Maatschapijleer Opdracht 4H

HANDLEIDING
PRAKTISCHE OPDRACHT

MAATSCHAPPIJLEER
HAVO-4
2016-2017


Naam:……………………………………………………………………………. Klas:…………………………………


Praktische opdracht maatschappijleer, studiejaar 2016-2017

De praktische opdracht is een werkstuk dat gaat over een actueel maatschappelijk probleem met betrekking tot de pluriforme samenleving. Het maatschappelijk probleem dat je kiest gaat in op de problemen die voortvloeien uit of het gevolg zijn van de pluriforme samenleving. Kies een probleem dat veel in het nieuws is. Het is verstandig een onderwerp te kiezen, dat ook al langdurig in het nieuws is. Je weet dan zeker, dat er veel informatie over te vinden is en dat er (dus) ook veel over te schrijven is.
In periode 3 behandelen we de pluriforme samenleving. Te denken valt aan: hoe kunnen verschillende etnische culturen het beste in één land samenleven? Wat kunnen mensen nog aanleren en wat is aangeboren gedrag? Hoe integreer je? Met wie voel jij je verbonden en waarom? Hoe werkt integratie? Welke jongerenculturen onderscheiden we in de stad?

In de PO verwachten we dat je het maatschappelijk probleem dat je kiest, gaat beschrijven vanuit vier verschillende perspectieven: het vergelijkende-historische perspectief, het politiek-juridische perspectief, het sociaal-economische perspectief en het sociaal-culturele perspectief.


Samenwerking en beoordeling
De PO maak je in drie- of viertallen. Over de PO houd je een presentatie en poneer je twee stellingen in de les. De docent bepaalt de datum van de presentatie. De PO moet uiterlijk ingeleverd worden op vrijdag 12 mei tussen 11.15uur en 15.00 uur in lokaal 235 . De presentatie houd je ook met je groep en duurt tussen de 20-22 minuten. Vanaf 15 mei worden jullie ingedeeld om de presentatie te houden. Bij ziekte neemt je medeleerling jouw deel over. Voor de presentatie krijg je een cijfer.

Bronnen
Voor het schrijven van de PO kun je de volgende bronnen gebruiken:
Het maatschappijleerboek; Thema’s
Minimaal vier artikelen uit verschillende kwaliteitskranten over het maatschappelijk probleem dat je behandelt.
Eventueel andere betrouwbare internetbronnen
Eventueel andere relevante literatuur, in overleg met docent.
Krantenbank (alleen op school te gebruiken)

Indeling van de praktische opdracht
Voorkant met je onderwerp, je naam en klas
Inhoudsopgave
Inleiding met daarin jouw onderzoeksvraag
Hoofdstuk 1: Vergelijkend - historisch perspectief
Hoofdstuk 2: Politiek -juridisch perspectief
Hoofdstuk 3: Sociaal - economisch perspectief
Hoofdstuk 4: Sociaal - cultureel perspectief
Conclusie, beantwoording hoofdvraag, eigen mening
Bronnenlijst volgens de APA-methode, die ook op hogescholen en universiteiten wordt gebruikt.
Originele krantenartikelen gekopieerd op A4

Toelichting op de indeling en de inhoud.

Inleiding
In de inleiding beschrijf je kort het maatschappelijk probleem dat je behandelt. Ook kun je vertellen waarom je dit probleem gekozen hebt. In de inleiding zet je de hoofdvraag die je in je PO gaat behandelen en die je uiteindelijk, op basis van de argumenten in de vier hoofdstukken, zult beantwoorden in de conclusie.

Hoofdstuk 1: Vergelijkend-historisch perspectief

Hier beschrijf je de geschiedenis van het probleem en/ of de mondiale context van het probleem door het te vergelijken met de actuele situatie in Nederland. Een aantal deelvragen die je kunt stellen:
Hoe en waarom is het probleem ontstaan?
Waar is het probleem ontstaan?
Wanneer is het probleem ontstaan?
Waar speelt het probleem (nog meer) in de wereld?
Hoe ging men vroeger met dit probleem om?
Hoe gaat men in verschillende landen met dit probleem om?

Je mag ook je deelvragen opschrijven in de PO en ze dan beantwoorden. Dat hoeft niet per se, maar kan wel makkelijker zijn.

Hoofdstuk 2: Politiek-juridisch perspectief

Hier beschrijf je de rol van de overheid en/ of overheden met betrekking tot het probleem. Een aantal deelvragen die je kunt stellen:
Wat is de rol van de overheid in dit probleem?
Wat is de mening van verschillende politieke actoren?
Wat is de mening van politieke partijen?
Welk beleid voert de overheid?
Wat zijn de meningen over dit beleid?
Welke overheden en op welke niveaus zijn overheden bij het probleem betrokken?
Welke wetgeving is er m.b.t. het probleem?
Is de rechterlijke macht betrokken bij het probleem, en zo ja, hoe?

Ook hier geldt: je kunt de deelvragen die je stelt, ook letterlijk beschrijven in de PO, maar het hoeft niet.

Hoofdstuk 3: Sociaal - economisch perspectief

Hier beschrijf je welke actoren er bij dit probleem betrokken zijn en welke tegengestelde belangen er spelen bij dit probleem op sociaal - economisch gebied. Een aantal deelvragen die je kunt stellen:

Welke mensen, groepen, organisaties en/of bedrijven , zijn betrokken bij het probleem?
Welke economische belangen hebben deze mensen, groepen, organisaties en/of bedrijven met betrekking tot het probleem?
Wat zijn de meningen van deze mensen, groepen, organisaties en/ of bedrijven?
Hoe verhouden zich deze belangen tot elkaar?
Hoe verhouden zich deze belangen tot het beleid van de overheid inzake dit probleem?

Ook hier geldt: je kunt de deelvragen die je stelt ook letterlijk opschrijven in de PO, maar het hoeft niet.

Hoofdstuk 4: Sociaal - cultureel perspectief

Hier beschrijf je welke waarden en normen een rol spelen met betrekking tot het probleem. Een aantal deelvragen die je kunt stellen:
Welke normen en waarden hebben mensen, groepen, organisaties en/ of bedrijven met betrekking tot het probleem?
Wat zijn de normen en waarden die een rol spelen in het handelen van de overheid ten aanzien van het probleem?
Wat is de overheersende opinie in de samenleving ten aanzien van het probleem?
Welke waarden en normen zijn tegengesteld en welke komen met elkaar overeen?
Hoe zijn deze normen en waarden ontstaan, met andere woorden waar zijn deze normen en waarden op gebaseerd? (bijvoorbeeld een bepaalde (sub)cultuur of religie kunnen een rol spelen, of bijvoorbeeld bepaalde politieke overtuigingen)

Ook hier geldt: je kunt de deelvragen die je stelt ook letterlijk beschrijven in de PO, maar het hoeft
niet.

Conclusie, beantwoording onderzoeksvraag, eigen mening

De PO wordt afgesloten met een conclusie. Op basis van argumenten die je in de voorgaande vier hoofdstukken hebt beschreven, beantwoord je de eerder gestelde hoofdvraag.

Dit is de conclusie van je onderzoek. Natuurlijk kan jouw mening afwijken van de conclusie. Je kunt, uiteraard óók op basis van gevonden argumenten, naast de conclusie, ook nog een eigen mening formuleren.


Bronnenlijst volgens de APA-methode

De door jou gebruikte bronnen, verwerk je in een bronnenlijst volgens de APA-methode. Hieronder staat een overzicht van de APA-regels: http://www.scriptiesaver.nl/APA-Stijl.pdf


Belangrijke zaken
Zorg ervoor dat je je originele krantenartikelen goed bewaard.
Zorg ervoor dat je zowel op school als thuis, voortdurend de laatste versie van je PO digitaal beschikbaar hebt!
Werk geordend. Iedere nieuwe versie van je PO sla je op met de laatste datum aan het einde.

Overige eisen aan de praktische opdracht

De omvang van het verslag moet minimaal 12 en maximaal 16 A4-tjes tekst zijn, exclusief illustraties en bijlagen. Het maximum aantal pagina´s is niet bindend, maar richtinggevend. Deze A4-tjes moeten worden getypt met lettergrootte 12 en met standaard regelafstand.

Inleveren van de praktische opdracht doe je met je naam en je klas + letter erop, uiterlijk vrijdag 12 mei tussen 11.15uur en 15.00 uur in lokaal 235 bij de vakdocent.