quote:
Niet voor 'bitterballen' alleen
«Terug Gepubliceerd op maandag 05 september 2005
De betalingen in de amateurwereld van Amsterdam
Officieel betaalt geen enkele amateurclub zijn spelers, maar toch zijn er jaarlijks duizenden 'overschrijvingen' in het amateurvoetbal. Clubs die willen presteren, komen er niet onderuit om goede spelers aan te trekken. Uiteindelijk betaalt dus bijna elke amateurclub zijn spelers. Ja zelfs AFC.
Natuurlijk zal Saïd Saïdi Amor zeggen, dat hij dit seizoen voor Türkiyemspor speelt, omdat hij mee wil doen om de prijzen. Natuurlijk is AFC volgens Murat Böke even een veel leukere club dan Türkiyemspor. En uiteraard vindt Henry Bakker de bitterballen bij JOS/Watergraafsmeer lekkerder dan bij AFC. Allemaal gegronde redenen om van club te veranderen. Meestal is de ware reden van een amateurtransfer echter gewoon een kwestie van geld. In de hoofdklasse valt voor een voetballer al het nodige te verdienen, maar ook daaronder. Dat geldt overigens in mindere mate voor Amsterdam De zondaghoofdklassers kunnen hier qua begroting niet op tegen zaterdaghoofdklassers uit de vissersdorpen en de bollenstreek, waar spelers bedragen krijgen die nogal eens boven de 30.000 euro per seizoen liggen.
Clubs en spelers doen vaak krampachtig als het gaat om praten over betalingen. Dit vooral uit angst voor de Belastingdienst (als het gaat om zwart geld) Ook zijn ze bang voor wrevel tussen spelers onderling. Bovendien kunnen hoge betalingen leiden tot onvrede bij de rest van de vereniging Zeker bij de vrijwilligers die de club wekelijks voor niets draaiende houden.
Ajax-zaterdag vormt een uitzondering als het om betalen gaat. De club teert vooral op de goede naam en de mogelijkheid toch nog ontdekt te worden Bovendien heeft de club prima faciliteiten en krijgt iedere speler twee seizoenkaarten van het grote Ajax. Dat laatste is natuurlijk geen lokkertje voor de topspelers in het amateurvoetbal. Dus doet Ajax in de competitie eigenlijk nooit mee om de prijzen.
In het zondagvoethal, taboe voor de christelijke clubs wordt minder betaald. Vandaar dat de Amsterdamse clubs mee kunnen doen om de titel. En dat gebeurt ook met de nodige centen. Spelers bij hoofdklassers krijgen gemiddeld een wedstrijdpremie van honderdvijftig euro voor een gewonnen wedstrijd. De toppers ontvangen daar maandelijks nog een vast bedrag bovenop. Een goede hoofdklassespeler verdient zo’n tienduizend euro per jaar. ,,Het is minder dan wat ik op zaterdag had kunnen krijgen. Toch klaag ik niet. Bij mijn huidige club krijg ik vaak genoeg wat extra toegeschoven'', zegt een aanvaller die uit angst voor de Belastingdienst niet met zijn naam in de krant wil.
Een oud –Xanthos-speler beaamt dat de Belastingdienst een oogje in het zeil houdt. ,,Ik werd ooit gebeld door een inspecteur die mijn naam op een betalingslijst van de club had gezien. Ik zei hem dat ik niets betaald had gekregen en dat ik zou stoppen als ik zou weten dat anderen wel betaald werden. Daarna heb ik nooit meer iets van hem gehoord.'' De speler kreeg naar eigen zeggen toendertijd achthonderd gulden per maand.
Dergelijke bedragen zijn niet voor iedereen weggelegd. Clubs hebben vaak met iedere speler aparte afspraken. Jeugdspelers krijgen het eerste jaar meestal niets. En het mag duidelijk zijn dat onopvallende backs ook niet op de hoofdprijs hoeven te rekenen.
In Amsterdam worden de spelers veelal via het zwarte circuit betaald, al ontkennen de clubs dat hardnekkig en valt dit deel ook volledig buiten de begroting. Andere clubs zoals Argon uit Mijdrecht, hebben een stichting, waaruit spelers hoofdzakelijk wit worden betaald. De meeste zaterdag-hoofdklassers werken ook via deze opzet, waarbij sponsors geld storten in de stichting.
Amsterdamse clubs moeten het veelal hebben van de 'zwarte' achtergrondsponsors. Sommige verenigingen teren op enkele geldschieters of soms zelfs één grote suikeroom. De amateurvoetbalwereld wacht bijvoorbeeld al langer af wat met Türkiyemspor zal gebeuren, mocht de grote man Nedim Imaç zich terugtrekken.
Ook AFC betaalt, al zal de club dat nooit helemaal toegeven. ,,We staan onderaan de ladder qua betalingen Voor achtduizend euro per jaar moet je niet bij ons zijn'', aldus AFC-voorzitter Machiel van der Woude. ,,Ik heb wel eens gehoord dat er een lease-auto gegeven is, dat wel. Alles wat wij doen, gebeurt echter wit.'' Maar AFC zorgde altijd dat er middelen voor spelers beschikbaar waren. In de jaren zestig zei men al sarcastisch: ,,In Amsterdam betalen twee clubs écht niet, Zwarte Schapen en AFC''. Men bedoelde het omgekeerde. AFC biedt meer dan geld. Een goede maatschappelijke ontwikkeling bijvoorbeeld. Menig AFC'er is via het netwerk van Amsterdam-Zuid aan lucratieve banen gekomen. Vaak ook bij sponsors van de club zelf. Als het nodig is, is er ook altijd wel een sponsor die gewoon iets handje contantje geeft. Of in het geval van Rody Turpijn zorgt voor een nieuwe fiets.
Onder de hoofdklasse doen clubs er ook alles aan om spelers te lokken Oriënt (het huidige Nieuwendam) probeerde het jaren met maaltijden. Het betalen 'in natura' gebeurt vaker. ,,Ik kon wekelijks bij onze sponsor , de slager, langs voor mijn vlees. Zeker na een zege was het feest. Dan lagen de stevige bief stukken klaar'', zegt een voormalige amateurvoetballer.Veel clubs kiezen toch voor de betaling in harde euro's. Zelfs vierdeklasser Pancratius gaf zijn spelers afgelopen seizoen 75 euro voor een overwinning. Een titel leverde de wedstrijdpremie echter niet op. 75 euro is overigens een bedrag dat voor veel eersteklassers en tweede-klassers normaal is.
Om dit seizoen als amateurvoetballer in Amsterdam goed te verdienen, moet je volgens de hardnekkigste geluiden bij JOS/Watergraafsmeer, SC Voorland-zaterdag en Chabab zijn. Door veel spelers van andere clubs wordt JOS/Watergraafsmeer zelfs het Chelsea van het amateurvoetbal genoemd. ,,Daar wordt tot op het schandalige af betaald'', aldus een voormalige speler. Volgens hem kon JOS/Watergraafsmeer vorig seizoen daardoor met toppers als Marciano Boumann en Raimundo Mendes promoveren naar de eerste klasse.
Eersteklassers DWS en DCG zijn er juist op achteruitgegaan. Bij DWS kan het zelfs zo zijn dat niets wordt uitgekeerd, terwijl bij DCG spelers 'slechts' de vrijwilligersvergoeding kunnen innen. Onder Ton Ojers stond DCG altijd bekend als de club waar alles mogelijk was. Spelers kregen auto's en Ojers schroomde niet om enkele van hen ook uit eigen zak te betalen. Onder het nieuwe bestuur is aan de extreem hoge bedragen een einde gekomen. Daarmee doet DCG het slimmer dan het immer in geldnood verkerende Zeeburgia. Dat keerde naar verluidt afgelopen seizoen nog premies uit aan eerste elftalspelers (vijftig euro per zege). Andere spelers werden juist geroyeerd, omdat ze hun contributie niet hadden betaald.
http://www.afc34.nl/index.php?keuze=3&subkeuze=0&dockeuze=nieuwsdetails.php&doctabelidkeuze=nieuwsId&intdocidkeuze=1306