quote:
De vroege periode na de Tweede Wereldoorlog wordt vooral gekenmerkt door het hardhandig neerslaan van de Koerdische opmars, traditioneel met de steun van de landen die de grenzen hebben bepaald en hun machtige opvolgers: de Sovjet-Unie en de VS. Een nieuw hoofdstuk, en mogelijk het meest interessante voor de situatie van vandaag, is de periode van 1972-1975. Onder president Nixon kwam Henry Kissinger aan het roer te staan van de State Department. Om de Iraakse militaire hegemonie in het Midden-Oosten op te breken, leek het Nixon en Kissinger wel een goed idee om de Koerdische opmars in Irak te steunen. In samenwerking met de Shah van Iran werd er daarom tussen 1972 en 1975 zo'n 18 miljoen militaire steun aan de Koerden verschaft in Irak. De leider van de gewapende Koerdische strijd raakte overtuigd van het idee dat de Britten en Amerikanen werkelijk de Koerdische onafhankelijkheidsstrijd steunden. In 1975 sloot de Shah van Iran echter een overeenkomst met Saddam Hoessein waardoor de Iraanse (en Amerikaanse) steun aan de Koerden per direct stopgezet zou worden. De congressionele Pike Committee concludeerde dat Nixon en Kissinger niet wilden dat de Koerden hun gewapende strijd zouden winnen, maar dat de strijd Irak vooral zou verzwakken. Niet geheel onverwachts besloot Saddam Hoessein direct na het stopzetten van de militaire steun, de Koerden volledig te slopen. De Koerdische leider Mustafa Barzani besloot daarop een brief te schrijven aan Henry Kissinger om hem op zijn morele en politieke verantwoordelijkheid te wijzen om de Koerden te beschermen, maar een reactie van de meesterdiplomaat bleef uit. In 1975 moest Kissinger zich verantwoorden voor de Intelligence Committee en sprak daar de beroemde woorden uit: 'Covert action should not be confused with missionary work'. Dit was de eerste keer dat de Koerden zich verraden voelden door hun vermeende bondgenoten, maar het zou nog vele malen erger worden in de daaropvolgende decennia.
Nu er enige tijd gepasseerd is, en daarmee veel officiële documenten zijn vrijgekomen, is er over de jaren '80 veel bekend. Na de val van de Shah tijdens de Iraanse revolutie in 1979 besloot Irak Iran binnen te vallen. Om regionale hegemonie te beschermen, werd door westerse beleidsmakers pragmatisch naar de situatie gekeken. Iran draaide 180 graden van een 'twin pillar' in het Midden-Oosten naar een vijandige theocratie. Daarnaast werd Saddam erg close met de Sovjet-Unie, dus zou het strategisch niet verkeerd zijn om wat 'leverage' te krijgen over Irak en tegelijkertijd zowel Irak als Iran militair te vermoeien door de tweestrijd een beetje op te hitsen, redeneerden beleidsmakers. Daarom kwam Saddam op het lijstje te staan van bevriende klootzakken en werd er probleemloos wapens naar Saddam gestuurd, inclusief middelen die bruikbaar zijn om gifgas en andere chemische wapens mee te produceren, ook toen bekend was dat Saddam deze middelen gebruikte tegen de Koerden en Iran. Ook Nederland deed hier vrolijk aan mee. Vooral VVD-kopstuk Frits Bolkestein vond het wel moreel verdedigbaar om bij twijfelgevallen (of er al dan niet sprake was van het gebruik van chemische wapens) vooral niet op te treden tegen de Nederlandse verkoop van middelen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Zodoende hebben wij met onze bondgenoten een mooi verleden waarin we een tiran hebben gefaciliteerd om een groep te vergassen die nu klaarblijkelijk de meest redelijke groep is in Irak en Syrië. Enkele jaren later toen Saddam definitief van het lijstje van bevriende klootzakken verdween, werd opeens moord en brand geschreeuwd over hoe hij de Koerden behandelt in Irak. Terwijl de situatie enkele jaren eerder veel erger was en dat met onze betrokkenheid gebeurde én terwijl de Koerden in Turkije het op datzelfde moment niet beter hadden, wat gemakshalve even werd vergeten.
In de jaren '90 was opnieuw een piek waarin onze liefdevolle relatie met de Koerden zichtbaar werd, toen wij samen met de andere bondgenoten van de Koerden, hoofdzakelijk de VS, Duitsland en het VK, de Turken hielpen om de Koerden hun 72 maagden te bezorgen. Terwijl de westerse wereld aanzag hoe de NAVO in eerste instantie slechts toekeek hoe Milosevic zo repressief te werk kon gaan in een land dat grenst aan de NAVO, werd er niet bij stilgestaan dat binnen de grenzen van de NAVO vergelijkbare gruweldaden werden begaan met ons materieel en door sommige landen met zeer actieve en bewuste militaire steun, training en inlichtingenuitwisseling.
Dit is helaas een tragische realiteit die al decennialang voortduurt. Het kan natuurlijk zo zijn dat Koerdische onafhankelijkheid nu wel serieus op een prioriteitenlijstje staat van westerse beleidsmakers, maar dat lijkt mij nogal onwaarschijnlijk. Zoals Kissinger immers al zei: covert action should not be confused with missionary work. Zodra de nuttige functie van de Koerden in deze strijd vervaagt of verdwijnt, zou het zomaar kunnen dat de Koerden teruggeduwd worden in hun traditionele rol: als ondergeschikte minderheid in bestaande staten met uitgelijnde grenzen.