01: Hamar (een arreslee (ar) met een ham)
02: Belgie (een gier met een bel, -r)
03: Finland (F in rand, r=l)
04: Roemenie (roe en menie)
05: Minsk (min o sok, de o weghalen)
06: Boekarest (boek arrest)
07: Skopje (s kopje)
08: Bazel
09: Berlijn (Ober lijn, -o)
10: Hongarije (Hoog a, rij e, o=n)
11: Napels (na P l's (els))
12: Helsinki (links in hei, de s in links van 5 naar 2, dus lsink, he-lsink-i)
13: Spanje (een span van je, span=tweetal)
14: Lissabon (miss, ambon, m=l, -m)
15: Antwerpen (want werpen, -w)
16: Rusland (RU (Rijksunivestiteit), stand, t=l)
17: Dublin (dubbel in, -be)
18: Engeland (hengel, hand, -h's (haas))
19: Amsterdam (hamsterdam -h)
20: Polen (+ en - zijn polen van elkaar op bijv een batterij)
21: Milaan (Milka N, k=a)
22: Hammerfest (jammer, test, j=h, t=f)
23: Rome (rode, d=m)
24: Malta (Pieper, Malta is een soort aardappel)
25: Stavanger (sla vanger, list: l=t)
26: Geneve (genever, zonder de r)
27: Oekraine (hoek r, m in h (min h), a in e)
28: Beglrado (belg radio)
29:
Utrecht
30: Parijs (Patrijs, -t)
31: Londen (L onder, r=n)
32: Servie (op s lag, opslag=service, -100 = -c)
33: Bonn (binnen, min en (plus = en), i=o)
34: Noorwegen (NS = Spoorwegen, SP=N)
35: Monaco (MO na CO)
36: Oslo (Os (soort rund), LO = Lager Onderwijs)
37: Brussel (blusser, r en l omdraaien)
38: Madrid (mid r, mid -m, i=a)
39: Slovenie (S boven IE, B=L)
40: Venetie (vee, 'niet' door elkaar, ve-neti-e)