quote:
Op woensdag 23 maart 2016 17:25 schreef Bugno het volgende:[..]
Maakt het uit? Of gaan we nu mensen langs de meetlat "alcoholist genoeg" leggen? Dat half Nederland het doet heb ik geen boodschap aan, als het mijn dagelijks leven in de weg zit.
Zo is dat.
Je kan je trouwens verdiepen in het medicijn Baclofen. Dat haalt de zucht weg. Zonder bijwerkingen. Vooral op het begin handig. Veel huisartsen willen er nog niet aan, maar er zijn zat studies die aantonen dat Baclofen een ideaal middel is voor verslavingen..
https://nl.wikipedia.org/wiki/BaclofenDr. Ameisen, hoogleraar geneeskunde aan de State University of New York, was een alcoholist die zichzelf naar eigen zeggen "in een coma zoop". Ameisen had zonder succes het twaalfstappenprogramma gevolgd en de Anonieme Alcoholisten bezocht en de bij alcoholverslaving voorgeschreven medicijnen refusal, naltrexon en campral gebruikt. Toen hij vernam dat baclofen bij een spastische cocaïneverslaafde de zucht naar cocaïne sterk had verminderd, ging hij baclofen onderzoeken. In wetenschappelijke tijdschriften was de uitwerking van baclofen op verslaafde laboratoriumratten beschreven. De dieren werden onder invloed van baclofen minder afhankelijk van cocaïne en alcohol.
Het medicijn is in Frankrijk eerst "off-label" aan alcoholisten voorgeschreven als experimenteel middel en met goede resultaten. De Franse SFA (Société française d'alcoologie) is echter voorzichtig en noemt verslaving een complexe aandoening waarvoor een medicijn alleen niet de oplossing zal zijn. Ameisen beweert echter niet dat het middel de ziekte verslaving geneest, maar meer dat het middel helpt bij het verminderen van de ziekelijke zucht, de craving, naar alcohol of drugs. Die craving is in feite psychische onrust, maar omdat de hersenen via hormonen en/of neurotransmitters allerlei alarmbellen laten rinkelen dat het tijd is voor de volgende dosis, vertaalt die psychische onrust zich tevens in lichamelijke onrust en ongemakken. Die onrust triggert vervolgens een dwangmatig op zoek gaan naar het middel dat de onrust zal wegnemen. De craving kan zich overigens ook uiten als emotionele disbalans, verveling, dysforie of prikkelbaarheid.
Het verschil dat men vroeger maakte tussen een lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid bestaat volgens Ameisen in feite niet, al kan men van de ene drug meer lichamelijk ongemak ervaren dan van de andere. Als het ziekelijke element kan worden overwonnen met een medicijn, dan ligt de weg daarna open om ook echt te kunnen stoppen, en vervolgens ook te willen stoppen met het overmatige en ziekelijk gebruik van de desbetreffende verslavende middelen.
De kern van het probleem bij verslaving is dat verslavingsgevoelige mensen wel willen, maar niet kunnen stoppen of minderen. Dit omdat het deel van de hersenen, het limbische systeem, dat de craving initieert, bij verslavingsgevoelige mensen (die daadwerkelijk verslaafd raken) zo vele malen sterker naar voren treedt dat de prefrontale cortex, die betrokken is bij functies als beslissingen nemen, plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing, dit vaak simpelweg niet meer kan corrigeren. Het limbische systeem is een groep structuren in de hersenen die betrokken zijn bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen en is evolutionair gezien een van de oudste delen van de hersenen. Bij verslavingsgevoelige mensen neemt dit limbische systeem dus feitelijk de beslissingen en kan de prefrontale cortex hier nog vrij weinig aan doen, hoezeer men na het laatste gebruik ook overtuigd was dit nooit meer te willen of te doen.
Ook regelt dit systeem de vecht- of vluchtreactie, een verdedigingsmechanisme dat bij mensen en dieren optreedt als er acuut gevaar dreigt. De reactie begint met acute hevige angst, paniek en stress. Als gevolg hiervan produceert het lichaam grote hoeveelheden adrenaline en cortisol (stresshormonen), de bloeddruk en hartslag gaan omhoog, de spieren worden gespannen, haren komen rechtop te staan (kippenvel), de zintuigen worden scherper (pupillen verwijden, oren staan rechtop) en de pijngevoeligheid daalt naar een zeer laag niveau (endorfinestimulus). Hierdoor is het lichaam voorbereid op een gevecht of om op de vlucht te slaan. Bij craving (ziekelijke-zucht) slaat dit systeem als het ware nodeloos op hol. Bij verslavingsgevoelige mensen is het limbische systeem in de war geraakt doordat het verslavende middel of gedraging aanvankelijk een bepaalde disbalans kon opheffen waartoe het lichaam eerder niet zelf toe in staat was (vanwege bijvoorbeeld een psychiatrische aandoening). Als dat het geval is kan men spreken van de ziekte verslaving. Het inzicht dat verslaving vooral een biologische, genetische en epigenetische ziekte is wordt daarmee essentieel voor een succesvolle behandeling.
[ Bericht 37% gewijzigd door #ANONIEM op 23-03-2016 18:48:32 ]