Feyenoord wacht lange transferzomer
De transferzomer van Feyenoord wordt er een van de lange adem. Alle versterkingen die de club op het oog heeft, met uitzondering van de bijna binnengehengelde ex-werknemer Jean-Paul Boëtius, hebben enorme prijskaartjes om de nek hangen. Salarissen en transfersommen zijn buitenproportioneel en op dit moment niet op te brengen voor de kampioen van de Eredivisie.Feyenoord moet na de zomer de Champions League in en heeft drie a vier versterkingen nodig, maar de club weigert om met geld te strooien en het huidige transferbeleid los te laten. Onder technisch directeur Martin van Geel heeft Feyenoord nooit meer dan 3,5 miljoen euro voor een speler betaald. Daarbij was voor sommigen (Marko Vejinovic, Simon Gustafson, Renato Tapia) de sprong naar de Nederlandse top zelfs nog te groot.
Bedragen van zes tot tien miljoen euro zijn voor nieuwe spelers door Feyenoord niet op te hoesten en ook niet verantwoord binnen het financiële plaatje van de club. Het salarishuis is in de nieuwe begroting slecht met één miljoen gestegen (van 16 naar 17 miljoen euro) en er is geen oorlogskas om grote aankopen te doen. Feyenoord start vandaag de onderhandeling op met FC Basel over het terugkopen van Boëtius, die in Zwitserland overbodig is en daardoor weer betaalbaar is.
Op de Nederlandse markt is het lastiger en zijn clubs op hol geslagen. De topdrie kan in de Eredivisie bijna geen aankopen meer doen, omdat de prijzen van modale spelers de pan uitrijzen. Als Feyenoord deze zomer Sofyan Amrabat (FC Utrecht), Ridgeciano Haps (AZ) en Sam Larsson (SC Heerenveen) had willen aantrekken, zou het in totaal ruim 20 miljoen euro kwijt zijn.
Die spelers zijn uitgebreid bekeken door de scouts en de leiding van Feyenoord. In het geval van linksback Haps is het prijskaartje dat AZ sinds de monsterverkoop van Vincent Janssen aan Tottenham Hotspur (22 miljoen euro) aan de eigen talenten hangt waarschijnlijk nog veel groter. AZ’s technisch directeur Max Huiberts kan zomaar 10 miljoen voor zijn linksback vragen.
Ook PSV, dat het elftal fors moet herbouwen, wordt met de hype op de Nederlandse markt geconfronteerd. De clubs in de subtop nemen daarbij grote risico’s. Zij móeten spelers verkopen om zwarte cijfers te schrijven. Buitenlandse topclubs zijn niet happig meer om grote bedragen neer te leggen, omdat het gros van de voetballers uit de Eredivisie faalt.
Vincent Janssen heeft twee doelpunten gemaakt in 27 wedstrijden bij Tottenham, Memphis Depay is door Manchester United snel weer verkocht, Siem de Jong hoeft niet terug te keren bij Newcastle United en Jordy Clasie zit bij Southampton op de bank. Spelers van Nederlandse subtoppers komen dan helemaal niet in beeld bij buitenlandse clubs.
Bij Feyenoord hebben Jens Toornstra, Eljero Elia en Steven Berghuis met hun transfers naar De Kuip het Nederlands elftal weer kunnen halen. De laatste wil mede om die reden graag bij Feyenoord blijven, maar ook in zijn geval moet de club geduld hebben. Op dit moment vraagt de werkgever van Berghuis, het Engelse Watford, een veel te hoge afkoopsom voor het nog twee jaar doorlopende contract van de vleugelspits. De zaakwaarnemer van de speler, Mino Raiola, zal later in de zomer hemel en aarde moeten bewegen bij de Engelsen om de prijs te laten zakken.
Voor de linkerflank waren dus meerdere opties. Larsson van Heerenveen was een alternatief, maar veel te duur. Andersom wilden de Friezen voor doelman Warner Hahn na weken discussiëren slechts 5 ton betalen. Dan was er nog Ola John, die de potentie heeft om zich weer in Oranje te spelen, maar voor wie Benfica op dit moment ook nog een vermogen vraagt. Van Boëtius wist Feyenoord al dat de speler zelf geld wilde inleveren om terug te keren in De Kuip.
Dan is er nog Robin van Persie. Hij is voor Feyenoord potentieel de grote blikvanger na het afscheid van Dirk Kuyt. Een routinier, nieuw boegbeeld, leider in de kleedkamer en multifunctioneel in het elftal; in de ogen van trainer Giovanni van Bronckhorst en technisch directeur Van Geel is hij het allemaal. Maar het probleem is dat zijn transfer nog complexer is dan die van alle andere targets.
Fenerbahçe heeft twee seizoenen terug zes miljoen euro betaald aan Manchester United. De vraag is of de club dat bedrag al na twee seizoenen wil afschrijven. Daarnaast heeft de nieuwe trainer van de Turken, Aykut Kocaman, niet aangegeven dat hij Van Persie kwijt wil.
Alleen als Fenerbahçe wordt gedwongen het mes te zetten in de salarishuishouding, kan er een mogelijkheid ontstaan voor de ex-Feyenoorder om te praten over een terugkeer naar De Kuip. Daarbij kan Feyenoord hem overigens maar een schijntje van zijn huidige salaris bieden.
Tot op de dag van vandaag is er geen beweging, zijn er geen besprekingen met Fenerbahçe en is een transfer van de voormalige topscorer van Arsenal, Manchester United en Oranje nog ver weg. Het neemt niet weg dat de wens om Van Persie in te lijven groot is en dat elke mogelijkheid om zaken te doen zal worden aangegrepen. Het wordt in alle opzichten een lange transferzomer bij de kampioen.