07-11-2016
Veelgestelde vragen over vaccineren
Een kleine, maar groeiende groep mensen in het binnen- en buitenland meent dat vaccinaties schadelijker zijn voor kinderen dan de ziektes waartegen ze beschermen. Terwijl vroeger kinderen alleen om soms religieuze redenen niet werden ingeënt, gebeurt dit nu vaak om principiële redenen. Met als gevolg dat de vaccinatiegraad zo laag wordt dat allerlei vrijwel verdwenen kinderziekten terugkeren in de westerse wereld. Artsen en internationale gezondheidsorganisaties zitten met de handen in het haar.
Op internet verloopt het debat rondom vaccinaties vaak heftig. Twitter en Facebook barsten regelmatig uit hun voegen zodra er een column over vaccinaties verschijnt. En ook wetenschapsredacteuren krijgen te maken met beweringen en vragen rondom de vermeende gevaren van vaccins. Maar wat is waar? Hieronder vind je de beweringen en vragen waar wetenschappers het meest tegenaan lopen.
“Dat er tegenwoordig minder kinderen sterven aan bepaalde ziektes, komt door betere hygiëne en niet door vaccinaties.”
Dat is niet waar. Het belang van een goede hygiëne werd ruimschoots voor de opkomst van de grote vaccinatiecampagnes erkend en onderwezen. Het aantal kinderen dat besmet werd en overleed door ziektes als difterie, polio en mazelen daalde pas nadat kinderen massaal werden gevaccineerd. Sla de historische cijfers er maar op na. Of werp een blik op deze grafiek, over de incidentie van de genoemde ziektes in de Verenigde Staten, afkomstig uit dit handboek over immunologie.
“Vaccinaties zijn onnatuurlijk.”
Ja, dat klopt. Maar veel zaken in ons dagelijks leven zijn onnatuurlijk. De mogelijkheid om 's avonds een lamp aan te doen, of die nou op elektriciteit, gas of olie werkt, is onnatuurlijk. Voedsel kunnen kopen in een supermarkt is onnatuurlijk. Toch hebben maar weinig mensen iets tegen dit soort onnatuurlijkheid. De natuurlijke situatie is dat we moeten leven in de kou en in het donker, en ons eigen kostje bij elkaar moeten scharrelen. De natuurlijke situatie is ook dat kinderen, zoals in voorgaande eeuwen, massaal sterven aan ziektes die nu te voorkomen zijn dankzij vaccinaties. Ziekten genezen, met behulp van medicijnen of andere behandelingen, is onnatuurlijk. Kortom: 'onnatuurlijk' is niet per definitie slecht.
“Ik heb gehoord dat er een link is tussen vaccinaties en autisme.”
Dat werd inderdaad korte tijd gedacht, maar de arts die dit 'ontdekte' bleek een fraudeur. Hij had gesjoemeld met onderzoeksresultaten en ontving bovendien geld van advocaten die al bezig waren met een aanklacht tegen vaccin-fabrikanten. Het wetenschappelijke tijdschrift waarin de arts, Andrew Wakefield, zijn onderzoek publiceerde heeft die publicatie om deze redenen ingetrokken. Wakefield is geschorst en mag zich in Groot Brittannië nooit meer uitgeven voor arts. Minstens zo belangrijk is dat geen enkel ander onderzoek een link tussen vaccinaties en autisme heeft kunnen vinden. In de wetenschappelijke wereld gelooft daarom niemand meer in dit idee.
“Vaccinaties werken, doordat ze je kind ziek maken. Waarom zou je een ziekte introduceren in een gezond lijf?”
Nee, dit klopt niet. Het idee achter vaccinaties is juist dat je er niet ziek van wordt, omdat je niet de volledige ziekteverwekker (een bacterie of virus) krijgt ingespoten. In vaccins zitten sterk verzwakte, dode, of zelfs maar heel kleine stukjes van virussen of bacteriën. Hierdoor kun je de ziekte die ze normaal veroorzaken niet krijgen. Je wekt met vaccins geen immuunreactie op door het lichaam ziek te maken. Hoe je het beter kunt zien, is dat je het immuunsysteem als het ware een heel gedetailleerd plaatje van de ziekteverwekker voorhoudt. Inclusief de precieze vorm. Net als wanneer je van plaatjes leert wat gevaarlijke dieren zijn, zodat je die voortaan in het wild kunt mijden. Die plaatjes zelf doen niks. Toch is alleen dat al genoeg om je immuunsysteem in de alarmstand te zetten en zich te bewapenen tegen deze bedreiging. Bijwerkingen van vaccins komen dan ook meestal niet door de ziekteverwekker die je ingespoten krijgt. Ze ontstaan doordat je immuunsysteem tijdelijk overactief is. En daarom zijn de bijwerkingen ook vrijwel altijd mild; wat jeuk, wat rode uitslag, of wat verhoging of koorts. De uitzondering hierop is dat bij 'levende' vaccins, waarbij wordt gewerkt met virussen die niet dood, maar alleen sterk verzwakt zijn, het mogelijk is dat zo'n virus door een spontane mutatie toch weer actief wordt. En dan kun je dus wel ziek worden door het virus zelf. De kans hierop is echter minimaal. Bij het moderne MMRV-vaccin, dat beschermt tegen onder meer mazelen, is dit bijvoorbeeld nog nooit gebeurd.
“Milde bijwerkingen? Vaccinaties kunnen toch ook heel ernstige bijwerkingen hebben?”
Ja, dat klopt. Maar de kans daarop is heel klein, ruwweg één op een paar miljoen. Nu worden er wereldwijd vele miljoenen kinderen ingeënt; dus ook met een kans van één op een paar miljoen, zal er altijd wel een kind zijn dat bijvoorbeeld Guillain-Barré of hersenvliesontsteking krijgt. Maar de kans om zo'n soort ziekte te ontwikkelen als complicatie bij griep of zelfs bij een gewone verkoudheid is groter. Wat deze ziekten dus gevaarlijker maakt dan vaccinaties. Ook allerlei andere alledaagse risico’s zijn gevaarlijker dan vaccinaties. Je kind meenemen op de fiets of in de auto, bijvoorbeeld. In 2012 kwamen er 25 kinderen onder de vijftien om in het verkeer. Dat is vele malen hoger dan het aantal kinderen dat jaarlijks ernstige complicaties krijgt door een vaccinatie. Sinds 2000 zijn er volgens het Lareb, het onafhankelijke instituut dat in ons land bijwerkingen bijhoudt, twee kinderen geweest die hersenvliesontsteking kregen na toediening van het MMRV-vaccin en eentje die Guillain-Barré kreeg. Zij zijn hersteld. Zeven kinderen zijn in de afgelopen zestien jaar overleden vlak na deze vaccinatie; maar dat betekent niet dat ze dóór de vaccinatie zijn overleden. Deze kinderen hadden allemaal al een ernstige, onderliggende aandoening, zoals astma of een serieuze infectie. En bij geen van hen was er enig bewijs dat hun overlijden iets te maken had met bijwerkingen van het vaccin. Dat maakt het waarschijnlijker dat hun dood puur door toeval samenviel met de timing van de vaccinatie.
Los van het bovenstaande is je kind niet vaccineren, uit angst dat het toch zo'n complicatie oploopt, gevaarlijker dan de vaccinatie zelf. Ernstige ziektes zoals de mazelen zijn in ons land misschien zeldzaam, maar in andere delen van de wereld niet. En dit soort ziektes zijn bezig met een terugkeer. Ook hier in West Europa, juist doordat er minder gevaccineerd wordt. De kans dat je kind er ooit mee in aanraking komt, nu of als volwassene, is hierdoor toch behoorlijk groot. En hoe gevaarlijk dat is kun je bijvoorbeeld zien aan de mazelenuitbraak in ons land van 2013. Toen hebben volgens de officiële cijfers (het werkelijke aantal kan hoger liggen) 2640 kinderen mazelen opgelopen. Van hen zijn er 182 in het ziekenhuis beland vanwege ernstige complicaties. Die complicaties kunnen levenslange schade opleveren, waaronder hersenbeschadiging en doofheid. Tijdens deze laatste grootste epidemie is één kindje overleden. Dat is gelukkig minder dan gemiddeld; de kans om te overlijden aan mazelen, ligt rond de 1 op 1000. Zulke percentages van complicaties en overlijden worden met vaccinaties bij lange na niet gehaald. Dus ja, vaccinaties brengen een zeker risico met zich mee. Zoals alles in het leven. Maar het risico is heel klein, veel kleiner dan normale alledaagse risico’s waaraan we onze kinderen blootstellen. En het doorlopen van de ziekte is vele malen gevaarlijker.
"Als ik mijn kind niet vaccineer, doe ik daarmee toch niemand kwaad?"
Helaas, toch wel. Je kind kan dan namelijk baby's die nog niet ingeënt zijn besmetten. Om weer mazelen als voorbeeld te nemen: hierbij geldt dat baby's de eerste zes maanden nog natuurlijke bescherming tegen het virus hebben. Die krijgen ze mee van hun moeder. Als ze veertien maanden zijn, worden ze ingeënt, en beschermt het vaccin ze. Maar kinderen tussen de zes en veertien maanden kunnen de ziekte dus wel oplopen. En juist bij zulke jonge kinderen is de kans op complicaties het grootst. Zij hebben de grootste kans om in het ziekenhuis te belanden met bijvoorbeeld een longontsteking of hersenvliesontsteking, als gevolg van hun besmetting met mazelen. En zij hebben ook de grootste kans hieraan te overlijden. Daarom zijn tijdens de epidemie van 2013 ouders van baby's in deze leeftijdsklasse in aller ijl opgeroepen hun kinderen vervroegd in te enten. Omdat door de ouders die hun kinderen niet inenten, nu plotseling ook de kinderen van ouders die hun kind wel willen inenten gevaar lopen.
“Ik begrijp dat er kwik / formaldehyde / aluminium in vaccinaties zit. Ik wil niet dat mijn kind dat binnen krijgt!”
Het eerste deel van deze bewering klopt deels. Er zaten vroeger kwikverbindingen in vaccins, maar in een vorm en dosis die geen kwaad kan. Dit is eruit gehaald om verontruste burgers tegemoet te komen. In het BMR vaccin dat in Nederland wordt gebruikt zit geen aluminium (eigenlijk: aluminiumzouten). In andere vaccins soms wel. Maar, wat enorm belangrijk is om te beseffen als het om ‘giftige’ en ‘schadelijke’ stoffen gaat, is dat het de vorm en de dosis is die een stof gevaarlijk maakt. Letterlijk alle stoffen ter wereld, natuurlijk of door de mens gemaakt, kunnen dodelijk zijn. Als je er maar genoeg van neemt. Mijn scheikundedocent riep ooit, toen een leerling vroeg naar de dodelijkste stof in het lab: ‘Water!’. Dit deed hij niet omdat je in water kunt verdrinken. Nee: ook water is giftig en dodelijk, wanneer je er vijf tot zes liter van achter elkaar drinkt. En dat is dus belangrijk om in je achterhoofd te houden bij ‘enge’ ingrediënten van vaccins. Voor die aluminiumzouten geldt bijvoorbeeld dat de hoeveelheid ervan die in sommige vaccins zit vele malen lager is dan de hoeveelheid aluminium die een baby via de moedermelk of andere voeding binnen krijgt. Gewoon van nature. Voor formaldehyde geldt dat ook. Dat zit ook van nature in je lichaam, in een lage dosis. En in veel soorten voedsel. Een enkele peer – ja, ook een biologische – bevat bijvoorbeeld veel meer formaldehyde dan vaccins. Onze lichamen zijn gewend met dit soort stoffen om te gaan, om ze af te breken en uit te scheiden, of op een andere manier onschadelijk te maken. Zo lang de dosis maar niet te hoog wordt.
Maar waarom zitten dit soort stoffen, die bij hogere dosering schadelijk zijn, dan in vaccins? Soms voor de houdbaarheid van het vaccin. Je wilt niet dat er een of andere bacterie of schimmel in gaat groeien, waardoor je een nare infectie krijgt op de plek van de inenting. En soms omdat de stoffen je immuunsysteem een tijdelijke extra boost geven. In zo’n geval heet de stof een ‘adjuvans’; de hierboven genoemde aluminiumzouten zijn daar een voorbeeld van. Deze stoffen maken het vaccin extra effectief. Mocht je toch nog onzeker zijn over bepaalde ingrediënten van vaccins; je arts of deskundigen van bijvoorbeeld het RIVM kunnen altijd extra, op wetenschap gebaseerde, uitleg geven.
“Ik lees op internet anders toch echt heel alarmerende dingen over de gevaren van vaccinaties!”
Je kunt op internet en in diverse boeken dit soort informatie inderdaad volop vinden. Niet alles wat op internet of in boeken staat is waar. En de frequentie waarmee je bepaalde informatie tegenkomt zegt ook niets over het waarheidsgehalte. Het is goed om kritisch te zijn op de informatie van bijvoorbeeld overheden of farmaceutische bedrijven. Maar check de bronnen. Kan iemand zijn of haar beweringen echt hard maken? Wat is zijn of haar bron? Zoek de originele bron op, kijk hoe betrouwbaar deze is, en of de bron ook echt zegt wat wordt beweerd. Vaak genoeg wordt informatie in de tweede hand verdraaid. In het geval van vaccinaties kun je bijvoorbeeld ook zelf controleren of beweringen rondom de veiligheid kloppen, door in wetenschappelijke databases te zoeken naar studies over die veiligheid. PubMed is een voorbeeld van zo'n database waarin je enorm veel medische onderzoeken terug kunt vinden.
(dekennisvannu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...