WAAROM KENSINGTON DE POPPRIJS MOET WINNEN10 JAN 2017
Weet u het nog, de totale verbijstering in de Oosterpoort toen vorig jaar New Wave de Popprijs kreeg? De zaal liep leeg, op social media heerste onbegrip en de winnaars zelf leken eigenlijk geen idee te hebben wat de prijs nou precies inhield. Prachtig was het. Of het verdiend was? Ach, het blijft een juryprijs, dus er zijn altijd argumenten te verzinnen waarom een act een prijs wel of niet moet krijgen. Deze keer is het anders. Er is namelijk maar één band die de prijs dit jaar verdient. En die band is Kensington.
Eigenlijk hadden de Utrechters de prijs vorig jaar natuurlijk al moeten winnen, maar ach, toen brachten de vier geen nieuw album uit en we snappen: je kunt als jury rechtvaardigen de prijs niet toe te kennen aan een band zonder nieuw album. Nu is er wel een nieuwe plaat: Control, de vierde alweer van Kensington. Of het een goede plaat is? Dat doet er eigenlijk niet eens zoveel toe, want (en ik citeer Buma Cultuur): ’De Popprijs wordt uitgereikt aan de band of artiest die in het afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse popmuziek.’
Kensington speelde afgelopen jaar drie uitverkochte shows in de
Ziggo Dome, voor dit jaar staan er vijf al uitverkochte avonden in diezelfde zaal op het programma. Derde album Rivals (2014) staat al 126 weken in de Album Top 100 - en stijgt deze week van 22 naar 19 - terwijl het nieuwe album alleen dat coverplaatje van de Rolling Stones boven zich moet dulden. En oh ja, de band staat met negen nummers in de Top 2000. Inderdaad, Kensington mag zich met recht de meest populaire Nederlandse rockband van deze eeuw noemen.
En toch zie je gebeuren wat er in Nederland altijd gebeurt: hoe populairder je wordt, hoe meer de ‘echte’ muziekliefhebbers (of kenners, bah) zich van je afkeren. Ik bedoel, het is toch veel cooler om te verkondigen dat je fan bent van een vaag, onbekend rammelbandje dan van een goed geoliede rockmachine? En dus zien we, ook als we met OOR iets over Kensington schrijven, commentaren als ‘Kensington is de nieuwe Kane’, ‘Kensington is te mainstream’ en ‘Kensington is commerciële meuk’ verschijnen. Het grappige is: toen we een jaar of zes geleden over dezelfde band schreven vond niemand dat.
Want ja, zolang zijn de heren al bezig. Sterker nog: tien jaar geleden was Kensington onderdeel van de Popronde. Stonden ze in kleine, krappe cafeetjes te spelen. Nu verkopen ze even 85.000 tickets. Op eigen kracht. En vooral: de groei van Kensington is altijd met kleine stapjes gegaan. Van een uitverkocht zaaltje in het eigen Utrecht, via uitverkochte zalen in het hele land, naar vijf megashows op rij in de
Ziggo Dome. Hoe cool is het dat een Nederlands bandje zoiets weet te bereiken?
Daarbij: na te zijn toegejuicht door tienduizenden fans in Nederland, stappen ze net zo makkelijk een tourbusje in om kriskras door heel Europa shows te spelen in zaaltjes waar niet zolang geleden niet meer dan 300 mensen stonden. Altijd hongerig blijven, altijd willen spelen, waar dan ook. Als dat geen goede reclame voor de Nederlandse muziek is dan weet ik het ook niet meer. Er is geen enkele Nederlandse act die de afgelopen jaren heeft bereikt wat Kensington bereikte. Het is bijna gênant als de prijs aanstaande zaterdag niet naar Kensington gaat. Dat zal zelfs de grootste Kensington-hater in de jury toch moeten beamen.