‘Toen die agent Michaels fiets wilde, brak ik’Ploegleider Michiel Elijzen was zondag als eerste bij Michael Goolaerts (23), na diens fatale val in Parijs-Roubaix. Ruim acht uur later kreeg Elijzen een telefoontje dat de jonge Belgische wielrenner was overleden. Een emotionele monoloog.
Door Daan Hakkenberg
,,Op de tweede kasseistrook hoorden we over de koersradio dat er iemand van ons was gevallen. We hoorden geen nummer, want hij lag op zijn rug. Het duurde een minuutje voordat we bij hem waren. De mecanicien en ik zijn uitgestapt. Wij waren de eersten.
,,Michael lag er niet goed bij. Zijn benen zaten in zijn fiets en hij was buiten bewustzijn. De mecanicien heeft zijn pols vastgepakt, ik zijn hoofd en we zijn tegen hem beginnen te praten. De doktoren waren er heel snel en begonnen meteen met reanimeren. Ik zag dat ze een defibrillator bij zich hadden en ze hebben direct een infuus aangebracht. Nick Nuyens (ploegmanager, red.) zat nog in de auto. We moesten ondertussen ook met onze andere renners communiceren. Dat er weer een nieuwe kasseistrook aankwam. Dat wij achter een valpartij zaten.
,,Het is niet duidelijk of Michael eerst een hartaanval kreeg en toen is gevallen, of andersom. Dat wordt nog onderzocht. We hebben er een minuut of vijf bij gestaan, maar konden niets doen. Ik zag dat drie of vier doktoren met hem bezig waren en wij zijn verdergegaan. Onze ploegarts hield contact met de medische dienst en vertelde na een uur dat Michael met een helikopter werd overgebracht naar het ziekenhuis.
,,Had ik erbij moeten blijven? Had dat de situatie veranderd? Ben ik egoïstisch geweest door terug te gaan in koers? En door te bedenken dat we met Wout Van Aert nog konden winnen? Het praktische, zakelijke en emotionele liep allemaal door elkaar.
,,Er kwamen nog 25 kasseistroken aan. Het was een bizarre achtbaan. Je ziet een van je renners liggen én er is een renner van je ploeg die meedoet om de overwinning. Ik ben hele stukken kwijt en weet ook niet wat er in de finale is gebeurd. Het was een roes tot de wielerbaan van Roubaix.
,,Het is nooit een afweging geweest om tegen de andere renners te zeggen dat Michael een hartaanval had gehad. Alleen dat hij was gevallen. Als iemand een been breekt, zou ik dat ook niet zeggen. Misschien ben ik heel naïef, maar ik zag heel kundige doktoren om hem heen met alle hulpmiddelen. Dan verwacht je een bericht: hij is afgevoerd en het gaat goed komen. In je achterhoofd weet je dat er heel erge dingen kunnen gebeuren in de koers, maar je verwacht nooit dat je in zo’n situatie komt.
Ik ben naar binnen gegaan en vertelde dat Michael zojuist was overleden.
Michiel Elijzen
,,Ik begrijp wel dat er discussie is of de race gestaakt had moeten worden, maar ik weet het antwoord niet. Het was een valpartij achterin het peloton, met al honderd renners die voorbij zijn gegaan en een kopgroep op zeven minuten voorsprong. Wat ga je doen? Je weet dan ook nog niet hoe erg het is. Ik heb zondag wel twintig valpartijen gezien. Een ongeluk zit in een klein hoekje, maar in Parijs-Roubaix in een iets groter hoekje. Ik zag Sebastian Langeveld zitten met bloed op zijn gezicht. Die brak zijn neus en een sleutelbeen. Naast hem lag Matteo Trentin in de foetushouding. Is die opgestaan? Ik weet er niks van. Het gaat op de automatische piloot. Je kijkt naar rugnummers en dan geef je het door. Dat is belangrijk, want Trentin was een favoriet.
,,Toen we bij de wielerbaan aankwamen, kwam een motoragent naast me rijden. Die zei dat ze Michaels fiets, die op het dak stond, wilden hebben voor onderzoek. Toen brak ik. Tegelijkertijd moest de knop om, want de renners moesten meteen naar de bus. Wij wilden hen eerst informeren. Niet dat ze over de meet zouden komen en dan van een journalist moesten horen dat een ploegmaat een hartaanval had gehad.
Ouders
,,Nick Nuyens is naar het ziekenhuis gegaan, waar ook de ouders van Michael waren. Die waren ’s ochtends bij de start en zouden langs het parkoers staan. Voor hen is dit een nachtmerrie. Ik ben met de renners naar het hotel gegaan waar we al heel het Vlaamse voorjaar verbleven. Iedereen was heel stil. Het enige wat je op dat moment kunt doen, is bij elkaar zijn. Er hoeft niks gezegd te worden.
,,Om tien over half elf belde de trainer van de ploeg mij vanuit het ziekenhuis. Je zakt door de grond, maar ik ben ook een van de leidinggevenden en moest het nieuws brengen aan de renners en het personeel. Ik ben naar binnen gegaan en vertelde dat Michael zojuist was overleden. In de ploeg hebben we een jongen van 21, een eerstejaars beroeps, maar het aan hem vertellen is net zo moeilijk als aan Stijn Devolder die ouder is dan ik. Op zo’n moment gaat iedereen kapot.
,,Michael was goedlachs, altijd positief. Talentvol en echt een heel goede ploegmaat. Hij had het tot een goede prof kunnen schoppen, zeker in de klassiekers. Hij zat twee jaar op een rij in de vlucht in de Ronde van Vlaanderen. Daar was hij terecht trots op. Dit jaar reed hij als eerste de Muur van Geraardsbergen op. Dat is wel een dingetje, hoor.
,,Woensdag rijden we de Brabantse Pijl. We willen dat als een moment zien om bij elkaar te komen. Ook de renners die niet rijden, zullen er zijn als steun voor de rest. Er is hulp voor traumaverwerking, dat moet worden gedaan door mensen die daarvoor hebben geleerd. Ik kan alleen luisteren. Ik ga zelf ook naar een psycholoog. Als ik er hardop over spreek, is dat voor mij verwerking. Het neemt me mee terug naar die dag, maakt me verdrietig en mijn adem stokt, maar ik denk ook na.
,,Ze zeggen dat de dood meefietst in het peloton. Andere sterfgevallen zijn niet minder erg, maar dit is onder mijn neus gebeurd. Ik ga het lang met me meedragen. Dat beeld dat Michael daar lag, ik krijg het niet van mijn netvlies.’’
https://www.ad.nl/wielren(...)-ikenrsquo~a6f1f91c/