Ik zou pleiten voor HMS Zwart Jan omdat die naam alles heeft wat hij moet hebben: historie, politiek correct en het is een held. Hieronder mijn onderbouwing.
Zwart Jan of Zwarte Jan was een smid in Rotterdam. Zwart Jan werd vermoedelijk Zwart Jan of Zwarte Jan genoemd omdat hij onder de roetvegen zat als smid. Hij was dus de eerste roetveegpiet van het land. Zwart Jan was ook een zuiplap, herrieschopper en een beer van een vent met enorme spieren. Toen in de 80 jarige oorlog de spanjaarden de oostpoort van Rotterdam naderden hebben de Rotterdammers de spanjaarden buiten gelaten en het op een zuipen gezet. Vervolgens is men met hun dronken koppen onder leiding van Zwarte Jan naar zijn smidse gegaan waar hij wapens heeft uitgedeeld en hebben ze met hun zatte kop verbazingwekkend lang weerstand geboden aan de Spanjaarden. Later is Zwart Jan, die zoals het helden betaamd voorop ging in de strijd, alsnog gesneuveld.
Zwarte Jan staat voor multiculturaliteit, heldendom, politiek correctheid en voor lekker zuipen en knokken met elkaar. Wat mij betreft is HMS Zwart(e) Jan de beste naam die dit schip kan krijgen.
quote:
p 7 april 1572 arriveerde er een Spaans leger onder leiding van gouverneur Bossu, dat door Rotterdam richting Delfshaven wilde optrekken om daar de Geuzen te grazen te nemen. Dezelfde Geuzen die een week eerder op 1 april Den Briel hadden ingenomen. De eigenwijze Rotterdammers zagen dit helemaal niet zitten, bovendien was de dag erna een feestdag en iedereen wilde hier lekker van genieten (ja toch!). De Spanjaarden moest de nacht maar buiten de stadspoorten doorbrengen, terwijl de bevolking van Rotterdam nog een neut nam.
De Spanjaarden (nou ja, ‘Spanjaarden’… het waren vooral soldaten uit Vlaanderen, Bourgondië, Duitsland en Italië maar goed, dat klinkt minder leuk) stonden op 8 april dus nog steeds buiten bij de Oostpoort, een stadspoort in het oosten van de stad (joh) die stond waar nu het Oostplein is, terwijl de Rotterdamse bevolking een goed feestje aan het vieren was. ’s Nachts probeerden het leger nog de poort te forceren, maar de (dronken) bevolking hield stand. Na lang overleg werd de volgende ochtend, op 9 april, besloten om het leger in kleine groepjes door de stad te laten trekken.
En daar ging het dus fout. Meteen stormde het Spaanse leger door de poort en vielen er in de gevechten zo’n veertig doden en gewonden onder de Rotterdamse burgers. Onder de Rotterdammers die daarbij worden vermoord, bevonden zich de stadsbestuurder Jan Jacobsz. Roos en de smid ‘Swart Jan’, die als eerste sneuvelde bij de Oostpoort.
Jan zou volgens de verhalen een flinke kerel zijn geweest (hallo, hij was een smid, dus spierballen had ‘ie!) die vlakbij de Oostpoort zijn smederij had en de mensen van wapens voorzag. Hij had een belangrijk aandeel in het tegenhouden van de Spanjaarden in de dagen voor 9 april. Waarschijnlijk werd hij ‘swart’ genoemd omdat hij onder de roetvegen zat. Of misschien had ‘ie wel zwart haar? We zullen het nooit weten. Wat we wel weten is dat hij voorop in de strijd ging, en zo dus ook het eerste slachtoffer was van de Spaanse terreur. Volgens de overlevering werd hij zelfs eigenhandig vermoord door gouverneur Bossu.