Hier een bijzonder boeiend artikel uit VN over jihadbruidjes die in Nederland zijn geronseld. Ilham B. komt er ook in voor
quote:
Seks en de jihad: waarom Nederlandse moslima's op religieuze strijders vallen
Harry Lensink
Jaco Alberts
Ook jonge moslima’s uit Nederland kiezen voor de gewelddadige jihad in Syrië en Irak. Niet alleen uit religieuze overtuiging, maar ook vanwege de aantrekkelijke strijders. ‘Er lopen allemaal mannen met wapens.’
Alstublieft! Tijdens de kerstvakantie geven we tien van onze beste stukken uit 2015 cadeau, zodat u de vrije dagen optimaal kunt benutten. Wilt u in 2016 de onze verhalen blijven lezen? Neem dan meteen een abonnement!
Een leuke spring in ’t veld. Een vrolijke, grappige en lange jongedame. Zo is de 21-jarige Kaoutar. De politie in Gouda kent haar wel. Agenten spraken Kaoutar voor het eerst bij een picknick van moslima’s uit de wijk Oosterwei. Daar rende ze rond in haar lange jurk. Ondanks haar traditionele kleding deed Kaoutar gewoon fanatiek mee met een potje voetbal. Nooit om een praatje verlegen, altijd in voor een geintje, zo beschrijven de agenten haar.
Maar dan komt in december 2013 de tip dat Kaoutar op het punt staat te vertrekken naar Syrië. Wijkagente Janna (gefingeerde naam) gaat meteen een kijkje nemen bij haar ouderlijk huis. Kaoutar wil niet opendoen en spreekt door de brievenbus. ‘Ik had het gevoel dat Kaoutar niet blij was met ons bezoek,’ noteert Janna droogjes. Kaoutars moeder grijpt in: de deur gaat open en er volgt een gesprek in de woonkamer. Janna begint over Syrië. Kaoutar reageert ‘heel mat’ en ontkent. ‘Dit is niets voor Kaoutar,’ noteert Janna. Ze is ‘niet timide. De Kaoutar die ik ken zou (…) me overspoelen met argumenten waarom ze nooit naar Syrië zou gaan.’
Janna vertrouwt het zaakje niet en vertelt Kaoutar dat ze gaat proberen een reisbeperking op haar paspoort te plaatsen. Tot die tijd bewaart haar moeder het reisdocument. Het mag niet baten. De volgende dag vertrekt Kaoutar met de zeventienjarige Sarah uit Schiedam. Uit signalen van hun mobiele telefoons blijkt dat Sarah haar ophaalt in Gouda en dat ze dan samen naar Utrecht gaan. Even later verschijnen de eerste Facebookberichten van de meiden uit Syrië.
Hoofdverdachte Oussama C. is een devote 18-jarige koranleraar met de eigenschappen van een sekssymbool
De Nederlandse autoriteiten maken zich grote zorgen. Niet alleen mannen nemen de wapens op om zich aan te sluiten bij de jihad in Syrië en Irak. Ook vrouwen vertrekken naar de strijdgebieden. Van de circa tweehonderd Nederlandse Syriëgangers zijn dat er volgens de geheime dienst inmiddels zo’n vijfendertig. Daarbij gaat het vaak om heel jonge vrouwen, soms zelfs minderjarige meisjes. Voor hen is het kalifaat een religieuze heilstaat waar ze hun traditionele geloofsregels ongehinderd kunnen volgen.
Maar er is meer dan dat, zo blijkt uit het vertrouwelijke dossier in de omvangrijke Context-zaak naar jihadisten in Den Haag en omgeving waar Vrij Nederland inzage in heeft. Theologie lijkt bij nogal wat jonge moslims en moslima’s samen te gaan met een broeierig soort romantiek, puberale kalverliefdes bijna, die in Syrië kunnen worden geconsumeerd. Met een belangrijke bijrol voor hoofdverdachte Oussama C. alias Abu Jazeed. Een devote 18-jarige koranleraar met de eigenschappen van een sekssymbool. Als een soort loverboy lijkt hij achter de moslimmeisjes aan te zitten.
Achter Kaoutars minderjarige reisgezel Sarah bijvoorbeeld. De politie vindt 980 WhatsApp-berichten tussen de twee, uit de zomer voor haar vertrek. Ze zijn ‘vertrouwelijk’ en ‘intiem’ van aard. Oussama wil een foto van haar. Het is zijn wens om met Sarah te trouwen, concludeert de politie ook uit andere aanwijzingen. En zij is niet de enige. Dezelfde jongen zou al een ‘islamitisch huwelijk’ hebben gesloten met de achttienjarige Audrey, die volgens de politie in Syrië deelneemt aan de gewapende strijd. Ook Oussama zelf wil volgens de politie naar de jihad, maar zijn ouders hebben zijn paspoort afgepakt.
Als Kaoutar en Sarah vertrekken, zijn er al meisjes uit Gouda in Syrië. Het is een hechte club vriendinnen met veel onderling contact via WhatsApp en Facebook. Tijdens het huisbezoek vertelt de bezorgde wijkagente Janna over de dan negentienjarige Ilham, een nichtje van Kaoutar. Een paar maanden eerder heeft ook zij de agente op een dwaalspoor gezet. Ilham ontkende reisplannen te hebben, maar ging toch. Nu is ze in Syrië ‘voor de gewelddadige strijd’ en daar getrouwd met een Belgische broeder. ‘Het is de plicht voor iedere moslim,’ zo omschrijft Janna de mening van Ilham die behalve met haar vriendinnen ook contact heeft met, jawel, Oussama C. Aan de achterblijvers in Gouda vertelt ze volgens Janna ‘hoe goed en geweldig’ ze het in Syrië heeft. En, wellicht om het voor de meisjes nog wat spannender en aantrekkelijker te maken: ‘dat er allemaal mannen met wapens lopen.’ Ilham woont op dat moment in een buitenwijk van de noordelijke stad Aleppo waar ook veel mannelijke Nederlandse strijders bivakkeren. In de buurt van nog drie meisjes uit Gouda: Luisa (20), Majda (19) en Linda (22) die haar driejarig zoontje Ismail heeft meegenomen. Het zijn allemaal vriendinnen van Kaoutar.
Toch hoeft de politie niet altijd machteloos toe te kijken. Op 12 december 2013 was een wijkagent de ouderlijke woning van de vijftienjarige Imane L. in Den Haag binnengestapt. Een buurtvader had de politie getipt over de zorgen van de ouders van Imane: ze volgde lezingen in een radicale Haagse moskee, droeg traditionele kleding en de ouders waren bang dat ze naar Syrië zou gaan. Imane ontkende dat ze dat van plan was, maar de buurtvader kreeg haar paspoort onder beheer en bij het bezoek nam de wijkagent twee telefoons van Imane mee: een iPhone en een Samsung. Die werden de volgende dag al leeg getrokken en de politie ontdekte gesprekken met Kaoutar en Sarah over hun aanstaande vertrek. Dat vormde ook de aanleiding voor het vergeefse bezoekje van wijkagente Janna in Gouda aan Kaoutar.
Maar de telefoons geven de politie ook informatie over de motieven van jonge meiden om naar Syrië te vertrekken. Zo heeft Imane veel WhatsApp-contact met haar ‘zuster’ Fatima uit Tilburg die als zeventienjarige vertrok en in het Syrische Al Raqqah woont, het hoofdkwartier van de Islamitische Staat (IS). Daar is ze getrouwd met een strijder (ze is trots, ‘omdat ik de vrouw ben van een van deze leeuwen’) en gaat wel eens mee ‘met haar man om te schieten’. Fatima is zelfs een keer gewond geraakt en moest toen geopereerd worden.
‘Eigenlijk is ’t super leuk haha, vakantie’
Uit haar berichten naar Nederland blijkt dat ze in een huis woont met veel vrouwen en kinderen en dat ze zwanger is. Vol vuur twittert Fatima over een aanval waarbij een broeder beide benen verloor en als martelaar stierf. Toch heeft de behouden thuiskomst van hun mannen blijkbaar ook wel wat: ‘Zusters waarvan hun mannen op het slagveld zijn en dagenlang niks van hun mannen hebben gehoord. En dan opeens krijgen ze een WhatsApp-berichtje van hun mannen (…) zo leuk om je zusters zo vrolijk te zien.’
Voor de vijftienjarige Imane heeft Fatima een reeks tips: ‘Beter tegen niemand zeggen, hoe minder ervan weten hoe veiliger.’ Ze mag geen vertrekdata doorgeven via sociale media, alleen bellen met een nummer en zeggen ‘dat het zover is’. En vlak voor de reis een mobieltje van Lyca (populair om goedkoop internationaal mee te bellen) ‘halen’ en opwaarderen met twintig euro. Ze moet vooral ‘niet zenuwachtig doen’ want ‘eigenlijk is ’t super leuk haha, vakantie’.
De maatregelen tegen Imane blijken wel effectief. In januari 2014 blikt de scholier met de politie uitgebreid terug op haar plannen. ‘Ik ben blij dat ik hier nog ben,’ zegt ze: ‘Voor hetzelfde geld was het allemaal anders gelopen en was ik nooit meer teruggekomen.’ Het was inderdaad vooral Fatima die haar naar Syrië wilde halen, erkent ze. De drie meiden moesten gewoon naar een vliegveld in Duitsland rijden, naar Turkije vliegen, naar de stad Adana gaan en daar Fatima bellen om de grens over te steken. ‘Ze zei dat het allemaal heel mooi en goed is daar.’ Wat ze daar precies ging doen, wist ze nog niet. ‘Als ik dit allemaal vertel, voelt het erg onrealistisch,’ zegt ze.
Er ontbreekt 1.400 euro. Vermoedelijk hebben Kaoutar en Sarah, dat bedrag gebruikt voor hun reis naar Raqqa.
Behalve tips om onopvallend het kalifaat te bereiken, krijgt Imane ook financiële steun uit België. Fatima zegt haar toe geld te zullen laten sturen voor de reis. Daarvoor roept ze de hulp in van ene Umm Haniefa, met wie ze in Syrië zit. Deze vrouw is getrouwd met een Belgische jihadstrijder die op zijn beurt opdracht geeft aan zijn broer in Antwerpen om het geld naar Nederland te brengen. ‘Ik heb dat geld uiteindelijk gekregen van een ander meisje,’ vertelt Imane nadien aan de politie. ‘Het zat in twee enveloppen. Op een enveloppe stond “zuster” geschreven.’
Begin december 2013 belt de Belgische man aan op een adres in de Haagse Schilderswijk. Daar woont het echtpaar Ahmed en Ouacima. Ze nemen de tas in ontvangst die de bezoeker heeft meegebracht. Uit onderschepte WhatsApp-berichten blijkt dat Imane daarna contact zoekt met Ouacima en haar vraagt om ‘twee dingen goed te bewaren’. De vrouw gaat checken of die ‘twee dingen’ in de tas zitten en antwoordt bevestigend, waarop Imane reageert met ‘niet dat woord zeggen’. Vermoedelijk hebben ze het hier heimelijk over de twee enveloppen met daarin 3.900 euro. Een deeltje is voor de reis, de rest moet vermoedelijk mee naar de zusters in Syrië.
Ahmed en Ouacima zeggen nadien tegen de politie dat ze niets wisten van de inhoud. Zij dachten dat er slechts kleding ‘voor de armen in Syrië’ in de tas zat. ‘We hebben er niet ingekeken, want de tas is niet van ons.’ Als Imane echter wordt tegengehouden, komt het Haagse stel in de knel. Het geld is verdwenen: Imane heeft de enveloppen meegenomen tijdens een eerder bezoekje aan hun appartement. En nu willen de Belgische broeders de 3.900 euro terug. Met ‘angst om het hart’ legt Ahmed contact met de vader van Imane, die uiteindelijk een deel van het geld aan hem geeft. Er ontbreekt 1.400 euro. Vermoedelijk hebben de twee andere uitreizigers, Kaoutar en Sarah, dat bedrag gebruikt om hun reis naar Raqqa te bekostigen.
Ondanks zijn eigen waarschuwing over het gedrag van mannen, krijgt het contact onmiskenbaar een erotische lading
Ahmed weet niet wat te doen en besluit een goeie kennis in te schakelen. Dat blijkt niemand minder dan Oussama C. Hij kent de broeders uit Antwerpen. Oussama ontfermt zich over de kwestie en zorgt dat het resterende bedrag retour gaat naar de zuiderburen. En zo duikt de Haagse hoofdverdachte ook op in de ‘affaire met de tas’. Dat is ook niet zo vreemd, want het verhaal zit in Oussama’s eigen strafdossier waar deze en andere casussen de verdenkingen tegen hem moeten stutten.
In het strafonderzoek is Oussama, ‘Abu Yazeed’ C., vooral de jonge, vrome gelovige, die een belangrijke rol krijgt als ‘emir’ (geestelijk leider) binnen de Haagse groep jihadaanhangers. Hij neemt het woord tijdens publieke bijeenkomsten en op internet zijn meerdere lezingen te beluisteren waarin hij de ultraorthodoxe variant van het moslimgeloof predikt. Het OM meent dat de verdachte op die manier anderen heeft opgeroepen om deel te nemen aan de gewelddadige jihad.
Maar daarnaast komt in het dossier ook het beeld naar voren van een ‘vrouwenman’. ‘Oussama C. heeft de afgelopen maanden mogelijk met vele jonge (minderjarige) vrouwen contact gehad, die ofwel al zijn uitgereisd naar Syrië dan wel op het punt van uitreizen stonden maar op het laatste moment werden tegengehouden, via diverse social media,’ schrijft de politie in juli 2014. ‘Het vermoeden bestaat dat Oussama C. zich in de contacten met deze jonge vrouwen mogelijk als ronselaar/facilitator heeft ingezet.’
Onuitwisbare verf
Het blijft onduidelijk of de verdachte inderdaad die intentie had. Zijn goede kennis Ahmed, de man van de tas, neemt het voor Oussama op. ‘Twee, drie weken voordat Sarah en Kaoutar vertrokken, vertelde Abu Yazeed dat aan mij. Hij zei tegen me dat hij wilde waarschuwen dat ze naar Syrië wilden vertrekken. Hij heeft op Facebook gezet dat er geen zusters naar Syrië mogen gaan. Hij heeft allerlei bewijzen naar hun gestuurd over de WhatsApp.’
Dat Oussama zich inzet voor het welbevinden van vrouwelijke geloofsgenoten, blijkt uit zijn interventies op social media. In WhatsApp-groepen geeft hij adviezen of vrouwen de hijra (de reis naar Syrië) wel of niet kunnen doen zonder toestemming van wali (vader, broer). Hij krijgt positieve reacties als ‘door jou ben ik wel wat wijzer geworden, hoor’. Op Facebook zit Oussama achter de pagina ‘Help zusters met Niqaab’ en op YouTube is nog steeds een aandoenlijk filmpje te zien waarin hij samen met twee anderen in een auto zit, op weg naar Eindhoven, ondertussen religieuze teksten reciterend. Ze gaan zogenaamde ‘X-markers’ ophalen, spuitbussen waarmee vrouwen een belager kunnen onderspuiten met onuitwisbare verf.
Met welke bedoelingen Oussama de andere sekse bejegent, is niet altijd even helder. Maar duidelijk is dat hij zich naast overtuigd moslim ook onmiskenbaar gedraagt als een charmeur en een womanizer. Opnieuw zijn kennis Ahmed, tegen de politie: ‘Mijn vrouw heeft zusters gewaarschuwd over Abu Yazeed: dat hij praktiseert maar achter de rug om van mensen met andere vrouwen afspreekt. Hij was getrouwd maar nu niet meer.’
Jezus-lookalike
Trouwen. Het is een terugkerend thema in gesprekken over én met Oussama. Hij zou meerdere vrouwen het hof hebben gemaakt, onder wie de in Raqqa verblijvende Fatima uit Tilburg. ‘Zij heeft hem geflasht (bedrogen, red.) en zit nu zwanger in Syrië,’ zegt een getuige. Ook in een afgeluisterd gesprek met een anonieme vrouw uit Utrecht komt het huwelijk ter sprake.
Vrouw: ‘Wanneer kom je hierheen verhuizen?’
Oussama: ‘Nooit. Waarom moet ik daarheen komen verhuizen?
Vrouw: ‘We gingen toch trouwen zei je?’
Oussama: ‘Echt?’
Vrouw: ‘Dat zei je toch?’
Oussama: ‘Dat weet ik niet meer.’
Heel serieus nemen beiden het huwelijksvoorstel blijkbaar niet, want verderop zegt de vrouw dat ze een ‘zustertje’ gaat aanspreken voor hem. Oussama moet haar laten weten wat zij kan zeggen tegen de beoogde eega. Oussama: ‘Gewoon salam aleikoem, ben je bereid om te trouwen of zo. Zo iets. En als zij zegt: “ja, ik ben wel op zoek”, dan moet je zeggen: ik ken iemand en zo. Via via ken ik iemand, je weet toch?’ De vrouw zegt Oussama ‘echt stoer’ te vinden, met zijn lange haren. Hij lijkt volgens haar op een jongen uit Utrecht.
Oussama: ‘Nee, nee. Hij lijkt op mij.’
Vrouw: ‘Nee hij is ouder dan jij.’
Oussama: ‘Dat maakt niet uit.’
Vrouw: ‘Ze noemen hem Jezus.’
Oussama: ‘Jezus?’
Vrouw: ‘Ja. Omdat hij er zo uit ziet.’
Een Jezus-lookalike. Met zijn donkere lokken symboliseert Oussama de aantrekkelijke religieuze held, met ‘een goede stem en een goed verhaal’, volgens een van zijn fans. Die bewondering schemert ook door in een e-mailtje dat het Maastrichtse meisje Sterlina – beter bekend als de uit Syrië teruggekeerde Aïcha – aan de Haagse verdachte heeft gestuurd. De inhoud van het bericht heeft de politie niet kunnen achterhalen, maar in de onderwerpregel stond: ‘Ellowsexxxy’.
Veel explicieter is het verhaal van getuige Imane B. uit Gouda. De politie verhoort haar na een melding van Jeugdzorg dat ook zij naar Syrië zou willen vertrekken. Imane is dan zestien jaar en vertelt dat ze op Facebook door Oussama is aangesproken. Dat ze van hem haar foto’s moest verwijderen omdat die bij mannen lust zouden opwekken. Imane denkt eerst ‘wat is dat voor een gek’, maar gaat toch luisteren naar zijn lezingen op YouTube en besluit om een hoofddoek te gaan dragen.
Ondanks Oussama’s eigen waarschuwing over het gedrag van mannen, krijgt het contact met het meisje uit Gouda onmiskenbaar een erotische lading. De onlinegesprekken gingen nauwelijks over het geloof, zegt Imane: ‘Het ging meer over seks.’ Én Oussama sprak graag over de jihad: ‘Hij zei dat Osama Bin Laden een held was.’
Oussama heeft niet alleen aantrekkingskracht op vrouwen, ook jonge jongens raken onder zijn invloed
Volgens Imane was Oussama naar eigen zeggen ‘een hete jongen’ en wilde hij met haar trouwen. ‘Ik zei tegen hem dat ik studeerde. Hij zei dat ik mijn studie niet mocht afmaken.’ Als de agent vraagt of het niet gek was dat Oussama haar ten huwelijk vroeg en meteen eisen op tafel legde, vertelt Imane dat ze van hem ook hoge hakken, rode nagellak en lingerie moest gaan dragen, en gezellig moest doen met kaarsjes en zo. ‘Maar wel alleen binnenshuis.’
Waarom wilde hij met haar trouwen, wil de politie van Imane weten. ‘Weet ik niet. Omdat ik mooi ben, dat zei hij. Alsof je trouwt met iemand omdat hij mooi is.’ Volgens een van de agenten klink het vooral ‘als een grappig gesprek tussen twee pubers’, maar Imane benadrukt dat Oussama het allemaal heel serieus nam. Om de hakken en nagellak had ze hem hartelijk uitgelachen. ‘En toen werd hij boos. Dat ik hem niet serieus nam.’ Maar Imane dacht: ‘Hoe kan je van die YouTube-filmpjes (met religieuze lezingen, red.) maken en dit vragen?’
Oussama heeft niet alleen aantrekkingskracht op vrouwen, ook jonge jongens raken onder zijn invloed. Hij geeft koranles aan kinderen die hem ‘meester Oussama’ plegen te noemen. De politie denkt ook dat Chesron een van zijn volgelingen is. Als zestienjarige was deze half-Surinaamse Hagenaar al in 2013 door de kinderrechter in een gesloten jeugdinrichting geplaatst. Dat kwam deels door zijn radicale uitspraken en de angst dat hij naar Syrië zou vertrekken. Maar kort na zijn vrijlating een paar maanden later treft de politie hem midden in de nacht aan voor de portiek van Oussama die dan al van ronselen voor de jihad wordt verdacht. Opnieuw zijn er bange vermoedens dat Chesron aan de strijd in Syrië wil deelnemen. Drie dagen na de arrestatie van Oussama in juni 2014, houdt de politie ook Chesron staande. Voor de tweede keer belandt hij in de jeugdinrichting.
Maar bij deze laatste aanhouding is Chesron samen met de zestienjarige Bouchra, die rondloopt in een nikab. Alleen haar ogen zijn onbedekt. Diezelfde avond staat wijkagente Janna uit Gouda met twee collega’s bij Bouchra thuis op de stoep in Schiedam. ‘Vertel jij het aan je ouders of moet ik het doen?’ vraagt Janna. Doet u het maar, luidt het bedeesde antwoord. Janna zegt haar ouders dat Bouchra in Syrië wil wonen. ‘Haar moeder begon te huilen en haar vader stond vol ongeloof te kijken,’ noteert de agente. Is dat waar, vraagt haar vader. ‘Ik zag Bouchra ja knikken met haar hoofd naar beneden.’
Te lief en te jong
De agenten proberen eerst de ouders wat te kalmeren. Daarna vertelt Bouchra de agenten buiten gehoorsafstand dat ze op het punt stond samen met Chesron en de vijftienjarige Chaima uit Den Haag te vertrekken. ‘Wij hebben hier geen toekomst,’ zegt ze. ‘Thuis en op school mag ik geen nikab dragen en op straat word ik uitgescholden. Ik hoor dan dingen van rot op naar je eigen land.’ En ze wil heel graag bij Chesron zijn, ze is verliefd op hem. Bouchra is kort daarvoor met hem ‘islamitisch’ getrouwd, tijdens een ceremonie waar ze zelf niet eens bij was. Maar of de agenten dat alsjeblieft niet aan haar ouders willen vertellen.
Natuurlijk staat de politie ook snel op de stoep bij de vijftienjarige Chaima, een bekende van Oussama C. Hun vaders zijn ‘boezemvrienden’. Chaima geeft de reisplannen meteen toe. Ze vertelt over haar contacten met de meisjes uit Gouda die nu in Syrië wonen. Kaoutar en Sarah, die in december hun vriendinnen volgden, zijn inmiddels getrouwd met strijders en blijken een half jaar later op hun beurt zelf rolmodellen te zijn geworden. Chaima hoorde verhalen dat het kalifaat ‘veel beter is dan het gebied van de ongelovige’. Ze kreeg ook mooie foto’s gestuurd van de rivier de Eufraat, ‘de plek waar de slag van Badr was, in de tijden van onze profeet’. De ‘to-do-lijstjes’ lijken sprekend op de tips die eerdere vertrekkers kregen. En het reisplan – met de trein naar Düsseldorf en het vliegtuig naar Turkije – is identiek.
Ook Chaïma had trouwplannen. Met een Belgische broeder die naar de jihad vertrok. Ze hadden tevoren afgesproken, maar de ontmoeting werd afgeblazen. ‘We waren bang voor ontucht’, zegt ze: ‘We wilden geen slechte dingen doen omdat we nog niet getrouwd zijn.’ Door Oussama werd Chaima naar eigen zeggen niet belaagd. Ze vindt hem lief, aardig en behulpzaam maar wil niet met hem trouwen. ‘Nee, er zijn genoeg meisjes die met hem willen trouwen en er zijn genoeg visjes in het water voor mij.’
Wij moeten daar gewoon heen, onze broeders worden gemarteld en onze zusters verkracht. Dat zou u toch ook doen als het uw zusters waren?
Het gesprek met Chaima verloopt anders dan dat met Bouchra. Bouchra is dan wel bang voor het oordeel van haar vader, maar buiten gehoorsafstand blijft ze koppig vasthouden aan haar plannen. Agente Janna probeert haar geduldig en met veel empathie om te praten: ze zou Arabische les moeten volgen, eerst meer moeten weten over het islamitische geloof om een juiste keuze te maken. En: ‘Ik vind het maar niets dat Chesron voor ISIS moet gaan vechten, jullie zijn allebei veel te lief en veel te jong. Waarom gaan jullie niet naar het heilige land als de oorlog over is?’ Bouchra is onvermurwbaar: ‘Dat begrijpt u nooit,’ zegt ze, ‘wij moeten daar gewoon heen, onze broeders worden gemarteld en onze zusters verkracht. Dat zou u toch ook doen als het uw zusters waren.’
Agente Janna ziet geen andere mogelijkheid dan Bouchra aan te melden bij het ‘Veiligheidshuis’, het lokale overlegorgaan waar gemeente, politie, geheime dienst en hulpverleners alle individuele ‘jihadisten’ bespreken. Daar valt vermoedelijk het besluit het meisje voorlopig in een gesloten jeugdinrichting in Sassenheim te plaatsen.
Het oordeel over Chaima valt anders uit. Ook zij voert gesprekken met jeugdzorg en politie, maar ze gaat niet achter slot en grendel. Twee weken na haar bijna-vertrek spreekt de vijftienjarige moslima opnieuw met een wijkagente. ‘Nu zit jij tegenover mij met een leuk hoofddoekje, groen van kleur,’ constateert de politievrouw: ‘maar ook een spijkerjackje en een leuke roze jurk.’ Haar nikab heeft Chaima weggegooid, zegt ze, in stukken geknipt zelfs. Ze wil niet meer naar Syrië: ‘Eerst wel ja. Toen was ik echt into de jihad. Toen vond ik het heel interessant maar nu weet ik dat het een fabeltje is.’
De gesprekken met politie, jeugdzorg en haar ouders hebben Chaima op andere gedachte gebracht. De agente is blij dat ze nu naar haar ouders luistert: ‘De meeste meisjes van jouw leeftijd denken dan vaak: laat maar kletsen die ouwe lui.’ ‘Neeeee,’ reageert Chaima, ‘ik kan niet zonder hun, ik wil juist dat ze gelukkig zijn.’ Chaima vindt dat het nu, twee weken later, al veel beter met haar gaat: ‘Mijn ouders letten nu beter op mij. Ik mag nog steeds op de computer maar nu maar anderhalf uur per dag. En dan kijken ze mee.’
De advocaat van Oussama C., Michiel Pestman, wilde geen commentaar geven.