ESTLAND Waar kennen we de Esten van? Als één van de meest geautomatiseerde landen van de wereld, zelfs stemmen kan digitaal. Daarnaast als de noordelijkste van de Baltische Staten (kleine tip: Estland, Letland en Litouwen liggen van noord naar zuid in alfabetische volgorde). Ook was de naam Estonia verbonden aan een passagiersschip dat in 1994 zonk op weg van Tallinn naar Stockholm, waarbij 852 doden vielen. Verder is 1 op de 77 Esten HIV-positief, een ongebruikelijk hoog aantal. Op vakantie is de euro het wettige betaalmiddel en de fraaie hoofdstad Tallinn is dan absoluut een bezoekje waard.
Eigenlijk moet hier nog iets bij over bekende Estse personen die niets met het ESF te maken hebben. Maar die lijst is voor mij niet zo lang en wordt aangevoerd door Jaan Kirsipuu (alias
Jan Kersenboom), die als wielrenner ooit Lance Armstrong uit de gele trui reed (weliswaar na de proloog, maar toch). Daarnaast nog een paar matige voetballers en dan houdt het wel op. Suggesties zijn dan ook meer dan welkom!
Hoe doen ze het op het ESF? Estland doet sinds 1993 mee, en na een aarzelende start heeft het land in deze relatief korte periode veel grote successen geboekt. Het is daarmee duidelijk de sterkste van de drie Baltische Staten. De succesperiode lag rond de eeuwwisseling, toen in zeven jaar tijd zes keer de Top 10 werd bereikt en ook een keer werd gewonnen. Daarna volgde wel een mindere fase, waarin vijf keer op rij de finale werd gemist. Sindsdien zijn de resultaten wisselvallig, met in 2016 zelfs een laatste plaats, maar de Top 10 werd toch ook regelmatig bereikt.
Voor één van de kleinere ESF-landen heeft Estland meestal een nationale voorronde van bijzonder hoog niveau. Deze voorronde werd eerst Euro Laul en later Eesti Laul genaamd. Ondanks de digitale voorsprong duurde het lang voordat de televoting daar werd geïntroduceerd, pas structureel vanaf 2007. Voor die tijd bepaalde een (internationale) vakjury de winnaar. Het valt verder op dat de inzendingen in het Ests minstens zo goed presteren als die in het Engels. Dat is opmerkelijk, omdat het Ests een Finoegrische taal is, die afwijkt van veel andere Europese talen, en alleen verwant is met het Fins, Hongaars en enkele Russische dialecten.
Als het gaat om de puntenuitreiking, dan zorgt de Russische minderheid ervoor dat zij meestal wel punten ontvangen. Ook Zweden is geliefd. Dat uit zich ook in diverse Zweeds aandoende ESF-inzendingen uit Estland. Daarnaast is er uiteraard liefde over en weer tussen de verschillende Baltische Staten en is er vanwege de vergelijkbare taal een goede band met Finland en in mindere mate Hongarije.
Ook Nederland en Estland geven elkaar regelmatig punten. Met name in recente jaren is Estland genereus en sinds Anouk kregen alle inzendingen punten in de finale. Daarbij kregen de Common Linnets de 12 punten in 2014 en in de halve finale behaalden zelfs Joan en Trijntje respectievelijk 7 en 5 punten. Duncan Laurence ontving 7 (j) + 8 (p) punten, waarbij het opmerkelijk is dat Mahmood uit Italië niets kreeg, wat dus stevig bijdroeg aan het gat van 26 punten tussen Arcade en Soldi in de uitslag.
Andersom is Nederland meestal heel wat minder royaal. De winnende inzending
Everybody van Tanel Padar, Dave Benton en 2XL kreeg van ons overigens wel 12 punten. Verder ontvingen Ines en Ott Lepland 7 punten. Maar in recente jaren kregen alleen Elina Born & Stig Rästa en Elina Nechayeva nog eens 4 punten.
Hoe ging het door de jaren heen? Estland wilde voor het eerst meedoen in
1993, maar die poging eindigde in een valse start. Zangeres Janika Sillamaa moest meedoen aan een voorronde met nieuwe Oost-Europese landen en greep daarin naast één van de drie tickets om naar Millstreet af te reizen. Ze kwam vier punten tekort en Estland moest het debuut een jaartje uitstellen.
In
1994 was de kans op revanche. Silvi Vrait was de trotse debutante voor Estland. Maar hoewel het grote podium nu was gehaald, eindigde deze zangeres, in 2013 aan een hersentumor jong overleden, nog lager dan Willeke Alberti. Dat betekende net als voor ons land een verplicht jaartje rust in
1995.
Die pauze deed Estland goed. Vanaf hun terugkeer werd zeven keer op rij het linkerrijtje gehaald. Voor het eerst in
1996, toen het duo Ivo Linna & Maarja-Liis Ilus 5e wist te worden, en dat met een liedje over een halsketting. Maarja-Liis was op dat moment nog maar 15, terwijl Ivo al 36 was. Het resultaat kwam nogal uit de lucht vallen, want in de nationale voorronde eindigde hun inzending nog gelijk met zangeres Kadri Hunt, maar het kwalificeerde zich dankzij meer maximumscores. In hun introductiefilmpje speelde de Estse premier mee, dus ze namen de zaak vanaf dat moment duidelijk serieus. Op het ESF kreeg het 12 punten van Zweden, Finland en IJsland en dat leidde tot deze topklassering, die achteraf beschouwd misschien toch wat veel eer was.
Ivo is in Estland een echte ster. Niet alleen vanwege zijn ESF-resultaat, maar ook omdat hij eind jaren ‘80 als protestzanger met gevaar voor eigen leven zong tegen de overheersing van de Sovjet-Unie. Hij ontving hiervoor later de Orde van de Witte Ster. Gerard Joling zou jaloers zijn. Maarja-Liis kende ondanks de jonge start slechts een korte flitsende carrière, waarin ze succes had tot in Japan. Daarna ging het snel minder en volgden magere scores in de ESF-voorrondes van Zweden en Estland. Ze is ondertussen al jaren gestopt met zingen.
Een jaar later probeerde Maarja-Liis het nog eens solo en nu won ze de voorronde van
1997 met overmacht. Haar lied
Keelatud Maa viel ook op het ESF weer in de smaak en werd 8e.
In het jaar
1998 was de 12e plaats van Koit Toome eigenlijk teleurstellend. Zijn
Mere Lapsed kwam ondanks de 23e startpositie niet verder dan 36 punten, waarvan 12 uit Finland. Toch versnelde dit een grootse carrière en na de eeuwwisseling zou Koit in vele grote musicals spelen in Estland en Duitsland en sprak hij diverse Estse stemmen voor Disneyfilms in. De kroon op zijn loopbaan, namelijk Eurovisiesucces, bleef ook in 2017 helaas uit, hij bleek
Lost in Verona (Ja, Koit is die engerd van dat gifje).
In
1999 ging de succesreeks door met een 6e plaats voor Evelin Samuel & Camille. Het is interessant hoe de overgang naar televoting en het afschaffen van de taalregel op Estland totaal geen invloed hadden. Al hielp in dit eerste jaar de laatste startpositie voor
Diamond Of Night natuurlijk wel mee. Toch was deze sfeervolle bijdrage, met prominent een harp en een viool op het podium, een mooi rustpunt aan het einde van de avond.
Voor de vaste lezers van deze topicreeks is het een feest van herkenning zodra er in een topic weer eens opgemerkt wordt dat een ESF-artiest na zijn Songfestivalsucces overgaat naar een carrière als zanger op cruiseschepen, om op die manier brood op de plank te krijgen van zodra hitparadesuccessen er niet meer in zitten. Evelin maakte het op dit vlak wel heel bont, want zij liet haar stemgeluid niet galmen in tropische oorden, maar ze ging zingen op een
veerpont (naar Helsinki). Het is overigens niet zo dat ze tegenwoordig alleen nog op bruiloften en braderieën te bewonderen is. Het was meer dat zingen niet haar enige talent bleek. Ze is momenteel namelijk een gevierd kinderboekenschrijfster, columniste, politica en moeder van drie kinderen.
Camille daarentegen heeft er echt geen pepernoot van gebakken als artiest en van haar is sinds het ESF weinig meer vernomen.
In
2000 ging Estland voor het eerst om de prijzen meedoen. Dat moest gebeuren met Eda-Ines Etti, kortweg Ines, uit Haapsalu. Haar inzending
Once In A Lifetime was favoriet voor de show, al had Ines wel een flink nadeel met haar 4e startpositie op het ESF zelf. De televoting was kort daarvoor geïntroduceerd, en zoals we weten is een te vroeg optreden negatief voor het resultaat. Aan het eind van de avond was Estland wel één van de slechts twee landen uit de eerste helft van de avond die Top 10 scoorden. Maar meer dan een 4e plaats zat er niet in.
Once In A Lifetime was absoluut een modern lied, dat goed werd vertolkt en het kreeg van vele landen punten. Voor de gelegenheid was de zangeres voorzien van een opvallende cowboyhoed van boven en een even zo opvallende kamelenteen aan de onderkant. Haar schattige accent maakte het hele plaatje af. Ines zelf werd sindsdien een grote ster in eigen regio en zou ook nog regelmatig betrokken zijn bij het ESF via de voorronde en als puntengeefster. Dat ze dat wilde, mag op zich een wonder heten, want omdat ze als favoriet het ESF inging, was het voor veel Esten een bittere teleurstelling dat ze slechts 4e werd en daar werd ze dan ook flink voor bekritiseerd. Uiteindelijk kwam er pas veel later echte waardering voor haar muzikale werk.
In
2001 was het eindelijk raak. En waar in de 2 jaar ervoor een goede score wel redelijk was voorzien, verwachtte niemand al te veel van het lied
Everybody. Het werd gebracht door een bijeengeraapt zooitje. Te beginnen met de backings van 2XL. Een boybandje dat, zoals de naam natuurlijk al suggereert, uit vier jongens bestond. Daarnaast was er de jonge zanger Tanel Padar. Een jaar eerder was hij nog achtergrondzanger en na het ESF zou hij een in eigen land zeer succesvolle rockband beginnen. Daarnaast ziet hij eruit als een enorme griezel, maar daar gaat het nu even niet om.
Tanel Padar Tenslotte was er Dave Benton. Een destijds 50-jarige Arubaanse zanger. Hij werkte al meer dan 20 jaar aan een internationale doorbraak. In die tijd had hij meer verschillende baantjes dan Donald Duck. Hij was achtergrondzanger bij diverse grote artiesten, hij deed mee aan een Zuid-Amerikaans Songfestival namens de Antillen en werd voorlaatste, hij deed gala's in Amerikaanse hotels, hij werkte als drummer, hij speelde in een Duitse musical, hij scheidde van zijn vrouw, hij nam een deel van de Australische tournee van de geblesseerde Engelbert Humperdinck over, hij deed hier diverse klussen in zijn periode in Nederland en tussen de bedrijven door werd hij opa. Daarnaast werkte hij als zanger op een cruiseschip. Dat ESF-sterren dat op een bepaald punt in hun carrière doen is zoals gezegd weinig opzienbarend, maar dat het al vóór hun deelname gebeurt, is wel vrij ongebruikelijk.
Toch gaf dit indirect het duwtje naar internationale glorie. Tussen het galmen van gouwe ouwen door, ontmoette hij op een romantische avond op zee een schone Estse dame, die later zijn nieuwe echtgenote zou worden. Ze vestigden zich in Tallinn en daar deed Dave een gooi naar succes via Euro Laul. En de rest is geschiedenis. Vooral door zijn prominente inbreng werd Estland het eerste Sovjetland dat het ESF wist te winnen. Een resultaat dat het land in een enorme feestvreugde dompelde.
Dave Benton Het betekende overigens niet dat Dave een wereldster zou worden. Mede door een conflict met medezanger Tanel verdween hij weer vrij snel uit de internationale media. Ongetwijfeld gaan er nu wel wat makkelijker deuren open in zijn gebruikelijke circuit, zo met een ESF-zege op zak. Tevens leidde al zijn gereis er toe dat Dave een ongekend talenwonder is. Hij spreekt 8 talen, waaronder Ests en Papiamento, toch een vrij bijzondere combinatie.
De zege kwam de Esten toe, na het jarenlang sturen van goede inzendingen. Maar of het nou per sé dit liedje moest zijn dat alle eer opstreek, is een tweede. Zoals al eerder gezegd, was in die eerste jaren van de televoting de startpositie nogal bepalend. In 2001 was dit vrij extreem, omdat de complete Top 3 uit de laatste 4 liedjes kwam. In het niet zo sterke deelnemersveld was dit ongecompliceerde feestnummer blijkbaar precies wat Europa nodig had, want alle landen, behalve Portugal, gaven punten en 17 van de 22 stemmende landen plaatsten het in de Top 3.
Zo trok het ESF-gezelschap in
2002 naar Tallinn. Zonder Nederland, vanwege het resultaat van Michelle. Maar met Marie N, die zou zegevieren voor buurland Letland en het een hele vrolijke avond zou maken. Namens Estland zelf zou Ines deelnemen, met het lied
Runaway. In de polls vooraf werd een runaway-victory ook niet uitgesloten. Maar vrij laat trok Ines zich onverwachts terug, en moest in allerijl de Zweedse Sahlene opgetrommeld worden als vervangster. Ze deed dat uitstekend, met een 3e plaats als resultaat.
Hierna was het echter opeens gedaan met de Estse successen. In
2003 ging het in de eigen voorronde al fout. De jury koos Ruffus, wat een 21e plaats opleverde. Het publiek, dat niet officieel mocht stemmen, wilde echter Vanilla Ninja, dat door de jury op de laatste plaats werd gezet. Die groep zou twee jaar later wraak nemen namens Zwitserland. In Estland zelf begon de machine stevig te haperen.
Neiokõsõ In
2004 ging Neiokõsõ, een regionaal volksdansclubje, naar het ESF. Zij brachten een primeur met hun zang in het Võro, een taal die in Zuidoost-Estland gesproken wordt. Hun inzending was
Tii en dat betekent
Pad. Het leidde hen echter niet naar het pad naar de finale, want ze strandden op een 11e plaats in de halve finale.
In
2005 mocht het nogal goedkope meidengroepje Suntribe met een al even goedkoop liedje hopeloos falen. Nutteloos feitje is dat in de voorronde het nummer
Look In My Eyes van Sobe niet meer dan 219 televotes wist te vergaren. Met een beetje vingervlugheid krijg je dat in een kwartier nog wel naar jezelf gesms’t, dus zelfs familie en vrienden vonden het blijkbaar niets. Daarnaast is het nog vermeldenswaardig dat we Laura van Suntribe in 2017 nog eens terugzagen, toen ze aan het ESF meedeed met Koït Toome (nog steeds die engerd van dat gifje).
SuntribeIn
2006 deed de Zweedse Sandra Oxenryd mee. Zij versloeg in de voorronde Ines, en dat met een liedje dat zo van een CD van een Carola ofzo geplukt leek. Tijdens het ESF zong ze prima, maar had ze eigenlijk maar één probleem, namelijk dat ze meteen na de echte Carola moest optreden en ze als kopie dus weggeblazen werd door het veel betere origineel. In
2007 ging Gerli Padar, de zus van Tanel, met een liedje dat zo onopvallend was, dat sommigen nog altijd ontkennen dat Estland dat jaar meedeed. In
2008 werd het dieptepunt bereikt. Het 'humoristische' programma Kreisiraadio probeerde grappig te zijn, maar net als
One Day Fly van Kopspijkers of
Kiele Kiele Koeweit van Farce Majeur, zijn dat soort grappen één meter over de grens uitgewerkt. Daarbij was het niet aanstekelijk en slecht gedaan. Estland zou zich moeten schamen voor dit ESF-niemendalletje.
Omdat het zo niet langer kon, werd er in
2009 geïnvesteerd in een sterk Eesti Laul. Urban Symphony met
Rändajad won overtuigend en mocht naar Moskou. Een bijzondere inzending. Zowel muzikaal als vanwege het feit dat het in het Ests gezongen werd. Een willekeurig Nederlands jurylid had dit afgekraakt als "
mooi, maar niet geschikt voor het Songfestival." Maar op het ESF heeft alles potentie om te scoren en dit meesterwerk was geen uitzondering. De winnaar, Alexander Rybak, bleef ver uit beeld, maar de 6e plaats was een prachtige prestatie. Dat gold ook voor het feit dat dit de eerste single in het Ests werd die de hitlijsten in de UK bereikte. Het is jammer dat het vooral punten uit de eigen regio kreeg. Het had ook wel iets verdiend uit bijvoorbeeld Nederland. Maar het ene Nederlandse puntje van de televoters werd weggevaagd door een lage klassering bij onze vakjury. Het was immers te mooi voor een Songfestival.
Urban Symphony zelf had hierna beperkt succes, en dat gold ook voor het solowerk van lead-zangeres Lenna Kuurmaa. Zij deed ook nog twee keer mee aan de voorronde, maar redde het niet. Wel had ze een hit in duet met Koït Toome (dat is dus die van dat gifje).
De lijn met eigenzinnige muziek werd doorgezet in
2010. De groep Malcolm Lincoln bracht toen het nummer
Sirens. In een halve finale met de steun van Finland en Letland moest dat wel goedkomen, maar ondanks de 24 punten startbonus bleef kwalificatie ruim uit zicht. De zanger deed nogal gek op het podium. Dat is op het ESF doorgaans geen reden om uit de toon te vallen, maar het moet wel bij het liedje passen en hier verpestte de act het nummer, waar veel meer ingezeten had.
In
2011 zong Getter Jaani het lied
Rockefeller Street en daarmee had Estland weer een favoriet in handen. Niet meteen voor de overwinning, maar wel voor een mooie score. Die bleef echter uit. Na een achteraf beschouwd moeizame kwalificatie naar de finale, werd het een voorlaatste plaats en dat was toch wel een verrassing. Er is ook niet echt een duidelijke aanleiding voor, hoewel het optreden niet zo denderend was. En wellicht was het te Amerikaans om te scoren. Getter Jaani was en bleef in eigen land overigens zeer succesvol. Zo scoorde ze twee nummer 1-hits in duet met Koït Toome (de blijkbaar onvermijdelijke engerd van dat gifje).
Een jaar later ging Ott Lepland. Opmerkelijk genoeg was dit weer een inzending in het Ests die scoorde als een trein. Waar de Finnen in een vergelijkbare taal nooit iets bereikten, scoorde Ott in
2012 een knappe 6e plaats met
Kuula.
In
2013 en
2014 waren de inzendingen niet slecht, maar te onopvallend voor succes. Eerst glipte Birgit Oigemeel met een Estse ballad nog wel naar de finale. Ze was tijdens het ESF zwanger, en leek het gordijn uit haar hotelkamer gebruikt te hebben als jurk. Ze zou 20e worden en in eigen land meer roem vergaren als musicalster en van de nodige nationale hits, onder meer in duet met Koït Toome (we naderen nu echt het gifje). Een jaar later greep Tanja ondanks haar dansact zelfs naast kwalificatie.
De voorspoed kwam terug in
2015.
Goodbye To Yesterday veroverde eerst de harten van het Estse publiek en daarna dat van het Europese. De act was bijzonder, omdat zanger Stig Rästa de zangeres Elina Born halverwege in de steek liet en van achter de schermen verder zong. Dat viel in de smaak bij de televoters, die het in de halve finale op de 2e plaats zetten en in de finale als 5e. De jury was minder enthousiast, en kwam tot een 9e plaats in de halve finale (waar onze Trijntje voor hen 5e werd) en een 11e plaats in de finale. Alles door elkaar gehusseld werd het een keurige 7e plaats.
De editie daarna kon daar geen vervolg aan geven. In
2016 deed Jüri Pootsmann een dappere poging met
Play. Hij had alleen de pech dat er al een andere zanger met een vlot popliedje meedeed, maar dan beter, genaamd Douwe Bob. En het hielp ook niet mee dat hij de uitstraling van een kinderlokker meenam. Het werd een pijnlijke laatste plaats, voor het eerst in de Estse historie.
Jüri Pootsmann In
2017 werd het dan eindelijk het jaar van de veelbesproken Koït Toome. En zoals wel duidelijk moet zijn geworden, was dat in de decennia ervoor de Estse Marco Borsato geworden, die al jarenlang geweldig scoorde. Samen met Laura Poldvere zong hij
Lost In Verona. Dat liedje haalde de finale niet. Waar dat aan lag? Ja, dat maakt het al eerder aangekondigde gifje wel redelijk duidelijk:
In
2018 ging er een serieuzere inzending naar Lissabon. Elina Nechayeva ging op de klassieke toer met
La Forza. Ze behaalde een monsterzege in de voorronde, waarin Stig Rästa 2e werd. Ook voor het ESF werd een mooie uitslag verwacht, zoals meestal bij klassieke inzendingen. In de praktijk valt het dan vaak wat tegen, maar de 8e plaats is toch een verdienstelijke Top 10-score. Alleen al door er te zijn zorgde Elina overigens voor een noviteit. Haar familie behoort tot de Chuvash minderheid van Turkse Russen, en in haar geval dus zelfs uitgewaaierd naar Estland, en die waren nog nooit vertegenwoordigd op het Songfestival.
In
2019 was de inzending er één van beduidend minder klasse. De Zweed Victor Crone won de voorronde van Uku Suviste met het nummer
Storm. Echt zingen kon Victor niet, maar hij zag er leuk uit, en dat was voldoende voor kwalificatie naar de finale en daarin de 20e plaats, voor dit vooral radiovriendelijke liedje.
Zo zijn de Estse prestaties dus wisselvallig, maar sturen ze meestal wel een basisniveau aan kwaliteit waar veel kleine landen niet aan kunnen tippen. De populariteit van het ESF zal er ongetwijfeld voor zorgen dat verdere successen vanzelf volgen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hier is een net overzicht van alle Estse inzendingen en hun resultaten te vinden of kijk naar het filmpje hieronder of klik anders op de spoiler:
SPOILER
De Sahara is zonder meer erg droog.