Ik fietste langs het Luifeltje. Jantje riep naar me. Ik omgedraaid. Of ik niet eens een stukske over hem wilde schrijven als vuilnisman met bijna 50 dienstjaren. Ik maak er nog meer van grote kleine man.....
Opa Henk, de ijzerboer.
'Nee, ik hiet Driek zei Driek.' 'Gehiet toch allemaal Jan bij jullie?' 'Bijna allemaal, m'n vader hiet Henk.' 'Ik dacht dat juist Henk, Jan hiette.' 'Nee de vader van m'n vader hiette Jan.' 'Net zoals nog drie anderen in de familie.'
'Das dan drie keer Jan, Driek. Veur het zelfde geld hadde Driekus Jan geheten.' 'Net zoals Jan Hendrik van Veen op de lagere school. Die hiet gewoon Johnnie.' 'Ik noem m'n broer ok gin Jan Willem.' Zo vroeg ik laatst aan Nel, hoe het met haar broer Jan Jozues Cuik ging. 'Wie ?' vroeg ze lachend. 'Zo noemen we hem al 40 jaar niet meer.' Ze lag in een deuk. 't is gewoon Jan.'
Afijn, na het handen schudden in de Koningstraat, ondertussen kijkend naar de imposante tatoeage op z'n arm, zal vast moeder met een hartje op hebben gestaan, begreep ik dat ze wel allemaal Welsing heten.
Kwam ik al helemaal in een moeilijk pakket. Van de één naar de andere Welsing, via Schouten en Damen (geen Nelissen, da's dan weer Heesbeen) terug naar de roots van de ultieme ijzerboer. Henk Welsing.
Voordat we de rode draad van het verhaal kwijt raken. Ik wist inmiddels dat Henk, Henk hiette. Volgens Driek, de zoon van Henk en de broer van Jan, zijn vader, de schoonvader van Lia, de oudste en langst werkzame ijzerboer in de Bommelerwaard. Boer klinkt misschien denigrerend. Maar ijzeragrariër bek niet echt. Vergeten naar z'n leeftijd te vragen. Maar de vader van Driek en de Jannen. de zoon van de opa van de Jannen, die ok Jan hiette, moet wel tegen de 90 lopen. Hij loopt nog steeds mee, al beunend en steunend met z'n zoon. Drie keer raaie mè wie.
Toen Opa Henk Welsing uit Veenendaal moest vertrekken zocht ie z'n heil in Bommel. Toen waren "we" nog gastvrij. Is er nog een ziekenhuis-kerk-en straat naar vernoemd. Hoor net nu de klokken luiden. Bim Bam Bommel. Henk Welsing ging al jong werken en voor zichzelf zorgen. Kwam er een gezin bij. Jan en Alleman, zou Bert Haanstra zeggen. Henk Welsing was Mark Rutte 50 jaar vooruit, met dit verschil dat de participatie-samenleving van Henk Welsing er socialer uit zag dan het gedrocht van Mark Rutte.
Het kamp, zoals we dat in de volksmond noemen werd gesloten. De bewoners werden naar een groot woonwagenkamp in Tiel gedirigeerd. Ho even dacht Henk Welsing, zo zijn we niet getrouwd. Bommel heeft m'n hart gestolen. En ik ga geen aangifte doen.
De vader van Driek en de Jantjes, de hoeder van het oprechte oud ijzer, woont nu al bijna 50 jaar op de Heksewal. Dat noemen we nog eens integreren. Henk Welsing, de hardwerkende ijzerboer, je zou bijna zeggen de ultieme ijzervreter, heeft later alsnog aangifte gedaan bij de gemeente Bommel. Of ze in het geboorte-register erbij wilden zetten dat z'n dochters geen Jan hieten.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !