Echte BOSSCHENAAR en geweldige mens!Arthur Hoyer heeft na zijn profcarrière snackbar de Dageraad in Den
Bosch overgenomen van zijn schoonouders.
Patat is de rode draad in het leven van Arthur Hoyer (66). Als voetballer zat hij in een ’chasse patate’. Hij was net niet goed genoeg om aan te sluiten bij de absolute top. Maar voor het werk bij de kleinere clubs had hij eigenlijk weer te veel klasse.
Een paar jaar nadat hij wegens knieklachten moest stoppen, nam hij de cafetaria van zijn schoonouders over. Al meer dan vijftig jaar is De Dageraad het kloppend hart van de Graafse wijk, een volkswijk in Den Bosch. Hoyer is al bijna dertig jaar eigenaar. Het is de compensatie voor het afketsen van een transfer naar Sporting Lissabon.
Geen toptransfer, wel een cafetaria. Hoe valt dat met elkaar te rijmen?
Arthur Hoyer: ,,Bij Fortuna Sittard kreeg ik een telefoontje dat Sporting Lissabon interesse had. Ik stond na Marco van Basten en Peter Houtman derde op de topscorerslijst, terwijl ik niet eens spits was. Dan kun je overal naartoe. Ik zag laatst bij Studio Voetbal dat er pakken geld geteld werden toen ze het over een transfer van mij naar Lissabon hadden. Zo is het niet gegaan.”
Hoe ging het dan wel?
,,Over geld is nooit gesproken. De man die me belde wist dat ik nogal aan Den
Bosch verknocht was. Hij vertelde dat er tickets waren om een keer per maand terug te vliegen. Mijn vrouw haakte meteen af toen het over een verhuizing naar Portugal ging. Ik zei dat we dan wel ooit de cafetaria van haar ouders moesten overnemen. Er moest brood op de plank komen. Zij stemde daarmee in. Daarom zit ik nu hier.”
Ondanks je Indonesisch bloed voel je je thuis in Den Bosch. Ook nu kom je met Bossche bollen aan.
,,Ik ging alleen naar clubs als ik op en neer kon rijden. Om die reden bedankte ik voor Kortrijk. Dat was net te ver. Ik heb wel een paar jaar bij Fortuna Sittard gespeeld. Daar was ik een van de weinige fullprofs. Dat betekende twee keer trainen per dag, om negen uur en om vijf uur. Tussendoor reed ik terug naar Den Bosch. Ik werd door mijn medespelers voor gek verklaard en overal uitgenodigd. Maar ik zei: ’ik ga naar huis. Mijn schoonvader heeft zulke lekkere kroketten’.”
Een cafetaria runnen en kroketten eten. Dat past niet meer in het beeld van het huidige profvoetbal.
,,Wij hadden nog geen diëtisten. Er werd wel eens vet gemeten. Daar bleef het bij. Er zijn wel meer voetballers na hun loopbaan met een cafetaria begonnen. Ruud Krol en Adrie van Kraay bijvoorbeeld. Veel spelers zijn er snel mee gestopt. Dat ben ik voorlopig niet van plan.”
Als voetballer was je al zo’n volhouder. Je groeide uit tot een aanvallende middenvelder die het verdedigende werk niet schuwde.
,,In het begin van mijn carrière wilde Kees Rijvers bij PSV een back of laatste man van mij maken. Daar voelde ik niet veel voor. Als aanvallende middenvelder kon ik mijn energie kwijt. Louis van Gaal klaagde als hij tegen mij moest spelen. ’Loop toch niet zoveel, man’, zei hij dan.”
Bij PSV beleefde je meteen een topperiode. Je hoorde tot de groep die Barcelona uitschakelde en in de dubbele finale tegen Bastia de UEFA Cup won.
,,Ik maakte vanaf de bank mee hoe Nick Deacy PSV in Camp Nou naar de finale schoot. Ik had er niet zo’n groot aandeel in, maar het winnen van het Barcelona van Cruijff en Neeskens was een absoluut hoogtepunt. Met Van der Kuijlen, Edström, Lubse, Poortvliet en Van Beveren hadden we een geweldige groep. En Huub Stevens, een geweldige vent. Die zei toen ik voor het eerst de kleedkamer binnenstapte: ’kom maar naast me zitten. Dan doen ze je niets’.”
In jouw periode bij Willem II was er sprake van een dubbele boekhouding. Aan de contracten waren briefjes geniet met wat er naast het reguliere salaris nog betaald moest worden.
,,Ik ben niet zo van de centen, maar ik had bij Willem II een goed contract. Ik heb er vier jaar gespeeld. In het eerste jaar werd ik gehuurd van PSV. Ik moest hetzelfde bedrag hebben. Dat is altijd zo gebleven. Alleen de premies zijn aangepast. Bij PSV kregen we 800 gulden voor een gelijkspel en 1600 gulden voor een overwinning. Zo ver was het bij Willem II nog niet. Met de FIOD heb ik nooit te maken gehad.”
Met Fortuna Sittard haalde je de subtop en speelde je Europees voetbal.
,,We voetbalden tegen Wisla Krakow. Ik herinner me dat de landingsbaan in Polen te kort was en dat we in het prikkeldraad eindigden. Daar was ik meer mee bezig dan met de wedstrijd.”
In het team met Frans Thijssen deed je het zo goed dat er voortdurend interesse was. Hoe ging Fortuna daar mee om?
,,Ik wilde na een wedstrijd naar huis rijden. De voorzitter trok het portier open en kwam naast me zitten. Hij zei: ’we willen je contract openbreken’. Ik vond het prima. Dan was ik van het gezeur af.”
Bij FC Den
Bosch kwam er abrupt een einde aan je loopbaan.
,,Ik speelde de bal te ver voor me uit en kwam in botsing met André Wasiman. Ik scheurde alles in mijn knie. Ik heb uit mijn carrière gehaald wat ik er uit wilde halen. Natuurlijk knelde het dat ik bij PSV minder kans kreeg. In een interview in de Rits hebben ze me in de mond gelegd dat Rijvers discrimineerde. Ik heb er nog steeds spijt van dat ik me daarvoor liet gebruiken. Rijvers was een toptrainer en een heel lieve man.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !