volgens mij heeft die drone van jou em de das omgedaanquote:Op donderdag 21 september 2006 21:43 schreef The_Martian het volgende:
Vond je die tracks nog wat, Beethoven?
Zekerquote:Op donderdag 21 september 2006 21:43 schreef The_Martian het volgende:
Vond je die tracks nog wat, Beethoven?
Als je meer aanraders wilt van IDM-georienteerde Ambient geef maar een gil! Ik kan je sowieso de eerste 3 Autechre's aanraden, Trip Repetae, Amber en Incunabula.quote:Op vrijdag 22 september 2006 00:19 schreef Beathoven het volgende:
[..]
Zeker
Ik had er gisternachtnog een paar beluisterd met m'n koptelefoon op waarna ik eigenlijk meteen naar bed gegaan ben omdat ik er vanochtend weer vroeg uit moest , het is zeer relaxed! Vooral dat IDM gedeelte spreekt me wel aan.
Van Sphongle had ik btw weleens een CD beluisterd, maar vond het niet echt in het ambient hokje zitten.
ok thanksquote:Op vrijdag 22 september 2006 00:20 schreef The_Martian het volgende:
[..]
Als je meer aanraders wilt van IDM-georienteerde Ambient geef maar een gil!
Overigens vind ik de '++' van Tri Repetae mooiere nummers bevatten als het album zelf. Bronchusevenmx24 is één van hun mooiste nummers ooit.quote:Op vrijdag 22 september 2006 00:24 schreef The_Martian het volgende:
Deze dus:
Autechre's Trip Repetae, Amber en Incunabula. Tijdloze klassiekers.
Ik vind die hardere tracks juist vrij weinig toevoegen, ik hou van die verborgen, diepe soundscapes die je vaak aantreft achter een jungle van noisy 'beats'. Alleen die track waar Cunningham nog een van z'n eerste clips voor gemaakt heeft vind ik wel leuk; Second bad vilbel geloof ik.quote:Op maandag 25 september 2006 13:44 schreef ehqo het volgende:
[..]
Overigens vind ik de '++' van Tri Repetae mooiere nummers bevatten als het album zelf. Bronchusevenmx24 is één van hun mooiste nummers ooit.
Hard? Bronchusevenmx24 en VLetrmx21 zijn haast de rustigste nummers die ze ooit maakten.quote:Op maandag 25 september 2006 13:57 schreef The_Martian het volgende:
[..]
Ik vind die hardere tracks juist vrij weinig toevoegen, ik hou van die verborgen, diepe soundscapes die je vaak aantreft achter een jungle van noisy 'beats'. Alleen die track waar Cunningham nog een van z'n eerste clips voor gemaakt heeft vind ik wel leuk; Second bad vilbel geloof ik.
Ja, en die 7 tracks daarvoor dan?quote:Op maandag 25 september 2006 15:44 schreef ehqo het volgende:
[..]
Hard? Bronchusevenmx24 en VLetrmx21 zijn haast de rustigste nummers die ze ooit maakten.
Yep die hebben ook een cd-winkel. En het zit inderdaad vlakbij dat oude Tramhuisje. .quote:Op donderdag 21 september 2006 16:58 schreef _Etter_ het volgende:
[..]
hebben die ook een cd winkel? Volgens mij zit dat vlak bij! het kaartje is alleen een beetje raar, daar zit toch het tramhuis?
quote:Tim Hecker's fourth full-length under his own name isn't so much a new direction as a refinement. The differences between 2002's Haunt Me Haunt Me, Do It Again, 2003's Radio Amour, and 2004's Mirages are apparent but incremental. On each of these records, Hecker plays with pink-into-white noise, tinkling synths that float between the speakers, the occasional over-the-airwaves voice, and knotty samples of guitar with the Earth-drone pedal pushed to the jet-black metal.
But while Hecker continues to revisit some of the same sonic elements, he also seems to be listening closely to what works and playing with structure. So his latest record, Harmony in Ultraviolet, has none of the docile synth instrumentals he borrowed from Brian Eno on his debut, nor the ultimately distracting disembodied radio chatter from the follow-up. Rather, he's taken what's left and focused, zoomed in, amplified, and stretched.
Harmony is, paradoxically, Hecker's most dramatic and most oceanic record. The former implies twists, arc, and carefully planned change intended to evoke specific effects; the latter suggests stasis, immersion, and a state of dreamy contemplation. Harmony manages to be both these things by surprising as it mesmerizes, with Hecker reigning in or tempering any jarring effects just enough to keep the self-obliterating sense of endless drone intact. One key is that the tension never really dissipates, varying only in degree and quality. The opening "Rainbow Blood" sets the scene with a screeching and trebly drone, like an orchestra tuning up in the darkened theater where Rebecca del Rio performed in Mulholland Drive, and for the next 48 minutes, Harmony keeps the pulse elevated.
Tuneful passages like the Tangerine Dream sonata "Chimeras" leading into the Windy & Carl-like blissout of "Dungeoneering" have a relatively lulling effect, but the mood remains dark and uneasy. The four-part "Harmony in Blue" at the album's center, which starts nice and warm, is like a gradually descending slope into a coal black pit. The first section begins with gently modulating drones and only a bare minimum of glitchy accents; the second is dubby and aquatic, with upper harmonics lopped off; the third is a slightly lighter and wispier; and the fourth gathers an increasingly thick blanket of distortion around chilly, held tones.
By the time the suite has finished, the record is zipping along on a tightly ratcheted wire, which leads to the heightened drama of the final act. When the floor gives way following "Harmony in Blue IV", during the explosive "Radio Spiricon", it can seem nearly breathtaking, especially at higher volumes. Hecker's synths here are massive, sounding like something huge that's been torn in half with great force, exposing a bouquet of prickly and splayed binding material. We're suddenly seeing the guts of the thing, the album turned inside out. That the following "Whitecaps of White Noise" gets even crazier with its surges of distortion but then bleeds into a funeral organ drone only adds to the emotional punch. This closing 22-minute suite is some of the finest abstract electronic music of the laptop era.
What Hecker delivers when he's at his loudest and most noise-drunk is the thing that will always bring to mind My Bloody Valentine: a sense of submitting to oblivion. The violence inside tracks like "Spring Heeled Jack Flies Tonight" and the rougher bits in the "Whitecaps" section is oddly comforting, like it shows a way to tune into and accept the destructive chaos of nature. That this racket which Hecker specializes in-- top-heavy with prickly static, a dark undercurrent of synths providing a wobbly foundation beneath-- can engender such a pleasant sense of surrender is the key to his appeal. Harmony in Ultraviolet is sensual body music of a very particular kind, and it's the sort of record that asks a lot. But if you trust it and go along, it knows exactly where to lay its hands.
quote:Marsen Jules is één van de muzikale aliassen van Martin Juhls uit Dortmund, Duitsland. In 2005 bracht hij - na enkele goed ontvangen mp3-projecten – zijn eerste fullcd uit op City Centre Offices. 'Herbstlaub' laveerde op adembenemende wijze tussen experimentele klassieke muziek en abstracte, gelaagde soundscapes en verraste vriend en vijand zozeer dat het Duitse label hem al snel vroeg een opvolger te maken.
Marsen Jules opent 'Les Fleurs' met repetitieve vlagen klokkenspel die uitgebreid de tijd krijgen om uit te galmen en diep te resoneren. Als na een tijdje een voorzichtige doffe baslijn wordt toegevoegd en slierten feedback voorbij waaien, klinkt 'Oeillet Sauvage' ei zo na als een Tibetaanse tantra. Ook 'La Digitale Pourpre' wordt gekenmerkt door een gelijkaardig slingerend, esoterisch sfeertje, maar dit keer met scheuten ruis, snaargetril en frivole met effecten bewerkte harpakkoorden in de hoofdrol. Als een melancholisch wiegeliedje dompelt 'Coeur Saignant' de luisteraar vervolgens onder in een dagdroom van harp, echoënde strijkers en op en neer golvende geruis en geritsel. Marsen Jules weet zijn geluiden hier wederom zorgvuldig te kiezen, maar de opbouw van de track laat toch wat te wensen over. In 'Datura' roepen een rits rusteloos galmende snaar- en tokkelgeluiden en een diep glijdende bas in een mum van tijd een futuristisch westernbeeld op, iets wat nog versterkt wordt wenneer even later een slidegitaar zijn intrede doet. 'Anemone' speelt dan weer met Aphex Twin-achtige stuitergeluiden, opborrelende synthesizerdrones en fretgeluiden van een akoestische gitaar, al dan niet achteruit afgespeeld. Hoewel opnieuw onderhoudend, dreigt met deze track langzaam maar zeker een gevoel van voorspelbaarheid de kop op te steken. Gelukkig pakt Juhls op dat moment uit met het wonderlijke 'Geule de Loup', waar tegen een duistere achtergrond eenvoudige, organische loops laag na laag opgestapeld worden tot een ritmisch en melodisch kleurrijk geheel dat perfect overgaat in de donkere, eenzame inquisitiesfeer van 'Coquelicot'. Afsluiter 'Oeillet en Delta', een lang uitgevallen variatie op het desolate klokkenspelthema van de openingstrack, is een wat stuntelige manier om ook de plaat een 'cyclisch' karakter te geven.
Op 'Les Fleurs' creëert Martin Jughls opnieuw een zweverig universum van klankkleuren dat zowel fans van het stevigere werk Eric Satie als ambientmeester Brian Eno zou kunnen bekoren. Met een minimum aan verandering weet de Duitser een maximum aan emoties los te weken, al moet het gezegd worden dat bepaalde tracks toch iets ingekort hadden mogen worden of net dat tikje meer beweging hadden kunnen gebruiken. Dit is te klasseren onder fris 'muzikaal behang' dat na enkele minuten staren wel eens verrassend veel diepte zou kunnen prijsgeven.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |