quote:
Ergens is het zonde dat zo’n meesterlijke liveband als Arcade Fire een eigen tour verkiest boven de zomerfestivals. Aan de andere kant toonden de veelzijdige en -koppige Canadezen zich maandagavond in Ahoy glansrijk avondvullend en wat niet anders dan een masterclass genoemd kan worden.
De zesmansformatie, live uitgebreid naar negen, trotseerde in 2014 nog het legendarische noodweer op Pinkpop. Vorig jaar nog werd hun optreden het absolute hoogtepunt van Best Kept Secret. Op geen van de twee affiches had de band misstaan, maar de Canadezen prikten een datum precies tussen die twee driedaagse festivals in voor een eigen show. Achteraf maar goed voor een hele hoop andere bands, die onherroepelijk naar huis zouden zijn gespeeld door Arcade Fire.
Ongelooflijk dynamisch
De band was in bloedvorm maandagavond in Ahoy. Nadat ze zich als boksers dwars door het publiek richting bühne gebaand hadden openden ze met Everything now, de titeltrack van hun laatste album van vorig jaar. Meteen raak en meteen zat iedereen in de zaal er helemaal in. Bij Rebellion werden de ‘la la la’s’ en ‘oeh oeh oeh’s’ al hartstochtelijk meegezongen, waarna snel de ‘pa pa pa’s’ uit Here comes the night en de ‘oh oh oh hey’s’ volgden uit No cars go.
Twee dingen die deze band al meer dan tien jaar bijzonder maken, grofweg. Ten eerste zijn het die songs in laagjes, vol vreemde wendingen en waar maar al te vaak zo’n uitgelaten, extatisch deel disco in zit. Ten tweede is er die uitgebreide samenstelling van deze groep. Vele handen die het werk niet zozeer licht maken, maar wél ongelooflijk dynamisch, veelzijdig en afwisselend. Zo nam Regíne Chassange bij Electric bluemoeiteloos de microfoon over van haar echtgenoot Win Butler. Als we moeten kiezen wie zingt, dan liever hem. Maar Chassange’s merkwaardige, Kate Bush-in-haar-hoogtijdagen-achtige dansjes vormden ook maandag weer een schouwspel op zich.
Masterclass
Muzikaaltechnisch zat de show - zoals we inmiddels gewend zijn van de Canadezen - uitstekend in elkaar. Nummers werden aangelengd en uitgerekt, naadloos aan elkaar gespeeld soms. Van een ingetogen Neon Bible en My body is a cage werd ongenadig opgeschakeld naar de krakers Neighborhood #1 (Tunnels) en Ready to start. Een groot feest werd het tot en met uiteindelijk Wake up, Arcade Fire’s allermooiste allesbinder, voor nu en altijd.
Doorslaggevend in dat alles was de manier waarop. Het zat ‘m behalve in het wat, vooral ook in het hoe. In die onophoudelijke verbetenheid op hun gezichten, op die zicht- en invoelbare volledige overgave aan hun muziek. Die maakte van dit maandagse concert een masterclass om niet snel te vergeten.