Zittend in een warme kamer in Volgograd, met live gitaarmuziek van Aleksej op
de achtergrond is het goed verhalen over de afgelopen week.
Aleksej
Nog voor aankomst in Kiev was al duidelijk dat het weer een grote spelbreker
zou zijn bij de tocht van Kharkov naar Astrakhan. Kiev ontving ons met een
aardig sneeuwbuitje. Voor Alex en Zef het teken om snel wat winterkleren te
kopen op de markt. Vooral Zef moest veel kopen. Hij was zelf wel goed aangekomen, maar zijn gagege hing nog ergens inde lucht. Pas de volgende dag kwam zijn fiets aan, van de rest van zijn bagage geen spoor.
Winters Kiev
Alex, Volodja en ik gingen dus maar met z’n drieen met de trein naar Kharkov om
daar onze tocht te beginnen. Zef zou later volgen. Na wat discussie en
bijbetalen mochten onze fietsen mee in de rein. In Kharkov werden we ontvangen
door twee esperantisten, die ons de weg uitlegden naar de woning van onze
clubgenoot Dima. Een flink half uur fietsen later kwamen we er aan. Overal lag
nog sneeuw tussen de flats. De namiddag brachten we door met de lokale
esperantoclub. Eindelijk kwam in de avond ook Aleksej aan, rechtstreeks uit
Moskou.
In de ochtend begint de tocht dan echt. Het is flink koud, lange broek en lange
onderbroek zijn nodig. Toch trekt het weer snel bij. In Tsjoegoejev breekt de zon door.
Op een speelterreintje bij een paar flats houden we de eerste pauze. Volodja
probeerde aan zijn Russische brander wat warmte te ontlokken, maar alles wat
hij krijgt zijn flinke steekvlammen. Na een half uurtje knoeien is dan toch
het theewater warm. Rustig aan verder, we hebben alle tijd om door te rijden.
In Vitsjnevaja belt Voldoja naar huis. Zijn vrouw verteld hem dat Zef net zijn
bagage heeft ontvangen, en vannacht afreist naar Slavjansk. Dit betekent dat we
niet hoeven te haasten om op tijd bij het stationnetje van Ivantsjoekovka te
zijn. Toch halen we het dorpje. De bossages vlak voor het dorp zijn onbruikbaar
om te kamperen, overal lag nog sneeuw. Even verderop zien we een redelijke kampeerplek. Niet teveel sneeuw, en niet teveel in het zicht. Hier slaan we maar de tenten op, het schemert al aardig en het wordt al knap koud.
Snel maken Voldoja en Aleksej het kampvuur aan, terwijl Alex en ik de
tenten opslaan. Het kampvuur is hard nodig, evenals de twee slaapzakken die ik
meegenomen heb. Halverwege de nacht moet ik er dringend uit. Ik heb daarna minimaal een half
uur nodig om weer op te warmen. Een jas over de slaapzak helpt me door de rest
van de nacht. Gelukkig zijn Volodja en Aleksej vroeg wakker zodat ik vanuit de
slaapzak direct naar een warm kampvuur kan. Niet al te vroeg breken we op, de
dagafstand voor vandaag is duidelijk minder dan die van morgen. De sneeuw
begint al te minderen, en het is ook al duidelijk minder koud. Toch ligt er al
genoeg om voor waswater niet terug te moeten naar het dorp, op een kampvuur
smelt sneeuw heel goed.
Na een lange pauze in Izjoem kunnen we eindelijk even
verderop de hoofdweg verlaten. Eindelijk verslost van het vele vrachtverkeer
dalen we af naar een groep meertjes. Op de meeste meertjes ligt nog ijs. Het
dal is mooi, rijdt zich goed. Nog voor zessen rijden we Slavjansk in. In
Slavjansk zullen we overnachten bij Pasja Korotenko, een bekend esperanto-
muzikant. Eerder mailde hij aan Volodja een gedetailleerde wegbeschrijving.
Hierin kwam ook de ‘ulitsa Mira’ (Vredesstraat) voor. Op een gegeven moment zie
ik in een buitenwijk van Slavjansk een bordje ‘ulitsa Mira’. We volgen direkt
de instructie’s en vragen wat rond. Toch duurt het nog erg lang voordat we in
de buurt komen. Hier blijkt nog een ‘ulitsa Mira’ te zijn. Een klein foutje
dus. Na meer dan een uur zoeken rijden we eindelijk de hobbelige modderweg op
naar het huis van Pasja. Nog voordat we de poort binnen zijn komt Zef ons al
tegemoet. Hij is op z’n gemak met de nachttrein aangekomen, en heeft al heel
Slavjansk gezien. Olga, Pasja’s moeder en de oma zijn thuis. Even later komt
ook Pasja thuis van zijn werk. Het is altijd goed om oude vrienden weer te
zien. Die avond brengen we door bij hen.
Tijd om de reisgenoten eens te introduceren. Zef, onze oudste, is 68 jaar oud.
Hij woont in Bretagne. De afgelopen drie zomers fietste hij rond de wereld,
waaronder twee keer door Siberie,o.a. tot Vladivostok. Aleksej en Alex zijn
allebei programmeurs. Alex woont in het Roergebied, en Aleksej in Niznij
Novgorod, zo’n 400km ten oosten van Moskou. Volodja, tenslotte, woont in Kiev.
Hij is vertaler van beroep. Ook tijdens de tocht vertaalt hij veel.
Zef met een journaliste uit Slavjansk
Voor de ochtend heeft Pasja een ontmoeting met de lokale pers geregeld. Twee
journalistes komen opdagen op de zaterdagochtend. Zij vragen honderduit. Een
ervan spreekt Frans, en interviewt vooral Zef. Voor hen is Zef erg interesant.
Na de interviews gaan we naar het internetcafe. Na een uurtje kom ik weer eens
buiten. Er staan wat lokale fietsers bij onze fietsen. Dus weer een lang
gesprek. Uiteindelijk weten we ons los te weken van Slavjansk en gaan we op
weg naar Lugansk. Over twee dagen, op zondagavond moeten we hier zijn. Vanaf
Slavjansk kunnen we eindelijk twee volle dagen over kleine wegen rijden. Het
landschap verandert ook direct. Van zwarte aarde naar zandgrond. Het lijkt af
en toe wel de Kempen. Zeker als we in Raigorodok onze eerste kolenmijn zien.
Kolenmijn in de Oost-Oekraïne
In Seversk slaan we eten in, een tiental kilometer verderop vinden we een goede
plek, goed beschut tegen de wind. De spagetti is zo gekookt. Net over de
horizon zien we een vlam. Enkele kilometers verder merken we de oorzaak van de
vlam. Op de kaart staat een groot wit vierkant. Het lijkt hier wel de DSM. Een
grote chemische fabriek. En vlak ernaast een grote mijn. Niet zo’n prettig
gezicht op de late middag. En het ruikt ook aardig naar chemische troep.
Gelukkig lukt het ons om de fabriek achter ons te laten voordat het donker
wordt. Bij het vallen van de avond halen we water in een dal verder. Het
putwater is hier echt goed. We kamperen bovenop een klein bultje, beschut door
wat bomen, bovenwinds van de fabriek. ‘s Nachts is de fabriek een mooi gezicht.
Die ochtend is de eerste keer dat ik met korte broek kan vertrekken. Toch een
veel prettiger gevoel. Via diverse dorpjes en stadjes bereiken we een
provinciale weg die ons naar Lugansk leidt. Hier is al een stevige noordenwind
te voelen. Veel gebeurt hier niet. Een overvliegende oude tweedekker, die even
later wat velden besproeit, is de enige afleiding. Ruim voor de avond valt
bereiken we Lugansk. De afdaling naar Lugansk is wat lastig. Hier is geen
sprake meer van kuilen in de weg, maar van beetjes weg tussen de kuilen door.
In het centrum is veel volk, een typisch zondagavondgevoel. Een plaatselijke
mountainbiker probeert ons wat te imponeren, maar dat valt voor hem toch vies
tegen. Vooral als hem duidelijk wordt dat de vrouwen in Lugans galantheid in het verkeer meer waarderen dan half mislukt stuntwerk. Na wat navragen vinden we het huis van Aleksandr Gisjenko. Hij heeft
zelfs een ander appartement voor ons geregeld waar we kunnen overnachten. De
eigenaars zijn dat weekend weg, wij hebben alle ruimte. In de avond heb ik per
e-mail contact met Roman uit Volgograd. Een minder positief bericht. Hij is
ziek en kan ons niet ontmoeten in Morozovsk op dinsdagavond.
Voor vertrek de volgende ochtend bereiden we de grenspassage voor. Een
eensluidend verhaal met een goede reden waarom we naar Rusland willen wordt
bedacht. Alex zijn visum is al verlopen. Hij blijkt alleen dollars in de vorm
van travellers cheques te hebben. Niet zo handig als je grensbeambten moet
omkopen. Dus worden hem wat dollarbiljetten toegeschoven. Maar eerst moeten we
nog naar de grens fietsen. De wind is inmiddels flink sterker geworden. We
hebben er behoorlijk last van. Niet de eerste kilometers, met wind in de rug,
maar wel verderop, als we in oostelijke richting verder fietsen. In Krasnodon
eten we vlakbij het oorlogsmonument. Een man spreekt ons aan. Hij blijkt de
loco-burgemeester te zijn. Na het tappen van de nieuwste grappen over de
Oekrainse president Koetsjma gaat hij door naar een vergadering, terwijl wij
weer de fiets nemen.
Loco-burgemeester van Krasnodon.
Niet veel later bereiken we de grens. De Oekrainse controle is in drievoud. De
eerste grenswacht bekijkt geen enkel visum. Post nummer 2 is de douanecontrole.
Zij doen moeilijk omdat Alex en ik geen ‘deklaratsia’ aan de grens hebben
gekregen. Vorige keer kreeg ik die ook al niet, toen was het geen enkel
probleem. We moeten opgeven hoeveel geld we bij ons hebben. Dat is duidelijk te
weinig om moeilijk te doen. De 3e beambte is serieuzer in zijn werk. Hij
ontdekt onmiddelijk de fout in het visum van Alex. Hij vraagt Aleksej om mee te
gaan en verdwijnt met alle paspoorten in zijn kantoortje. Na een tijdje komt
Aleksej terug. Het blijkt dat de grenswacht, na eerst moeilijk te hebben
gedaan, de ‘fout’ wil corrigeren a raison van 10 dollar. Alex geeft het bedrag
aan Aleksej, en niet veel later hebben we de paspoorten weer in handen en zijn
de Oekraine uit.
De Russische grenscontrole is een honderdtal meter verder. Afgelopen november
zijn de regels veranderd. Het is nu onduidelijk hoe makkelijk/moeilijk het zal
gaan. Al snel blijkt dat ik de regels beter ken dan de grenswachten. Steeds
weer moet ik vragen om bepaalde documenten te krijgen, en dan nog eens om ze
correct gestempeld te hebben. Geen enkel serieus probleem dus. Toch duurt alles
samen dik 2 uur; uur. Samen met de forse noordoostenwind betekent dit dat we het
doel voor vandaag, Kamenetsk niet halen. Kort na de grens is er een
politiecontrolepost. We worden aan de kant gezet. Alle paspoorten worden
nogmaals geconroleerd. Zo grondig ben ik nog nooit gecontroleerd in Rusland. En
zelfs Zef moest de hele weg naar Vladivostok nooit zijn pas laten zien aan de
politie. In Goendorovskij wordt het al wat donker. We kopen in voor het
avondeten en bewonderen de kerk.
Kerk van Goendorovskij
Al snel trekken we de aandacht van de halve
dorpsbevolking. We rijden het dorp uit en zien even later een bossage rechts
van de weg, gelukkig ook wat lager dan het omliggende land. Toch waait de wind
behoorlijk, direct onder de buitentent door. De dubbele slaapzak komt weer van
pas. De kou begint terug te komen, de winterspullen kan ik weer uit de tas
halen.
Al snel wordt het de volgende dag duidelijk dat we Morozovsk niet zullen halen.
De wind is nog sterker geworden, en staat nu pal oost. In Kamenetsk verliezen
we meer dan een uur met het zoeken naar een niet bestaande weg. Via de autoweg
naar Rostov a/d Don rijden we verder. Gisteren hadden we hier nog rugwind
gehad, nu waait de wind hard van opzij. Dit is zelfs voor Nederlandse begrippen
een echt harde wind. Direkt na de kruising met de weg naar Volgograd eten we
nogmaals. Volodja valt bijna direct in slaap. Met moeite bereiken we Belaja
Kalitva, halverwege Morozovsk. Volgens de kaart moet langs een zijriviertje wat
bos zijn. Na wat zoeken en het stadje bewonderen ontdekken we dat dit geen bos,
maar een Datsjakolonie is. Dan maar weer terug richting grote weg. Vlak voor de
grote weg zien we een bossage. Genoeg plek om te kamperen hier, maar niet echt
afgelegen. Dat blijkt al snel. Terwijl Alex en Aleksej het kamvuur nog aan het
verzorgen zijn, en nog niet alle tenten staan, komt er al een auto aangereden.
De auto stopt en twee agenten stappen uit. Ze vragen wat we doen. Na de belofte
van Aleksej dat we morgenvroeg weer weggaan stappen ze weer in met een blik
van ‘rare jongens die fietsers’. Voor de rest van de nacht hebben we geen
bezoek.
We proberen de volgende ochtend vroeg op te breken. Zef had gisteren wat moeite
om het tempo te volgen. Hij besluit om wat vroeger te vertrekken. Direkt nadat
we de grote weg bereiken is er weer een politiepost. En weer worden we
aangehouden en gecontroleerd. We hebben moeite om ons staande te houden, zo
hard waait de wind. En weer is de wind gedraaid, hij staat nu zuidoost. We
hebben hem dus pal in de flank. De volgende kilometers moet ik hard werken om
de fiets in het spoor te houden. Een enkele keer wordt ik zelfs de andere
weghelft opgeblazen. Na 14km stop ik en stel voor niet meer verder te fieten.
Dit is echt te gevaarlijk geworden. De anderen zijn het direkt met me eens.
Volgograd is per fiets niet op tijd bereikbaar, er resten nog 287km. We moeten
er tenslotte op vrijdag al zijn om de visa te kunnen registreren, en nu is het
woensdagmiddag. Nog geen kwartier later staan we te liften. Met z’n vieren gaat
dit niet echt goed. Een uurtje later rijden Aleksej en ik een kilometer verder,
en liften vanaf daar. In korte tijd hebben we een lift te pakken. Een
winkeleigenaar uit Morozovsk komt net terug van het inkopen in Rostov. Hij
heeft plaats in zijn busje en zin in een gesprek. Al snel komen we in Morozovsk
aan waar hij ons afzet op het centrale plein, tussen stadhuis en ‘Dom
Kulturni’. Allereerst kopen we wat te eten en keren terug naar het plein om wat
te eten. Hier hebben we ook afgesproken, ieder heel uur tot 10 minuten over het
uur. Niemand verschijnt. We vragen waar een internetcentrum is en gaan op zoek.
Het opgegeven adres heeft wel computers, maar geen netverbinding. Op de markt
moet wel een internetcafe zijn. Daar komen we net vandaan. Vlakbij de markt
zien we plotseling de anderen. Zij doen ook net boodschappen. Dus maar nog een
keer eten. Daarna de treintijden bekeken en weer terug naar het ‘Dom Kulturni’.
Zef is hier drie jaar geleden al eens geweest. Hij wil graag kijken of degenen
die hij toen ontmoette er nog werken. De directrice van toen zit inmiddels met
een kleine baby thuis. Om de tijd nuttig door te brengen bezoeken we uitgebreid
het internetcafe. Daarna door naar het station. Het blijkt dat de ochtendtrein
van 10u40 de hele dag nodig heeft om in Volgograd te komen. De trein van 2u40
heeft slaapwagons. Dat is de betere optie. We rijden het stadje uit en stoppen
bij de eerste bossage. Snel eten koken op een kampvuur. Zef en Volodja zetten
hun tenten op. Zef besluit toch maar de hele nacht te slapen en de volgende
ochtend verder te liften. De rest wil met de trein. Het lukt nog om 2 uurtjes
te slapen voordat we weer de fietsen opladen om naar het station te fietsen.
Daar aangekomen blijkt dat er geen kaartjes aan het loket te krijgen zijn.
Voordat de plaatselijke diender erg lastig begint te worden (hij wil alweer de
paspoorten zien), gaan we al naar het goede perron. Er worden al snel drie
wagons neergezet, duidelijk 4e klas, maar er valt te slapen. We laden alles de
trein in. Op verzoek van de conductrice gaan we naar de laatste wagon. Nog
voordat we fietsen en bagage goed opgeborgen hebben komt er nog een andere
conductrice. Ze beginnen moeilijk te doen. Maar Aleksej heeft de relevante
delen van het Russische spoorwegreglement van het internet geprint. Dat is een
doorslaggevend argument. We mogen blijven, en hoeven zelfs niet bij te bepalen.
Direct zoek ik een plek om te slapen. Er zijn twee slaapniveau’s. Op de hoogste plank rol ik
mijn slaapzak uit. Volodja slaapt beneden in een ander gedeelte van de wagon.
Niet zo verstandig, vanaf 6 uur wordt het vol in de trein en kan hij niet meer
liggen. Ik slaap rustig door tot 8 uur. Om 9 uur zijn we in Volgograd. Aleksej
heeft al in de avond naar Roman ge-SMS’t hoe laat we aan zullen komen. We zijn
echter vroeger. Na wat op en neer SMS-en vindt Roman ons. Hij is op de fiets en
leidt ons naar zijn woning. Hij woont er samen met zijn oma. Oma is erg blij
wat nieuwe gezichten te zien en vraagt ons honderd-uit. Vanuit haar luie stoel bekijkt ze met een glimlach de chaos die we veroorzaken. Later hoor ik dat zij niet aleen lerares was, maar ook in haar jeugd gevochten heeft in de slag om Stalingrad (de oude naam van Volgograd). De hele middag bezichtigen we de stad. Veel oud moois is er niet meer. Tijdens de slagom Stalingrad is de hele stad kapotgeschoten. Wel zijn er veel monumenten, het grote monument Mamajev Koegan in een buitenwijk is erg indrukwekkend.
Mamajev Kugan
We zijn net terug als Zef
aanbelt. Hij heeft uiteindelijk toch de ochtendtrein genomen.
Het weekend is al druk bezet. Op vrijdag is het tijd om de paspoorten te registreren, en treinkaartjes te kopen
voor de terugweg. Op zaterdag een 200km BRM voor Zef, Aleksej en ik. En dan op
zondag het ‘lingva festivalo’, een talenfestival georganiseerd door de
esperantoclub van Volgograd. We zullen er moeten optreden als eregasten.
Hopelijk houdt het weer zich aan de weersverwachting. Vanaf maandag moet er
noordenwind zijn, net op tijd voor de laatste vier dagen, pal zuid naar
Astrakhan.
wordt vervolgd