quote:
Op zaterdag 31 maart 2018 05:51 schreef dodoria het volgende:[..]
Dat tomaten planten niet 2 jaar achter elkaar in dezelfde grond zouden mogen heeft met plantenziektes te maken, niet met verarming van de grond. Maar ik persoonlijk houd me niet aan die regel. Tenzij je natuurlijk een ziekte hebt gehad in je planten. Ik zou gewoon lekker veel organisch materiaal in graven. Bladeren, grasmaaisel, compost als je dat hebt, visgkarkassen doen het ook heel goed, kleingeknipt zeewier, mest. Alles om maar meer voedingsstoffen in de grond te krijgen. Daar zullen je volgende planten alleen maar profijt van hebben.
wisselteelt zou ik zeker wel aanraden.....hoeveel voeding je er ook in stopt
zelfs wij doen het met maar 23m2 en de redenen zijn vrij duidelijk:
Waarom vruchtwisseling
In de natuur groeit alles op, langs en door elkaar heen. Op een volkstuin willen we daar dan plotseling verandering in aanbrengen en allerlei nette rijtjes van dezelfde soorten planten telen. Dat is wel logisch, we willen tenslotte een leuke opbrengst van lekkere groenten. Maar probeer altijd rekening te houden met de natuur, of wees er in ieder geval op voorbereid.
De 2 belangrijkste redenen voor vruchtwisseling zijn bescherming en bemesting.
punt 1: Bescherming
Je gewassen blijven gezonder op het moment dat je niet elk jaar dezelfde gewassen op dezelfde plaats teelt. Als je in jaar 1 ergens aardappelen hebt geteeld en er is Phytophtora opgetreden kun je de aardappelen rooien en weggooien (opeten lijkt me niet verstandig - en al helemaal niet lekker). Maar de schimmel Phytophtora zit niet alleen in de aardappel maar ook in de grond. Ze is gek op aardappelen (en ook op tomaten trouwens). Als deze schimmel de winter overleeft en je poot er het jaar erop weer aardappelen maak je het de Phytophtora erg gemakkelijk; ze hoeft niet eens te zoeken naar aardappelen of tomaten - je biedt ze gratis op een presenteerblaadje aan. Ze zal je bedanken met een nog vroegere en nog ernstigere aantasting.
Heel bekend is ook Knolvoet (Plasmodiophora brassicae - een schimmel die een voorkeur heeft voor koolgewassen). Ze komt vooral op zandgronden voor. Knolvoet wil je graag vermijden, want als je haar eenmaal in je tuin hebt gehaald kan ze daar gemakkelijk 8 tot 10 jaar blijven wachten op het moment dat je weer eens koolgewassen zaait.
Een heel ander voorbeeld is de aantasting door insecten. Als je elk jaar op hetzelfde stukje worteltjes zaait maak je het de wortelvlieg wel erg gemakkelijk. Of de preivlieg bij preien. Maar ook emelten, aardvlooien, slakken, pissebedden, etc.; elk beestje heeft zijn eigen voorliefde voor een bepaalde groente, of voor een bepaalde bemesting, of een andere eigenschap die bij bepaalde groenten meer voorkomt dan bij andere groenten. Door elk jaar dezelfde groenten op dezelfde plaatsen te telen help je deze dieren om te overleven, zich te vermenigvuldigen en je oogst te laten mislukken.
Vruchtwisseling wortel en ui
Wat handig toch dat de wortelvlieg en de preivlieg (= uivlieg) elkaar niet aardig vinden en elkaar bestrijden. Dubbel handig is het dat uien en worteltjes beiden wortelgewassen zijn en dezelfde voedingsbehoeften hebben. Door rijtjes worteltjes en uien naast elkaar te zetten (zie foto) houd je je prima aan de vruchtwisseling, en zorg je ervoor dat de ene vlieg de andere weg jaagt.
Bijna elke plant maakt in de wortels remstoffen; dit maakt het jaar in - jaar uit telen van dezelfde groenten op dezelfde plaats steeds minder aantrekkelijker doordat die groenten het elk jaar wat minder goed doen. En dat heeft dan weer als gevolg dat de kleinere planten die niet goed groeien of bloeien vatbaarder worden voor ziekten, aantasting door insecten, minder weerstand tegen slechte weersinvloeden, etc., etc.
En tot slot: de bekende nematoden. Ze worden ook wel aaltjes genoemd en zijn heel klein (soms voor het menselijk oog niet zichtbaar). Er zijn goede en slechte aaltjes. De slechte aaltjes treden op na het meerdere jaren achter elkaar telen van alleen maar dezelfde groenten telen en veroorzaken zo "bodemmoeheid". Uiteindelijk gaan die groenten elk jaar minder goed groeien en planten kwijnen weg (als de bodem geen puf meer heeft deze groenten nog te verzorgen).
Deze ernstige aantasting komt gelukkig zelden voor op volkstuinen; je moet dan echt jaar na jaar alleen maar dezelfde groenten telen. In de beroepstuinderij is ze echter berucht, daar waar jaar na jaar dezelfde maīs, kool, aardappelen of wat dan geteeld worden. Er zijn allerhande bodemontsmettende middelen maar aaltjes zijn blijkbaar nog erg lastig te bestrijden. Wij volkstuinders moeten er vooral op letten in de kas - daar waar vruchtwisseling elk jaar echt lastig is.
Je kunt dus wel tegen de natuur vechten maar 9 van de 10 keer zal zij winnen. Beter is het om er over na te denken en haar manier na te bootsen. Het bespaart je veel ergernis en levert je lekkere groenten en een goede oogst op............mits alle andere benodigdheden (zoals bemesting, het weer, het ras van de groenten, etc., etc. ook in orde zijn).
punt 2: bemesting
Elke plant heeft zijn eigen mestbehoefte. Heel veel stikstof bij aardappelen geeft heel veel blad en weinig kleine aardappeltjes. Bonen willen weinig of geen mest, kool juist heel veel, etc. Door groepjes groenten te maken en die elk jaar ergens anders te zaaien/planten kun je die groepjes op de juiste manier bemesten, en ondertussen schimmels, etc. voorkomen. Dubbel handig dus.
Tot slot zijn er nog 2 iets minder bekende redenen om vruchtwisseling toe te passen: bodem en onkruid. Elke groente kan beter of slechter onkruid tegen gaan. Aardappel met het vele lof kan het prima, uien met niets anders dan 1 dubbele spriet is er heel slecht in. Door uien na aardappelen te telen zou je theoretische gezien tijdens de uientijd minder last van onkruid hebben. Helaas geldt dat alleen voor kortlevende onkruiden, er zijn ook soorten waarvan de zaden tientallen jaren kunnen slapen in de grond tot ze de juiste temperatuur, vochtigheid en licht treffen om te gaan kiemen - daar kan geen vruchtwisseling tegenop.
De structuur van de bodem zegt me heel wat meer. Het is bekend dat bieten diep wortelen en dat aardappelen en kolen een goede structuur achterlaten. Maak gebruik van die wetenschap door na deze groentesoorten soorten te zaaien die een goede bodemstructuur vereisen (zoals bijvoorbeeld worteltjes).
[ Bericht 15% gewijzigd door Predator38 op 01-04-2018 09:54:56 ]