Zij was 12 en droomde van een carrière als topsporter. Hij was 28 en wilde veel meer zijn dan alleen haar zwemcoach. Pas toen ze op haar 14e een nieuwe trainer kreeg, vond Ela Hutten (inmiddels 24) eindelijk de moed om over het misbruik te vertellen. Helaas liep het heel anders af dan ze had gehoopt. "Had ik maar nooit aangifte gedaan."
Vorige week kwam haar boek Onder water uit, waarin ze schrijft over hoe ze van haar 12e tot haar 14e seksueel misbruikt werd door haar zwemcoach Alfons (een gefingeerde naam).
Eigenlijk schreef ze haar ervaringen alleen op voor haar eigen verwerking, met het idee het boek daarna diep weg te stoppen in de kast. Maar toen misbruik in de sport afgelopen jaar in het nieuws kwam, wist Ela dat het boek een groter doel diende.
"Om te laten zien dat het veel vaker voorkomt dan iedereen denkt, is het belangrijk dat slachtoffers naar buiten treden", zegt ze. "Alleen dán is er kans dat er ooit iets verandert. Eerst dacht ik wel even: 'Waarom moet ik per se die persoon zijn? Maar als ik het niet doe, wie dan wel?'"
'Alfons' misbruikte Ela meestal als hij haar in de auto naar huis bracht, of tijdens looptrainingen in het bos. Dan zoende hij haar, verdwenen zijn handen onder haar kleren en zei hij dat hij verliefd op haar was. En hoe vaak ze ook zei dat ze dit niet wilde, dat ze pas 12 was; hij stopte niet. Hij ging juist steeds verder.
Pas op haar 14e kwam onverwacht het hele verhaal eruit, tijdens een tienminutengesprekje met haar mentor. Dat ze er niet eerder over durfde te praten, ligt volgens haar onder andere aan de scheve machtsverhouding tussen coach en pupil.
"Ik leefde voor het zwemmen en hij was een goede trainer", legt ze uit. "Als ik iets wilde bereiken in de sport, had ik hem voor mijn gevoel nodig. Ik zag geen andere mogelijkheid dan toelaten wat hij deed."
"Daarbij had ik ook ergens een beetje medelijden met hem", verduidelijkt Ela. "Hij had geen vrienden en een slechte band met zijn ouders. Soms belde hij me huilend op, of stuurde hij een foto om te laten zien dat hij op een brug stond en wilde springen. Daarmee zette hij me onder druk. Maar ik vond het ook oprecht zielig. Ik haatte hem, maar wilde hem ook niet kwetsen door hem te verraden."
"Er wordt weleens gezegd dat als je een goede band met je ouders hebt, je zoiets niet verzwijgt", vervolgt ze. "Maar, en dat hoor ik ook van andere slachtoffers, het is eerder andersom."
"Juist omdát we zo'n goede band hadden, wilde ik hen geen pijn doen. Hoe vaak ze ook bij me kwamen zitten en vroegen: 'Wat is er, doet hij soms iets wat je niet wil?'. Ik kon het gewoon niet zeggen."
Aan de ene kant is Ela het toonbeeld van iemand die, ondanks alles, succesvol is geworden. Ze studeert geneeskunde met het doel om kinderarts te worden, heeft net een huis gekocht met haar vriend en doet nog steeds op hoog niveau aan reddingszwemmen - nu met haar vader als trainer. Maar ze is er nog lang niet.
Vorig jaar besloot ze zelfs tijdelijk haar studie op een laag pitje te zetten, omdat ze finaal was ingestort. "Ik zat niet lekker in mijn vel, kon me niet concentreren en sliep slecht. Dan werd ik zwetend en in paniek wakker omdat ik droomde dat hij me achtervolgde of vermoordde."
"Hoewel ik weet dat hij me niets meer zal doen, ben ik onbewust blijkbaar nog steeds bang. Dat hij in een dorpje vlakbij is gaan wonen en ik hem dus altijd tegen kan komen, helpt niet mee."
In Onder water vertelt Ela ook over het desastreuze verloop van de rechtsgang: de dader wist de zaak vijf jaar te rekken, bijvoorbeeld door keer op keer niet op te komen dagen bij de zitting. En hoewel hij in hoger beroep opnieuw schuldig werd bevonden, werden de opgelegde vier maanden cel uiteindelijk omgezet in een taakstraf.
Voor Ela voelt dat als een trap na. "Als ik dit had geweten, had ik nooit aangifte gedaan. Elke keer de urenlange verhoren, de mentale voorbereiding op een confrontatie in de rechtszaal, de teleurstelling als het wéér niet doorging... Dat is het me echt niet waard geweest."
"Ik deed aangifte omdat ik hem wilde stoppen, dat is niet gelukt. Ik weet vrij zeker dat hij meteen na mij een nieuw slachtoffer had. Maar Justitie gaf aan dat ze daar niets mee konden, zolang dat meisje zelf geen aangifte deed. Kortom: hij kan weer verder, maar ik heb levenslang."
Ze hoopt dat haar boek iets teweegbrengt, zodat alles toch niet helemaal voor niets is geweest. "Ik hoop dat er kritisch gekeken wordt hoe slachtoffers beter beschermd kunnen worden. Vanuit mijn hart zou ik tegen iedereen die dit heeft meegemaakt willen zeggen: 'Doe aangifte, want daders moeten gestraft worden.'"
"Maar wetende wat het met mij en mijn familie heeft gedaan, zou ik het niemand aanraden. Ik had me liever vanaf mijn 14e meteen volledig op mijn verwerking gestort. Ik denk dat het dan nu een stuk beter met me was gegaan."
https://vrouw.nl/artikel/(...)-door-haar-zwemcoachJe doet aangifte, dader weet het 5 jaar te rekken en komt, omdat het zolang duurde, weg met een taakstraf.
Dit soort zaken zou verplicht binnen een jaar afgerond moeten worden om bij het slachtoffer niet nog veel meer trauma te veroorzaken. Ik zag haar bij Pauw en het praten over de rechtsgang bracht de meeste emotie teweeg.