Het hangt ervanaf of het primaire of secundaire leverkanker is.
Met andere woorden, of de tumor in de lever is ontstaan of dat er sprake is van een uitzaaiing elders uit het lichaam (bijv. de darmen).
Stuk info:
Er zijn twee vormen van leverkanker:
• Primaire leverkanker (hepatocellulair carcinoom)
De tumor ontstaat in de lever zelf door ongeremde deling van levercellen. Jaarlijks worden in Nederland ca. 230 gevallen van primaire leverkanker ontdekt, waarvan 65% mannen en 35% vrouwen. De meeste van deze mensen zijn ouder dan 70 jaar.
• Secundaire leverkanker, meestal aangeduid met de term levermetastasen (uitzaaiingen in de lever). Kankercellen kunnen namelijk losraken van een tumor en met de lymfe of het bloed naar een andere plek in het lichaam worden vervoerd, waar ze weer tot een tumor kunnen uitgroeien. Darmkanker kan bijvoorbeeld makkelijk uitzaaien naar de lever en hier ontstaat dan weer een nieuwe tumor door ongeremde deling van darmkankercellen. Juist omdat er zoveel bloed door de lever stroomt, is de kans groot dat kwaadaardige cellen uitzaaien naar de lever.
Behandeling
Bij kanker is de behandeling in eerste instantie gericht op het genezen van de patiënt. Dit wordt een curatieve behandeling genoemd. Helaas is genezing van de kanker echter niet altijd mogelijk. In zo’n geval wordt een palliatieve behandeling gegeven, die bedoeld is om de ziekte af te remmen en de klachten te verminderen.
Bij primaire leverkanker hangt de behandeling af van de grootte van de tumor en de kwaliteit van de leverfunctie. Gaat het om een enkele tumor dan kan de tumor operatief worden verwijderd. Hierbij wordt ook een deel van de lever weggesneden. De beperking zit hier dus meer in de kwaliteit van de restleverfunctie als in de grootte van de tumor. Als er ook sprake is van een gevorderde levercirrose kan het moeilijk zijn om te opereren, omdat dan de kans bestaat dat er onvoldoende gezond functionerend leverweefsel overblijft. Soms kan een levertransplantatie dan uitkomst bieden. Die kan echter alleen worden gedaan als er geen uitzaaiingen zijn.
Is een operatie niet mogelijk, dan kan de groei van de tumor zoveel mogelijk worden afgeremd door middel van:
• een locale behandeling van de tumor door middel van warmte (RFA of lasertherapie);
• een lokale behandeling van de tumor door koude (cryotherapie);
• chemische sterilisatie (alcohol injectie)
• een combinatie van medicatie en beïnvloeding van de doorbloeding (chemo-embolisatie,TACE).
Bij grotere tumoren zijn deze behandelingen palliatief, dat wil zeggen dat ze geen genezing brengen maar het
ziekteproces alleen vertragen.
Experimenteel en uitsluitend in studieverband beschikbaar zijn drie-dimensionale radiotherapie en chemotherapie. Deze locale behandelingen kunnen volledig curatief (genezend) zijn bij kleine tumoren zonder uitzaaiingen.
Wordt de leverkanker pas in een laat stadium ontdekt, dan is behandeling erg moeilijk en vaak niet meer mogelijk.
Bij secundaire leverkanker is succesvol operatief ingrijpen niet langer afhankelijk van het aantal, de grootte, de oorsprong en de ligging van de uitzaaiingen (metastasen). Of de operatie met succes kan worden uitgevoerd, m.a.w. of genezing mogelijk is, hangt af van het feit of de tumoren volledig (met rondom een marge van gezond leverweefsel) verwijderd kunnen worden en of er daarna nog voldoende gezond functionerend leverweefsel overblijft. Omdat er bij veel patiënten vaak ook uitzaaiingen op andere plaatsen in het lichaam zijn, is de behandeling echter meestal gericht op vertraging van het ziekteproces en brengt geen genezing.
Andere en aanvullende (adjuvante) behandelingsmogelijkheden zijn:
• Radiotherapie (bestraling).Door de bestraling wordt de tumorgroei afgeremd en kunnen nieuwe uitzaaiingen eventueel worden voorkomen. Soms wordt bestraling toegepast in combinatie met een operatie.
• Chemotherapie (kankerremmende medicijnen). Door de behandeling met kankerremmende medicijnen (cytostatica) wordt de groei van de metastasen afgeremd. Bij veel van de patiënten geeft deze behandeling goede resultaten en ook voelen zij zich veel beter.
• Radiofrequente thermoablatie (RFA) Hierbij worden de metastasen verhit tot ongeveer 80 graden zodat de kankercellen afsterven. Deze behandeling speelt een steeds belangrijkere rol bij de behandeling van levermetastasen. Soms wordt RFA toegepast in combinatie met een operatie.
• Het plaatsen van een buisje (endoprothes/stent ) in één van de grote galkanalen in de lever. Klaagt de patiënt over jeuk en wordt hij erg geel, dan betekent dit waarschijnlijk dat de tumor het galafvoerkanaal afsluit. Door het plaatsen van een buisje wordt de galafvoer weer hersteld, waardoor geelzucht en jeuk verdwijnen.
• Leverperfusie. Door middel van een operatie wordt de lever geïsoleerd van de rest van het lichaam, waarna een extreem hoge dosis chemotherapie door de lever wordt geleid.
• Embolisatie. Hierbij wordt het aanvoerende bloedvat afgebonden waardoor de bloedtoevoer naar de tumor stopt. De groei van de tumor kan hierdoor geremd worden.
• Cryo-behandeling. Hierbij worden de metastasen bevroren zodat de kankercellen afsterven. De resultaten van deze behandeling zijn nog niet geheel overtuigend
• Lasertherapie. Door middel van laserstralen wordt de tumor vernietigd.
Bron:
http://www.mlds.nl/pages/aandoeningen.php?rID=155&aID=14&char=L