Hondsdolheid of Rabies
Algemeen:
Het virus dat deze ziekte veroorzaakt infecteert cellen van het centraal zenuwstelsel en vermeerdert zich daarin. Het virus heeft een uitgesproken voorkeur voor bepaalde delen van de hersenen, afhankelijk van de diersoort. Daardoor zien we voor de diersoort kenmerkende verschijnselen.
De incubatietijd (= het tijdperk dat ligt tussen het binnendringen van het virus en het uitbreken van de ziekte) kan van een paar weken tot zelfs twee jaar variëren. De infectie wordt via speeksel en bloed overgebracht.
Uiten de symptomen van de ziekte (de dolheid) zich eenmaal, dan is er niets meer tegen te doen.
Symptomen:
bij de hond:
Er zijn drie stadia te onderscheiden, t.w.:
-Het melancholieke stadium.
Het karakter van de hond verandert en hij kwijlt.
-Het exitatie stadium.
De hond bijt overal in, loopt weg van huis en blaft hees, schuimbekken.
-Het paralytisch stadium.
De hond raakt verlamd, beginnend bij de onderkaak, die gaat afhangen.
Na vijf tot zes dagen is de hond dood
Bij de kat:
Trekt zich terug. Als de kat wordt gestoord, valt hij aan in de richting van het gezicht en krabt en bijt. Na enkele dagen treden verlammingen op en sterft het dier.
Bij herkauwers:
Produceren veel speeksel, wankelen en hebben soms likzucht. Tamme dieren worden wild en wilde dieren worden tam en zoeken de mens op.
Handeling:
Er zijn geen medicijnen ter genezing. Van hondsdolheid verdachte huisdieren eventueel opsluiten (dit is gevaarlijk werk!) en politie of dierenarts waarschuwen.
Van hondsdolheid verdachte wilde dieren met rust laten (!) en de politie waarschuwen.
Indien een mens door een van hondsdolheid verdacht dier is gebeten, dan de wond reinigen met veel water, groene zeep en een borstel. Daarna natuurlijk naar de dokter.
Voorkomen:
Dieren - en ook mensen - kunnen tegen deze ziekte worden ingeënt.
LET OP: DIT VIRUS IS ZEER GEVAARLIJK, OOK VOOR DE MENS EN KAN SNEL TOT DE DOOD LEIDEN!!! DAAROM NA EEN BEET VAN EEN ZOOGDIER ALTIJD DIRECT NAAR DE ARTS GAAN VOOR EEN INENTING!!!
Razernij, een mysterieuze en gevaarlijk ziekte, die bij de meeste mensen het beeld
oproept van een woeste schuimbekkende hond die alles en iedereen aanvalt.
Even dit mysterie ontrafelen, en enkele tips i.v.m. deze ziekte.
Razernij is een ziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Het virus kan elk zoogdier
aantasten, inclusief de mens. Dus niet alleen vos, hond en kat, maar ook wilde knaagdiertjes, herten, wolven, everzwijnen, schapen, koeien etc...
Eens het zoogdier besmet met het virus, kan het lang duren vooraleer de symptomen
tot uiting komen (tot maanden). De symptomen zijn vooral zenuwverschijnselen: het virus
tast immers via de zenuwbanen het centraal zenuwstelsel aan. Afhankelijk van welke
kernen in het centraal zenuwstelsel worden aangetast door het virus, zullen zenuwsymptomen
zichtbaar worden.
Het meest voorkomende verschijnsel is verandering van het karakter: dieren die van nature
schuw zijn, worden overmoedig. Zo komt het dat vossen, wilde knaagdieren, etc. die normaal
de mens uit de weg gaan, bij contact met de mens of de bewoonde wereld, niet meer weglopen
en ev. kunnen aanvallen en aldus andere dieren kunnen besmetten zoals hond, kat, koe,
schaap, paard of mens.
Een ander veel voorkomend symptoom is speekselen, dit komt omdat het speeksel niet meer
kan weggeslikt worden door verlamming van spieren in de keel. Uiteindelijk zullen andere spieren verlamd geraken en sterfte treedt op. Het aangetaste dier met uiterlijke symptomen zal altijd sterven aan de infectie. De besmetting gebeurt meestal via een beetwonde. Het besmette dier scheidt immers het virus uit via het speeksel, en door het bijten komt het besmet speeksel via de beetwonde in het lichaam van het slachtoffer.
Het hoeft niet altijd echt via bijten te gaan: zo kan de dierenarts of de landbouwer zichzelf besmetten door o.a. mondonderzoek bij een besmet rund of schaap: immers contact
van het besmet speeksel met een verse wonde op de hand van de onderzoeker is een natuurlijke besmettingsweg.
Het virus is alom verspreid over de ganse wereld.
Tot nu toe is de situatie in België als volgt: het virus wordt sporadisch opgemerkt
in het vlaamse landsgedeelte, maar er leven hier geen "reservoirs", d.w.z. er zijn geen
dieren die het virus herbergen en overzetten.
In het franstalig landgedeelte, onder de Maas-Samber-lijn bestaan wel reservoirs, zoals
de vos en wilde knaagdieren, zodat het virus zich kan onderhouden en verspreiden.
In Europa en Canada zijn vos en knaagdieren eveneens de reservoirs. In Azië, Afrika en
Amerika, zijn de hond en de vleermuis de reservoirs voor het virus.
Zoals boven vermeld verloopt de infectie fataal. D.w.z. eens het virus in het centraal
zenuwstelsel beland is, met symptomen van karakterverandering (overmoed, agressie, etc.)
en allerhande verlammingen, is er geen behandeling meer mogelijk.
Men kan nog wel behandelend optreden wanneer het virus in de wonde zit of nog aan het
migreren is in de zenuwbanen. Er wordt dan specifiek antiserum (immuunserum) toegediend.
Dwz men injecteert specifieke antistoffen (afweerlichamen) in het lichaam, die het virus
kunnen neutraliseren en onschadelijk maken. Dit wordt uiteraard gedaan bij de mens die gebeten is door een verdacht dier (hond,kat,schaap, vos, koe, knaagdier...).
Wanneer zo'n gebeten mensen meteen naar de dokter gaat, kan zelfs nog een echte
vaccinatie hulp bieden: een vaccin stimuleert de aanmaak van antistoffen in het lichaam.
Dit duurt uiteraard wel wat langer dan meteen de antistoffen toe te dienen.
Wat wordt er nu gedaan om die toch vrij gevaarlijke ziekte in te dijken ?
1) vaccinatie
Het is verplicht in alle landen (in België in alle campings en beneden de Maas-Samber-lijn)
om alle huisdieren : hond en kat te vaccineren tegen rabies.
Zodoende wordt het infectiegevaar voor de mens geminimaliseerd.
2) de "reservoirs" worden ook gevaccineerd: lokaas met hierin een oraal vaccin wordt
op strategische plaatsen gelegd, zodat de vossen en aaseters automatisch gevaccineerd
worden tijdens het verorberen van het lokaas.
Op deze manier worden de "reservoirs" van het virus virusvrij gemaakt.
3) Mensen die tot de risicogroepen behoren, zoals de dierenarts, de landbouwer,
boswachter etc. worden eveneens gevaccineerd.
TIPS voor de wandelaar in het waals landgedeelte of het buitenland:
1) Dieren die van nature mensenschuw zijn, en nu blijven staan wanneer u eraan
komt zijn verdacht. Het gaat dus niet alleen om vossen, doch ook andere zoogdieren
zoals konijnen, eekhoorntjes etc.
Blijf van deze dieren ver uit de buurt en waarschuw boswachter/politie waar u het dier
hebt opgemerkt.
2)Laat uw hond of kat nooit snuffelen aan of eten van krengen van een knaagdier ed
tijdens de wandeling in de natuur.
3) Zorg dat de (wettelijk verplichte !!) hondsdolheidsvaccinatie van uw hond of kat in
orde is bij verblijf in het buitenland of in België (camping of Wallonie).
Deze vaccinaties moeten minimaal 1 maand op voorhand in orde gebracht worden als het
over een primovaccinatie gaat (1ste vaccin)
4) Indien u gebeten wordt door een autochtone hond/kat of ander dier dat er verdacht
uit ziet, moet u meteen de wonde grondig uitwassen, ontsmetten en naar de dokter gaan.
Bij de mens:
Klachten en verschijnselen
Na de incubatietijd is er meestal eerst een tintelend gevoel op de plaats van de beet. Verder kunnen gewaarwordingen van verhoogde gevoeligheid van de huid optreden. Algemene verschijnselen kunnen zijn: temperatuurschommelingen, hevige geïrriteerdheid en perioden van verwarring die worden afgewisseld met rustige perioden.
Een karakteristiek verschijnsel is het ontstaan van een speekselvloed die de patiënt moeilijk door kan slikken. Het speeksel van een geïnfecteerd persoon kan besmettelijk zijn voor anderen.
In een volgend stadium van de ziekte kunnen verlammingsverschijnselen optreden die uiteindelijk resulteren in de dood.
Indien in geval van een beet niet zeker is of het betreffende dier besmet is met het hondsdolheidvirus, zal het dier enkele dagen - het liefst door een dierenarts - moeten worden geobserveerd.
Medicatie
Ernst en beloop
De incubatietijd (de tijd tussen de beet en de eerste verschijnselen) van hondsdolheid is gemiddeld zo'n drie tot zeven weken. Indien de ziekte niet behandeld wordt, volgt de dood in de meeste gevallen binnen 7 tot 25 dagen na de eerste verschijnselen.
Preventieve maatregelen
Enkele algemene regels:
1. honden aan de lijn,
2. houdt kleine kinderen vandaan bij (agressieve) dieren,
3. benader geen wilde dieren en raak ook geen dode dieren aan.
Behandeling
Vaccineren tegen het rabiësvirus geschiedt in 5 doses. Hiervan zal de eerste dosis zo snel mogelijk na de (mogelijke) infectie gegeven moeten worden. De overige 4 doses worden in de aansluitende periode van 28 dagen gegeven. Omdat het vaccin bestaat uit geïnactiveerde en dode virusdeeltjes, kunnen er milde ziekteverschijnselen ontstaan na een vaccinatie (koorts, misselijkheid en hoofdpijn). Behalve dergelijke algemene verschijnselen kan het vaccin ook lokale huidirritatie geven na het toedienen.
Voor hondsdolheid bestaat een meldingsplicht door de arts bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) in Bilthoven.
links:
https://www.medlook.nl/do/DetailDiseaseInit?pk=1006370805927http://www.travelclinic.c(...)SubCat/49/Product/52http://www.minvws.nl/persberichten/iz/rabis.aspIn nederland komt deze ziekte vrijwel niet voor. neem echter geen onnodige risico's!!!
[ Bericht 0% gewijzigd door leviathanfd op 11-11-2004 11:22:41 ]