Thanks Nietz. Ik houd de website iig in de gaten, ben erg benieuwdquote:Op zaterdag 6 augustus 2005 13:00 schreef nietzman het volgende:
http://www.abeltasman.org/ankertasman.html
Zo te zien beginnen ze vandaag al.
Bron: Metroquote:Archeologische
vondsten in
museum vernield
IN MUSEUM De Dubbelde Palmboom
aan de Voorhaven in Rotterdam-
Delfshaven zijn woensdagmiddag
een aantal archeologische
vondsten vernield. Enkele potten,
kannen en kruiken, gevonden bij
bodemonderzoek in Rotterdam,
zijn zwaar beschadigd. Wel kan
het merendeel van de stukken volgens
een woordvoerder van het
museum gerestaureerd worden.
Personeel van het museum ontdekte
de vernieling na een bezoek
van een schoolklas. De politie onderzoekt
nog wie het materiaal
kapot gemaakt heeft. Ook is nog
onduidelijk of er kwade opzet in
het spel is. De vondsten hebben
geen grote financiële waarde,
maar zijn volgens de woordvoerder
historisch gezien wel van
groot belang. Het tableau waarin
de spullen tentoongesteld lagen,
wordt aangepast. “Dat zorgt ervoor
dat in de toekomst de tentoonstelling
bijvoorbeeld met glas
beter wordt afgesloten. Maar dat
is wel jammer.” ANP
Die site staat al een hele tijd in mijn favourieten, maar tiig thanksquote:Op zondag 16 oktober 2005 18:10 schreef Histocasa het volgende:
[quote]Op zaterdag 6 augustus 2005 12:54 schreef Nuongirl het volgende:
Historische en culturele nieuwtjes die je tegenkomt in de krant, op het internet of waar dan ook, maar waar je geen nieuw topic over wil openen, mag natuurlijk wel
- ik gebruik www.geschiedenis.nl als Histo-nieuws-overzichtje; misschien heb je er wat aan.
Groeten
Bron: Nu.nlquote:'Schatten van Amsterdam' duiken op bij bouw metrolijn
Uitgegeven: 19 oktober 2005 20:14
Laatst gewijzigd: 19 oktober 2005 23:43
AMSTERDAM - Bij de bouw van de Noord-Zuidlijn op het Damrak in Amsterdam hebben archeologen de afgelopen weken tal van bijzondere spullen opgegraven. De vondsten gaan terug tot de 14e eeuw en variëren van scheepsgereedschap, een hele verzameling messen, aardewerk, een bijzondere tabaksdoos en een opvallende insigne van tin.
De komende twee weken verwacht stadsarcheoloog en leider van het onderzoek in de bouwput J. Gawronki nog vroegere opgravingen te doen, mogelijk zelfs uit de 12e eeuw of ouder. Dat zei hij woensdag tijdens een tussentijdse presentatie van de gevonden voorwerpen.
Startschacht
Op het Damrak, een van de oudste plekken van de hoofdstad, vlakbij het Centraal Station wordt momenteel de startschacht gebouwd voor de boor die de metrotunnel onder de stad moet graven.
De betonnen bak gaat zo'n 15 meter de grond in en bevindt zich momenteel op 7 meter diepte. Hoewel tot nu toe al veel unieke spullen boven water zijn gekomen, verwacht de archeoloog de komende dagen pas echt bij "de schatten van Amsterdam" aan te komen. Hoe dieper ze namelijk de riviergrond in kunnen, hoe ouder de vondsten.
Speuren
Een team van archeologen spit overdag met behulp van een grote zeef de afgevoerde grond door en gaat 's avonds hoogstpersoonlijk onder de grond om te speuren naar bijzondere vondsten.
Tijdens de presentatie toonde een filmpje hoe de archeologen bemand met lampen op het hoofd en waterdichte pakken afdalen in de "enige grot die Amsterdam momenteel rijk is". "Een zeer eigenaardige werkomgeving, modderig, vochtig en donker met kruip-door-sluip-door-gangen", omschreef Gawronski de omstandigheden.
Messen
Een van de opvallendste opgravingen tot nu toe zijn volgens de archeoloog de enorme hoeveelheid messen, zo'n zestig à zeventig. Deze komen allemaal uit de middeleeuwen, zo rond de 15e eeuw. Dat kan erop duiden dat er op de Nieuwe Brug mogelijk net als op de Pontevecchio in Florence winkeltjes zaten, vermoedt Gawronski. "Mogelijk zat er een werkplaats waar messen werden verhandeld of gemaakt."
Zoals verwacht vinden de archeologen veel scheepsgereedschap en voorwerpen die met de vaart te maken hadden. Op de plek waar nu het Damrak is, zat namelijk vroeger een haven aan de monding van de Amstel. Of de komende weken nog een Romeins schip boven water komt, de grootste wens van de archeologen, betwijfelt Gawronski. "Maar het zou al mooi zijn als we nog wat uit de vroege middeleeuwen ontdekken."
Bron: Nu.nlquote:Oudste stenen huis Nederland gevonden in Nijmegen
Uitgegeven: 14 oktober 2005 14:25
Laatst gewijzigd: 14 oktober 2005 14:25
NIJMEGEN - Archeologen hebben bij graafwerkzaamheden in het centrum van Nijmegen funderingen aangetroffen van het tot nu toe oudste stenen huis van Nederland. In de bouwput aan de St. Josephhof zijn tevens antieke dakpannen en siervoorwerpen aangetroffen, wat er volgens de archeologen op duidt dat het gebouw kort na het begin van de jaartelling door zeer vooraanstaande mensen moet zijn gebruikt.
Nijmegen viert dit jaar het 2000-jarig bestaan. Dat de stad echt de oudste van Nederland is, is aan het eind van de vorige eeuw onomstotelijk vastgesteld na het vinden een gedeelte van een Romeinse godenpijler uit 14 na Chr. De funderingen van het nu aangetroffen gebouw dateren ongeveer uit 40 na Chr.
De gemeente wist volgens een woordvoerder wel bijna zeker dat er bij de bouwactiviteiten op de St. Josephhof Romeinse resten gevonden zouden worden. De vondst van het stenen huis heeft de stadsarcheologen toch verrast, omdat dit er op wijst dat Oppidum Batavorum, zoals Nijmegen in de Romeinse tijd heette, nog veel aanzienlijker moet zijn geweest dan tot nu toe aangenomen.
Tufsteen
De vondst van het unieke stenen gebouw vormt volgens stadsarcheoloog H. van Enckevort een belangrijke uitbreiding in de kennis van de geschiedenis van de oudste stad van het land. Van Enckevort vermoedt dat het gebouw veel groter is geweest dan hij nu op de St. Josephhof kan blootleggen.
"Er is tufsteen gebruikt en dat was tot in de late Middeleeuwen een geliefd bouwmateriaal. Het Romeinse gebouw is in later eeuwen vermoedelijk afgebroken, om de stenen elders opnieuw te kunnen gebruiken. Ook zijn delen van de bodemschat beschadigd toen in het begin van de vorige eeuw kelders onder de aangrenzende huizen zijn aangelegd", zegt hij.
De vondst van de gebruikte dakpannen is een nieuwe uitdaging voor archeologen, zegt Van Enckevort. "We wisten al dat de Romeinen zelf dakpannen bakten in Berg en Dal, vlak bij Nijmegen. Maar dit zijn andere dakpannen. Onderzoek moet uitwijzen of ze afkomstig zijn uit het Duitse Xanten, waar ook een nederzetting was, of dat er ergens bij Nijmegen nog een andere steenbakkerij moet zijn geweest."
Appartementen
Nijmegen bouwt op de St. Josephhof een complex van ongeveer honderd woningen en appartementen. Architect F. Houben heeft bij het ontwerp van het complex al rekening gehouden met archeologische opgravingen. "Ik heb een ruime binnenhof getekend, waar de resten op de een of andere manier zichtbaar zullen worden gemaakt. Op de plek waar de fundering is gevonden wordt gebouwd, maar misschien kunnen we de stenen in de binnenhof gebruiken", zei zij vrijdag.
De archeologen hebben nog tot 1 april volgend jaar de tijd om het terrein af te graven. Van Enckevort verwacht nog veel meer Romeinse resten bloot te leggen. Architect Houben vult haar bouwplan pas definitief in nadat de archeologen klaar zijn, zodat ze de belangrijkste vondsten de beste plaats kan geven.
quote:erfenis van 1830
24 september 2005 t/m 8 januari 2006
Nederland en België: een bijzondere relatie. We zijn buren van elkaar, in zekere zin zelfs familie. We delen een gemeenschappelijke geschiedenis en voelen ons cultureel verwant. We komen graag en veel bij elkaar op bezoek. Maar zelfs in de beste families gaat het wel eens mis: Broedertwist!
Ooit vormden Nederland en België één koninkrijk: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het is dit jaar precies 175 jaar geleden dat deze staat uiteen viel. In 1830 kwamen De Belgen in opstand tegen koning Willem I en scheidden zij zich af van het Noorden. Nederland en België gingen als twee onafhankelijke staten verder. Dit jubileum is een mooie aanleiding om terug te blikken op de tumultueuze oorsprong van beide staten. En het biedt de gelegenheid te laten zien hoe België en Nederland na 1830 op zoek gingen naar hun eigen identiteit.
Gespiegelde tentoonstelling
Broedertwist: België en Nederland en de erfenis van 1830 toont voor het eerst zowel de Belgische als de Nederlandse kijk op de gebeurtenissen rond 1830. Beide visies worden ‘gebroederlijk’ gepresenteerd: Belgisch wapengekletter tegenover Nederlands kanongedreun, Belgische oorlogspropaganda tegenover schilderijen met Nederlandse propaganda. En Belgische helden zoals kanonnier ‘Charlier met het houten been’, tegenover de Nederlander Van Speijk (‘dan liever de lucht in’) die zijn schip opblies om het niet in Belgische handen te laten vallen.
Nationaal elan
De tentoonstelling beperkt zich niet tot de Revolutie. Voor de Belgen betekende 1830 een nieuw begin en ook de gekrenkte Nederlanders hadden behoefte aan een nieuw nationaal elan. Het eigen verleden werd de belangrijkste bron van nationale trots. De expositie toont dat in een spectaculaire eregalerij met ‘grote vaderlanders’ uit beide landen: Egmond tegenover Willem van Oranje, Rubens tegenover Rembrandt. Daarnaast blijkt de nationale trots uit de statige vorstenportretten, dramatische historiestukken, theatrale ontwerpen voor nationale monumenten, uniformen, vlaggen en vaderlandse relieken. De bezoeker kan patriottische poëzie beluisteren en er klinken nationale hymnen en vaderlandslievende liederen.
Actueel
Broedertwist laat zien hoe Belgen en Nederlanders in de 19de eeuw zichzelf en elkaar zagen. Dat dit thema nog niets aan actualiteit heeft ingeboet blijkt uit de nog steeds gangbare stereotypen over Bourgondische of domme Belgen en over zuinige of betweterige Nederlanders. Een reden te meer om op de expositie ook op de hedendaagse beeldvorming in te gaan!
quote:Tweehonderd jaar geleden schudde Europa op zijn grondvesten. In Frankrijk was de revolutie uitgebroken. Napoleon Bonaparte, sinds 1804 keizer van Frankrijk, beheerste tot 1812 het vasteland. Op zee echter werd zijn vloot in 1805 verslagen door de Britse admiraal Nelson in de befaamde zeeslag bij Trafalger.
Behalve korte perioden van vrede was Europa van 1792 tot 1815 in oorlog. Voor vele soldaten betekende deze periode een leven lang oorlog voeren. Ook tienduizenden Nederlanders vochten voor Napoleon. Het Legermuseum in Delft belicht dit deel van onze geschiedenis in de tentoonstelling Voor Napoleon. Hollanders in oorlogstijd, 1792-1815. Eén van de topstukken is de uniformjas van Napoleon, die hij in 1815 droeg, het jaar van de Slag bij Waterloo. Het is afkomstig uit het Paleis Fontainebleau en was nog nooit eerder in Nederland te zien. Het jasje laat niets onverhuld van de omvang die zijn drager destijds gehad moet hebben: de keizer blijkt een kleine man met een dik buikje en een brede nek.
Voor Napoleon, Hollanders in oorlogstijd 1792-1815
Tienduizenden Nederlandse soldaten vochten voor Napoleon. Niet alleen in Nederland, maar ook in België, Spanje, Duitsland, Polen en Rusland. Tijdens de Russische veldtocht van 1812 kwamen velen om het leven. In 1814 werd Napoleon gedwongen af te treden maar hij keerde in 1815 in Frankrijk terug. Tijdens de daaropvolgende Slag bij Waterloo vochten Nederlanders zowel voor de Nederlandse koning Willem I als voor Napoleon.
Bezoekers aan de tentoonstelling Voor Napoleon. Hollanders in oorlogstijd, 1792-1815 ontmoeten hier enkele van die Nederlanders, elk met hun eigen verhaal. Individuele kabinetten vormen mini-exposities met uniformen, prenten, egodocumenten en eigendommen, aan de hand waarvan hun ervaringen in deze Franse tijd worden verteld. Zou de jonge kadet Hendrik Jacob t Hart de barre veldtocht naar Duitsland in 1804 overleven? Wie was Valentijn Amende die 27 jaar als kwartiermeester de regimentsboeken bijhield en in 1804 de dienst moest verlaten omdat hij gesjoemeld zou hebben? Lukte het Adriaan Blussé om zich in 1813 conform het kleedvoorschrift te melden: de pels donkergroen, gevoerd met wit flanel; de overslagen en kraag geborduurd, de kraag en opslagen der mouwen zwart bont? En kon de Nederlandse chirurgijn Verhoef in de barre Russische kou van 1812 nog iets voor de gewonden betekenen? Het zijn enkele voorbeelden van Hollanders die een rol speelden in die roerige oorlogstijd.
Behalve gewone Hollandse militairen zijn ook de Oranjes vertegenwoordigd: Willem Georges Frederik van Oranje-Nassau en zijn neef Willem II. De laatste is beter bekend als de held van Waterloo, die in 1815 gewond raakte bij de Slag van Waterloo. Diens paard Wexy, die het onbezonnen gedrag van zijn ruiter daarbij niet overleefde, is ook op de tentoonstelling te zien. Hij werd destijds uit eerbetoon opgezet en wordt voor deze speciale gelegenheid vanuit de Koninklijke Stallen overgebracht naar Delft.
Naast Wexy weet het Legermuseum ook andere spectaculaire bruiklenen bijeen te brengen uit o.m. Sint-Petersburg, Versailles, Brussel, Wenen en Londen. Prominent aanwezig zijn Napoleons uniform van kolonel van de Nationale Garde uit Fontainebleau en zijn steek. Het Legermuseum zelf beschikt over een omvangrijke collectie uniformen, wapens, ooggetuigenverslagen, dagboeken, brieven en memorabilia. Samen met deze internationale bruiklenen vormen ze een uniek geheel dat nog nooit eerder aan een groot publiek kon worden getoond.
De historische context van de tentoonstelling wordt geschetst in afbeeldingen en schilderijen. Hierin wordt ook de in de 19e eeuw ontstane Napoleontische en Orangistische mythevorming verbeeld. Zo hangen enkele indringende etsen uit Los Desastres de la Guerra van Goya tegenover Keizer Napoleon I in kroningsgewaad (F. Gerard) en Willem II bij Waterloo (J.B. van der Hulst). Deze beide kanten van oorlogstijd - de realiteit en de grandeur - krijgen gestalte in Voor Napoleon. Hollanders in oorlogstijd, 1792-1815.
Voor Napoleon. Hollanders in oorlogstijd, 1792-1815
Looptijd 14 oktober 2005 - 2 april 2006
Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt het rijk geïllustreerde boek Voor Napoleon. Hollanders in oorlogstijd, 1792-1815.
Redactie: Mark van Hattem e.a.
Uitgeverij: Uitgeverij Thoth
Pagina's: ca 128 pp.
Illustraties: rijk geïllustreerd, full colour
bronquote:De Egyptische farao Toetanchamon blijkt bij leven en na zijn dood een liefhebber van rode wijn te zijn geweest. Dat blijkt uit onderzoek naar resten in wijnhouders die in het graf van de Egyptische koning werden aangetroffen, aldus de BBC op woensdag.
Tot nu toe konden wetenschappers niet vaststellen welke kleur wijn er in de houders zat. Spaanse onderzoekers ontwikkelden evenwel een nieuwe methode waarbij de aanwezigheid van een zuur vastgesteld kan worden die door componenten in rode wijn wordt gevormd.
Toetanchamon stierf in 1352 voor Christus en werd net als andere Egyptische koningen begraven met spullen waarvan werd aangenomen dat ze in het volgende leven nodig waren. "In de dood had de koning dezelfde dingen nodig als gedurende zijn leven", aldus onderzoekster Maria Rosa Guasch-Jane.
Wijnhouders in het oude Egypte bevatten net als de etiketten op wijnflessen van tegenwoordige allerhande informatie over het jaar en de maker van de wijn. Op een van de karaffen staat onder meer de tekst: Jaar vijf. Wijn van het huis van Toetanchamon.
bron:http://www.geschiedenis.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=787&Itemid=142quote:Kom naar de geschiedenismarathon!
Non-stop geschiedenisles van boeiende vertellers
Geschreven door Reinard Maarleveld donderdag 27 oktober 2005
Het Nationaal Archief nodigt heel Nederland uit voor zijn Geschiedenismarathon. Bevlogen historici en auteurs, boeiende vertellers, geven non-stop geschiedenisles over het vaderlands verleden vanaf de oudheid tot nu. Bezoekers kunnen op elk moment binnenstappen en op elk moment de zaal weer verlaten.
Echte liefhebbers verschijnen aan de start om zaterdagmorgen 10.00 uur voor het verhaal van Fik Meijer ("Keizers sterven niet in bed" en "Gladiatoren") over de oudheid en de vaderlandse geschiedenis.
De geschiedenismarathon wordt om 16.15 afgesloten met een quiz voor het publiek. De winnaar van de quiz gaat naar huis met de reproductie van een belangrijk archiefstuk.
Tussen de bedrijven door is er:
-de Nationaal Archief boekenmarkt: Historische uitgaven voor spotprijzen
-een restauratiedemonstratie en diverse rondleidingen achter de schermen met bezoek aan een archiefdepot.
-een VOC-rondleiding voor kinderen van kinderboekenschrijfster Lizette de Koning.
-De Verdieping van Nederland met hoogtepunten uit de Nederlandse geschiedenis
Het Nationaal Archief ligt naast het Centraal Station van Den Haag. Een routebeschrijving kunt u vinden op www.nationaalarchief.nl
Programma Geschiedenismarathon
10.00 – 10.45 uur: prehistorie tot vroege middeleeuwen (1305)
Fik Meijer, hoogleraar in Amsterdam, vertaler en schrijver van onder meer ‘Paulus zeereis naar Rome’ en ‘Keizers sterven niet in bed’, vertelt over Nederland in de vroegste tijd: Romeinse tijd, Christendom en riddertijd.
10.45 – 11.30 uur Periode 1305 – 1555
Han van der Horst, historicus en auteur van ‘De lage hemel, Nederland en de Nederlanders verklaard’ en ‘Het beste land ter wereld’ heeft het over de nadagen van de middeleeuwen en het begin van de nieuwe tijd. Nederlanders als calvinisten én als Bourgondiërs.
11.30 – 12.15 uur Periode 1555 – 1614
Thomas von der Dunk, cultuurhistoricus en auteur van ‘Tweeduizendjarige wandeling door de vaderlandse geschiedenis’ neemt u mee naar de Opstand en het ontstaan van Nederland als zelfstandige staat. Tegen wie was de Opstand bedoeld en hoe kwam het dat die uitmondde in de republiek? Wat was de internationale context van deze gebeurtenissen?
12.15 – 13.00 uur Periode 1614 – 1780
Luc Panhuysen, historicus en auteur van onder andere ‘De ware vrijheid. de levens van Johan en Cornelis de Witt’, vertelt over Nederland in de Gouden eeuw: oorlog met Spanje, de zeemacht en de groeiende wetenschap.
13.00 – 13.45 uur Periode 1780 – 1848
Gerard Hooykaas, auteur van het boek “Thorbecke, een leven in brieven’, behandelt Nederland als Koninkrijk, de positie van de Oranjes en Nederlands grootste staatsman Thorbecke in zijn jonge dagen.
13.45 – 14.30 uur Periode 1848 – 1914
Dineke Stam, historica en publiciste over vrouwengeschiedenis en de Tweede Wereldoorlog vertelt aan de hand van het levensverhaal van Aletta Jacobs over de thema’s in deze periode: arbeid, armoede, ziekte, kiesrecht en emancipatie van de (Joodse) burgerij en vrouwen.
14.30 – 15.30 uur Periode 1914 – 1945
Chris van der Heijden, historicus en auteur van ‘Grijs verleden, Nederland en de Tweede Wereldoorlog’, belicht Nederland en de 30 jarige oorlog van 1914 tot 1945 met het accent op de Nederlandse uitzonderingspositie in de jaren 20 en 30 op het internationale toneel, het Nederlands zelfbeeld en politiek beleid, de schrik van de oorlog en de jaren erna.
15.30 – 16.15 uur Periode 1945 – 2005
Gerrit Valk, historicus, publicist over de Tweede Wereldoorlog, de pest, oproeren en Picasso en oud - Tweede Kamerlid voor de PvdA van 1989 tot 2002, zal vertellen over de wederopbouw en het begin van het betaald voetbal in de jaren vijftig, jongeren in de periode 1960 – 1980, de nieuwe politiek en de verharding van de samenleving na 1980.
16.15 – 16.45 Geschiedenisquiz
Gerrit Valk presenteert de Geschiedenisquiz, laat zien wat u weet en win een mooie reproductie van een belangrijk archiefstuk.
De Volkskrant, 28-10-2005quote:Plaatsen van herinnering, of waarom de canon op straat ligt
Overal om ons heen liggen sporen van het verleden. Aan historici de taak die plaatsen te laten bijdragen aan het geschiedenisbesef, zegt Wim van den Doel.
Reeds geruime tijd wordt bij tijd en wijle gezucht over het gebrek aan historische kennis onder de Nederlandse bevolking. Dit gezucht bracht a! in 1997 staatssecretaris Netelenbos ertoe een zogeheten Commissie geschiedenisonderwijs in te stellen, hetgeen weer werd gevolgd door het in het leven roepen van een 23-koppige commissie-De Rooy, die begin 2001 met haar rapport kwam over het geschiedenisonderwijs.
Nu is er de 'canon commissieVan Oostrom', die op zoek gaat naar het 'Verhaal Nederland' en in september 2006 klaar zal zijn met haar werkzaamheden, met andere woorden precies negen jaar na de instelling van de Commissie geschiedenisonderwijs.
Als er iets hoort bij de moderne Nederlandse identiteit, dan lijken het wel de trage besluitvormingsprocessen te zijn en de vele commissies die daartoe worden ingezet. Dit wil echter nog niet zeggen dat met betrekking tot de geschiedenis overheden, organisaties en burgers stil hoeven te zitten.
Sporen van ons verleden bevinden- zich immers rondom ons. Op het platteland, in dorpen en steden zijn vele plaatsen van herinnering die aanleiding geven een geschiedenisverhaal te vertellen.
Het is zaak deze plaatsen van herinnering voor het bredere publiek te ontsluiten en daarmee dienstbaar te maken aan de versterking van ons historisch besef. Want historische kennis blijft nu eenmaal van belang om in te zien hoe een samenleving zich kan ontwikkelen en veranderen, hoe de geschiedenis wordt gebruikt en misbruikt in maatschappelijke debatten en de politiek, en simpelweg om de wereld om ons heen te kunnen begrijpen.
Het is daarom een gelukkige zaak dat bijvoorbeeld de gemeente Leiden in haar stad een historische wandelroute - de Leidse loper heeft gemaakt met veel aandacht voor het verleden, het nationaal archief op zijn website virtuele informatie geeft over plaatsen van herinnering en de Amsterdamse uitgever Bert Bakker vanaf vandaag een boekenreeks onder deze titel publiceert.
Wordt over onze kennis van het verleden geklaagd, paradoxaal genoeg is de vraag naar historische kennis de afgelopen jaren alleen maar toegenomen - mede omdat de Nederlandse samenleving sterk van karakter is veranderd en de Europese eenwording en de globalisering door sommigen als bedreigend worden ervaren. Hierbij blijft ons onderwijssysteem in gebreke en schrijven officiële commissies rapporten. Het is maar goed dat lokale overheden, organisaties en particulieren het heft in handen nemen!
Voor sommigen houdt overigens de hernieuwde aandacht voor ons eigen verleden een groot gevaar in zich. Zij zien de wereld in het algemeen en Europa in het bijzonder opnieuw in de greep komen van het nationalisme. Ideologieën die het leven tussen de Russische revolutie en het einde van de Koude Oorlog hebben bepaald, zijn verdwenen. De globalisering van de economie, de Europese eenwording en de opkomst van het islamitische terrorisme maken ons daarbij angstig. Versterking van de nationale identiteit lijkt dan de weg voorwaarts - een remedie tegen de angst voor de wereld om ons heen en voor de toekomst. Dat die versterking kan leiden tot het ontstaan van een gevaarlijke vorm van nationalisme, lijkt daarbij niet te worden beseft, zeker niet door historici die vrolijk discussiëren over een canon van de vaderlandse geschiedenis.
Deze kritiek op het versterken van de nationale identiteit en de rol van historici daarin moet serieus worden genomen. Is de professionele geschiedschrijving immers niet een kind van hét 19de-eeuwse nationalisme en hebben ook later historici zich niet graag voor de nationale zaak ingezet?
Er moeten echter twee vragen worden gesteld. Allereerst: hebben critici gelijk wanneer zij stellen dat in Europa het gevaarlijke nationalisme herleeft? En in de tweede plaats: kan het inderdaad kwaad na te denken over een canon van de vaderlandse geschiedenis en deze vervolgens vast te stellen?
Het antwoord op de eerste vraag ligt natuurlijk in de toekomst, maar is tevens onze eigen verantwoordelijkheid. Zolang politici en opiniemakers spreken over Europese of westerse waarden als het respect voor het individu en voor de menselijke vrijheden, rechten en waardigheid, het principe van solidariteit, de rechtsstaat, de bescherming van minderheden, democratische instituties, scheiding der machten, en respect voor privé-bezit en ondernemerschap, lijkt er wat mij betreft weinig aan de hand. Er is een duidelijk verschil tussen het stimuleren van burgerschap en het aanwakkeren van nationalisme, een verschil tussen Balkenende en Milosevic.
Ook kan het geen kwaad te spreken over een canon van de Vaderlandse geschiedenis. Het getuig slechts van intellectuele luiheid een dergelijke discussie uit de weg te gaan. Maar ook hier is het onze eigen verantwoordelijkheid ervoor te kiezen deze geschiedenis te verbinden met de geschiedenis van Europa en de rest van de wereld.
De Nederlandse geschiedenis is nu eenmaal een onderdeel van de wereldgeschiedenis, waarin mensen,goederen, ideeën en diensten altijd internationaal zijn uitgewisseld.
Indien, met andere woorden, de Nederlandse geschiedenis in het kader van een canon wordt verbonden met de geschiedenis van de rest van de wereld, is er geen gevaar dat Vaderlandse geschiedenis het ontstaan van een nieuw soort nationalisme zal bevorderen.
Zo moeilijk is dat overigens niet. De Nederlandse geschiedenis is immers ook de geschiedenis van immigranten, buitenlandse geleerden met nieuwe, buitenlandse ideeën, handelscompagnieën, slavernij, kolonialisme en Europese eenwording. Zolang de buitenlandse invloed op en bijdrage aan de Nederlandse geschiedenis en de Nederlandse invloed op de geschiedenis van andere delen van de wereld, maar naar behoren wordt belicht, kan het niet anders of het door sommigen gevreesde nationalisme wordt buiten de deur gehouden.
Wim van den Doel is hoogleraar algemene geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Dit is de verkorte versie van zijn toespreek bij de aanbieding, donderdag, aan prins Willem-Alexander van het eerste deel van Plaatsen van herinnering (uitgeverij Bert Bakker)..' .
quote:Frauenkirche in Dresden opnieuw ingewijd
Nieuws
(28 oktober 2005) De Frauenkirche in Dresden, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vernietigd, zal zondag opnieuw worden ingewijd. Dat het gelukt is de kerk weer op te bouwen, is vooral te danken aan de duizenden donaties die in binnen- en buitenland werden verzameld. President Horst Köhler, kanselier Gerhard Schröder en zijn opvolger Angela Merkel zullen bij de openingsceremonie aanwezig zijn.
door de redactie
De Frauenkirche in Dresden werd in de nacht van 13 op 14 februari, tijdens het verwoestende bombardement van de geallieerden op Dresden, vernietigd. In de jaren daarna, tijdens de DDR-tijd, werden andere gebouwen die in die nacht getroffen waren, weer opgebouwd, zoals de Zwinger en de Semperoper. De Frauenkirche bleef echter een ruïne. Het opbouwen van een kerk paste niet in de seculiere boeren- en arbeidersstaat.
In februari 1990 schreef de theoloog en dominee Karl-Ludwig Hoch samen met de trompettist Ludwig Güttler en enkele anderen de 'Ruf aus Dresden', een oproep om de kerk weer op te bouwen en er een "christelijk wereldvredecentrum in het nieuwe Europa" van te maken. De kosten voor de bouw werden destijds geschat op 250 miljoen D-Mark en men hoopte een derde deel daarvan door inzamelingsacties en donaties op te kunnen brengen. Uiteindelijk leverden de donaties ruim honderd miljoen euro op, meer dan de helft van de totale bouwkosten van 179 miljoen euro. Zoveel is nooit eerder voor de wederopbouw van een gebouw ingezameld.
De honderdduizenden donaties kwamen zowel uit binnen- als buitenland. Zo leverde de in de Verenigde Staten wonende Nobelprijswinnaar Günter Blobel zijn prijzengeld in en gaf de Engelse koningin Elizabeth II geld uit haar privebezit. Na haar staatsbezoek in Duitsland in 1992 richtte ze bovendien de Dresden-Trust op. De Britse kunstsmid Alan Smith, wiens vader als piloot Dresden in februari 1945 gebombardeerd heeft, restaureerde het kruis voor de koepel van de kerk.
Een jaar eerder dan gepland is de kerk nu klaar. Veel van de oorspronkelijke stenen, die uit de 22 duizend kubieke meter ruïneresten werden geselecteerd, zijn in de nieuwe kerk gebruikt, zo veel mogelijk ook op de oorspronkelijke plaats. De oorspronkelijke bouwtekeningen van George Bähr, die met de bouw van de kerk in 1726 begon, zijn daarvoor gebruikt. Ook een aantal bouwtechnieken die in die tijd gangbaar waren, hebben de huidige vaklieden opnieuw aangeleerd.
In Dresden werd het herbouwen van de kerk met groot enthousiasme gevolgd. Bij elke tussentijdse mijlpaal, zoals toen de kerkklokken door de gieterij opgeleverd werden, kwamen ze met duizenden tegelijk kijken. Aanstaande zondag, bij de officiële openingsceremonie, worden meer dan honderdduizend mensen verwacht. De ZDF zendt de ceremonie live uit op de Duitse televisie.
Even schaamteloos gepikt uit een nu gesloten NWS-topicquote:Duitse archeologen restaureren antiek Babylon
BERLIJN - Het Duitse Archeologische Instituut (DAI) neemt het voortouw bij de restauratie van de antieke stad Babylon, die door de Amerikaanse bezettingsmacht in Irak zwaar is beschadigd. Dit heeft het DAI woensdag in Berlijn laten weten.
De Amerikanen waren met militaire voertuigen door de 3000 jaar oude ruïnes gereden en hadden er landingsbanen en tankstations aangelegd. Ook hadden ze materieel uit Babylon gebruikt om zandzakken mee te vullen.
Het DAI zal eerst in opdracht van de VN-cultuurorganisatie Unesco de schade in kaart brengen. Het antieke Babylon was bijna honderd jaar geleden opgegraven door de Duitse archeoloog Robert Koldewey.
Nu.nl
http://seattlepi.nwsource(...)and_Warsaw_Pact.htmlquote:Poland official opens Warsaw Pact archives
By RYAN LUCAS
ASSOCIATED PRESS WRITER
WARSAW, Poland -- Poland's defense minister signed an order Friday that will give researchers access to most of the Warsaw Pact's top-secret archives, including decisions related to the 1968 invasion of Czechoslovakia.
The document, signed by Radek Sikorski at a press event, will make almost all the 1,700 volumes of files, currently held at the Defense Ministry archives, available through the state Institute of National Remembrance early next year.
Sikorski said he will have to decide whether or not to declassify "a few" documents that may still be significant to Poland's security.
Led by the Soviet Union, the Warsaw Pact was formed in the Polish capital in 1955 as the East bloc's counterbalance the West's military alliance, NATO. The Warsaw Pact was dissolved in 1991 after the fall of communism.
"We will be able to see now how the Warsaw Pact worked, how Poland was made dependent on the big neighbor," Sikorski said in reference to the Soviet Union.
As an example of the documents on file, Sikorski showed a 1979 map detailing potential Warsaw Pact targets in case of a nuclear war with NATO - among them Brussels, Belgium, and the German cities of Munich and Cologne.
Poland recently opened its communist-era secret police files, leading to allegations of past collaboration behind the Iron Curtain. In one case, a priest who worked closely with Polish-born Pope John Paul II was accused of collaborating with communist authorities. A Roman Catholic investigator later concluded the priest spoke too loosely about the inner workings of the Vatican but was not an informer.
Also, in Germany, numerous public figures have been discredited by the files of East Germany's secret police, the Stasi, which were opened after reunification in 1990.
The Warsaw Pact files, however, are mostly about military matters.
Sikorski, who saw the files at a military archive near Warsaw on Thursday, said they include documents "concerning the infamous invasion of Czechoslovakia."
Gen. Wojciech Jaruzelski, Poland's last communist leader, was the defense minister at the time of the invasion of Czechoslovakia. He has expressed regrets over his role in sending Polish troops to join other Warsaw Pact armies.
The files will be handed over to the state institute, which makes old documents available to researchers. It also has prosecutors to investigate Nazi and communist crimes against Poles.
The institute's head, Leon Kieres, said the opening of the files will help clarify Poland's communist-era history.
"Every person has the right to know the history of his life and every nation has the right to know how its fate was decided," he said.
http://news.independent.co.uk/world/americas/article329590.ecequote:British warship sunk during war with US may hold lost treasures of White House
The wreck of HMS 'Fantome', sunk in 1814, is at the mercy of plundering divers off the coast of Nova Scotia
By David Usborne in New York
Published: 27 November 2005
Nearly two hundred years after the almost forgotten War of 1812 between Britain and the then fledgling United States, a new skirmish has broken out over the fate of a British warship wrecked off the coast of Nova Scotia and believed to contain precious artefacts hauled from the sacked White House in Washington.
American divers sparked the dispute after they recently located the wreck of what many believe is HMS Fantome, a British Navy brig that led a convoy of ships from Washington to Halifax after British troops stormed the American capital and burned down the White House.
A Halifax-based documentary film-maker and marine explorer, John Chisolm, has launched a campaign to petition the Canadian provincial government in Nova Scotia to rescind the permit it has given to a Massachusetts marine exploration company to explore the wreck, on the grounds that its divers are plundering important treasures.
Under Nova Scotian law, anyone can explore wrecks such as the Fantome and, provided they pay 10 per cent royalties on their finds to the government, they can make off with whatever booty they find.
Experts have long assumed that the Fantome and the other vessels in the doomed convoy lie on the dangerous shoals in the relatively shallow waters just outside Halifax harbour.
The ships went down during a vicious storm on 24 November 1814, only weeks after the British burned the White House. They were bound for what was then the most important garrison in British North America.
What treasures lay in the hold has never been established, but it is believed that gold was among them. Adding to the mystery, Mr Chisolm last week told The Independent on Sunday that someone had stolen the relevant documents in the Nova Scotian archives that might have answered that and many other questions about the Fantome.
He said he now plans to travel to London to continue the search for information about the Fantome's cargo in the records of the Admiralty.
In the meantime, he is pessimistic that the Nova Scotian government will cancel the permit it gave Chameau Explorations Ltd to visit the wreck.
He says that only in recent days has he learnt that a variety of treasure-hunters over many years have already lifted a good deal of material from the wreck, including gold bullion.
Mr Chisolm argues that before anything else is taken, he or someone else should be authorised to visit the wreck and properly photograph it and determine what remains.
"We are not asking for the moon," he said. "We are just saying that before some silverware or other artefacts from the White House turn up on eBay we should stop for a second and figure out what we should be doing with the wreck."
If he gets no answer soon from the Nova Scotian government, Mr Chisolm intends going to the site himself to start work on exploring the wreck before nothing is left. Never mind, he says, that the gathering winter weather makes things "a little nutty out there right now".
The existing White House was built to replace the one that the British set alight. Only two items were saved for certain from the conflagration, according to historians. One was a painting of George Washington rescued by the then First Lady, Dolly Madison. The other was a jewellery box given to President Franklin Roosevelt in 1939 by a Canadian who said that one of his forebears had taken it from Washington.
While no one has yet said for sure that the wreck is the Fantome, it seems increasingly likely. "I am convinced from the findings that they do have a vessel from that period and that it's a British military vessel," said David Christianson, of the Nova Scotia Museum of Natural History, who issued the permit to the American company diving there.
"If it is the Fantome, it certainly is significant to our history."
Nearly two hundred years after the almost forgotten War of 1812 between Britain and the then fledgling United States, a new skirmish has broken out over the fate of a British warship wrecked off the coast of Nova Scotia and believed to contain precious artefacts hauled from the sacked White House in Washington.
American divers sparked the dispute after they recently located the wreck of what many believe is HMS Fantome, a British Navy brig that led a convoy of ships from Washington to Halifax after British troops stormed the American capital and burned down the White House.
A Halifax-based documentary film-maker and marine explorer, John Chisolm, has launched a campaign to petition the Canadian provincial government in Nova Scotia to rescind the permit it has given to a Massachusetts marine exploration company to explore the wreck, on the grounds that its divers are plundering important treasures.
Under Nova Scotian law, anyone can explore wrecks such as the Fantome and, provided they pay 10 per cent royalties on their finds to the government, they can make off with whatever booty they find.
Experts have long assumed that the Fantome and the other vessels in the doomed convoy lie on the dangerous shoals in the relatively shallow waters just outside Halifax harbour.
The ships went down during a vicious storm on 24 November 1814, only weeks after the British burned the White House. They were bound for what was then the most important garrison in British North America.
What treasures lay in the hold has never been established, but it is believed that gold was among them. Adding to the mystery, Mr Chisolm last week told The Independent on Sunday that someone had stolen the relevant documents in the Nova Scotian archives that might have answered that and many other questions about the Fantome.
He said he now plans to travel to London to continue the search for information about the Fantome's cargo in the records of the Admiralty.
In the meantime, he is pessimistic that the Nova Scotian government will cancel the permit it gave Chameau Explorations Ltd to visit the wreck.
He says that only in recent days has he learnt that a variety of treasure-hunters over many years have already lifted a good deal of material from the wreck, including gold bullion.
Mr Chisolm argues that before anything else is taken, he or someone else should be authorised to visit the wreck and properly photograph it and determine what remains.
"We are not asking for the moon," he said. "We are just saying that before some silverware or other artefacts from the White House turn up on eBay we should stop for a second and figure out what we should be doing with the wreck."
If he gets no answer soon from the Nova Scotian government, Mr Chisolm intends going to the site himself to start work on exploring the wreck before nothing is left. Never mind, he says, that the gathering winter weather makes things "a little nutty out there right now".
The existing White House was built to replace the one that the British set alight. Only two items were saved for certain from the conflagration, according to historians. One was a painting of George Washington rescued by the then First Lady, Dolly Madison. The other was a jewellery box given to President Franklin Roosevelt in 1939 by a Canadian who said that one of his forebears had taken it from Washington.
While no one has yet said for sure that the wreck is the Fantome, it seems increasingly likely. "I am convinced from the findings that they do have a vessel from that period and that it's a British military vessel," said David Christianson, of the Nova Scotia Museum of Natural History, who issued the permit to the American company diving there.
"If it is the Fantome, it certainly is significant to our history."
http://www.ad.nl/cultuurenshow/article75241.ecequote:donderdag 01 december 2005
Stuk van Romeinse mijlpaal in Rijswijk gevonden
RIJSWIJK (ANP) - Archeologen hebben tijdens graafwerkzaamheden een groot stuk van een mijlpaal uit de Romeinse Tijd gevonden in Rijswijk (Zuid-Holland). Dat liet de gemeente donderdag weten. Waar de paal precies ligt, wil een woordvoerder niet kwijt. ,,In verband met schatgravers.'' Mijlpalen zijn in Nederland uiterst zeldzaam. Volgens de gemeente zijn er tot op heden in heel het land slechts acht (inclusief deze) gevonden. In 1963 werd al eerder een Romeinse mijlpaal in Rijswijk aangetroffen.
De Mijlpalen stonden langs de belangrijkste wegen van het Romeinse Rijk. Op zo'n zuil stond de naam van de keizer en de afstand naar de eerstvolgende stad. De paal die nu is gevonden dateert uit de regeringsperiode van keizer Caracalla, uit het begin van de derde eeuw na Christus.
Het fragment is ruim 70 centimeter lang en 45 centimeter in doorsnede. Het bevat een tekst van zesregels die in rode zandsteen is uitgehakt, liet de gemeente weten.
Enkele jaren geleden werden vier mijlpalen gevonden op de bouwlocatie Wateringsveld in Den Haag. ,,De palen stonden langs een weg waarvan eveneens resten zijn gevonden.'' Volgens de gemeente is de mijlpaal die nu is gevonden van groot belang ,,voor de reconstructie van de loop van deze weg''. De weg was de verbinding van het zuiden naar de stad Forum Hadriani (het huidige perk Arentsburgh in Voorburg).
De gevonden paal werpt bovendien een ander licht op de eerder gevonden mijlpaal in Rijswijk. Die kwam uit 250 na Christus en draagt de naam van keizer Decius. ,,De paal werd gevonden in gestorte grond. De herkomst kon niet worden vastgesteld. Met de ontdekking van de nu gevonden mijlpaal is dat wel mogelijk. De Romeinen plaatsten dergelijke palen immers bij elkaar.''
quote:Schatten VOC-schip De Rooswijk in Nederlandse handen
Nederland is enkele culturele 'schatten' rijker. Staatssecretaris Wijn (Financiën) ontving zondag in het Engelse Plymouth zilverstaven, gouden munten en enkele gebruiksvoorwerpen afkomstig van het VOC-schip De Rooswijk dat in 1740 bij Zuid-Engeland verging.
Het wrak is eerder dit jaar geborgen en het in goede staat gebleven erfgoed komt na bestudering beschikbaar voor Nederlandse musea. De overdracht vond zondag plaats op het Nederlandse fregat Hr. Ms. De Ruyter dat bij Plymouth ligt. Staatssecretaris Wijn toonde zich trots met de verkregen schatten. "De vondsten zijn bijzonder voor het Nederlandse culturele erfgoed", zei Wijn.
De Rooswijk werd gebouwd in 1737 voor de Kamer van Amsterdam. Het schip voer tijdens de hoogtijdagen van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Tijdens zijn tweede reis op weg van Texel naar Batavia verging het onder leiding van kapitein Daniel Ronzieres op 9 januari 1740. De Nederlandse Staat eist als rechtsopvolger van de Bataafsche Republiek al het erfgoed op dat uit geborgen VOC-schepen opduikt.
Uit De Rooswijk doken allerlei gebruiksvoorwerpen op, zoals kookgerei, een kaarsendover, een bril en een mosterdpotje met de lepel er nog in.
quote:Zilverstaven VOC ter veiling
Christie's in Amsterdam veilt op 20 december zeven baren zilver uit het in 1753 verloren VOC-schip de Bredenhof, niet te verwarren met de zilverstaven die staatssecretaris Wijn (Financiën) zondag in het Engelse Plymouth ontving. Hier ging het om schatten uit het VOC-schip De Rooswijk dat in 1740 bij Zuid-Engeland verging.
De kostbare lading van de Bredenhof, bedoeld om roepia's van te slaan in Bengalen, werd in 1986 opgedoken door een internationaal duikteam onder leiding van de Oost-Duitser Ernst Klaar. De zilveren staven zijn gemerkt met het wapen van de Middelburgse VOC-kamer en zijn geschat tussen de 1000 en 3000 euro.
De Bredenhof vertrok op 31 december 1752 en dreef een halfjaar later op een rif in het kanaal van Mozambique. Kapitein Nielsen gooide het zilver overboord om plundering te voorkomen en stuurde zijn bemanning van boord op vlotten en reddingsboten. Honderd van de oorspronkelijke 260 opvarenden zouden de Portugese nederzetting op Mozambique bereiken.
(Bron: ANP)
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |