Ik kan nergens heen,
maar in het zuiden wacht een vrouw nog steeds op mij alleen
Ze heeft flessen vol tequila en flessen vol gin
en dan neem ik mijn gitaar mee en mijn gouden ring
Er zijn vliegtuigstoelen, miljoenen bij bedoeling
en bovendien zijn er limousines
en er zijn leugens over sterren die we toch nooit zien
Bløf is de belangrijkste vertegenwoordiger van een stroming in de Nederlandstalige popmuziek die als hoofdkenmerken heeft: gedragen muziek, een licht geaffecteerde mannenstem, liefst gezongen met klein accentje want dat klinkt zo oprecht, zingend over De Liefde, De Dood ("Een mooie dag ... voor De Dood") en andere Grote Zaken. Het is ook een band die graag flirt met poëzie.
Ze wonnen de Nederlandse Popprijs, worden alom geroemd om hun dichterlijke teksten en de bandleden hebben geloof ik allemaal Nederlands gestudeerd. Hebben misschien zelfs hun bul gehaald, wie zal het zeggen. Wel vermoed ik dat ze niet zo goed hebben opgelet toen het ging over literatuurgeschiedenis en poëzieanalyse, maar misschien kunnen ze wel heel goed zinsontleden.
Ze staan momenteel in alle hitlijsten op nummer 1 met het nummer "Holiday in Spain"; (met Counting Crows). Dat steekt mij, want het is slechte muziek met een nog slechtere tekst.
***
Wat direct opvalt aan de eerste strofe van het nummer (ik concentreer mij uitsluitend op het door Bløf geschreven Nederlandse deel van het nummer) is een tamelijk gretig gebruik van poëtische stijlmiddelen als binnenrijm, assonantie en alliteratie (de oe-klanken in regel 5, de g van gitaar en gouden in regel 4, de l van limousines en leugens).
Ook een onalledaagse zinswending als "miljoenen bij bedoeling"; getuigt van poëtische intenties. We zullen nog zien dat dit streven naar het scheppen van een tekst die "dichterlijker" is dan gewoon een tekst met een bepaalde inhoud, in het hele nummer terugkomt - en overigens ook in het andere werk van de band.
Een band met zoveel pretentie (het exotisch-overdreven streepje in de o van de bandnaam getuigt er ook al van), een band wier teksten zoveel bewondering wekken bij een (overigens voornamelijk vrouwelijk) publiek, verdient het serieus genomen te worden met een tekstanalyse en - beoordeling.
Onze tekst begint in het vliegtuig. De ik-persoon is op weg naar een vrouw in het zuiden, die in het bezit is van flessen vol tequila en flessen vol gin. Let op dat woordje "vol". Hier hebben we een klassiek geval van de stoplap, een volkomen overbodig woord dus, want wie bewaart er nu een lege fles tequila, laat staan een lege fles gin?
Stoplappen werden al gebruikt door de oude Grieken. De Odyssee van Homerus begint met een stoplap. De grieken gebruikten ze vooral om aan bepaalde zeer hoogstaande metrische eisen te kunnen voldoen. In één oogopslag is echter te zien dat van metrum of ritme in "Holiday in Spain" geen sprake is. Het woordje "vol" is een eerste teken dat de tekstschrijver niets van poëzie afweet.
Wat is dat trouwens met Zuiderlingen en tequila? Alle Spanjaarden zitten aan de tequila, alle Nederlanders lopen op klompen en alle Belgen zijn dom. Het gebruik van zo'n stereotype in de allereerste regel van een tekst, duidt erop dat de ik weinig oog heeft voor andere dingen dan de meest afgekloven opvattingen.
Des te opmerkelijker is het, dat dezelfde ik die zich in de eerste regel nog bediende van een volstrekt afgeragd cliché, zich in de vijfde regel waagt aan een gedachte die zelfs als je hem tien keer overleest nog onbegrijpelijk blijft. "Vliegtuigstoelen, miljoenen bij bedoeling." Welke bedoeling? Van wie? Lees het, lees het nog een keer, en constateer het onvermijdelijke: dit is wartaal.
In poëzie is wartaal vaak goed. Lucebert, één van de grootste dichters die Nederland ooit gekend heeft, dichtte:
het is zwieren met de sletpop van de rotzak
stampen en zweten onder de guirlanden en je handen
Maar dit is wartaal van een geheel ander kaliber. Waar Lucebert een wereld van ideeën, associaties, vermoedens en suggesties voor je opent, zonder de precieze betekenis te verraden, roept Bløf alleen ergernis op juist door zijn volstrekte leegte en betekenisloosheid. Poëzie versus pretentie. Miljoenen bij bedoeling. Wat een onzin.
"Limousines en leugens over sterren die we toch nooit zien." Dit is Bløfs manier om te zeggen: "Ik heb de Privé gelezen".
De regels zijn gebaseerd op de al even klassieke misvatting, dat alles wat met andere woorden wordt gezegd, ook mooier, beter, is. En vooral: diepzinniger. Aan het lezen van de Privé is echter helemaal niets diepzinnigs te ontdekken. Wat Bløf hier doet is pure interessantdoenerij, maar dan zonder enige functie of betekenis. Gewoon stoerdoen. Met poëzie heeft het niets te maken. Een goede tekst is een tekst waarin oog is voor detail, voor het alledaagse, en het aardse, het specifieke:
Hé
Er is geen bal op de tv
Alleen een film met Doris Day
En wat dacht je van net twee
Ein Wiener operette
Zouden we deze meesterlijke tekst twintig jaar na dato nog zingen, als Doe Maar dit had geschreven:
Filmster, liefde van Hitchcock en mannen
Achter de andere knop zie ik tragiek in de stad van Mozart
God verhoede het.
***
We gaan door naar de tweede strofe.
Misschien
Neem ik Spanje als besluit en laat mijn schepen achter
Ik ga er stiekem tussen uit
Een vluchtweg naar een nieuw begin
"Ik neem Spanje als besluit." Als besluit? Ik neem Spanje tot besluit. Als ik een land überhaupt tot besluit zou kunnen nemen, wat niet zo is. Bedoeld wordt vermoedelijk: ik kies voor Spanje. Hoe het ook zij: hier hebben we weer dat manische streven om dingen "op zijn dichters"; te zeggen. Poëtisch is het niet, wel erg lelijk.
Toegegeven, we kunnen ons beter op de inhoud richten, want de vorm verdient onze aandacht niet.
"Ik laat mijn schepen achter." Dat is Bløf-Nederlands. Iedere andere Nederlander zou zeggen: "Ik verbrand mijn schepen achter me", maar dat spreekwoord heeft al een lange baard (net als die Spaanse tequila en die gouden ring dus eigenlijk). Daar valt geen eer meer aan te behalen voor het behaagzieke Bløf. Dat je er tussen uit gaat met een vluchtweg naar een nieuw begin is eigenlijk ook drie keer hetzelfde zeggen, maar hey, origineel is het wel, toch?
Maar waar vlucht de ik eigenlijk voor? Laten we snel verder lezen.
Mijn schoenen zijn gejat
Maar ik hoef niet meer naar buiten want er is nog wel wat
De ik vlucht misschien omdat zijn schoenen zijn gejat? Of zou hij gewoon bedoelen dat zijn schoenen gejat zijn? Je weet het niet.
Hij hoeft trouwens ook niet meer naar buiten, want er is nog wel wat. Wat wat? Wat tequila? Wat gin? We krijgen het niet te horen. Dit heeft met poëzie niets te maken, laten we zelfs ophouden het een poging tot poëzie te noemen.
Misschien is het humor? Als het humor is, dan wel onbegrijpelijke humor. Want waarom zingt de zanger dan op zo'n bloedserieuze toon, alsof hij een grafrede houdt, alsof hij de Nieuwe Kerk toespreekt, alsof hij de wereld moet redden en alsof hij nog nooit om zichzelf gelachen heeft?
"Er is nog wel wat." Helaas wel, namelijk dit:
We gaan meteen naar Barcelona want we moeten hier weg
De schrijver van deze tekst vond kennelijk niet dat hij iets kon schrijven over Spanje zonder tenminste één keer op de kaart te hebben gekeken. (Dat hij er nooit geweest is blijkt uit die Spaanse tequila en gin.) Dus wees iemand hem aan waar Spanje lag, en zei erbij: "Barcelona schijnt heel mooi te zijn".
Dat kan ik gebruiken, dacht de schrijver, en hij stopte deze plaatsnaam in zijn tekst. Couleur locale, heet dat in de literatuur. Zeg maar Hella Haasse die de binnenlanden van Indonesië beschrijft, Emily Brontë die de Yorkshire Moors bezingt. Barcelona. Een naam zegt meer dan duizend woorden. Gelukkig hebben we die duizend woorden niet van Bløf gekregen, want de woorden die we hebben zijn al erg genoeg.
"Want we moeten hier weg". Ook vreemd. In de vorige strofe overwoog de ik nog om Spanje als besluit te nemen, nu moet hij weer weg. Een regel later zegt de ik overigens toch weer dat hij Spanje als besluit wil nemen, en daar blijft hij goddank bij totdat het nummer uit is.
***
Wat moeten we hier nu mee? Wie, zoals ik, op een objectieve, rustige, literatuurwetenschappelijke manier naar deze tekst (en andere teksten van de band) kijkt moet wel concluderen dat we hier te maken hebben met bombastische, hoogdravende, quasi-poëtische maar in werkelijkheid volslagen ridicule en irritante onzin.
"Ach, maak je niet druk, het is maar een liedje" zullen verdedigers van Bløf hooguit zeggen - bij gebrek aan tegenargumenten, uiteraard. Dat mag zo zijn, feit is dat de teksten van deze band hoog worden aangeslagen door veel mensen. Feit is ook dat veel mensen oprecht ontroerd lijken te raken van dergelijke nonsens. Dat is verbazingwekkend, ergerniswekkend maar vooral ook treurig, want het betekent dat de lat bepaald niet hoog gelegd wordt.
Er is zoveel prachtige, rijke en interessante poëzie en literatuur geschreven in Nederland. Wie dat leest, wil nooit meer lezen of horen wat Bløf te melden heeft.
Als niemand de platen van Bløf nog koopt, blijven we voortaan hopelijk verschoond van deze psuedo-literaire opschepperij, humbug en bluf. Pardon Bløf.
[ Bericht 2% gewijzigd door tokkie op 12-07-2004 17:43:53 ]
teach me half the gladness
that thy brain must know