Ik heb één herinnering aan Zwagerman. Dat ik (ook) Gimmick aan het lezen was, ik weet alleen niet meer waar. Waarschijnlijk thuis. Toen ging hij de een of andere hoer neuken (het figuur in dat boek, in ieder geval), en daarna op straat kotsen. Dan niet omdat hij zoveel gezopen of slecht geslapen of iets verkeerds gegeten had, maar omdat hij het zo triest vond dat hij die hoer zonodig moest neuken. Ik dacht: 'Stel je toch niet zo aan, vent.' Ik denk er nog precies hetzelfde over. Wat een treurnis allemaal. Ik kan me er niet in verplaatsen. Ik kende ook een man die verschrikkelijk boos werd, werkelijk heftige driftbuien en woede-aanvallen als het regende. Dan miezerde het wat en dan vloog het halve meubilair weer door de kamer. Kon hij niets aan doen. Wonderlijk toch, hoe die breintjes werken. Zo is dat met depressie ook. Triest is het. Heel triest. Arme man. Arme famile. Arme wereld, arme God. Een en al verdriet in de wereld, maar goed. Morgen weer een dag.
"It's one-on-one out there, man. There ain't no hiding. I can't pass the ball."