Verslagje van mijn tripje naar architectuurparadijs Basel.
Vrijdag 2 juni
Aangekomen op het vliegveld van Basel, vanwaar een bus in een kwartiertje naar het centraal station van de stad rijdt. Vervolgens is het nog een stukje met de tram naar het hotel. Ik had een kamer geboekt in het hoogste gebouw van Basel; een strak vormgegeven toren van dertig verdiepingen die bij de beurs is gebouwd.
Bij het inchecken de ‘mobility card’ gekregen die iedere toerist in Basel van zijn hotel krijgt. Hiermee kan gratis in de stad gereisd worden. Alleen voor mijn korte uitstapje over de grens met Duitsland zal ik nog moeten betalen.
Mijn kamer ligt op de veertiende verdieping, de hoogste verdieping van het hotel (de rest van het gebouw heeft andere gebruikers). Een luxe kamer met glas van vloer tot plafond en een weids uitzicht over de stad. Gedurende mijn verblijf zal ik de gordijnen zoveel als mogelijk open laten. Er is toch niemand die direct naar binnen kan kijken. De badkamer is ook bijzonder; de verlichting komt niet uit het plafond, maar vanuit de vloer. Die bestaat uit een plaat matglas, waaronder lampen zijn aangebracht. Gaaf gezicht!
Wandelend richting Tinguely museum. Daarbij kom ik langs een groot complex van Hoffmann La Roche, waar zowel de oude als de nieuwe gebouwen (ontwerp Herzog & de Meuron) de moeite waard zijn. Het Tinguely museum is een geslaagd ontwerp van Mario Botta. Vooral de uitbouw boven de rivier is fraai: helemaal leeg, alleen met een geluiskunstwerk.
Opvallend veel kinderen hier, voor een museum met kunst. Niet zo gek, want het museum lijkt me erg leuk voor kinderen. Er staan een hoop beelden van Tinguely waarbij je op een grote rode knop mag drukken. Vervolgens begint het kunstwerk te bewegen, piepen en kraken, gaan er lampjes aan, draait van alles in het rond.
Na het museumbezoek wordt het tijd iets te eten te zoeken, maar waar? Ik heb nog niet echt een gevoel waar het centrum van de stad ligt. Dus dan maar lopend richting het centraal station. Uiteindelijk beland ik bij een pizza die, je verzint het niet, Casa Nostra heet en ook nog eens echt gefrequenteerd blijkt te worden door types die in the Sopranos niet uit de toon zouden vallen. De pizza smaakt goed, de tiramisu een heel stuk minder.
Terug naar het hotel om de zon over Basel onder te zien gaan. Jammer: het blijkt een stad met weinig lichtjes of fraai uitgelichte gebouwen.
Zaterdag 3 juni
Na een royaal ontbijt per bus op weg naar Duitsland. Net over de grens ligt Wheil am Rhein, waar meubelfabrikant Vitra een fabriekscomplex heeft. Een architectonisch luilekkerland met gebouwen van Frank Gehry, Zaha Hadid, Alvaro Siza, Tadao Ando en Nichocal Grimshaw. De filosofie hierachter is dat de meubels van Vitra door bekende ontwerpers ontworpen zijn en men die uitstraling in de gebouwen door wil zetten.
Na een bezoek aan het bijbehorende museum (Frank Gehry) volgt een rondleiding over het fabrieksterrein (het is niet individueel toegankelijk). Hierbij wordt de kazerne bezocht van de bedrijfsbrandweer. Deze is echter niet meer als zodanig in gebruik. Hoewel het een architectonisch bijzonder mooi gebouw is, bleek het in de praktijk ongeschikt voor de functie. Al na een jaar zijn de klagende brandweermannen eruit gegaan. Het tweede gebouw dat van binnen bekeken kan worden is het serene congrescentrum van Tadao Ando.
Dan terug naar Basel om nog twee andere panden te bezoeken; een rond kantoorgebouw (Mario Botta) en een gebouw op het spoorwegcomplex van Herzog & de Meuron. Het is een soort uit de kluiten gewassen seinhuis, bekleed met metalen strips.
Met de tram kom ik dan toch terecht in het echte centrum van de stad. Daar blijkt een gratis popfestivalletje aan de gang te zijn. Twee podia en de bijbehorende stalltjes. Goedkoop falafel en een wafel gegeten en de sfeer opgesnoven. De muziek is niet zo veel soeps, maar de sfeer is goed. Rondom het plein zie ik nog diverse leuke restaurantjes; onthouden voor morgen…
Zondag 4 juni
Vandaag staan nog twee musea op het programma, die zowel qua gebouw als collectie interessant zijn. Te beginnen met Schaulager van (alweer) Herzog & de Meuron. Dit gebouw is met name een depot voor een grote privé collectie moderne kunst, waar alleen curatoren, studenten en andere vakmensen worden toegelaten. Slechts gedurende een paar maanden wordt er elk jaar een tentoonstelling georganiseerd, waarbij (een deel van) het gebouw ook open is voor het grote publiek.
Zowel van buiten als van binnen blijkt het een indrukwekkend gebouw. Van buiten is het een kubus van grof beton, met enkele kerven voor ramen en een witte uitsparing voor de entree (met symbolisch wachthuisje in het hek). Eenmaal binnen gekomen door de relatief kleine entreedeuren word overdonderd door de enorme, imposante ruimte binnen, met een vide over vijf verdiepingen.
’s Middags een bezoek aan de Fondation Beyeler, ontworpen door Renzo Piano. Een ingetogen, rustig gebouw dat fraai ligt in een voorstadje van Basel, met uitzicht over een glooiend landschap. Het is er wel erg druk: er is een grote overzichtstentoonstelling van Matisse aan de gang, die veel publiek trekt. De zalen met de permanente collectie zijn rustiger, maar zeker niet minder de moeite waard. Het zijn allemaal stukken van topkunstenaars: Mondriaan, Rothko, Giacometti, Picasso, etc, etc.
Terug gekomen in Basel blijken veel van de restaurantjes, die ik gisteren in het centrum van de stad ontdekt had, vandaag gesloten. Dat beperkt de keus enigszins, maar uiteindelijk eet ik erg lekkere gemengde ravioli op een terrasje.
Daarna nog even door het centrum van de stad geslenterd. Onder meer het imposante raadhuis gezien en gelopen langs het theater dat verbouwd is naar een ontwerp van Santiago Calatrava. Daar blijkt van buiten echter niks van te zien te zijn. Terug gewandeld naar het hotel.
Maandag 5 juni
Vandaag nog tijd voor één ding: het Goetheanum. Ook dit ligt een eindje buiten de stad, in het groen op een heuvel. Het is een antroposofisch ontworpen complex met collegezalen en andere faciliteiten voor volgelingen van Rudolf Steiner. Het zou een organisch vormgegeven gebouw moeten zijn, maar is vooral een hele grote klomp grillig gevormd beton.
Rondom het complex liggen op de heuvel nog allerlei andere gebouwen in dezelfde bouwstijl. Woningen, medische afdeling, stookhuis, boekwinkel, etc. Het is een klein dorp en maakt op mij de indruk van een sekte.
Na nog wat foto’s te hebben genomen van een aparte ronde kantoortoren naast het station is het tijd geworden bij het hotel mij bagage weer op te pikken en terug te gaan naar het vliegveld.