abonnement bol.com Unibet Coolblue
pi_180695736
Etappe 16: Carcassonne - Bagnères-de-Luchon, 218 km

De tweede week van de Tour was er vooral een voor de vluchters. Na een gecontroleerde eerste week kregen de renners in de rit naar Le Grand-Bornand wat meer vrijheid. Julian Alaphilippe wist het beste van deze vrijheid te profiteren. Hij reed weg van zijn vluchtgenoten en onder meer dankzij een paar goede afdalingen pakte hij zijn eerste ritzege in de Tour, bovendien nam hij de bollentrui over. Tussen de klassementsrenners gebeurde er weinig, alleen een aantal jongens die waren gevallen onderweg naar Roubaix verloren tijd. Ook de bergrit naar La Rosière leek lange tijd een prooi voor de vluchters. Mikel Nieve was de sterkste in de kopgroep, maar werd in de slotkilometer overvleugeld door Klimmer Thomas. Hij liet ploeggenoot Froome en renners als Dumoulin en Quintana achter zich, waardoor hij de rit pakte en ook meteen het geel mocht aantrekken. De zwaarte van het parcours in combinatie met z'n hitte begon voor veel renners zijn tol te eisen, zo ontplofte Adam Yates bijvoorbeeld. Marcel Kittel en Mark Cavendish kregen het dan weer niet voor elkaar om op tijd binnen te komen. De derde rit in de Alpen leek even de mooiste rit van allemaal te worden. Steven Kruijswijk had wat tijd verloren op de aankomst bergop in La Rosière en besloot mee te springen met de vroege vlucht. Op de Col de la Croix de Fer reed hij weg van deze kopgroep en met een voorsprong van zes minuten op de groep der favorieten kwam hij over de top van de klim. Na een afdaling en een stuk door de vallei had hij nog vier minuten over aan de voet van de Alpe d'Huez. Even leek hij een epische solo van 70 kilometer succesvol te kunnen afronden, maar hij kwam zichzelf een klein beetje tegen op de Nederlandse berg. Chris Froome haalde hem bij op 3,5 kilometer van de streep, maar won de rit niet. De winst ging opnieuw naar Klimmer Thomas, die in de sprint Dumoulin en Bardet te snel af was. Twee ritwinsten achter elkaar en een voorsprong van 1:39 op Froome, de zaken zien er steeds beter uit voor Thomas. Al gaat het in de Pyreneeën geheid nog gedoe opleveren binnen Team Sky. De resterende dagen van de tweede week was er in ieder geval weinig gedoe. Sprinters als Groenewegen, Gaviria en Greipel wisten de top van de Alpe d'Huez niet te bereiken, terwijl de immer aan de auto hangende Arnaud Demare dat wel voor elkaar kreeg. Hij zette een dag later in de rit naar Valence zijn ploeg op kop om een massasprint te bewerkstellingen, maar in die sprint werd hij gelukkig pas derde, achter Sagan en Kristoff. Derde ritwinst voor Sagan, aangezien bijna alle andere sprinters ondertussen verdwenen zijn zou hij nog wel eens op vier of vijf kunnen eindigen. In de ritten van zaterdag en zondag deed hij al een poging om die getallen te halen, maar dat slaagde net niet. In de rit naar Mende werd hij vierde, na een goed ingedeelde slotklim. Jasper Stuyven leek die dag lang op weg naar de overwinning, maar na een vrij lange solo kwam hij zichzelf een beetje tegen op de steile stroken van de Montée Jalabert. De altijd goedlachse en sympathieke Omar Fraile snelde hem voorbij en pakte zo de eerste zege voor Astana tijdens deze Tour. Op zondag volgde de tweede overwinning voor Astana, na een sterke prestatie van de Denen Valgren en Cort. Op de beklimming van de Pic de Nore wisten beide Denen verrassend ver vooraan te blijven. In de afdaling en het vlakke stuk richting Carcassonne kwam er daarna een groepje van acht man samen, waar een tactisch spelletje begon. Dat tactische spelletje werd uitstekende gespeeld door Astana. Bij iedere aanval was er wel een mannetje van Astana mee en vooral Cort bleek over bijzonder goede benen te beschikken. Toen Mollema aanviel zat Cort meteen op het wiel en even later wist ook Ion Izagirre nog aan te sluiten. Met z'n drieën reden ze naar de finish, terwijl Cort de situatie steeds onder controle had. Izagirre deed nog een late poging om weg te rijden, maar hij kreeg geen centimeter ruimte. De snelle Deen kon het vervolgens makkelijk afmaken in de sprint. Tussen de favorieten gebeurde er vrij weinig. Tijdens de rit naar Mende wist Primoz Roglic wel een beetje weg te rijden van Team Sky en Dumoulin, maar veel leverde het niet op. In Carcassonne gebeurde er helemaal niets. Dan Martin kwam nog met een kansloze aanval, verder hield iedereen zich koest. Het enige wat we verder zagen gebeuren was dat de racistische appelboer Moscon zijn handen weer eens niet thuis kon houden. Van dat ellendige hoopje mens zijn we gelukkig verlost de rest van deze Tour.

Tijdens de derde en laatste week van de Tour moet er dus nog een boel gebeuren. Het podium wordt op dit moment gevuld door Thomas, Froome en Dumoulin, terwijl Roglic vierde staat. Froome zal alsnog willen winnen, maar dan moet hij wel behoorlijk veel tijd pakken op Thomas. Zonder een monumentale inzinking lijkt de overwinning voor Thomas eigenlijk zo goed als zeker te zijn. Maar we hebben tijdens de Giro kunnen zien dat monumentale inzinkingen bestaan en dat miraculeuze verbeteringen ook mogelijk zijn. We duiken tijdens deze derde week de Pyreneeën in en beginnen met een lange rit richting Bagnères-de-Luchon. Vervolgens krijgen we te maken met de lachwekkend korte rit naar Saint-Lary-Soulan. 65 kilometer, een afstand voor junioren. Zou wel spektakel moeten opleveren, daar hopen mensen althans op. Als dat niet zo is kunnen we daags na die rit in ieder geval genieten van de rit naar Pau. En met genieten bedoel ik dan je tv uit het raam flikkeren. Wéér naar het onvermijdelijke Pau, ik krijg er een sik van. Daarna krijgen we nog een matige rit in de Pyreneeën met de verkeerde kant van de Aubisque en de Tourmalet op meer dan 100 kilometer van het eind. Vervolgens mogen we dan wel weer naar het mooiste stukje Frankrijk: het Franse Baskenland. Daar werken we een tijdrit af met de schamele lengte van 31 kilometer. De laatste kans voor de renners om nog wat tijdswinst te pakken, want vervolgens gaan we naar Parijs en is het feest weer voorbij.




De derde week start op bekend terrein. We zijn nog steeds in Carcassonne, de stad met de versierde citadel. Daar hebben we al uitgebreid van kunnen genieten, al viel de moderne kunst niet bij iedereen in de smaak. Ter ere van het feit dat de citadel al 20 jaar op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat werd er aan de Zwitserse prutser Felice Varini gevraagd om het geheel wat op te leuken. Hij kwam met wat gele aluminiumstrips op de proppen waarmee hij cirkels wilde gaan vormen, om een soort van optisch bedrog te creeëren. Cirkels in het water en alles. Als het de bedoeling was om ophef te veroorzaken en daarmee nog meer aandacht te genereren dan is men wel in die opzet geslaagd. Terwijl je zonder gele cirkels eigenlijk al genoeg hebt om te bespreken, aangezien Carcassonne qua toeristen al regelmatig met een tsunami te maken krijgt. Wel teleurstellend trouwens dat de citadel niet helemaal uniek is. Stamt weliswaar uit de 13e eeuw, maar ze hebben de hele teringzooi in de 19e eeuw nog een keer gerenoveerd. Ik voel me bekocht. Enfin, volgens de organisatie moet je ook zeker even de Château Comtal en de basiliek van Saint-Nazaire bezoeken, als je toch in de buurt bent. Verder zijn ze hier vrij trots op hun Canal de Midi, een kanaal waar de renners aan het eind van de 15e rit al even langs mochten rijden. Buiten dat schijnt er weinig te melden te zijn over de stad zelf. In het roadbook staan er nog wel wat punten van aandacht, maar die bevinden zich eerder ver buiten de stad. Als je het kasteel en de kathedraal hebt bezocht kun je eigenlijk alleen nog maar naar het museum van de inquisitie, daar waar je op allerlei ideeën wordt gebracht om mensen te martelen. Ik krijg er spontaan zin van om de organisatie van de Tour te vierendelen.



De zin om mensen te martelen krijg ik vooral omdat ik tot de conclusie kom dat deze rit het toonbeeld is van een schrijnend gebrek aan creativiteit. Zoals eerder al aan de orde is gekomen starten we de laatste jaren nogal vaak in Carcassonne. In 2016 bijvoorbeeld, toen er een rit was met aankomst in Montpellier. Peter Sagan won daar, maar de mensen met een goed geheugen weten dat. Je zal al een beter geheugen moeten hebben om te weten wat er in 2014 gebeurde. In die Tour was er ook een rit met start in Carcassonne en aankomst in Bagnères-de-Luchon. Kan gebeuren, want ook Bagnères-de-Luchon komt kneitervaak voor in de Tour. Enige probleem is dat de tweede steden nogal ver van elkaar liggen, dus krijg je linksom of rechtsom met een lange rit te maken. En dit heeft tot gevolg dat de eerste 155 van deze rit volledig gelijk is aan die rit uit 2014. Pas aan het eind van de rit wijken we af van het parcours van 2014 en werken we nog wat andere bergen af. De eerste 124 kilometer volgen we gewoon Google. Ga naar Google Maps, kies als startplaats Carcassonne, bestemming Bagnères-de-Luchon en een van de drie suggesties die je dan krijgt volgen we tot Saint-Girons. Hemeltergend, om heel eerlijk te zijn. Daarom pak ik de voorbeschouwing uit 2014 er maar even bij en gaan de middelvingertjes omhoog richting Frankrijk. Dit soort gedrag gaan we niet belonen.

Het départ réel is naast het vliegveld van Carcassonne. Al vroeg in de etappe moeten de renners een colletje op, Côte de Fanjeaux. 2,4 kilometer aan 5%. Geen enkel probleem. We fietsen nu al door een glooiend terrein, dus af en toe kom je een heuveltje tegen. De meeste echte heuveltjes worden overigens wel weer redelijk goed ontweken, dus het duurt even voor de volgende beklimming van de vierde categorie komt. Na 71 kilometer pas. Côte de Pamiers. 2,5 kilometer aan 5,4%. Dit heuveltje begint nadat de renners door Pamiers gereden zijn, een stad met 16.000 inwoners en een verleden in de Tour.



Het leuke is, vanaf Pamiers volgen we bijna exact de route van de vijftiende etappe in de Tour van 2010. Je moet het jezelf als parcoursbouwer natuurlijk niet te moeilijk maken. Deze etappe werd gewonnen door ieders favoriet Voeckler. Er is nog wel een klein verschilletje, de Côte de Pamiers zat niet in die etappe. Daar werd omheen gereden. Na 85 kilometer, in Pailhès, komen we zo ongeveer op de route van 2010 terecht. Eigenlijk nog een stukje verder, bij Sabarat. Al is die route van 2010 nu helemaal niet meer relevant, de route van 2014 des te meer. Het idee is exact hetzelfde, alleen krijgen we nu in plaats van de Col des Ares en de Port de Bales te maken met de Col de Mente en de Col du Portillon. Even wat bewijs tonen dat ze bij de organisatie echt enorm lui zijn:



De weg loopt langzaam omhoog richting het gehuchtje Clermont, niet te verwarren met het grotere Clermont. Voor de renners in Clermont aankomen passeren ze eerst nog de tunnel nabij Les Mas-d'Azil. Hier reden de renners acht jaar geleden ook door. Werden toen lastiggevallen door mensen verkleed als leden van een stam die hier 18.000 jaar geleden zou moeten hebben geleefd. La Tribu de Magda.



Na Clermont is er een stukje afdaling, op weg naar de tussensprint van de dag in Saint-Girons. Een dorp met 6000 inwoners. Komt ook wel vaker voor in de Tour de France, want het ligt aan de voet van de Col de Portet-d'Aspet. Een klim die iedereen wel kent. In Saint-Girons volgt na 124 kilometer de totaal nutteloze tussensprint van de dag.



De Col de Portet-d'Aspet is een beklimming van de tweede categorie. 5,4 kilometer aan 6,9% (al schijnt het tegenwoordig 7,1% te zijn, normaal worden bergen steeds kleiner maar deze groeit nog steeds). De eerste kilometers zijn redelijk makkelijk, maar vooral richting de top is het een ontzettend steile beklimming. De laatste twee kilometer van deze beklimming komt het eigenlijk niet onder de 9%. Een ontzettend populaire klim, komt ontzettend vaak voor in de Tour, vooral de laatste jaren. Zes keer in de afgelopen tien jaar, bijvoorbeeld. De beklimming is redelijk lastig, maar verder niet memorabel. Dit in tegenstelling tot de afdaling. 5 kilometer aan 9,2%, met stukken boven de 10%, zelfs een stuk aan 17%. Bovendien enorm bochtig, door een bos. Dit leverde vooral in 1995 enorm veel problemen op. Enkele renners kwamen toen ten val en braken ledematen, maar eentje was er helemaal slecht aan toe. Fabio Casartelli kwam met zijn hoofd tegen een betonblok aan en bezweek enkele uren later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De olympisch kampioen van 1992 overleed op 24-jarige leeftijd. Nu, meer dan 20 jaar later, staat iedere beklimming en afdaling van de Col de Portet-d'Aspet nog steeds in het teken van Casartelli.



En tot zover de voorbeschouwing van 2014. De conclusie mag vooral zijn dat ik een aantal jaar geleden korter van stof was. Maar goed, met die conclusie doen we verder niets. Boven op de Portet-d'Aspet is het nog 62 kilometer fietsen tot de finish en de eerste kilometers daarvan werken we in dalende lijn af. Dat de afdaling van de Portet-d'Aspet lastig is zal ondertussen iedereen wel weten. We komen hier vaak genoeg voorbij, dus de meeste renners kennen dit terrein. De laatste die als eerste boven wist te komen was Georg Preidler in 2015, wat dan weer zou kunnen betekenen dat het niet al te vers meer in het geheugen zit. Daarom voor de zekerheid nog maar eens benadrukken: het is een lastige afdaling. Kort, maar krachtig. Weinig haarspeldbochten, maar wel een paar venijnige korte bochten die zichzelf pas laat aankondigen. De laatste jaren gaat het hier wat beter qua valpartijen, er staat nog steeds maar één monument langs de kant van de weg. Dat is er natuurlijk wel al een teveel, maar het geeft toch aan dat het geen gekkenwerk is om de renners hier naar beneden te sturen. Na iets minder dan vijf kilometer in dalende lijn komen de renners beneden aan bij een kruispunt, waar ze wel eens rechtsaf zijn geslagen. Nu gaan ze echter rechtdoor. De weg waar we nu over rijden kennen we nog van vorig jaar. In de rit van het afgrijselijke Pau richting Peyragudes reden we ook toen over dit terrein, op weg naar de Col de Menté. Voor we die col bereiken is het eerst twee kilometer zo goed als vlak en daarna loopt het een kilometertje aan 4% omhoog. Richting het gehuchtje Ger gaat het dan even kort naar beneden, waarna de Col de Menté begint. Net als vorig jaar is de Col de Menté nog steeds zeven kilometer lang en 8,1% gemiddeld, waardoor het een klim van de eerste categorie is. Vorig jaar kwam Michael Matthews hier als eerste boven, dat was toen ineens een wonderklimmer. Voor die tijd was de klim een paar jaar afwezig, het was van 2013 geleden dat de berg nog eens beklommen werd. De vreselijke Tom Danielson kwam toen als eerste boven. De Col de Mente is vooral in het begin behoorlijk zwaar, al verschillen de profielkaartjes nogal. Volgens sommige sites krijgen de renners een paar kilometer aan 10% voor hun kiezen, de ASO houdt het op drie kilometer aan iets meer dan 8%, een tweetal kilometer aan 7,5% en vervolgens richting de top twee kilometer aan 9%. Na 171 kilometer komen de renners boven op de behoorlijk bochtige Col de Menté. Liefst 20 haarspeldbochten tijdens de klim, naast talloze andere bochten.




De afdaling is niet minder bochtig dan de klim en dus is de afdaling per definitie lastig. Vraag dat maar aan Eddy Merckx. Hij reed in 1971 op de Col de Menté weg van zijn concurrenten, waanonder gele trui Luis Ocaña. Het was alleen wel een klein beetje hondenweer, met modderstrommen en alles. Het duurde niet lang voor Merckx op z'n plaat ging, terwijl hij nochtans een goede daler was. Hij kon al snel zijn weg vervolgen, maar achter hem ging Ocaña, die net een iets mindere daler was en nog veel meer risico's moest nemen om in de buurt van Merckx te blijven, veel harder onderuit. Zo hard, dat hij gedwongen werd om de Tour te verlaten. Voor Merckx kwam dat goed uit, zijn belangrijkste concurrent verdween en zo kon hij zijn derde Tour op rij winnen. Op de plaats van de valpartij van Ocaña staat een gedenkteken, we passeren zo'n beetje alle gedenktekens in de omgevint tijdens deze rit. De kant van de Menté die afgedaald wordt is nog een stukje lastiger dan de klim. Het gaat negen kilometer aan 9% naar beneden, dat is nog net even wat anders. In het begin van de afdaling liggen er kort na elkaar ook 14 haarspeldbochten in het parcours. De weg is wel breed en het asfalt is ook redelijk in orde, maar door al die bochten en het feit dat het vaak aan meer dan 10% naar beneden gaat is het toch ontzettend pittig. Je bent continu bezig met het inschatten van de volgende bocht, er is weinig respijt tussen de bochtjes. Het tweede deel van de afdaling is totaal anders dan het eerste deel. Er zijn bijna geen haarspeldbochten meer en de wegen zijn wat rechter. Wel blijft het steil naar beneden lopen, dus de snelheid gaat hier stevig de hoogte in. Er zijn wel nog een aantal lastige bochten, maar dit is te doen. Na 180 kilometer zijn de renners beneden in Saint-Béat, waar het uitzicht meer dan prima is. In dit dorpje, waar de koers vaker passeert, slaan de renners linksaf, om vervolgens een twintigtal kilometer door de vallei te rijden.



De weg door de vallei is breed, recht en vlak. Langs de Garonne rijden we richting Spanje. Tot nu toe bleven we gezellig in Frankrijk, maar we gaan toch nog eens een uitstapje richting het buitenland maken. We bevinden ons weer op bekend terrein. Tijdens de 17e etappe van de Tour van 2014 reden we ook lansg Saint-Béat richting de grens met Spanje om vervolgens aan de Col du Portillon te beginnen, met daarna een afdaling richting Bagnères-de-Luchon. Toen reden we na Luchon verder over de Peyresourde en Val Louron-Azet richting Saint-Lary-Soulan, toevallig exact dezelfde route als tijdens de volgende rit, met uitzondering van de slotklim. Lekker man, beetje herkauwen. Ik begin Thierry Gouvenou ervan te verdenken een koe te zijn. Enfin, tot aan de grens met Spanje is het tien kilometer fietsen. In die tien kilometer loopt het heel licht omhoog, maar eigenlijk is het gewoon vlak. We komen onderweg nog twee rotondes tegen, maar verder is dit een eenvoudig stukje rit. Als we Spanje betreden na een kilometer of 190 begint de weg iets meer omhoog te lopen, het is daadwerkelijk vals plat. In de negen kilometer tot aan de voet van de Portillon overwinnen de renners iets meer dan 150 hoogtemeters, tussen de stukjes vals plat door is het alsnog voornamelijk vlak. We passeren een aantal kleine dorpjes, zoals Pontaut, Les en Bossòst. In dit toeristische dorpje, direct aan de Garonne, ligt de voet van de klim. Bij een rotonde slaan we rechtsaf en begint de weg vrijwel meteen stevig omhoog te lopen. Na 200 kilometer begint de Col du Portillon.



We rijden rond in de provincie Lerida, regio Catalonië. Toch fijn om dat voor de volledigheid even mee te geven. Lang mogen we verder niet genieten van Catalaanse avontuur, boven op de top van de Portillon rijden we Frankrijk weer binnen. De Col du Portillon kwam dus voor het laatst in 2014 voor in de Tour en Joaquim Rodriguez kwam toen als eerste boven. In 2014 was het al een hele tijd geleden dat de klim nog eens bedwongen werd in de Tour. Acht jaar, om precies te zijn. In 2006 kwam David de la Fuente als eerste boven, een grappenmaker in dienst van het illustere Saunier Duval. Van dat hele zooitje ongeregeld is hij wel degene die het beste weg is gekomen. Zo goed dat hij tegenwoordig nog steeds kan koersen. Op 37-jarige leeftijd werkt hij zijn wedstrijden af in het Portugese circuit, waar hij afgelopen weekend nog derde wist te worden in een koers, achter de almachtige Raul Alarcon. Dit geheel terzijde verder. De Col du Portillon is heel vaak gebruikt in ritten met een aankomst in Bagnères-de-Luchon, al is dat wel een tijd geleden. In de jaren '60 en '70 was het zo ongeveer vaste prik. Tegenwoordig dalen we meestal vanaf de Peyresourde of Port de Balès richting Luchon. De Portillon is overigens 8,3 kilometer lang en 7,1% gemiddeld. Geen bijzonder lastige klim, vooral omdat het ook nog eens een behoorlijk gelijkmatige klim is. De weg is breed en het stijgt in de eerste twee kilometers van de klim steeds aan 6,6%. Daarna zwakt het in de volgende kilometer wat af richting 5,4%, waarna het weer wat steiler omhoog gaat, aan 6,8%. Dan volgt het steilste deel van de klim, met een kilometer aan 8,3%. De kilometer daarna gaat het aan 7,3% omhoog, waarna het weer even wat lastiger wordt met een kilometertej aan 7,7%. Richting de top gaat het aan 6% omhoog. Op de top van Portillon komen we trouwens ook nog een monumentje tegen, ter ere van alle Spaanse winnaars van de Tour de France. Ergens in 2016 onthuld en mooie jongens als Miguel Indurain, Pedro Delgado en Oscar Pereiro Sio kwamen gezellig langs voor een schnabbel.




Na 208 kilometer, op 10 kilometer van de streep, komen de renners boven op deze niet al te lastige klim van de eerste categorie. Eigenlijk een beetje een floprit, om eerlijk te zijn. Het is lastig om voor te stellen dat hier veel mannen spectaculair gaan kraken. Misschien dat het verschil daarom pas gemaakt gaat worden tijdens de afdaling. Dat is best plausibel, want dit is best een pittig afdalinkje. Direct na de top volgen er een paar lastige bochtjes. Afwisselend krijgen we te maken met korte en snelle bochten die elkaar rap opvolgen en een aantal listige haarspeldbochten. Na een kleine vier kilometer in snel dalende lijn gaat het twee kilometer lang wat minder steil naar beneden, over een rechte weg. Hier is het dan weer wat ingewikkelder om weg te rijden. Vervolgens komen we weer bij wat haarspeldbochtjes uit, terwijl er langs de kant van de weg wat watervalletjes gespot kunnen worden. Na deze bochtige fase van een kilometer gaat het twee kilometer zo goed als rechtdoor richting Saint-Mamet, een dorpje dat tegen Bagnères-de-Luchon aanschuurt. In Saint-Mamet slaan de renners scherp linksaf, waarna ze Luchon binnenrijden en ook meteen onder de boog van de laatste kilometer passeren. De slotkilometer is vlak, maar alsnog wel lastig omdat er nogal wat bochtjes aanwezig zijn. Op 700 meter van de streep een bocht naar rechts, waarna er op 450 meter van de streep opnieuw een bocht naar rechts volgt. Hierna volgt er op 200 meter van het eind nog een bocht naar links, daarna is het voorbij. Rechtdoor tot aan de finish.




Om het jaar komt er tegenwoordig een rit aan in Bagnères-de-Luchon. Sinds 2010 is dat het geval. Derhalve heb ik in 2014 en 2016 al wat moeten schrijven over dit dorpje, waar amper 3000 mensen wonen. Zoals misschien wel duidelijk is heb ik een broertje dood aan dit soort terugkerende fenomenen, dus pakken we het archief er maar weer bij. Het dorpje is bekend geworden vanwegede warmwaterbronnen in de buurt, daardoor is het al sinds de tijd van de Romeinen een kuuroordje. Kuuroorden zijn vaak populaire plaatsen in grote rondes, daarom is het inmiddels al de 59e keer dat Bagnères-de-Luchon voorkomt in de Tour. Alleen in Pau, Bordeau en Parijs kwam de Tour vaker. Best wonderbaarlijk, aangezien het dus maar een klein dorpje van niks is. Hoewel ik wel moet oppassen met wat ik zeg, want Bagnères-de-Luchon schijnt het Cannes van de televisie te zijn! Jaarlijks wordt er in Luchon een filmfestival georganiseerd, waar 1000 professionels naartoe komen. Een paar jaar geleden waren er zelfs 15.000 bezoekers aanwezig. Bagnères-de-Luchon is verder vooral het dorp waar Thomas Voeckler een aantal mooie dagen beleefde. Titi, inmiddels op de motor actief namens de Franse televisie, won twee keer in dit dorpje. Het was dan in 2014 en 2016 mijn verwachting dat hij hier ook zou winnen, maar dat kwam steeds niet echt van de grond. In 2014 ging de walgelijke Michael Rogers, ook wel bekend als Teflon Mick, met de overwinning aan de haal. Twee jaar geleden zagen we dan weer voor het eerst in een eeuwigheid geen vluchters strijden om de zege in Luchon. Er was zowaar sprake van een strijd tussen de klassementsrenners. Via de Val Louron-Azet en de Peyresourde reden we naar Luchon. Onderweg gebeurde er eigenlijk niet gek veel, waardoor er een groep van 14 man over de top van de Peyresourde reed. Aangezien de afdaling richting Luchon niet zo heel spannend was dacht iedereen aan een sprint, behalve Chris Froome. Hij versnelde op de top en smeet zich naar beneden, terwijl Quintana, die in het wiel van Froome zat, even niet zat op te letten. Froome had een gat van een paar meter, besloot op z'n fiets te gaan zitten als Mohoric en kwam uiteindelijk met 13 seconden voorsprong aan in Bagnères-de-Luchon. Pufjesmonster nam de leiderstrui over van Greg van Avermaet en stond die niet meer af. Nouja, Bagnères-de-Luchon dus. Hoeven we van mij niet echt naartoe, maar aangezien het een kuuroord is met casino's en alles hebben ze hier geld genoeg. Zoveel geld dat de volgende rit hier ook gewoon weer van start gaat. Doffe ellende.



Het is een lange rit, dus starten we voor de verandering een keertje vroeg. Om 11:30 worden de renners aan de start verwacht, waarna ze tien minuten los mogen fietsen door Carcassonne. Om 11:40 begint de rit dan echt. De NOS en Sporza zijn er pas om 14:10 bij, tegen die tijd hebben de renners al meer dan 100 kilometer afgewerkt en bevinden ze zich op de helft van de rit. Als je dan pas begint met kijken mis je dus het minst interessante deel van de rit, klinkt eigenlijk wel als een goed idee. Als je de vlucht van de dag wil zien ontstaan en daarna in slaap gesust wil worden kan je Eurosport 1 raadplegen. De HOME OF CYCLING is uiteraard van begin tot eind van de partij. Aankomst wordt verwacht ergens tussen 16:54 en 17:40. Tijdens zo'n lange rit zijn die tijdsindicaties vaak toch ietwat ruk. Het weer zou in de Pyreneeën nog wel eens slecht kunnen worden. Regen en onweer in de middag, weinig wind, maar wel een behoorlijk hoge temperatuur. 27 graden en regen op je bakkes, zoiets zal het worden. De verschillende sites zijn het zowaar een keer met elkaar eens, we gaan waarschijnlijk voor het eerst regen krijgen tijdens deze Tour. Met een paar afdalingen onderweg kan deze rit dus ineens een stuk lastiger worden. In Carcassonne is het overigens een totaal ander verhaal, daar wordt het 33 graden en is het droog. Het slechte weer hangt dus vooral in de bergen en houdt misschien wel dagen aan.

Dit wordt waarschijnlijk weer een rit voor de vluchters. Dat heeft meerdere redenen. Ten eerste is de rit niet lastig genoeg. In de eerste 100 kilometer is het zo goed als vlak en daarna krijgen we wel een paar lastige klimmen, maar niet de allerlastigste klimmen. Het zal voor de favorieten lastig zijn om elkaar te lossen op de Col du Portillon, denk ik. Ook op die andere klimmetjes zal dat niet evident zijn. Al is het natuurlijk wel de eerste dag na de rustdag en kan de omschakeling van meer dan 100 kilometer vlak en dan ineens wat beklimmingen soms ook slecht vallen. Desondanks heeft de kopgroep tegen die tijd waarschijnlijk al een gigantische voorsprong. Niemand zal dat lange vlakke stuk voor z'n rekening willen nemen in het peloton, dus lopen de vluchters een eind weg. Wat verder meespeelt is dat we hierna de korte en explosieve rit van 65 kilometer krijgen, waar sommige renners toch wel bevreesd voor zullen zijn. Kan best dat bepaalde favorieten daarom nu hun benen ietwat willen sparen. Die rit van 65 kilometer is waarschijnlijk ook onmogelijk te winnen voor een vluchter, dus zullen de jongens met ambities tijdens deze rit wat harder hun best doen. Al met al zet ik mijn geld dus op de vluchters. De namen die we nu voorin gaan zien zijn namen die we waarschijnlijk eerder ook al hebben gezien. Het is ondertussen wel duidelijk wie er nog wat wil proberen. Enige nadeel voor sommige lichte jongens is het feit dat de aanloop nogal vlak is. Zal wel flink wat krachten kosten om weg te rijden. Wellicht ontstaat de kopgroep pas na 25 kilometer, op het eerste echte klimmetje van de dag. Maar afijn, dat zien we dan wel.
1. Yates. Deed een paar pogingen om weg te rijden tijdens de rit naar Carcassonne, maar dat slaagde niet helemaal. Na een paar matige weken, waarin hij blijkbaar te maken had met uitdroging, speelt Yates geen rol meer in het klassement. Daarom kan hij nog een aantal keer proberen om in de aanval te gaan. Deze aanloop is misschien niet ideaal voor hem, maar als hij eenmaal in de kopgroep weet te belanden heeft de rest wel een dik probleem. Fladdert op de Portillon vast weg en dalen kan hij ook nog wel. Boeken toe.
2. Gaudu. Een rit met een vlakke aanloop en dan ga ik dit soort lichtgewichten noemen. Lekker bezig. Nee, hier is de wens meer de vader van de gedachte. Brilsmurf leek ooit een groot talent, maar dit jaar bakt hij er relatief gezien weinig van. Dat is jammer, want het is altijd wel lachen om zo'n gozertje van twee turven hoog en 12 kilo bergop te zien fladderen.
3. Barguil. Nee, nog steeds niet de Barguil van 2017. Deed er naar Carcassonne ook alles aan om mee te zitten, maar alles was niet genoeg. Misschien dat hij nu meer geluk heeft. Al zal winnen dan alsnog een lastig verhaal worden, want de beentjes en ook het hoofd staan niet op punt.
4. Pozzovivo. Na een paar dagen ziekte en een beetje hangen aan de auto gaat het ineens weer een stuk beter met kleine Domenico. Met de rustdag erbij zal de oude vorm wel weer zo ongeveer present zijn en daarom kan hij opnieuw in de aanval. De aanloop is dan wel weer wat ongunstig voor hem, maar hij kan vast meesluipen in het wiel van een van zijn ploeggenoten. Brilliant tactics. Afdaling aan het eind is dan wel weer een nadeel, als je maar 25 kilo weegt ben je immers niet zo snel beneden en buiten dat is dalen sowieso niet echt zijn specialiteit.
5. Majka. Veel hinder ondervonden na een val in Roubaix en omstreken, maar langzaam is het door testosteron en groeihormonen gemodificeerde lichaam aan het herstellen. Was de sterkste bergop van de kopgroep op de Pic de Nore, maar toen kwam er nog een afdaling en een lang vlak stuk richting Carcassonne. Dalen is niet echt de favoriete bezigheid van Majka en dat zal hem ook tijdens deze rit parten spelen.
pi_180695742
Piti zit in trollmodus zo te zien
pi_180695750
Toch wel vroeg van Kristoff
pi_180695752
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:39 schreef showtimer het volgende:
Piti zit in trollmodus zo te zien
Met Jody constant op z'n wiel.
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:39:57 #5
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_180695753
Dit is niet leuk.
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:40:51 #6
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_180695763
Noodweer aan de finish.
Put these foolish ambitions to rest.
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:41:07 #7
318352 Raap
Maakt dingen mee
pi_180695765
De Gendt :')
leuk
  Moderator dinsdag 24 juli 2018 @ 13:41:08 #8
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_180695766
Het blijft toch een merkwaardige sport he, dat wielrennen?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_180695767
Bora is ook steeds zo druk om Majka in een vlucht te lanceren.

Dit wordt echt een slagveld vandaag op deze manier.
pi_180695771
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:40 schreef Koffieplanter het volgende:
Noodweer aan de finish.
Alles wat nu valt, valt straks niet meer!
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:41:26 #11
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_180695773
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:39 schreef showtimer het volgende:
Piti zit in trollmodus zo te zien
Dat zit ie al jaren, maar dit is wel mooi.
pi_180695775
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:40 schreef Koffieplanter het volgende:
Noodweer aan de finish.
hopelijk over een paar nog steeds
  Moderator dinsdag 24 juli 2018 @ 13:41:45 #13
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_180695777
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:41 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Het blijft toch een merkwaardige sport he, dat wielrennen?
Zo is het.
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:41:52 #14
147172 THEFXR
Alpha Bear
pi_180695779
das net op tijd
  Moderator dinsdag 24 juli 2018 @ 13:42:05 #15
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_180695784
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:41 schreef showtimer het volgende:

[..]

Alles wat nu valt, valt straks niet meer!
Het meeste valt naast je!

~ Thomas Dekker
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:42:19 #16
470661 maxi-mus
are you not entertained?
pi_180695787
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:41 schreef showtimer het volgende:

[..]

Alles wat nu valt, valt straks niet meer!
Het meeste valt naast je!
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:42:55 #17
147172 THEFXR
Alpha Bear
pi_180695797
ik lees pepperspray of traangas?
pi_180695798
Wat een uiterst merkwaardige etappe
  Moderator dinsdag 24 juli 2018 @ 13:43:25 #19
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_180695807
Zo te horen heb ik iets gemist...
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:43:33 #20
147172 THEFXR
Alpha Bear
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:43:38 #21
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_180695811
Zou toch mooi zijn als de kopgroep uiteindelijk Alaphilippe, Bernard, Kung en Pasqualon is.
pi_180695814
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:43 schreef Momo... het volgende:
Zo te horen heb ik iets gemist...
  dinsdag 24 juli 2018 @ 13:43:59 #23
195834 kaasplankje
Nu met maar 8% vet!
pi_180695817
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:42 schreef THEFXR het volgende:
ik lees pepperspray of traangas?
Ja had de skotoe gesprayed om die boerenopstand uiteen te drijven.
pi_180695819
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 juli 2018 13:43 schreef Maver24 het volgende:
Wat een uiterst merkwaardige etappe
Zo gek is het niet toch, vluchters hebben vandaag veel meer kans dan morgen, dus willen velen in de vlucht zitten.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
last.fm Album top 100
pi_180695822
Jongens, ik ben in de war. Al die jaren heb ik gehoord dat de Tour op niemand wacht en nu hebben ze gewoon een kwartier stilgestaan tot iedereen weer de traangas uit hun ogen had gespoeld. Wat is er toch gebeurt met alle tradities?
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')