quote:
STUNTMAN VAN STAA
’Kleine Jan’ is zelf de eerste om successenreeks FC Twente te relativeren
HENGELO, vrijdag
NA een burn-out als hoofdtrainer van Go Ahead Eagles zocht Jan van Staa (50) de luwte van het assistentschap op, maar als interim-trainer van FC Twente is hij helemaal terug in het brandpunt van de belangstelling. De zeven wedstrijden onder zijn leiding brachten zes zeges en één gelijkspel, waardoor de kleine Van Staa in het Twentse land inmiddels als ’de stuntman’ door het leven gaat. Van Staa moet er zelf een beetje om lachen. „Ach, ik ken het geheim ook niet. Het is een simpel rijtje: een dosis geluk, fitheid, een paar goede resultaten en het plezier dat daardoor terugkomt. Dat is het. Niet meer en niet minder.”
Als fanatieke middenvelder van FC Utrecht en Heracles stoof Jan van Staa over de velden. Diezelfde tomeloze energie legt de geboren Utrechter in alles wat hij doet. Een eigenschap die van pas kwam toen Van Staa na het opstappen van Rini Coolen het stokje overnam. „Op zo’n moment wil je iets doorbreken. En dus wordt er veel energie van je gevraagd. Nu is dat voor mij geen verdienste, want ik ben van nature al zo. Maar het moet wel ergens op zijn gebaseerd. Het werkt niet om als een ’Pipo de clown’ langs die lijn te gaan rennen.”
De aanpak van Van Staa werkte getuige de goede resultaten. „Je moet ook een beetje geluk hebben. In mijn tweede wedstrijd zijn we uit tegen Vitesse in de laatste vijf minuten van een achterstand teruggekomen naar een overwinning. Twee weken daarvoor gebeurde thuis tegen Ajax precies het omgekeerde. Als je zo een keertje de punten pakt, geeft dat geweldig veel vertrouwen.”
Vorig seizoen begon Van Staa samen met Coolen aan een driejarenplan. „Maar het grote probleem is geweest dat we meteen in het eerste seizoen zesde werden. Het verwachtingspatroon was dit jaar gewoon veel te hoog. Toen de resultaten tegenvielen, kwam Rini in een situatie terecht waarin alles zich tegen hem keerde. Het werd een strijd van Coolen tegen de rest en die kun je niet winnen.”
Met ieder punt dat FC Twente onder Van Staa pakt, verbleekt de status van zijn voorganger Coolen verder. „Nou, ik moet eerlijk zeggen dat ik daar ook best een tweeslachtig gevoel over heb. Als we in de afgelopen serie wedstrijden zes of zeven punten hadden gepakt dan was de situatie ook voor Rini anders geweest. Nu krijg je allemaal mensen die zeggen ’was Coolen maar eerder opgestapt’. Maar dat is larie. Wij weten hoe hard Rini heeft gewerkt en hoeveel hij voor de club heeft gedaan.”
De ongekende reeks heeft FC Twente zelfs weer perspectief bezorgd op het bereiken van de playoffs voor Champions League-voetbal. „In zeven weken tijd is de wereld veranderd. Toen ik samen met Erik ten Hag aan de klus begon, was er maar één doel: wegkomen van de nacompetitieplaatsen. En nu is er euforie en praat iedereen ineens over Europa. Maar ik ben iemand met veel realiteitszin. FC Twente is een goede ploeg als iedereen hard werkt, maar een matige ploeg als de spelers denken ’dat doen we wel even’.”
Ondanks zijn huidige imposante reeks heeft de leiding van FC Twente er geen geheim van gemaakt dat Van Staa niet in beeld is om ook volgend seizoen hoofdtrainer te zijn. „Nou, dat weet ik niet. Ik houd alles open en wacht gewoon het beleidsplan af. Er wordt nu wel gezegd ’laat Van Staa het maar doen en steek het geld dat je overhoudt in een speler’. Maar ik houd me daar niet mee bezig, ik zie het allemaal wel op me afkomen.”
Een houding die veel te maken heeft met wat hem vijf jaar geleden als trainer van Go Ahead Eagles overkwam. „In de auto op weg naar Deventer brak het zweet me uit. Toen ik op de club kwam, ben ik naar de clubarts gegaan. Die stuurde me naar bed en vervolgens heb ik een week aan een stuk door geslapen. Ik was helemaal op, leeg. Als trainer komt er bij een club als Go Ahead zo veel op je af. En al die jaren had ik alles maar opgestapeld. Het gekke was dat ik een soort voetbalvermoeidheid had. Ik kon het niet eens meer opbrengen om naar de samenvattingen van Studio Sport te kijken of naar het jeugdelftal van mijn zoon te gaan. Dat heeft drie maanden geduurd en ik heb ervan geleerd om ook eens nee te zeggen. Ik wil nog altijd veel doen en mensen helpen, maar niet meer ten koste van alles.”