abonnement Unibet Coolblue
pi_180317474
Etappe 1: Noirmoutier-en-l'Île - Fontenay le Comte, 201 km

De Tour de France, de tijd van mijn leven! Tenminste, normaal gesproken. Normaal is de Tour altijd een hoogtepunt en een wedstrijd waar iedereen naartoe leeft. Dit jaar is dat een stuk minder, met name dankzij de gebeurtenissen van afgelopen week. Na de mededeling van de ASO dat ze een poging zouden wagen om Chris Froome te weren volgde een dag later een bericht van de UCI waarin ze met heel veel woorden heel weinig wisten te zeggen. Het enige wat duidelijk werd: Chris Froome zal niet geschorst worden, behoudt zijn overwinning in de Vuelta en staat aan de start in de Tour. Een betreurenswaardige zaak, vooral vanwege het gebrek aan transparantie. Wielrennen is bij uitstek een sport die bestaat bij gratie van de kijkers. Als wij met z'n allen morgen wat anders gaan doen en de kijkcijfers richting nul gaan, heeft de sport een gigantisch probleem. Alleen al daarom verdienen we een betere behandeling van de volksverlakkerij van UCI en WADA. Aangezien we weinig weten moeten we al snel gaan speculeren. Waarom komt Chris Froome weg met een toch op het eerste oog vrij overduidelijke overtreding? Dat is al door veel mensen uit de doeken gedaan, waaronder Thijsje Zonneveld. Thijsje Zonneveld, die altijd achteraan reed. Er zit natuurlijk een behoorlijk groot financieel aspect aan de zaak. Het is lastig procederen tegen een partij die bereid is om meerdere miljoenen aan zijn verdediging te besteden. De UCI heeft de kosten tegen de baten afgewogen en op een bepaald moment besloten dat het de moeite niet waard zou zijn. Zelf ook miljoenen uitgeven, terwijl de test blijkbaar toch niet helemaal 100% waterdicht is. Voelden de UCI en het WADA zich toch wat oncomfortabel bij. Het toont aan dat we met twee volstrekt incompetente organisaties te maken hebben. Het WADA kan blijkbaar geen juridisch waterdichte protocollen in elkaar draaien en de UCI heeft ook zo'n beetje alles verkeerd gedaan in deze zaak. Buiten dat leven we natuurlijk wel in een vrij cynische wereld, waarin iemand met genoeg geld zichzelf uit iedere benarde situatie kan wurmen, terwijl de simpele zielen zoals André Cardoso te weinig geld hebben om Mike Morgan (voor al uw vrijpleitingen) in te huren.

Het is een onbevredigende zaak geweest, die de komende weken toch rond Froome zal blijven hangen. Waarschijnlijk blijft het zelfs de rest van zijn carrière spelen, aangezien iedereen wel weet dat het geen zuivere koffie is. Het gebrek aan transparantie helpt daarbij niet, dat de opgestelde regels niet zijn gevolgd ook niet. Het lijkt mij het definitieve failliet voor de strijd tegen doping. Een strijd die eigenlijk al niet serieus te nemen was, maar daar blijft nu helemaal weinig van over. Ondanks het feit dat je het weet blijft het toch pijnlijk als het bevestigd wordt. Maar, nogmaals, de sport bestaat bij onze gratie. Zolang wij blijven kijken blijven deze praktijken voortduren en aangezien we ongetwijfeld weer met z'n allen voor de buis gaan zitten leggen we ons er klaarblijkelijk bij neer, of het interesseert ons niet. Dus ga ik me toch maar eens richten op de koers, omdat het ondanks alles toch wel geinig blijft om al die idioten door Frankrijk te zien fietsen.

De Tour van 2018 is een Tour met enkele opvallende ritten. Wat te denken van een bergrit van 65 kilometer, waarbij de renners die hoog in het klassement staan eerder starten dan de mindere goden? Ik vind het helemaal niks, maar veel mensen krijgen er wel een vochtige onderbroek van. We hebben dit jaar ook weer eens een rit over de kasseien, de laatste rit van de eerste week. Gezien de lengte van de rit en het aantal kilometer kasseien zal het geen Parijs-Roubaix worden, maar het blijft iets om naar uit te kijken. Verder trekken we de trend van weinig tijdritkilometers door, dit om de Franse goden zoals Bardet en Gaudu een beetje tegemoet te komen. Vroeger had je nog wel eens 100 kilometer aan tijdritten, dit jaar mag Tom Dumoulin het doen met iets meer dan 30. Matige trend. Zoals gebruikelijk starten we de eerste week met recordaantal tegenvallende ritten. Twee vlakke ritten, een ploegentijdrit, weer een vlakke rit, twee heuvelachtige ritten, twee vlakke ritten en dan gaan we naar Roubaix. We zullen het weer nodig hebben om wat van deze week te maken. Met wat wind kunnen de vlakke ritten, waarvan een aantal langs de kust, best interessant worden. Anders niet. We beginnen in ieder geval met zo'n rit die volledig afhankelijk is van de wind. Start in de Vendée, aan de kust, de Franse kust.




Le Grand Départ vindt dit jaar plaats in Noirmoutier-en-l'Île. De laatste jaren is de Tour meer dan eens buiten Frankrijk gestart en met enige regelmaat was de eerste rit een korte tijdrit. Dit jaar hebben we weer eens een ouderwetse rit in lijn, in Frankrijk nog wel. Een beetje vergelijkbaar met de start van de Tour in 2016. Toen in Mont-Saint-Michel, nu in een andere toeristische trekpleister. Het is een lange rit, van 201 kilometer. De ritten worden over het algemeen steeds korter, maar dit is nog eens een afstand voor echte mannen. Noirmoutier-en-l'Île maakt pas voor de tweede keer deel uit van het rondtrekkende Tour de France-circus. Het debuut kwam in 2005, toen de Tour begon met een korte tijdrit van 19 kilometer tussen Fromentine en de huidige startplaats. Dave Zabriskie won die tijdrit. Het wordt dus de eerste keer dat er een rit vertrekt vanuit Noirmoutier-en-l'Île, maar toch is dit geen onbekend terrein. Het dorpje, met ongeveer 5000 inwoners, ligt op Noirmoutier, een klein eilandje voor de kust van Frankrijk. Een populair eilandje voor Grand Départs, want het is een populaire toeristische bestemming. Eilandjes doen het altijd goed, maar Noirmoutier heeft nog iets bijzonders in de aanbieding: Passage du Gois. Een weg die het eiland verbindt met het vasteland. De weg is bijzonder, aangezien ze het niet zo nodig vonden om er een brug van de maken. De weg ligt dus ongeveer op zeeniveau en als het vloed is verdwijnt de weg onder water. Vandaar dat het nog wel eens glibberig wil zijn, zoals de renners merkten in de Tour van 1999. Het halve peloton, waaronder Michael Boogerd, ging hier toen gruwelijk op z'n muil. In 2011 keerde men terug naar Passage du Gois, voor wederom een groot vertrek. Wel reed men toen geneutraliseerd over de weg, om valpartijen te voorkomen. In 2018 heeft men een nog effectievere oplossing bedacht: we slaan die hele Passage du Gois gewoon over. Er is immers nog een andere manier om van het eiland af te komen: de brug van Noirmoutier. Die gewoon een paar meter boven zeeniveau ligt en daarom wat veiliger is als je droge voeten wil houden. Dat ze nu niet over Passage du Gois gaan schijnt trouwens met het getij te maken te hebben. De rit begint wat vroeger omdat er ook nog zoiets als voetballen schijnt te zijn en de Tour is überhaupt pas een week later vanwege datzelfde idiote spelletje waarbij mensen tegenwoordig vooral vaak over het veld rollen. Maar afijn, dat verder geheel terzijde.



Goed, Noirmoutier dus. Een eiland dat ondertussen genoeg ervaring heeft met het in gang schieten van de Tour. We doen dat voor het eerst vanuit het grootste dorp van het eiland. De helft van alle mensen op het eiland komen we tegen in Noirmoutier-en-l'Île. Het dorpje was van oudsher een vissersdorpje, wat op zo'n eiland natuurlijk niet bijzonder verrassend is. Tegenwoordig kom je er vooral heel veel toeristen tegen en dat is natuurlijk ook de reden dat de Tour hier begint. In de jaren hierna alleen nog maar meer toeristen, want fraaie beelden zijn er wel te schieten op het eiland. Al stelt het dorp zelf niet bijzonder veel voor. Ze hebben er een kasteel, maar dat lijkt eerlijk gezegd meer op een pakhuis van Dagobert Duck. De kerk krijgt ook niet de schoonheidsprijs, maar ze hebben er wel een strand met een kicken piertje die van de houtrot uit elkaar lijkt te donderen. Verder kom je in de omgeving van het dorp zoutmoerassen tegen, dat is toch werelds? Bovendien kun je op Noirmoutier de duurste aardappelen ter wereld kopen. Eén kilo 'La Bonnotte' kost je toch al snel vijf ruggen. Komt omdat deze aardappeltjes met de hand geplukt worden, ofzo. Allemaal gelul natuurlijk. Dan kijken we als laatste nog even naar wat propaganda uit het roadbook: het eiland heeft blijkbaar 883 kilometer aan fietspaden. Lachen wij in Nederland om, maar voor Franse begrippen niet mis. Blijkbaar zijn er meer dan 1600 bedrijven op dit kleine stukje aarde, lachen man. 84% van de opbrengsten op het eiland komen dan uiteraard wel weer voort uit het toerisme, aangezien de bevolking van 10.000 naar 90.000 groeit in het hoogseizoen. Verder kan je hier blijkbaar zeilen of beginnen aan een triatlon. Waar je zin in hebt. Naast dure aardappels kun je hier zelf wat oesters en mosselen vinden, bijvoorbeeld bij Passage du Gois. Bovendien is het van oudsher vissersgebied, dus in de lokale restaurantjes is het best wel mogelijk om een vers visje naar binnen te duwen. En dan schijnen ze ook nog pannenkoeken te hebben, vernoemd naar Saint-Philibert, een monnik die hier in 674 een klooster uit de grond wist te stampen. Last but nog least: Titi Voeckler woont op Noirmoutier! Iedereens favoriete wielrenner, die na de Tour van vorig jaar stopte. Toch zijn we nog niet van hem af, hij zal tijdens de Tour op de motor zitten namens de Franse televisie.



We verlaten het eiland dus niet via Passage du Gois, maar via Pont de Noirmoutier. Vervolgens mogen de renners over behoorlijk brede weg een tijdlang langs de kust rijden. Al komt de kust niet zo vaak in beeld, aangezien ze hier langs de kant van de weg best veel begroeiing hebben. Ondertussen komen de coureurs ook wat dorpjes tegen, zoals La Barre-de-Monts, Notre-Dame-de-Monts en Saint-Jean-de-Monts. Terwijl hier nochtans geen bergen te bekennen zijn, het parcours is zo vlak als een Saint-Philibert pannenkoek. Voorbij Saint-Jean-de-Monts, na 30 kilometer koers, komen de renners vijf rotondes op rij tegen, waarna ze bij de vijfde rotonde de doorlopende weg verlaten en eigenlijk terugkeren naar Saint-Jean-de-Monts. Voor we goed en wel in dit stadje zijn rijden we bij de volgende rotonde alweer de bewoonde wereld uit, op weg naar de kust. Al blijkt al vrij snel dat we de kust dan nog steeds niet in beeld zien. Het terrein blijft groen, met veel bomen langs de kant van de weg en als die bomen een keer verdwijnen komen er huizen voor in de plaats. Tijdens het eerste deel van deze rit mag je het broekje gerust omhoog trekken tot aan je navel. Over een grotendeels rechte weg, door een bosachtig gebied, met een grindpad voor de fietsers naast de weg komen we na 47 kilometer uit in Saint-Hilaire-de-Riez. In dit kustdorpje, dat overduidelijk vernoemd is naar Hilaire Van der Schueren komen we vooral veel zand en zout tegen. Net als in Noirmoutier talloze zoutmeertjes en een strand. Op dat strand stond ooit een mini-variant van de Eifeltoren, gaaf man. In Saint-Hilaire nemen de renners de toeristische route en rijden ze dwars door Saint-Gilles-Croix-de-Vie langs de haven. Heeft de toeristische afdeling weer mooi bedacht.



Via een ietwat bochtige route met de nodige rotondes verlaat het peloton na een tijdje dit toeristische trekpleistertje, op weg naar Bahamas Beach. Dat is de naam van een van de talloze campings hier, het is echt niet te doen hoe toeristisch dit gebied is. We bevinden ons nog steeds dicht bij de kust, maar tegelijkertijd blijft de omgeving enorm groen. Over een kaarsrechte weg worden de renners richting Bretignolles-sur-Mer geleid, waar de weg weer wat meer kronkels kent. Al met al is dit deel van de rit echt krankzinnig saai. Pas voorbij Brem-sur-Mer, na 65 kilometer, komen we de eerste open vlakte tegen. Duurt niet lang, al snel rijden we het volgende bos alweer binnen. Over de Route des Amis de la Nature, de weg van de vrienden van de natuur rijden we door een lommerrijk gebied door een gedeelte van Frankrijk dat het toch vooral van de zoutmeertjes moet hebben. Even verderop komen de renners op een bochtige weg terecht, die ze min of meer dwars door de duinen voert. Het gaat dus een paar meter op en af, al hoeven er geen punten voor de bergprijs uitgedeeld te worden. Het ziet er allemaal wel leuk uit, maar bij een rit die grotendeels langs de kust wordt verreden hoop je toch op iets meer open vlaktes. Enfin, een aantal kilometer later komen de renners door het enigszins pittoreske kustplaatsje Les Sables d'Olonne. Buiten dit stadje gaat het 10 kilometer bijna volledig rechtdoor richting Talmont-Saint-Hilaire. Deze kaarsrechte weg wordt af en toe onderbroken door een rotonde, maar verder val je hier pardoes in slaap. Af en toe een kleine open vlakte, maar al snel verschijnt er weer wat natuurlijk schoon of menselijk geweld. In Talmont staat een kasteelruïne en verder helemaal niks.



Daarom gaan we snel door en werken we nog wat andere kustplaatsen af, zoals Jard-sur-Mer en Longeville-sur-Mer. Het stuk tussen Talmont-Saint-Hilaire en Jard-sur-Mer zou zowaar nog interessant kunnen zijn, want voor het eerst deze etappe komen we grote stukken open vlakte tegen. Mocht er wind zijn, dan roept iedere ploegleider tegen de renners dat er tussen kilometer 107 en 99 kans is op waaiers. Maar, ik ga de voorpret meteen verpesten: er staat helemaal geen wind. Dit wordt de saaiste sprintrit ooit, lekker man. Gelukkig heb ik wat anders te doen, zoek het uit met je hele handel. Na Jard-sur-Mer blijft het gebied behoorlijk open richting Longeville-sur-Mer, maar zou het wat uitmaken? Voorbij Longeville-sur-Mer duiken we weer de duinen in en neemt het bos de overhand. We gaan ons opmaken voor de eerste en ook meteen enige tussensprint van de dag, in La Tranche-sur-Mer. Na 119 kilometer gaat er gesprint worden in dit plaatsje aan de kust, waar het toerisme ook welig tiert. Voorbij de tussensprint komen we terecht in een gebied dat volledig open is en ook voor een aantal kilometer zo zal blijven. Had dus wel leuk kunnen worden, mits er wind aanwezig was. De brede weg loopt kilometerslang rechtdoor en de weersverwachtingen in ogenschouw nemende is dat gewoon niet zo heel erg boeiend. Ter hoogte van L'Aiguillon-sur-Mer laten we de Merretjes achter ons en trekken we het binnenland van de Vendée in. Wisten jullie trouwens dat de Vendée het gebied is van de Franse ploeg Direct Energie? Nee? Nou, daar kom je tijdens de uitzending waarschijnlijk wel achter, want dat gaat geheid genoemd worden. Tevens is Roglic ooit schansspringer geweest en de vader van Voeckler ging uit varen met z'n bootje naar Zuidlaren. Het binnenland van de Vendée is niet om aan te gluren. Je komt af en toe een spuuglelijk dorpje tegen, zoals Saint-Michel-en-l'Herm of Triaize. Verder moeten we het doen met eindeloze akkers en tussendoor een stal die op het punt van instorten staat. Het is een omgeving om spontaan depressief van te worden. Voorbij Triaize, na 142 kilometer koers, op ongeveer 58 kilometer van de finish, komen de renners op een andere weg terecht, die wat bochtiger is, terwijl de omgeving ook weer wat meer tekenen van leven begint te geven. Zo komen de renners wat nederzettigen tegen, al zou het me niet verbazen als het allemaal spookdorpjes zijn. De bomen leven in ieder geval nog wel, de omgeving is weer wat meer beschut. Het is vervelend dat hier geen reet te beleven is, want dan kom je ook geen goede foto's tegen. Jullie mogen het doen met deze sfeerimpressie.



Bovenstaande sfeerimpressie is een blik op een van de weinig boeiende dorpjes die de renners doorkruisen. Chaillé-les-Maires, een dood dorpje met 2000 inwoners op 42 kilometer van de streep. Het parcours blijft saai. Grotendeels rechte wegen met af en toe een bochtje, door het bos. Vlak is het ook nog steeds, hier valt met geen mogelijkheid wat van te maken. Via nog wat onbeduidende dorpjes rijden we naar het enige klimmetje van de dag, want er moeten blijkbaar toch nog wat hoogtemeters overwonnen worden. Buiten Vouillé-les-Maires is het terrein nog even open, maar daarna rijdt het peloton door wat dorpjes als La Taillée en Le Gué-de-Velluire, waar er vanzelfsprekend beschutting is. Buiten het laatstegenoemde dorp loopt de weg liefst 700 meter omhoog, aan 4,2% gemiddeld. Genoeg voor de organisatie om er een colletje van de vierde categorie van te maken, waardoor men na de etappe de bolletjestrui kan uitdelen aan een renner in de marge die ook even zijn moment of fame wil pakken. De top van de Côte de Vix ligt net buiten het industriële dorpje Vix, op 28 kilometer van de streep. Zonder een afdaling rijden de renners dan door Vix, waar men midden op een rotonde een tuinhuisje heeft geplaatst. Moet kunnen. Na Vix fietst het peloton dwars door de Franse akkers over brede en rechte wegen richting het volgende dorp, Maillé. Even buiten Maillé, op 20 kilometer van de streep, is er een bocht naar links, waarna het peloton door open, licht heuvelachtig terrein koers zet richting Maillezais. In dit dorpje, 13 kilometer van de meet, komen we de helft van een abdij tegen.



De weg buiten Maillezais loopt af en toe een beetje op en af. Door een afwisselend open en bosachtig terrein kronkelen de renners zich door dorpjes als Saint-Pierre-le-Vieux. Buiten dit dorpje, op minder dan 10 kilometer van de streep, krijgen we nog een keer te maken met behoorlijk open terrein. Als het had gewaaid had hier nog wat kunnen gebeuren, maar dat lijkt er dus niet in te zitten. Verder zijn deze kilometers richting de finishplaats redelijk vanzelfsprekend. Paar flauwe bochtjes, maar grotendeels rechtdoor over een brede en zo goed als vlakke weg. Pas op drie kilometer van de streep wordt het een beetje spannend. Nadat de renners over een viaduct zijn gereden slaan ze al snel scherp linksaf, waarna een paar hectometer later een rotonde volgt. Hier gaan ze rechtdoor, waarna ze een mooie tocht over het industrieterrein van Fontenay mogen maken. Op ongeveer anderhalve kilometer van de streep komen de astmapatiënten een brede rotonde tegen, die ze het beste aan de linkerkant kunnen nemen. Hierna gaat het tweehonderd meter rechtdoor, tot men bij de volgende rotonde een scherpe bocht naar rechts moet maken. Kort na deze bocht komen we de vod tegen en is het tijd voor de laatste kilometer. In licht dalende lijn storten de renners zich de laatste meters van de rit in. Op een meter of 500 van de streep is er een flauwe bocht naar rechts, waarna de weg een aantal meter licht omhoog loopt. Al snel vlakt het weer af, waarna de laatste meters rechtdoor lopen op de brede Boulevard Deguesclin. Alle ingrediënten voor een koninklijke sprint zijn aanwezig.




De eerste rit van de Tour de France van 2018 eindigt in Fontenay-le-Comte. Het is voor het eerst dat de karavaan hier passeert. Nog nooit kwam er een rit aan en men vertrok hier ook nog nooit, maar nu wordt het stadje met 13.000 inwoners dan eindelijk met een bezoekje vereerd. Fontenay-le-Comte ligt uiteraard in de Vendée, de regio van Direct Energie en dus ook Jean-René Bernaudeau. De geboortegrond van Bernaudeau komen we tijdens de volgende rit pas echt tegen, maar zijn zoon is dan wel weer geboren in Fontenay. Giovanni, een jongen die ook wielrenner was maar er echt he-le-maal niets van kon. Maar omdat z'n papa een ploeg had is ie toch maar mooi 11 jaar prof geweest, zonder ooit één aansprekend resultaat te halen. De overtreffende trap van Noe Gianetti en Marco Corti. Vreselijk. Valt er verder nog iets te melden over Fontenay-le-Comte? Nou, weinig eigenlijk. Blijkbaar hebben ze hier maar liefst 16 kilometer aan fietspaden liggen, die deel uit maken van het fietsnetwerk van de Vendée. Maar goed, dan moet je wel rondrijden in een troosteloze omgeving, waar je zin in hebt. Ze schijnen hier ook een militair centrum te hebben waar jaarlijks meer dan duizend mensen worden omgetraind. Transitie van een militaire naar een maatschappelijke carrière maken en dat soort dingen, ook niet onbelangrijk als je wel klaar bent met al die onzin. Verder hebben ze hier nog het een en ander aan industrie, maar daar komen we vanzelf in het slot van de rit wel achter. Cultureel gezien schijnt er hier een link te zijn met de renaissance. Zie je er niet aan af, tenzij ze bedoelen dat de stad sinds die tijd niet meer is opgeknapt. Goed, vooruit, wel een paar aardige gebouwtjes in het centrum, maar weinig ansichtkaartmateriaal. Het is wel een stadje waar bijna iedereen aan sport doet, daarom is het niet slecht dat het grootste evenement van Frankrijk een keer dit gat aandoet. Buiten dat lijkt me dit geen plaats voor de eeuwigheid.



Niet alleen in Nederland is het mokerwarm, ook in Frankrijk kunnen ze er wat van. In Fontenay-le-Comte wordt het overdag 31 graden, met relatief weinig wind en totaal geen kans op regen. Aan de kust, in Noirmoutier-en-l'Île, is het een paar graden frisser, maar ook daar is de wind zo goed als afwezig. Behoorlijk spijtig, want het parcours biedt toch wel wat mogelijkheden om er een waaierkoers van te maken. Dat feest gaat nu alleen niet door. Pas tegen de avond schijnt het wat harder te gaan waaien, daar zijn we dan mooi klaar mee. Voor de avond begint zijn de renners immers al lang en breed klaar met fietsen. Aangezien er zoiets is als een WK voetbal heeft de organisatie ervoor moeten zorgen dat deze rit vroeg eindigt. Daarom is er geen passage over Passage du Gois, terwijl de renners 11 uur 's ochtends wel over de Pont de Noirmoutier mogen rijden. Voor de lunch is het al tijd voor de koers dus. De Grand Départ wordt vaak uitgezonden en dat is nu niet anders. Om 11 uur is de NOS van de partij, tien minuten eerder beginnen ze bij de Belg zelfs al. Eurosport zendt dit ongetwijfeld ook uit, maar gelukkig zijn we tijdens de Tour niet afhankelijk van Eurosport. De finish wordt verwacht tussen 15:38 en 16:04. Aangezien het niet echt gaat waaien zou het dus wel eens zo kunnen zijn dat we een trage koers krijgen en dus de eerste minuten van Zweden tegen Engeland moeten missen. Wat kan het leven soms toch zwaar zijn.

Zeker nu de wind niet echt op de afspraak is gaat deze eerste rit van de Tour eindigen in een massasprint. Een ideale kans voor de sprinters om naast de ritzege ook de gele trui te veroveren. Het zal daarom een hectische sprint worden, al is de finale niet per definitie heel moeilijk. Alle ploegen zijn nog compleet en de renners zijn nog fris, dus het wordt een snelle finale met flink wat geduw en gekwak, altijd lachen. Massasprintje dus, de eerste. Goede gelegenheid om alle deelnemende sprinters eens op een rijtje te zetten. In Nederland hoopt (bijna) iedereen natuurlijk op een overwinning van Groenewegen. Op basis van het seizoen tot nu toe is hij misschien wel de snelste sprinter van allemaal, de progressie die hij heeft geboekt is indrukwekkend. Enige nadeel: zijn trein is poep. Timo Roosen is een lieve jongen, maar die kan het ook niet in z'n eentje. Paul Martens in je trein, wat een aanfluiting. Een jongen met een betere trein is dan weer Fernando Gaviria, van Quick Step. Met Richeze beschikt hij over de beste lead-out van het peloton en dat gaat hem gegarandeerd een paar ritzeges opleveren, mits hij op z'n fiets blijft zitten. Fernando heeft nogal eens last van de vallende ziekte, dus het kan ook zomaar zijn dat hij de rit in een ambulance zit. Zonder ongelukken is hij wel samen met Groenewegen de grote favoriet. Die twee steken er echt bovenuit. Alle andere grote sprinters hebben eigenlijk helemaal geen goed jaar. Mark Cavendish ligt vaker in het ziekenhuis dan dat hij nog op een podium te vinden is. Ook in de aanloop naar de Tour was hij ranzig slecht, helemaal uitvlakken mag je hem nooit. Marcel Kittel? Dat is een parodie op een wielrenner geworden. Rijdt geen platte prijs. Greipel? Wisselend, soms goed maar ook vaak genoeg totaal afwezig. Kristoff? Als de rit een beetje lastig is geweest wil het nog wel lukken, maar in een reguliere sprint heeft hij moeite om de snelheid van andere jongens te evenaren. Demare? Ja, daar moeten we wel rekening mee houden, al is hij wel al een aantal keer gekleineerd door Groenewegen. Sagan? Hij is altijd goed en hij zal wraak willen nemen na de mislukte Tour van vorig jaar. Toch is hij dit jaar ook wel eens kwetsbaar gebleken, zo won hij bijvoorbeeld voor het eerst in 100 jaar geen rit in de Tour of California. Colbrelli? Heeft een goed jaar, maar in een vlakke sprint is het toch altijd maar behelpen, hij zal het van de wat lastigere aankomsten moeten hebben. Matthews? Won vorig jaar de groene trui, vooral dankzij de afwezigheid van Sagan en Kittel, maar toch. Dit jaar gaat het allemaal wat minder bij hem, zoals het bij Sunweb als geheel wat minder gaat. Het lijkt ook niet echt zijn ambitie te zijn om nu weer voor de groene trui te gaan, dus misschien laat hij de sprints wel over aan Arndt of all places. Of Theuns, kan ook nog. Waarom heeft Sunweb deze lui eigenlijk allemaal bij? Enfin, volgens mij heb ik dan een groot deel van de bekende namen wel gehad. In de categorie daaronder hebben we John Degenkolb, die gestopt is met fietsen zonder het te vertellen. Astana heeft met Magnus Cort Nielsen nog een sterke sprinter in de aanbieding, verder moeten we bij Cofidis Christophe Laporte in de gaten houden, die de sprints mag gaan doen in plaats van Bouhanni. De mannen van Wanty komen met Dupont, Smith en Pasqualon plaatsen 11, 12 en 13 opeisen en bij de mannen van deze streek moeten we Thomas Boudat in de gaten houden. Mitchelton spaart ons gelukkig door de altijd vervelende Caleb Ewan thuis te laten, dus voor die ploeg zal Impey nu de sprints moeten doen. Dat was het wel zo'n beetje, denk ik. Misschien dat we Boasson Hagen nog eens zien als Cavendish weer eens faalt en misschien dat de bijzonder arrogante Jasper Stuyven z'n eigen plan trekt en Degenkolb een middelvinger geeft. Maar dat is allemaal in de marge.
1. Gaviria. Gaat Colombia het zoveelste succes bezorgen. Als Fernando alles zelf moet doen is hij nog wel eens kwetsbaar. Dan volgt hij ineens een motor die de verkeerde afslag neemt, dat soort dingen. Of hij tikt een achterwiel aan, allemaal niet zo handig. Gelukkig voor hem heeft Quick Step een goede ploeg bij. Als hij het wiel van Richeze kan blijven volgen wint hij de rit, omdat hij dan nog maar drie trappen hoeft te doen tot aan de finish, daar kan de concurrentie niets tegen beginnen.
2. Groenewegen. De benen zijn goed, dat laat hij het hele jaar al zien. Alleen is zijn ploeg wat minder goed, daarom verliest hij ook wel eens een sprint. Soms weet hij vanuit geslagen positie toch nog naar voren te sprinten en pakt hij dan alsnog de overwinning, maar dat zal in de Tour een ander verhaal zijn. Alles zal dan perfect moeten zijn en zolang alle sprinters aanwezig zijn samen met alle knechten gaat het treintje van Lotto Jumbo geheid ontsporten. Dus begint Groenewegen op positie 20 aan de sprint en komt hij sterk opzetten maar weet hij net niet te winnen.
3. Demare. Best of the rest.
4. Sagan. Wil hij Gaviria en Groenewegen kloppen dan zal de aankomst waarschijnlijk wat lastiger moeten zijn.
5. Colbrelli. Vooral omdat de tegenstand er niets van bakt kan Colbrelli ook behoorlijk hoge ogen gaan gooien in de vlakke sprints.
pi_180317484
Gaviria fabuleus.
pi_180317508
Kittel wel een stuk sterker dan verwacht of vergis ik me? Leek op 500 meter van de meet compleet te sterven in de wielen maar reed nog een beresterke sprint. Zou hij dan toch gevaarlijk kunnen worden?
pi_180318064
De nummer laatst nu al op meer dan 7 minuten achterstand :D
"You can call me Susan if it makes you happy"
pi_180319882
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 juli 2018 21:12 schreef Columbiafan het volgende:
Kittel wel een stuk sterker dan verwacht of vergis ik me? Leek op 500 meter van de meet compleet te sterven in de wielen maar reed nog een beresterke sprint. Zou hij dan toch gevaarlijk kunnen worden?
Hij start morgen in het groen overigens.. (waarschijnlijk omdat Sagan mag kiezen of hij het groen aantrekt of z'n regenboogtrui)
pi_180319891
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 juli 2018 21:30 schreef TLC het volgende:
De nummer laatst nu al op meer dan 7 minuten achterstand :D
Die was al blij dat hij uitreed waarschijnlijk
  zondag 8 juli 2018 @ 00:35:58 #7
458271 LekkerWeertje
Als de zon schijnt
pi_180323702
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 juli 2018 22:23 schreef Marcoss het volgende:

[..]

Die was al blij dat hij uitreed waarschijnlijk
Ja, dat zag er echt uit als een DNF'je in wording.
  zondag 8 juli 2018 @ 00:36:56 #8
194695 franklop
Fran knock
pi_180323729
Reed Quintana nou echt lek op 3,5 km van de streep en reed ie vervolgens niet door naar 2,9? Had hem wat tijd gescheeld
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Forum Admin / PR zondag 8 juli 2018 @ 00:46:47 #9
436595 crew  Sked
Zonnestraal
pi_180323981
quote:
10s.gif Op zondag 8 juli 2018 00:36 schreef franklop het volgende:
Reed Quintana nou echt lek op 3,5 km van de streep en reed ie vervolgens niet door naar 2,9? Had hem wat tijd gescheeld
Hij reed niet lek, maar brak zijn wielen
  zondag 8 juli 2018 @ 07:10:27 #10
194695 franklop
Fran knock
pi_180326113
quote:
0s.gif Op zondag 8 juli 2018 00:46 schreef Sked het volgende:

[..]

Hij reed niet lek, maar brak zijn wielen
aah ok. Dat klinkt al logischer
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Redactie Sport / Supervogel zondag 8 juli 2018 @ 10:28:27 #11
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_180328013
Vol op een vluchtheuvel geklapt ja, was gewoon niet aan het opletten.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')