abonnement Unibet Coolblue
pi_173354440
Ik wil regelmatig een historische terugblik plaatsen van een te houden Grand Prix. Dit keer over de Grand Prix van België die al voor de 73ste keer gehouden wordt, waarvan voor de 60ste keer op het circuit van Spa-Francorchamps.

Het circuit van Spa staat vaak garant voor spektakel, mede door de vaak wisselende weersomstandigheden. Zo ook in 2008 toen het aan het eind van de race ging regenen of in 1998 toen Jordan een 1,2 haalde door een gigantische crash bij de start. Maar daar wil ik het niet over hebben. Ook niet over de zwarte zondag in 1960 toen twee coureurs onafhankelijk van elkaar tijdens de race om het leven kwamen. Ik wil jullie meenemen naar 17 juni 1962, de dag van de grote doorbraak van de legende Jim Clark.



Jim Clark hield niet van Spa of hij er nou won of niet. Het toentertijd 14 kilometer lange circuit was bloedsnel. Met lange rechte stukken en snelle bochten was het een van de snelste circuits op de kalender, waar eigenlijk alleen voor de haarspeldbocht La Source flink geremd werd. Maar de verraderlijke weersomstandigheden maakten het circuit vaak spekglad waardoor het een helse glijbaan werd met veel obstakels zoals bomen en gebouwen langs de baan. Het circuit kostte dan ook een aantal van zijn vrienden het leven.



De Schot leek aanvankelijk op weg om schapenboer te worden, maar een racegekke buurman nam hem mee naar plaatselijke wedstrijden waar hij het virus te pakken kreeg. Zijn ouders zagen dit echter niet zitten, maar gaven hem in 1956 een Sunbeam voor het halen van zijn rijbewijs en was het kwaad geschied. Hij was niet meer te houden en trok met zijn auto naar diverse lokale rally's en heuvelklim races en was meteen al zeer succesvol. Hierdoor mocht hij al snel nationale races in andere wagens rijden. Bij een van deze races versloeg hij Colin Chapman, die onder de indruk van de jong Schot was en hem in 1960 een plek in zijn Formule Junior team gaf. Hij won meteen zijn eerste race op Goodwood voor John Surtees en Trevor Taylor, die hij later nog in de Formule 1 zou tegenkomen.

Jim Clark maakte zijn debuut in de Formule 1 datzelfde jaar tijdens de Grand Prix van Nederland als vervanger van Surtees, die het nodig vond om een motorrace op het eiland Man te rijden. Hij kwalificeerde zich als elfde, maar viel tijdens de race uit. De volgende race was op Spa en hier behaalde hij zijn eerste punten met een vijfde plaats. Dit was ook de race waar zowel Chris Bristow en Alan Stacey om het leven kwamen. Clark zei hier later over:
quote:
"I was driving scared stiff pretty much all through the race"
Het jaar erop was hij zelf betrokken bij een zwaar ongeval op Monza, waar Wolfgang von Trips Ferrari tegen hem aan reed en het publiek in vloog, waarbij zowel Von Trips als vijftien toeschouwers om het leven kwamen. Maar meer dan een paar derde plaatsen had hij nog niet behaald.



1962 begon niet al te best voor Clark. In de eerste race in Nederland kwam hij niet verder dan een negende plaats en in de tweede race viel hij zelfs uit. Maar het tij keerde met de komst van de Lotus 25 in de derde Grand Prix op Spa. Dat zag er echter op de eerste dag niet naar uit door een gebroken nokkenas, waardoor hij zelfs op zaterdag helemaal niet kon trainen omdat hij moest wachten op een nieuw exemplaar. Hij kwam hierdoor niet verder dan een twaalfde startplaats.


De Lotus 25 was de eerste auto met een monocoque chassis in de Formule 1 en voorzien van een nieuwe 1,5 liter Climax V8 motor die zich (net zoals de nieuwe BRM V8) kon meten met de Ferrari V6 die het vorige seizoen oppermachtig was. Het gevolg was dan ook dat Graham Hill in de BRM op pole stond voor Bruce McLaren in de Cooper-Climax en Trevor Taylor in de Lotus 24. De kampioen Phil Hill kwam in zijn Ferrari niet verder dan de vierde startplaats.

De race ging over 32 ronden, in totaal 451 kilometer. Graham Hill nam direct de leiding bij de start, gevolgd door McLaren en Taylor met Willy Mairesse op de vierde plaats, die Phil Hill bij de start verschalkt had. Bij de eerste doorkomst na vier minuten had Jim Clark zich inmiddels opgewerkt naar de vierde plaats voor Mairesse. De eerste ronden hield hij zich nog rustig, om de nieuwe motor niet te veel te belasten en viel terug naar de vijfde plaats.


Aan de kop van het veld werd hard gereden en regelmatig van positie gewisseld. Eerst nam Taylor de leiding over, later de lokale held Mairesse. In de achtste ronde begon Clark met gas geven en haalde McLaren, Hill en Mairesse in zodat hij op de tweede plaats terecht kwam, In de negende ronde nam hij de leiding over van Taylor om die niet meer af te staan. Hij liep steeds meer uit op de achtervolgende auto's die om de tweede plaats vochten. In de 19de ronde moest McLaren de strijd staken en ook Hill had wat problemen met de auto waardoor hij de top 3 niet bij kon houden.

Achter Clark vochten Taylor en Mairesse een felle strijd uit om de tweede plaats, totdat het in de 26ste ronde fout ging. Beide auto's raakten elkaar waardoor ze de controle verloren en Taylor rakelings een telegraafpaal miste. De Ferrari van Mairesse sloeg over de kop en vloog in brand, maar ondanks de ernstige crash kwamen beide coureurs er goed af. Taylor had niet meer dan een paar schrammen en Mairesse had slechts lichte brandwonden.

Jim Clark reed onbedreigd naar de overwinning met 44 seconden voorsprong op Graham Hill. Phil Hill pakte in zijn Ferrari de laatste podiumplek op 2 minuten achterstand vlak voor zijn teamgenoot Ricardo Rodriguez. De Nederlander Carel Godin de Beaufort viel met een zevende plaats net buiten de punten.


Voor Jim Clark was het zijn eerste overwinning, de eerste van vier overwinningen op rij op Spa en 25 in totaal.

Ondanks nog twee overwinningen op Aintree en Watkins Glen zorgde een olielek in de laatste race, terwijl hij aan de leiding lag, er voor dat niet hij maar Graham Hill dat seizoen het wereldkampioen werd.

In 1963 nam hij echter revanche door wederom op Spa te winnen. dit keer door bijna het hele veld te lappen met uitzondering van McLaren, die finishte op bijna 5 minuten achterstand, en nog zes Grand Prix, waardoor hij met 27 jaar op dat moment de jongste wereldkampioen aller tijden werd. En het record van zeven overwinningen in één seizoen werd pas in 1984 door Alain Prost geëvenaard.

Ook in 1964 zorgde een olielek in de laatste ronde er voor dat hij geen wereldkampioen werd. Dit keer was het de beurt aan John Surtees. In 1965 waren zes overwinningen genoeg voor zijn tweede en laatste wereldtitel. Dat jaar won hij ook met overmacht de Indy 500 waarbij hij 190 van de 200 ronden aan de leiding reed.

In 1966 waren de Lotussen geen match voor de Brabhams, door de nieuwe 3.0 liter motorregels. Climax had problemen met de ontwikkeling van de drie liter motor en Lotus reed het seizoen met een twee liter variant en de 16 cilinder BRM motor, waarmee slechts één overwinning werd geboekt. Pas in 1967 waren ze weer competitief met de Ford Cosworth V8 motor, waarmee Clark vier overwinningen bij elkaar reed, maar dit was niet genoeg voor de titel. Hij werd derde.


In 1968 begon het seizoen meteen goed met een overwinning in Zuid-Afrika, maar daarna sloeg het noodlot toe. In een Formule 2 race op de Hockenheimring crashte hij waarschijnlijk door een lekke band tegen een boom en overleed op weg naar het ziekenhuis op 32-jarige leeftijd. Bij het circuit staat een memorial die ons nog aan deze legende herinnert.

The only thing that stays the same is change (Change - Melissa Etheridge)
[b]"Formula 1 is a magic thing and a few missing decibels will not change that."[/b] - Joe Saward
  Trouwste user 2022 donderdag 24 augustus 2017 @ 10:39:26 #2
7889 tong80
Spleenheup
pi_173357482
Mooi topic. ^O^ Goed geschreven, boeiend om te lezen en bovendien leerzaam. Ben benieuwd naar je volgende stukje. Klasse. :)

:P
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')