Vrijdagavond, eindelijk tijd om mijn bevallingsverhaal eens voor jullie uit te typen. Om zo exact mogelijk te vertellen wat er gebeurd is zal ik het verslag van de verloskundige erbij houden (tip: vraag daar een kopie van, ook leuk voor je kind(eren) later).
Dinsdagmorgen 22 juni 3:30u. Ik word wakker met krampen in mijn buik en bovenbenen. De dagen ervoor had ik al steeds last van een soort menstruatiegevoel, maar omdat ik wist dat dit niets zegt over het moment van de bevalling heb ik dat niet verteld. Het duurt niet lang voor ik door heb dat de krampen weeen zijn. Ze komen al snel regelmatig maar duren niet langer dan 15 seconden. Voorweeen dus. Rond 5 uur wordt mijn man ook wakker. Hij heeft ook slecht geslapen. We spreken af dat hij met de auto naar z’n werk gaat en dat ik bel als het wel lijkt door te zetten. Maar rond de middag zakt alles weer af en kan ik op de bank lekker bijslapen. We vertellen niemand erover om te voorkomen dat mensen heel zenuwachtig gaan bellen of de baby er al is en hoe het gaat e.d. Tegen 17u komen de weeen weer op. Rond 17:30u komt mijn man van zijn werk. We gaan later op de avond wat eten. Van afwassen komt het niet meer; tegen half negen beginnen de weeen wat meer door te zetten. Mijn man en ik gaan op bed liggen en proberen een prettige houding te vinden. Bij elke wee duwt hij tegen mijn buik om de pijn wat te verlichten. Naast hem ligt zijn laptop. Hij heeft daarop een stopwatch geinstalleerd om de weeen te timen, bij het begin en eind van een wee moet ik dat aangeven. Hij drukt dan op de spatiebalk en ik krijg mooie overzichten te zien van de weeen en hoe ze voorbij gaan.
Rond elf uur ga ik in bad zitten met de nieuwste Harry Potter. De weeen komen om de 5-10 minuten, nog vrij onregelmatig, en duren zo’n 30 seconden. Mijn man zoekt ondertussen op wanneer we de verloskundige moeten bellen: als de vliezen breken, bij bloedverlies of als de weeen al een uur om de 4-5 minuten komen en een minuut aanhouden.
Rond half twaalf beginnen de weeen echt om de 5 minuten te komen en krachtiger te worden. Maar ze duren nog altijd geen minuut, ongeveer 50 seconden. Om half 2 bellen we toch de verloskundige om te melden hoe het gaat. Ze sliep.
We krijgen de instructie om weer te bellen als de vliezen breken, of als ik bloed verlies, of als de weeen sterker worden en om de 3 minuten komen. Om half 4 bellen we weer omdat ze om de 3 minuten komen, en om 4 uur komt de verloskundige langs. Omdat ze wil kijken hoe ver de ontsluiting vordert moet ik even uit bad. De stand van zaken op dat moment: 5 à 6 cm. Ze vindt dat de weeen goed hun werk doen, zeker omdat ze zo kort duren. Naar verwachting zal de baby toch zeker die woensdag wel geboren worden. Mooi.
Ze gaat samen met mijn man na of we alles hebben voor de bevalling, zoekt nog een wat warmer pakje voor de baby (overslagtruitjes zijn toch wel handig) en legt dat klaar. We gaan allemaal uit van een thuisbevalling; het gaat gewoon goed. Ik heb ook geen problemen met de weeen. Het voelt niet prettig maar ze zijn goed op te vangen door 4 tellen in te ademen en 4 tellen uit te ademen. De verloskundige vertelt ons haar weer te bellen als de vliezen breken, bij bloedverlies of bij sterke persdrang. Er zijn gelukkig geen andere vrouwen aan het bevallen. Om half vijf vertrekt ze weer. Ik ga weer ’t bad in.
Vanaf zes uur begin ik met mijn man te overleggen of we haar echt niet eerder kunnen bellen. Het lijkt mij niet prettig als dat pas bij persdrang mag; met een beetje pech moet je dan een half uur persweeen ophouden tot ze er is en ik heb altijd begrepen dat dat een behoorlijk pijnlijke bedoening is. Bovendien had mijn moeder geen persweeen, en wie zegt dat ik ze dan wel krijg? Ik twijfel er behoorlijk aan.
De weeen komen steeds korter op elkaar en duren steeds langer. Tussen het begin zit nog wel 3 minuten, maar doordat ze nu 1,5-2 minuten aanhouden vind ik het minder prettig. Harry Potter lezen lukt allang niet meer, ik heb alle concentratie nodig om de weeen op te vangen.
Rond 7 uur krijg ik het gevoel naar het toilet te moeten. Helaas, dat mag ik niet, al weet ik zeker dat het geen persweeen zijn. We bellen dan toch de verloskundige. Ze heeft een vervelende mededeling: omdat er nog drie vrouwen aan het bevallen zijn moeten we naar het ziekenhuis komen. Dat valt behoorlijk tegen. De weeen komen nu om de 3 minuten en duren 2 minuten. In die minuut-durende pauzes tussendoor moet ik uit bad komen, aankleden, aanwijzingen geven wat er mee moet naar het ziekenhuis.. M’n man loopt rond om alles te verzamelen: fototoestel, kleertjes, spullen van mij.. Het duurt 20 minuten om mij klaar te krijgen en bij de auto te komen. Op weg naar de auto klamp ik me bij elke wee aan mijn man vast. Wat ben ik blij dat het nog zo vroeg is dat de winkels dicht zijn en we niet nagestaard worden (we wonen boven een winkelcentrum)! Tijdens het 10 minuten durende autoritje naar het ziekenhuis nemen de weeen netjes in activiteit af, zoals het hoort wanneer een bevallende vrouw gestresst raakt.
Al zit ik mezelf inwendig wel wat kwaad te maken dat hij niet door rood rijdt.
Rond half acht zijn we in het ziekenhuis aangekomen in de bevalkamer. De kraamverzorgster van het ziekenhuis stelt zich voor en laat zien hoe alles werkt. M’n man moet even weg om de auto te parkeren en rent heen en weer. Ik zit op het bed weeen op te vangen en wiebel wat met mijn benen om dat goed te doen. Moet een raar gezicht zijn.
Gelukkig komen de weeen wel weer op gang. Als ik wil kan ik ook douchen in de kamer, maar daar heb ik geen zin in. Ik heb al wel genoeg in bad gezeten die dag.
Om 8:20u komt de verloskundige een kijkje nemen: 9 cm ontsluiting. Als ik persdrang voel mag ik zachtjes meepersen. Ze prikt de vliezen door, ik voel het vruchtwater stromen en krijg dan een lading weeen zonder rustpauzes over me heen (gelukkig wel goed op te vangen, al waarschuwen ze me wel om vooral lang uit te ademen om zo hyperventilatie te voorkomen).
Volgens het verslag heb ik om 8:30 de eerste reflectoire perswee. Rond kwart voor negen begint het persen. Ik vind het even lastig om aan te voelen wanneer er echt een perswee aankomt, en om dan goed mee te werken. Ook kan ik maximaal 2 keer persen op een wee; normaal schijnt drie keer te zijn. Maar het hoofdje komt wel steeds verder naar beneden. Met een spiegel laten ze me zien hoe het gaat. De hartslag van de baby blijft prima.
Rond 10 uur haalt de verloskundige de schaar erbij. Ze spoort me aan extra goed mijn best te doen aangezien ze die anders zal moeten gebruiken. De persweeen zijn niet sterk en de pauzes tussendoor behoorlijk lang (in die pauzes geven mijn man en de kraamverzorgster me bekertjes water en natte washandjes), zodat ze misschien niet anders zal kunnen. Ik zie de schaar niet, mijn man wel en die vindt ’t geen leuk gezicht. Hij zit nog wel in de verpakking. Maar om 10 over 10 wordt Myrthe geboren. De navelstreng wordt direct van haar nek gewikkeld. Ze heeft op het laatste moment nog in het vruchtwater gepoept en dus wordt ze eerst uitgezogen. Omdat ik geen goede persweeen had en Myrthe er vooral op eigen kracht uit heb gekregen krijg ik direct een prik in mijn been om de placenta te halen. Ik hoor de aankondiging wel maar let meer op Myrthe: wat ziet ze er apart uit, is dit echt een kind van ons? En wat is ze ook lief, en mooi! Ze is alleen afgeveegd en ligt met de meconium-, bloed- en huidsmeervlekken bij mij op m’n buik.
Omdat de placenta niet komt moet ik van de verloskundige actief meepersen. Myrthe wordt weggepakt en gewogen en aangekleed. Ik doe m’n best maar de placenta komt niet. De verloskundige probeert aan de navelstreng mee te trekken maar ze vindt hem erg dun en hij scheurt, dus dat doet ze verder niet. Op mijn buik meeduwen helpt ook niet. Ik krijg een tweede prik en een katheter, maar nog altijd blijft de placenta zitten. De verloskundige wil met een gynaecoloog overleggen: het kan zijn dat ik word overgedragen. Ik vraag waarom ze niet proberen om Myrthe aan te leggen (zuigen van een baby wekt ook weeenactiviteit op bij de baarmoeder) maar daar is geen tijd meer voor. De verloskundige vertrekt op zoek naar een gynaecoloog. Samen met de kraamverzorgster leg ik Myrthe toch voor de eerste keer aan, ongeveer een uur naar haar geboorte. Ze pakt direct goed en de kraamverzorgster is enthousiast: wat een baby! Als de verloskundige terugkomt is die ook verbaasd over hoe goed Myrthe dat meteen al doet. Ik moet van het bed op een brancard worden geschoven, en Myrthe laat niet los.. Net een pitbull.
Met Myrthe aan de borst word ik over de gang richting gynaecoloog gereden. Daar proberen ze het eerst ook nog liever op natuurlijke wijze. Als dat niet zou lukken moet de placenta onder narcose worden verwijderd. Myrthe moet van de borst gehaald worden. De gynaecoloog trekt aan de navelstreng, er wordt weer op mijn buik geduwd en dan komt de placenta eruit! Een erg lelijk geval, maar gelukkig wel compleet. Het ruptuurtje dat ik heb opgelopen in plaats van een knip wordt dan door de verloskundige gehecht. Ondertussen belt mijn man de familie op om ze in te lichten, ongeveer twee uur na de geboorte.
Omdat ik ongeveer een liter bloed heb verloren moet ik nog een nacht in het ziekenhuis blijven. Myrthe ligt overdag in een wiegje naast me en ’s nachts op de babykamer. De opa’s en oma’s komen ’s avonds op bezoek en zijn ontzettend trots. De eerste foto’s van Myrthe worden op internet gezet voor de overige familieleden. Gelukkig mogen we de volgende dag weer naar huis, al is mijn hb erg laag (5.2) en moet ik wel staalpillen slikken en veel rusten. Maakt niet uit, ik ben toch liever thuis.
Oja, ik heb niet gemist dat ik geen zwangerschapscursus heb gevolgd, want bij mijn bevalling was puffen niet nodig. :-D De verloskundige zei dat ze het niet nodig vond om me dat voor te doen omdat ik zelf heel geconcentreerd alles opving. Als het wel nodig is kunnen ze je ter plekke nog leren hoe je moet puffen.
De pijn van de bevalling is me erg meegevallen. Borstvoeding geven is (in mijn geval) pijnlijker.