quote:
Het medicijn van Piet de Visser 30-05
Gewoonlijk denk je niet snel aan voetbal, in de studio van Langs de Lijn in het Hilversumse mediapark waar de sfeer nu eenmaal wordt bepaald door de techniek. Dat wordt anders als tijdens de jaarlijkse uitreiking van de befaamde Langs de Lijn Awards Piet de Visser binnen komt vallen. De Visser, zo'n man die door iedereen levenslang bij zijn voornaam wordt aangesproken, Piet dus, kreeg een oeuvreprijs.
Dat was zaterdag. Toevallig had hij 's middags, tijdens het nationale coachcongres, precies dezelfde prijs in ontvangst mogen nemen uit handen van Kees Rijvers. Oeuvreprijzen, je moet er mee opppassen. Voor je het weet is de winnaar niet meer onder ons en in het geval van Piet is die kans zelfs vrij groot, want hij is al jaren ernstig ziek. Doodziek. Hartproblemen. Kanker.
Hij leeft op vloeibaar voedsel en vooral, zegt hij zelf zonder ironie, op voetbal. Voetbal is volgens hem het beste medicijn. Dat lijkt onwaarschijnlijk. Niemand kan leven op een rantsoen van voetbal alleen, daarmee overwin je niet één ziekte, laat staan een dodelijke, maar zaterdagavond begon ik daar in de studio van Langs de Lijn toch ernstig aan te twijfelen.
Ik was voor deze marathonuitzending uitgenodigd als deskundige, maar daarmee werd ik toch enigszins overschat, in het bijzijn van een man die al voor mijn geboorte een plaats veroverde in het profvoetbal, in 1957 als assistent-trainer bij Sparta.
Sindsdien woont Piet op de planeet voetbal. Hij was trainer van DFC, Telstar, De Graafschap, NEC, het Brusselse RWDM, FC Den Haag, Roda JC, AZ''67, Willem II en NAC. En nu is hij 'internationaal scout' van PSV en, hoogst opmerkelijk, Chelsea, zoals onlangs bij toeval aan het licht kwam.
In het Engelse voetbalblad Four Four Two stond een paar maanden geleden een foto van de eigenaar van Chelsea, Roman Abramovitsj, op zijn kolossale jacht. De foto was genomen tijdens het Europees kampioenschap. De boot lag ergens bij de Portugese kust.
Wie de man naast Abramovitsj was wist Four Four Two niet, totdat collega Willem Vissers van de Volkskrant de foto zag. Piet de Visser. Betrapt. Schoorvoetend gaf hij toe dat hij een van de persoonlijke adviseurs van Abramovitsj is. En, zei hij zaterdag met enige trots, de enige met wie de Rus in het Engels converseert.
Hij bleef maar vertellen, Piet, in Hilversum. Over zijn reizen naar Afrika en Zuid-Amerika. Dat hij in twee weken soms twintig wedstrijden ziet. Over PSV dat destijds, ondanks zijn aanbeveling, weigerde een aanvaller van FC Den Bosch te kopen, voor een miljoen gulden. Dat deed de club twee jaar later wel, maar toen speelde Ruud van Nistelrooij voor Heerenveen en kostte hij veertien miljoen gulden.
Ronaldo, Farfan, Alex, Gomes, ze zijn door Piet opgespoord, beoordeeld en aanbevolen. Over de Braziliaan Robinho, het grootste talent van Zuid-Amerika dat nu door alle Europese topclubs hevig wordt begeerd, vertelde hij ook een mooi verhaal. Piet zag hem spelen, en nog een keer, en nog een keer.
Kopen, adviseerde hij PSV, voordat anderen hem op het spoor komen, maar de club twijfelde. Erik Gerets, de trainer destijds, nam zelf de moeite naar Brazilië te reizen. Hij zag hem spelen en zei dat Robinho nog niet eens goed genoeg was voor PSV 3. En nu is hij 100 miljoen euro waard, zei Piet zaterdag, met een hele fijne grijns.
Maar het was toch vooral de manier waarop hij zijn verhalen vertelde die zo'n onuitwisbare indruk maakte. Wat een geestdrift, wat een liefde voor de sport, wat een energie; wat een humor ook. Zoals hij van het leven houdt, houdt Piet de Visser van voetbal. Tot de dood er op volgt.
Paul Onkenhout
Waar Robinho staat hoort trouwens Adriano te staan, een fout van Onkenhout...