Okay, here we go.
Toen ik vliegtickets voor Tirana boekte, wist ik eigenlij amper waar Albanië lag. De tickets waren goedkoop en een weekendje naar een nieuwe stad is altijd welkom. Maar hoe meer ik me begon in te lezen hoe meer ik besefte dat ik meer tijd nodig zou hebben in dit bijzondere land. Hierdoor kwam het dat ik 3 tickets had voor de terugreis.
Ik had er vreselijk veel zin in, maar vond het ook wel echt wat spannend. Voor mijn gevoel vloog ik naar een nog redelijk onbekend stukje wereld, En onbekend is onbemind.
Zodra ik landde op Tirana werd ik helemaal blij. Helaas had ik de bus die 1x per uur naar de stad ging net gemist, dus regelde ik een taxi deel groepje met een Nederlandse jongen en een Albanees. 5 euro per persoon, iedereen blij. De taxi bracht ons naar het centrum van Tirana, maar daar moest ik eigenlijk niet zijn. Ik moest naar 1 van de buiten het centrum gelegen busstations. Dat deed ik met heel veel hulp van locals met het OV, waar ik eerlijk gezegd nog steeds niet helemaal veel van snap.
De locals zijn zo super vriendelijk, en dat is zo bizar als je weet dat het het armste land van Europa is, mijn buskaartje werd voor me betaald en daar was geen discussie over mogelijk, ook kreeg ik een pakje zakdoekjes toegestopt om het zweet een beetje te deppen. :’)
Toen de bus naar Berat en daar aangekomen dacht ik 2 dingen, wat een tof stadje, wat een lekkere vibe. En wat is het warm en ben ik moe! Ik had door de vroege ochtendvlucht die nacht daarvoor niet geslapen en dat begon me in combinatie met de warmte een beetje op te breken.
Dus veel verder dan wat rondslenteren kwam ik niet echt. Maar dat gaf niet zoveel want er is ook weer niet heel erg veel te doen, anders dan dat.
Dit is de boulevard, in de avond flaneert heel Berat hier. Een sociale aangelegenheid, en heel gezellig. Op de foto is het rustig, iedereen zat denk ik binnen om de warmte te ontvluchten. Je ziet bovenop de berg nog net een puntje van het fort.
En dit de universiteit.
Aan het begin van de boulevard is een klein speeltuintje/kermisje. Daar vind je een paar trampolines, wat botsautootjes en dit plaatje van een zweefmolen.
Je moet overigens wel goed uitkijken waar je loopt. Putdeksels zijn roofgoed in Albanie, ik heb dit op meerdere plaatsen gezien. Ze worden ook gewoon niet meer vervangen.
De bewoners doen het rustig aan.
Men vist wat.
Wandelt wat:
En checked de park.
En ik genoot ervan om hier te zijn.
Die avond belande ik op 1 van de vele terrasjes en dronk daar wijn voor 35 cent per glas. Ik raakte in een enorm leuk gesprek met de zoon van dit familiebedrijf en de tijd vloog om. En ik wilde toch redelijk op tijd naar bed, want ik wilde de volgende dag het fort bezoeken. In alle vroegte en dus nog relatieve koelte. Nadat de man met wie ik zo leuk gekletst had me nog de weg naar het fort had laten zien heb ik nog een tijd staan kletsen en lachen met mijn spaanse buurman in het hotel. Het werd dus toch wat laat.
De volgende ochtend had ik een berichtje van mijn nieuwe vriend uit Berat, of ik het leuk zou vinden als hij meeging naar het fort. Yep! En samen hebben we toen het toch wel stijle gladde pad naar het fort gelopen. Hij vertelde me onderweg dat de meeste auto’s moeite hadden met deze weg en slechts enkele boven kwamen en al snel kwamen we een auto tegen die inderdaad weer naar beneden gleed. Na te hebben geholpen met duwen konden we instappen en meerijden naar boven. Vond ik prima!
Het fort was mooi, het uitzicht was mooi.
Onderweg naar beneden werd ik nog gewezen op 2 wilde schildpadden, man wat vond ik dat tof.
Daarna was het tijd om doei te zeggen tegen mijn nieuwe vriend, hij ging aan het werk, en ik op weg naar Tirana met de bus. Niet met deze maar een iets nieuwere, met airco.
In Tirana aangekomen was het daar ook wel erg warm. Niet de 42 graden van Berat, mar warm genoeg om de plannen die ik allemaal had te skippen en alleen mar een beetje rond te lopen en daarna bij komen met de airco. :’)
De volgende dag wilde ik nar Kruja, een stadje wat verderop, dus ik zocht een bus die naar Kruja ging.
Deze bus had geen airco, maar dat werd opgelost door gewoon met de deuren open te rijden. Ik werd heel blij van dit soort kleine dingetjes, het zou in NL ondenkbaar zijn.
Helaas was het mij ontgaan dat er 2 varianten waren van Kruja, dus toen ik daar rondliep bekroop me al snel het gevoel dat ik verkeerd zat. Na het even aan een voorbijganger te hebben gevraagd waar het kasteel was, wees hij in de verte naar de bergen. Ai.
Maar hoe zou ik daar dan komen? Dat was geen probleem volgens hem, hij vond het fantastisch dat ik uit Nederland kwam want dat kende hij wel, Gullit en Bergkamp, uhuh! Na een tijdje hield hij een busje voor me aan, kon ik instappen en voor ik hem ook maar had kunnen bedanken had hij al voor me betaald en was ik op weg naar het goede Kruja.
Het was wel grappig om daar even rond te kijken, het is de enge plek waar ik geweest ben waar ze echt inspelen op het langzaam toenemende toerisme.
Koelkastmagneten, ansichtkaarten, helmen…..
Ik vond het verder allemaal niet zo geweldig, leuk, maar niet schitterend. Voor zulke emoties was et sowieso al te warm.
Dus na een tijdje zat ik weer lekker in de bus terug, onderweg naar Tirana, waar ik eigenlijk weer weinig uitvrat, ik wandelde wat, ijsjes, eten, ijsjes, en in de avond heb ik nog een tijd met plezier gekeken naar kinderen die speelden met de leuk verlichtte fonteinen op het Skandebergplein. Waar de Albanezen zelf de verkiezingsuitslagen volgden.
De volgende dag moest ik erg vroeg op, dit kwam, doordat ik naar het noorden wilde, Valbona wel te verstaan. Maar ik wilde dat per se via de ferry over lake Koman, en dat was wel een dingetje, want tegenwoordig gaan alle busjes van Tirana naar Valbona via Kosovo. Want sneller, en vooral betere wegen. Gelukkig was er 1 optie, die via Koman ging, maar omdat de ferry maar 1x per dag gaat, en dan wel om 9 uur in de ochtend was het vroeg dag. Om 4;30 stond de taxi klaar om me naar de bus te brengen. So sar, so good.
We pikten nog wat mensen op, en p dn duur zeden we op de snelweg richting het noorden. Dit ging een tijdje best goed.
Maar toen.
Pecht! Dat gaf stress want zouden we nu de ferry moeten missen? Vanuit Tirana war er met een rotgang vervangend vervoer onderweg maar dat zou zeker een uur duren. Er zat niets anders op dan wachten. En stiekem ook wel een beetje genieten.
Uiteindelijk sprak ik met iemand uit ons busje, en wat bleek, hij werkte op de ferry, en was er van overtuigd dat ze niet zonder hem zouden vertrekken. Pfew. Toen de vervanging er was belandde ik met hem in de grote auto en begon het crossen.. Ik geloof niet dat het allemaal even veilig was, qua snelheid, en zeker in de bergen kon niet iedereen het even goed waarderen, 3 mensen uit onza auto werden ziek. En ik? Ik kon alleen maar genieten. :’)
Made it!
En daar was ik heel blij om.
Al werd ik hier een beetje triest van. Volgens mijn auto-maatje komt dit uit Kosovo binnendrijven, ik heb geen idee, ook in Albanie is iets als afvalverwerking nog niet in het hele land genruikelijk.
Maar gelukkig was er meer moois te zien.
Daarna doorgereden naar Valbona waar het regenachtig was. Dat was even schakelen na alle hitte. Maar het was er prachtig.
Ik heb er die avond en de volgende morgen lekker wat rondgewandeld en me vergaapt aan de bergpracht die echt niet op foto’s te vangen is.
Ik had al snel een favoriet plekje bij het hotel. Ik zat daar steeds en heb daar die avond voor het eerst van mijn leven vuurvliegjes gezien. Er kwam zelf even 1 op mijn tafel landden om daarna weer weg te vliegen. Voor de rest bleven ze op veilige afstand. En de bediende met wie ik de hele avond heb zitten kletsen wilde er zelfs nog 1 voor me vangen. En wat me overdonderde was de sterrenhemel daar.
Mijn bankje had dit uitzicht.
Helaas kreeg ik op dat bankje, na mijn ochtendwandeling vreselijk nieuws, wat een abrupt einde aan deze FANTASTISCHE trip, en aan dit veel te lange verslag bracht/brengt.
Ik heb Albanie in mijn hart gesloten, de sfeer, de indrukwekkende natuur, maar bovenal de mensen en hun gastvrijheid. En ik ga zeker nog terug.