Als je vraagt: 'Waar schrijf je nu eigenlijk voor?', dan verberg ik me en acteer ik en voer ik een of ander verhaal op en dan bedenk ik weer iets, maar... ik dacht, als ik door een boek mensen genoegen zou kunnen bezorgen, zou kunnen troosten, mensen een deel van hun ellende enige tijd zou kunnen doen vegeten, eenzame, oude mensen, aan hun raam, met weinig perspectief voor zich... Als die door mijn boek getroost zouden kunnen worden, door een boek van mij, zoals iemand door de Heilige Geest of door de Moeder van God getroost kan worden, dan is dat toch een hele grote Opdracht, om die te mogen vervullen.
En dan kom je natuurlijk meteen ook op de zingeving van je leven, van je werk. Dan kom je op de vraag van het geloof, waarover je eigenlijk vandaag de dag met niemand kan praten, want je praat over andere dingen. Die mensen die alles letterlijk nemen, die niet begrijpen dat de Zin, de Tekst, 'God is mens geworden, God heeft geleden, God is gestoven, God is opgestaan van de Doden', de dieptse, enige en eeuwige waarheid is van het menselijk hart, waar je verder niet over kunt gaan discussiëren.
En ik verfoei, dat hele klimaat nu van die mensen die zeggen: 'God is dood'. God is dood, ja, God is gestorven, dat is de halve waarheid. Hij is gestorven maar Hij is opgestaan van de Doden. En die mensen zeggen: 'God is dood', die bedoelen geloof ik zonder het zelf te weten, dat zij dood zijn. Net zoals de mensen die zeggen: 'De roman is dood', die bedoelen eigenlijk dat ze te impotent zijn en te onvermogend om een roman te schrijven. De Waarheid is dat wij onsterflijk zijn, dat wij van Gods geslacht zijn en dat God sterfelijk heeft willen worden met ons, opdat wij onsterflijk zouden zijn met Hem.
"It's one-on-one out there, man. There ain't no hiding. I can't pass the ball."