar waar mensen in de verleiding zouden komen af te stekenquote:Op maandag 9 april 2007 01:20 schreef Falco het volgende:
Erg leuk om te lezen. Wat moet ik me bij geheime controles voorstellen? Dat de organisator lukraak checkt of je wel gestempeld hebt?
1220km via de officiële route. Die is dus behoorlijk rechtoe rechtaan.quote:Op donderdag 12 april 2007 09:29 schreef komrad het volgende:
damn wat een afstanden zeg, hoe ver is parijs-brest-parijs eigenlijk in totaal?
routenet zegt 590km enkele reis dus in totaal 1180km
Slava deed nergens mee. Een oud trainingsmaatje van hem reed wel PBP.quote:Op maandag 16 april 2007 22:31 schreef Falco het volgende:
Is dat nou Ekimov op die ene foto ?
quote:Parijs is nog ver, maar we komen er wel.
We schrijven het jaar 1891. Een hondertal wielrenners staat in Parijs aan de start voor een avontuur wat destijds zijn weerga niet kende, een koers naar Brest en terug, over 1200km. Charles Terront won in de fameuze tijd van 71uur en 37 minuten. 60 Jaar later vonden de profs het welletjes en reden zij hun laatste PBP. Voor hun te zwaar en te lang. De fakkel werd brandend gehouden door de randonneurs. Vanaf 1931 mogen randonneurs meedoen, en randonneurs doen dat nog, in grote getale. Ook dit jaar weer. Als Parijs-Brest-Parijs op 20 augustus van start gaat zullen er zo'n 4500 mannen en vrouwen aan de start staan, uit een 30-tal landen. Van heinde en verre komen de rijders om onderdeel te zijn van dit stukje wielerhistorie. Fietssport magazine publiceerde regelmatig verslagen van Parijs-Brest-Parijs.
PBP is geen rit die je op vrijdag voorafgaande al besluit om te gaan doen. De meeste deelnemers van PBP stemmen er hun seizoen op af. Dat moet ook wel, de organiserende club, de ACP, stelt een aantal kwalficatieritten verplicht. Daarmee garandeert de ACP dat de deelnemers goed getraind aan de start staan. Ook in Nederland worden deze ritten georganiseerd, in Delft, Eede, Maastricht, Ossendrecht en Zwolle. Als je de 4 kwalificatieafstanden met goed gevolg afgelegd hebt (200, 300, 400 en 600km) mag je je inschrijven voor Parijs-Brest-Parijs. Daarnaast moet je in het bezit zijn van een toerfietslicentie, maar de lezer van dit blad heeft die natuurlijk al. Het uniebureau helpt om aan de verdere formaliteiten te voldoen.
Moet je nu een super getrainde wielrenner zijn om mee te mogen doen? In het geheel niet. Iedereen die in de afgelopen jaren met enige regelmaat een klassieker reed en de afgelopen winter niet stilstond kan zich nu nog gaan voorbereiden. Ieder brevet is tegelijkertijd een training voor het volgende brevet. Geleidelijk kom je in conditie om de 600km goed te doorstaan. Maar toch heeft iedere afstand z'n bijzonderheden.
De 200km: Voor verreweg de meeste deelnemers is dit bekend terrein. Een afstand die onder veel zwaardere omstandigheden al vaker is afgelegd. De meeste Nederlandse organisatoren bieden een redelijk vlakke 200, met uitzondering van de 200 in Maastricht. Maar ook die haalt het qua profiel niet bij bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik. De 200 is een uitstekende afstand om te kijken of het brevetrijden je bevalt.
De 300km: Voor het gros van de nieuwelingen in het metier een afstand die aan de bovengrens van hun ervaring ligt. Maar de meesten zullen tot hun verrassing merken dat een 300 relatief eenvoudig af te leggen is. Zeker als het profiel van de rit redelijk vlak is. De 300 is in feite niet meer dan een 200 die je wat vroeger start en waarbij je wat later over de finish komt. De langzamere rijders moeten er wel rekening mee houden dat ze pas na het donker binnenkomen, een redelijke verlichting is dan een noodzaak.
De 400km: Hier begint het speciale werk. Op een enkele uitzondering in het buitenland na start een 400km in de avonduren. Je zit dus de hele nacht op de fiets. Iets wat de meesten nog niet gewend zijn. Maar er zijn genoeg ervaren rijders tijdens een brevet om je bij aan te sluiten. Zorg wel voor een deugdelijke verlichting en een reflectievest. Die zijn verplicht tijdens de 400 en de 600. Nadat je de nacht doorgereden hebt merk je tot je plezier dat er nog maar weinig kilometers resten om het brevet te voltooien. De 400 is de waterscheiding. Wie dit brevet met goed gevolg aflegt hoeft zich verder geen zorgen meer te maken.
De 600: Een afstand waar je al taktische beslissingen kunt nemen. De snelle rijders die niet zo graag in de nacht rijden kunnen halverwege een slaapstop inplannen. Dat is volledig toegestaan, alleen is het goed plannen om de daaropvolgende controle binnen de tijd te halen. De langzamere rijders rijden vaak de nacht door. Iets waar je bij de 400 al aan gewend bent geraakt. Voor hen lijkt de 600 nog het meest op een 400 waar je heen bent gefietst. Met een maximale totaaltijd van 40 uur kun je een heel weekend besteden aan de 600.
Gaandeweg het rijden in het randonneurpeloton merk je dat de randonneurs erg sociaal rijden. Met name in de nacht wordt er naar elkaar omgekeken en probeer je elkaar er doorheen te slepen. Er formeren zich dan al snel groepjes van rijders van gelijke sterkte. Het uitzoeken van het goede groepje is een belangrijk deel van het randonneurstochten rijden. Alleen de zeer ervarenen kunnen het alleen af. Het mooist zijn de groepjes waar een lokale rijder meerijdt of zelfs de organisator. In zo'n groepje win je heel veel tijd omdat je je geen zorgen hoeft te maken over het vinden van de weg. Ook al kun je alleen iets sneller rijden, blijf erbij, het rijdt veel makkelijker.
Het spreekt voor zich dat de fiets goed in orde moet zijn. Houd er rekening mee dat er onderweg altijd wat kapot kan gaan. Zorg dus voor een basis gereedschapsset en wat basis reserveonderdelen. Een voorziening om de routebeschrijving op de stuur te bevestigen is altijd handig. Dat voorkomt veel stress en extra kilometers. Stuurtas, routerol of een klemmetje op het stuur zijn daarvoor geschikt.
De verlichting voor met name de 400 en de 600 zijn een thema apart. Hier zijn diverse wegen die naar Parijs leiden. Het belangrijkste verschil is de keuze tussen dynamo of akku. 4 veel gebruikte opties zal ik hieronde schetsen.
De geroutineerde randonneurs kiezen vaak voor de Schmidt naafdynamo gecombineerd met twee koplampen. Dit kost een fors bedrag maar je bent gelijk van alle zorgen af. De Nederlandse importeur Marten Gerretsen levert de naafdynamo en twee koplampen. Op zijn site (www.m-gineering.nl) staat ook een volledig schakelschema voor diegenen die niet de dure originele Schmidt koplampen willen gebruiken maar een ander model halogeen koplamp.
Voordat de Schmidt naafdynamo populair raakte reden de meeste Nederlandse randonneurs met een standaard AXA HR dynamo gecombineerd met een enkele halogeen koplamp. Velen hebben hiermee PBP met goed gevolg afgelegd, ook nu nog is dit een prima mogelijkheid. Deze optie kost een stuk minder dan de Schmidt naafdynamo. Het scheelt je wel wat snelheid 's nachts vanwege de extra weerstand en de mindere lichtopbrengst van 1 lamp versus 2 lampen. Met name bergaf kost je dat wat tijd.
Een andere veel gebruikte optie is een zelfgebouwde accuset. De in de handel verkochte potente accusystemen hebben vrijwel altijd een te beperkte brandduur. En uit een accu is veel meer licht te peuteren dan de fabriekssystemen doen. Iedereen die geen twee linkerhanden heeft kan een reguliere halogeen fietskoplamp verbinden met een loodzuuraccu. Een accu van 6V 4Ah levert genoeg om een volle nacht door te kunnen rijden.
LED lampen zijn de laastste jaren enorm in opmars. Inmiddels is de lichtopbrengst ervan voldoende om op een redelijke weg op het vlakke genoeg te zien. Voor nachtelijke afdalingen op slechtere wegen is de lichtopbrengst nog net onvoldoende. De combinatie van een LED lamp en een halogeen batterijlamp voor de afdalingen of kopwerk in het peloton een zeer goede optie.
Bij iedere genoemde mogelijkheid is het wel handig om een lampje op de helm te monteren. Daarmee kun je makkelijk de borden langs de weg lezen (of de pijlen tijdens PBP) en de routebeschrijving lezen. Een enorm aantal hoofdlampen zijn inmiddels in de handel, in prijs varierend van zeer betaalbaar tot schreeuwen duur.
In het volgende nummer zal FSM ingaan op de periode na de kwalificatie.
Ik moet inderdaad nog een 400 gaan rijden. In de komende weken, waarschijnlijk individueel.quote:Op woensdag 9 mei 2007 21:22 schreef Wombcat het volgende:
Nu moet je nog een 400 km rijden voor de kwalificatie, toch?
Wanneer gaat dat gebeuren?
En je had geen last van je blessure meer?
Iddquote:Op vrijdag 1 juni 2007 22:50 schreef sungaMsunitraM het volgende:
Mooie foto's
Klopt. Alleen ben ik wat achterop geraakt met verslagen schrijven, nu dus het verslag van de 600.quote:Op zaterdag 2 juni 2007 09:24 schreef komrad het volgende:
goed bezig, dus nu alleen nog de 600km voordat je mee mag doen aan PBP??
Ik heb nog twee dagen gewerkt, toen pas merkte ik dat ik griep had.quote:Op zaterdag 2 juni 2007 16:15 schreef komrad het volgende:
sterk zeg dat je met griep 600km uitrijdt
Knap iddquote:Op zaterdag 2 juni 2007 16:45 schreef ultra_ivo het volgende:
[..]
Ik heb nog twee dagen gewerkt, toen pas merkte ik dat ik griep had.
quote:Parijs komt dichterbij
Bij het verschijnen van deze FSM zijn de meeste 600km brevetten al voorbij. Met de kwalificatie achter de rug is het echter niet mogelijk om helemaal op je lauweren te rusten. Maar tegelijkertijd moet je niet teveel doen. De juiste combinatie van rust en training is belangrijk.
Ergens in de periode tussen de 600 en Parijs is het goed een week of 2-3 rust te nemen. De beste periode daarvoor is na de zwaarste rit in de voorbereiding. Voor diegenen die geen 1000km rijden dus na de 600km, voor diegenen die wel een 1000km rijden na afloop van de 1000. Je lichaam moet even op adem komen, nieuwe energie verzamelen voordat de belangrijkste afspraak van het jaar eraan komt. Tegelijkertijd kun je dan wat meer aandacht geven aan familie en vrienden.
Na de rustperiode kun je gaan werken aan je zwakke punten. Tijdens de brevettenserie wordt je daarmee vaak geconfronteerd. Voor de een is dat het klimmen, voor de ander het 's nachts rijden. Ook snelheid kun je tekort komen. Je voorbereiding tussen de rustperiode en PBP kun je daarop richten.
Voor de meesten zal het klimmen het probleem zijn. Klimmersbrevetten zijn een prima gelegenheid om je klimvermogen te verbeteren. Niet voor niets zullen er veel randonneurs meedoen met tochten als de Ardennentrip van SSOVH en Luik-Bastenaken-Luik van Le Champion. Als er in een weekend geen klimmersbrevetten in Nederland georganiseerd worden zijn er vaak mooie tochten in Duitsland en België. Ook hier zul je veel PBP deelnemers tegenkomen.
Zowel voor ervaren randonneurs als voor mensen die voor de eerste keer meedoen kan het verstandig zijn nog 1 of 2 keer een nacht door te rijden. Dat hoeft niet direct met een afstand van 400 of 600km gecombineerd te worden. Gewoon een gebruikelijke rondje van 200-250km maar dan 's avonds starten en de volgende ochtend weer thuis aankomen. Dat is voldoende om het nachtrijden op pijl te houden. Nachtrijden is geen zwarte magie maar iets wat je kunt trainen.
Diegenen die echt willen gaan voor een heel scherpe tijd, een tijd van ver onder de 72 uur, moeten denken aan hun snelheid. De modale randonneur heeft hier veel minder boodschap aan. Wie de 600 ruim binnen de marge rijdt hoeft zich daarover geen zorgen te maken. Maar voor diegenen die echt vooraan willen meerijden is het wel een aandachtspunt. Binnen de reglementen van PBP is het nog altijd mogelijk om aan wedstrijden mee te doen. Met name de wilde zomeravondwedstrijdjes bij de plaatselijke fietsclubs. Wat zomeravondtrainingen met lokale wielrenners is ook een goed alternatief.
De 1000km is een verhaal apart. Voor sommigen hoort dit tot de ultieme voorbereiding voor PBP, voor anderen is het een afstand waar ze zoveel angst voor hebben dat deze in een PBP jaar overgeslagen wordt. In ieder geval moet met de 1000 met beleid omgegaan worden. Het belangrijkst is om goed te bedenken dat de 1000 'maar' een training voor Parijs Brest is. Je helemaal leegrijden op een 1000 is onverstandig. Voor de meesten zal de keuze voor een 1000 over een makkelijker parcours de juiste zijn. Niet te ver over de grenzen zijn er verschillende mogelijkheden. In Noord-Frankrijk bieden 2 verenigingen een 1000 aan, de clubs van Béthune en Orchies. Dit zijn 1000km tochten die niet bovenmatig zwaar zijn en waar redelijk toeristisch gereden wordt. In Duitsland zijn er eveneens 2 organisatoren die een 1000 aanbieden, in Hamburg en Osterdorf. De 1000 van Hamburg heeft een gemiddelde zwaarte, start en finish zijn zeer vlak. De 1000 van Osterdorf is een verhaal apart. In deze 1000 zitten evenveel hoogtemeters als in PBP. Qua organisatie steekt deze 1000 ver boven het gemiddelde uit, de sfeer is er altijd uitstekend.
Na de 600 is het ook zaak de inschrijving voor PBP in orde te maken. De meeste documenten zijn vanzelfsprekend. Mochten er nog vragen over zijn over de inschrijving dan is het uniebureau een goed aanspreekpunt. Een vraag kunnen ze echter niet oplossen, de vraag van de gewenste starttijd. Je hebt de keuze uit 3 starttijden:
20uur. Wil je een snelle tijd neerzetten dan is dit je beste keuze. Veel snelle mannen (en een enkele snelle vrouw) om je heen, volop gelegenheid om in snelle groepen door te razen naar Brest. De controles zijn nog behoorlijk leeg als je doorkomt met deze groep. Het grote risico is de tijd. Lukt het je niet om de hogere snelheid te volgen dan kom je alleen te zitten. Met alle gevolgen van dien. De controles gaan voor deze groep eerder dicht. Snelle rijders met veel ervaring en/of zelfvertrouwen zitten goed in deze groep.
21-23 uur. De grote meute. De plek voor de genieters en diegenen die nog de ervaring missen om een andere starttijd te kiezen. Verreweg het merendeel van de rijders kiest voor deze groep. Het zal dan ook anderhalf tot twee uur kosten voordat iedereen definitief op weg is. Maar geen nood, de wachttijd bij de start wordt naderhand met je tijd verrekend. Het nadeel van deze start is de drukte. Je bent veel tijd kwijt op de controles. Zoek je gezelligheid en is tijd niet belangrijk voor je dan is dit je beste groep. De meeste debutanten zijn met deze starttijd ook het best gediend.
5 uur. De start op dinsdagochtend. Bij uitstek geschikt voor diegenen die moeite hebben met het nachtrijden. Vooral als je redelijk wat snelheid in de benen hebt rij je amper in het donker. Velen die om 5 uur starten rijden in een ruk de eerste 440km door om dan tijdens de 1e nacht te slapen. De controles zijn tijdens de 1e dag behoorlijk rustig, de grote meute is al gepasseerd. Pas tijdens de 2e dag komen de starters in deze groep in de drukte terecht. Nadeel van deze starttijd is dat je net als bij de groep van 20 uur minder tijd hebt om PBP af te leggen, 84 uur in totaal. Je moet dus zeker zijn dat je de noodzakelijke snelheid hebt.
Kernpunt van de keuze is je eigen lichaam. Hoe snel ben je en vooral, wat is je bioritme. Iemand die zich 's avonds en 's nachts prettig voelt is gebaat bij de starttijden op maandagavond. Diegenen die 's ochtends vroeg erg goed functioneren en matig snel zijn hebben meer baat bij de starttijd van dinsdagochtend. Ligfietsers hebben maar de keuze uit twee starttijden, tussen de twee startgroepen op maandagavond of om 4u45 op dinsdagochtend.
Welke tijd je ook kiest, tot ziens in Parijs in augustus.
Last van m'n maag krijg ik alleen van zure dingen. En van de sportdranken van Isostar en Maxim. Born en de sportdranken van Decathlon verdraag ik daarentegen weer goed. Cola waar het koolzuur deels uit is werkt bij mij zelfs rustgevend op m'n maag. Een belangrijk punt is het wel. Op het moment dat je serieuze maagklachten krijgt kun je meestal een kruis over je brevet maken.quote:Op zondag 1 juli 2007 09:29 schreef Remzz het volgende:
Wat ik me wel afvraag krijg je niet erg veel last van je maag als je cola drinkt? Ik moet er echt niet aan denken als ik wielren.
Ik was er toch om een 1000km brevet te fietsen een week later.quote:Op zondag 1 juli 2007 09:23 schreef Wombcat het volgende:
Da's een flink eind weg om 200 km te gaan fietsen.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |