quote:
Ex-prof Patrick Evenepoel over zoon en fenomeen Remco: “Op zijn 12de gingen we samen fietsen. Hij demarreerde op de eerste col”
De tijdrit is al binnen en vandaag (start om 14u40, aankomst voorzien om 18u15) kan de 18-jarige Remco Evenepoel ook nog wereldkampioen worden op de weg. Hij is – uiteraard – de grote favoriet. Voor vader Patrick Evenepoel zijn het wonderlijke dagen. Zelf miste hij een grote carrière, voor zijn zoon ligt die wel in het verschiet. “Die jongen is gewoon niet zot te krijgen.”
Patrick Evenepoel, 50 en begin jaren negentig profrenner bij Collstrop, volgde de tijdrit gisteren in Fritzens, vlak onder de top van de lange klim op het parcours. Hij vertelt over zijn zoon tussen de bergtoppen, in een stralende zon. Op de achtergrond luiden de koebellen. Er is ook een dj die bij het begin van het interview – echt waar – het perfecte plaatje speelt: Queen, Bicycle Race.
Zo is het begonnen: “Het was een vrijdag”, zegt Patrick. “Ik kwam thuis en mijn fiets was weg. Vervelend, want op zaterdag ga ik altijd fietsen met mijn maten. Plots ging de poort open en kwam Remco aangereden. Hij toonde zijn Garmin: 120 kilometer, 34 per uur gemiddeld. Daarna begon hij te wenen. Pa, ik wil beginnen koersen. Dat kwam voor ons toch als een shock. Remco was op dat moment nog voetballer bij KV Mechelen, uitgeleend door Anderlecht. Hij had altijd op een hoog niveau gespeeld, maar we zagen wel dat hij in de voetbalwereld niet meer gelukkig was. Bij Anderlecht moest hij plots op de bank zitten. Een raar verhaal, de echte reden kennen we nog altijd niet. Maar ik had er geen probleem mee dat hij stopte. Het is zoals mijn vrouw Agna het zei: Allemaal eender, zolang ons kind maar weer gelukkig wordt.”
“Ik wist dat Remco aanleg had om te fietsen, voor alle duursporten. Op school won hij alle loopwedstrijden. Van het eerste leerjaar tot het zesde middelbaar. Hij was ook letterlijk nooit moe. Als Remco neerlag, was hij ziek. (lacht) Samen met vrienden gingen we elk jaar in juli mountainbiken rond het Gardameer. Op zijn twaalfde wilde Remco graag een keer mee. Ik regelde een fiets voor hem en bij de eerste col demarreerde hij meteen weg, op zijn sportschoenen. Terwijl we toch een groep getrainde wielertoeristen waren. Toen al zijn we daar onder elkaar over gaan praten. Wat als die ooit gaat koersen?”
“Remco behaalde natuurlijk meteen uitzonderlijke resultaten, maar eentje springt er voor mij uit. Neen, niet de wegrit op het EK. Wel de Ster van Zuid-Limburg. Daar is iets gebeurd wat voor mij heel veel betekenis heeft. Er was een grote valpartij in het peloton. Remco is tegen de gevel van een huis gekatapulteerd tegen 60 kilometer per uur. Mijn vrouw is naar hem toegelopen en drie minuten lang lag hij in foetushouding in haar armen. Zonder te bewegen. Er kwam een dokter bij, de ambulance werd opgeroepen. Maar plots sprong Remco wakker: Waar is mijn fiets? Geschaafd van kop tot teen heeft hij de race nog uitgereden.
En de dag daarna de rit gewonnen met vier minuten voorsprong.”
“Remco vraagt vaak naar mijn verleden als renner. Dan zeg ik het zoals het was. Het was een moeilijke periode (het epo-tijdperk, nvdr.). Ik wist ook waar je die producten kon krijgen, maar ik heb het nooit gedaan. Ik was een coureur die zijn plan kon trekken, geen topper. Ik reed aan een bescheiden loon. Als ik die producten al had willen nemen, dan kon ik ze niet eens betalen. (lacht) Vandaag is het heel goed dat ik daar nooit in betrokken ben geraakt. Voor Remco blijkt dat nu een heel belangrijke beslissing te zijn geweest. Je ziet nu dat het veel zuiverder is geworden. Jonge renners kunnen in het profpeloton snel hun mannetje staan. Wanneer ploegen vroeger informeerden naar een jonge renner, was de vraag: Wat neem jij? Nu gaan de vragen over training, over begeleiding, over voeding.”
Voeten op de grond
“Remco is nu wereldkampioen bij de junioren. Dat is een basis, niks meer. Het geeft geen enkele garantie op een profcarrière. Hij heeft zeker meer talent dan ik had, hij zal meer dan waarschijnlijk een groter palmares bij elkaar rijden dan ik, maar niks is zeker. Hij wordt volgend jaar prof bij Quick Step en dat heeft alles te maken met de figuur Patrick Lefevere. Samen met mijn vrouw Agna hebben we een drietal gesprekken met hem gehad, zonder Remco. Dat ging niet over geld, niet over bedragen. Gewoon: Wat is het beste voor Remco? Patrick was oprecht met hem begaan. Je voelde dat. Hij heeft beloofd dat hij voor hem gaat zorgen alsof het zijn eigen zoon is.”
“Het is onze taak om ervoor te zorgen dat thuis alles goed zit. Om hem met beide voeten op de grond te houden. Moeilijk is dat niet, hij heeft dat van nature. Er zijn wat verhalen geweest… Op televisie vertelde Remco dat hij de waardes haalt van Chris Froome. Dat is niet goed overgekomen. Het klopt wat hij zegt – die testen liegen niet –, maar hij kan dat beter niet vertellen. Natuurlijk, wie Remco echt kent, weet dat hij dat zo niet bedoelt. Hij is een joviale, eenvoudige gast. Natuurlijk zijn we trots. Omdat hij het zo goed doet in het wielrennen, maar ook om wie hij is. Sterk in zijn hoofd, gewoon niet zot te krijgen. Als ik dan zie dat hij na zijn tijdrittitel meteen de ouders van Igor Decraene omhelst, dan doet dat plezier. Toen heb ik toch gedacht: Chapeau jongen, dat heb je goed gedaan.”