quote:
Te veel en te extreem: klimtalent Louis Vervaeke verdwaald op weg naar de top
Omdat de grote belofte Louis Vervaeke (23) liever snel dan traag de wielerhemel wilde bestormen, ging hij dit voorjaar extreem. Trainingen die zwaarder waren dan wedstrijden en dan ook nog met een lege maag naar bed. Contraproductief, weet hij nu. “Ik heb aan roofbouw gedaan. Een beetje dom.”
Louis Vervaeke (Lotto-Soudal) kwam gisteren als tweeënvijftigste boven op Villars-sur-Ollon, acht minuten en dertig seconden na ritwinnaar Larry Warbasse. Zijn gevoel op de klim omschrijft hij als “neutraal”. Na een blikje fris en een extra jasje voor de afdaling richting teambus zegt hij: “Ik heb nog niet intensief getraind. Het is normaal dat mijn vorm niet super is.”
Vervaeke – een van de grootste klimtalenten van ons land – is op zijn 23ste bezig aan een comeback. Dit voorjaar raakte hij even helemaal de weg kwijt. “Het is begonnen in Mallorca dit jaar”, zegt hij. “Ik finishte tweede in de Trofeo Serra de Tramuntana en vierde in de Trofeo Andratx. Voor het eerst in mijn carrière had ik het gevoel dat ik het niveau had om wedstrijden te winnen bij de profs. Dat had ik nooit eerder gehad.”
“Op dat moment ben ik te fanatiek beginnen te werken. Te gemotiveerd. Samen met mijn trainer gingen we te veel geloven dat ik nog eens een extra stap kon zetten. Om het cru te zeggen: mijn trainingsweken waren zwaarder dan een rittenkoers van een week. Ik heb mezelf helemaal in de vermoeidheid getraind.”
Ook met het diëten ging Vervaeke extreem: “Dat is de grootste fout die ik heb gemaakt. Op trainingsdagen at ik ’s ochtends nog goed, maar nadien gewoon veel te weinig. Op rustdagen al helemaal. Het werd een vicieuze cirkel, mijn lichaam recupereerde niet meer. Dat zag je aan alles: bloed, hormonen, vitaminen... Het wees allemaal op extreme overtraining.”
Presteren lukte helemaal niet meer. Het meest confronterend was de voorbije Ronde van het Baskenland. Vorig jaar finishte hij daar elfde in het algemeen klassement, een briljant resultaat voor een renner van tweeëntwintig. Dit jaar gaf hij op in de vierde rit. Leeg, uitgewrongen. “Extreem confronterend”, zegt hij. “Ik herkende de wegen van het jaar voordien. Ik zag het letterlijk voor me: Hier reed ik vorig jaar met Contador mee naar boven. Nu rijdt het peloton vier kilometer per uur te snel voor mij.”
Te gemakkelijk bij de jeugd
Het is geen toeval dat overtraining net Louis Vervaeke overkomt. Hij omschrijft zichzelf als “ambitieus, maar ook een losgeslagen projectiel”. De lat ligt niet lager dan de wereldtop. “Toen ik vorig jaar die elfde plaats haalde in het Baskenland was ik daar best blij om. Maar ’s anderendaags op training vloekte ik alweer omdat Wilco Kelderman maar één seconde sneller was op plaats tien. In mijn hoofd speelde ik de afsluitende tijdrit opnieuw af: Daar heb ik een seconde laten liggen. En daar. En daar. Was ik alweer ontgoocheld: Fuck, het was niet goed genoeg.”
Vervaeke haalt ook aan dat hij het bij de jeugd te gemakkelijk had. Winst in de Tour des Pays de Savoie en de Ronde de L’Isard. Vijfde in de Ronde van de Toekomst, met ritwinst boven op La Toussuire. Wereldtop. “Zeker in het laatste jaar bij de beloften won ik bij manier van spreken waar ik wilde”, zegt hij. “Mijn carrière is altijd in een stijgende lijn gegaan. Met te weinig tegenslag. Je hoort dat het bij de profs van nul herbeginnen is, maar in mijn hoofd was ik daar niet klaar voor. Ik gaf mezelf een jaar, anderhalf jaar. Dan wilde ik tussen de wereldtop staan.”
Overtraining heet het topsport-equivalent van een burn-out te zijn. Voor Vervaeke waren er zeker raakvlakken. Dat het privé een beetje stormde afgelopen jaar hielp de zaak niet vooruit. “Maar ik heb het nooit laten schieten”, zegt hij. “Ik presteerde niet omdat ik te veel wilde, niet omdat ik de luierik heb uitgehangen. (lacht) Beetje jammer misschien, anders had ik er nog wat plezier aan kunnen beleven.”
Met dank aan De Gendt
Nu is de weg naar het herstel ingezet. De trainingsschema’s zijn teruggeschroefd, de ambities bijgesteld. Sportpsychologen helpen daarbij en ook een hoogtestage met ‘zenmaster’ Thomas De Gendt heeft geholpen. Met Mario Aerts heeft hij ook al een ploegleider voor wie ‘gewoon doen’ het hoogste goed is. “Ik leer om het los te laten”, zegt Vervaeke. “Om te vertrouwen op mijn talent en het niet te veel te willen te manipuleren.”
De relatie met trainer Stefan Van Meirhaeghe heeft onder druk gestaan, maar is nu wel hersteld. “Hij is ook te ambitieus geweest”, zegt Vervaeke. “We hebben er allebei uit geleerd.”
Het volgende grote doel is de Vuelta, al heeft hij dus gesnapt dat het niet helpt om doelen te groot te maken: “Mijn ambitie? Laat ik beginnen met eens mee te zijn in de vroege vlucht. Dat is het belangrijkste dat ik heb geleerd: ik moet mezelf gewoon minder druk opleggen.”
Door Jan-Pieter De Vlieger in Villars-Sur-Ollon
http://m.nieuwsblad.be/cnt/dmf20170613_02924395?utm_source=t