quote:
Renato Tapia, de pirouettekoning uit Peru
Draaiend, dansend en dribbelend heeft Renato Tapia (19) zich bij FC Twente in rap tempo opgewerkt tot basisspeler. De imposante verschijning op het middenveld wil met de Enschedeërs de beker winnen en droomt van de Premier League.
Zijn doelpunt tegen SC Cambuur, en vooral de vaardigheden die hij in de aanloop ervan liet zien, waren getuigenissen van de potentie van een net opgestarte carrière. Met zijn techniek nam Renato Tapia de eigenlijk mislukte pass met een hakbal nog mee, met zijn explosiviteit lanceerde hij zichzelf tot in het strafschopgebied van SC Cambuur, met zijn dominantie over de bal kapte hij Etiënne Reijnen uit alsof-ie niet bestond en met zijn instinct wist hij dat de ruimte in de verre hoek van het doel lag. Als je dat allemaal kunt, op tempo en tegelijk met zo veel beheersing, ja, dan kun je voetballen. Nog kan hij gelukzalig terugkijken op zijn eerste doelpunt in de Eredivisie. ‘Deze goal is wel typerend voor de voetballer Tapia’, knikt hij. ‘Ik ben sterk aan de bal, heb veel drive in mijn spel, wil naar voren. Ik had nog niet eerder ervaren hoe één individu duizenden mensen in extase kon brengen. Het voelde magisch.’
‘Ik had nog niet eerder ervaren hoe één individu duizenden mensen in extase kon brengen. Het voelde magisch’
Drie weken later maakte Renato Tapia ook het duister van de voetballerij mee. Tegen Vitesse was de negentienjarige alleskunner in de rol van centrale verdediger gedrukt. Negentig minuten lang speelde hij een puike wedstrijd, maar in blessuretijd beoordeelde hij een bal verkeerd waardoor FC Twente met 2-1 verloor en de vierde nederlaag op rij leed. ‘Het was een dure fout, maar dat was het dan ook. Punt. Klaar’, zegt Tapia. ‘Vreugde en verdriet zijn de emoties die voetbal zo mooi maken. Ik moet leren van mijn fouten, maar er niet in blijven hangen. Ik ben niet vanuit Peru naar de andere kant van de wereld gereisd om stilletjes in een hoekje te gaan zitten huilen. Als ik verder wil komen in het profvoetbal, dan moet ik mentaal sterk zijn.’
Hij groeide op in Lima, met acht miljoen inwoners een wereld op zich. Voetballen deed-ie op straat, met zijn eigen wijkteam tegen andere districten. Tapia: ‘Je voetbalde voor de eer van de familie en de eer van de buren. Iets groters leek in die dagen niet denkbaar.’ Op negenjarige leeftijd sloot hij zich aan bij Sporting Cristal, de zeventienvoudig kampioen van Peru. Drie jaar later nam hij de wijk naar de voetbalacademie Esther Grande de Bentín (EGB). ‘Sporting Cristal was de club van Backus and Johnston, de grootste brouwerij van Peru’, legt Tapia uit. ‘Ricardo Bentín en zijn vrouw Esther Grande waren mede-eigenaren van de brouwerij en dus ook van Sporting Cristal. Om iets terug te doen voor de maatschappij hebben ze op een gegeven moment de academie Esther Grande de Bentín opgericht.’
‘Toen ik twaalf was, kreeg mijn vader een papiertje van Sporting Cristal onder de neus gedrukt. Hij moest ervoor tekenen dat mijn toekomstige rechten bij de club zouden komen te liggen. In ruil daarvoor zou ik een opleiding tot voetballer krijgen. Mijn vader werd kwaad en heeft me direct naar EGB gestuurd. Bij EGB worden andere normen en waarden gehanteerd. Daar proberen ze je op te leiden tot een goed mens en te wapenen voor het leven. EGB heeft goede velden, goede trainers, maar ook goede schoolfaciliteiten en persoonlijke coaching. Er was geregeld contact over mijn thuissituatie en ik kreeg studiebegeleiding. Als je bij Sporting Cristal niet naar school ging, vond iedereen dat prima. Als je maar kwam trainen. Daar was je slechts een nummer, voor jou tien anderen…, die cultuur. Bij EGB was er veel meer sprake van gelijkwaardigheid.’
Het waren de jaren dat die andere zoon van Lima, Jefferson Farfán, bij PSV uitgroeide tot een volksheld. Echter niet voor Renato Tapia. Hij werd gegrepen door de ondefinieerbare magie van Frank Lampard. ‘Ik keek wel geregeld naar wedstrijden van PSV, want dat had toen een mooi elftal met spelers als Gomes, Cocu, Afellay, Alex en Farfán. Maar de echte opwinding kwam van de Premier League. Vanwege het tijdverschil werden de Engelse wedstrijden bij ons vroeg in de ochtend uitgezonden. Als je uitgekeken was, dan wist je weer wat je de rest van de dag te doen stond: heel hard werken, haha. In de jeugd werd ik vooral opgesteld als centrale verdediger. Als vijftienjarige deed ik mee aan het Zuid-Amerikaans kampioenschap Onder-17. En als zeventienjarige speelde ik mee met Peru Onder-20. Ik had dus altijd jongens tegenover me die ouder en fysiek sterker waren. Daarom was ik zo geïmponeerd door Frank Lampard. Dat was ook geen beest van een speler, maar door zijn spelintelligentie heerste hij wel. Daarbij maakte hij elk seizoen ook nog eens vijftien tot twintig goals.’
De droom om in de voetsporen van zijn idool te treden leek op zestienjarige leeftijd gestalte te krijgen. Tapia werd uitgenodigd voor een trainingsstage bij Liverpool en trok vijf weken door Engeland. ‘Ik ben eerst drie weken bij Liverpool geweest en daarna nog bij Tottenham Hotspur. Voetballend kon ik me gemakkelijk staande houden, maar ik ben uiteindelijk afgetest op mijn lengte. Liverpool had me gescout als centrale verdediger en vond dat je op die positie minimaal 1 meter 90 lang moest zijn. Ik was toen echter 1 meter 80 en zou volgens de testen van Liverpool niet veel meer groeien. Inmiddels ben ik 1 meter 85 en nog steeds niet uitgegroeid, dus die testen stellen niet zo veel voor. Toen stortte mijn wereld wel even in, voor mijn gevoel droop ik als een verliezer af naar Peru. Tot mijn verrassing werd ik echter ingehaald als een warrior, een krijger. De mensen waren trots op me, want ik was de eerste jonge voetballer uit Peru die überhaupt op proef mocht komen bij aansprekende Premier League-clubs.’
De verlichting kwam uiteindelijk uit Nederland, van FC Twente, dat drie jaar geleden een samenwerkingsverband sloot met EGB. Als gevolg daarvan kwamen vier talenten uit Peru naar Twente om enkele weken mee te trainen. Tapia stak er met kop en schouders bovenuit en kreeg meteen een aanbod voorgeschoteld: Als je achttien wordt, kun je een vierjarig contract tekenen. ‘Ik heb direct ja gezegd, want het was een aanbod om naar Europa te gaan. Europa is alles. Daar ligt de uitdaging. Daar staan de serieuze prijzen op het spel en worden de grote carrières gemaakt. In het verleden maakten weinig voetballers uit Peru de oversteek naar Europa. Farfán en Claudio Pizarro waren de enige spelers van naam. De rest bleef op het eigen continent. Voetballen in Peru, Mexico of Ecuador; zelfde taal, zelfde klimaat, lekker veilig.’
‘Ik ben echter van de YouTube-generatie. Internet heeft onze blik op de wereld verruimd. De jonge Peruviaan is ook zelfbewuster, weet dat iedereen een goede carrière kan maken, als je er maar alles voor wil doen. Je ziet nu steeds meer jonge voetballers uit Peru opduiken bij Europese clubs. Cristian Benavente speelt inmiddels in Real Madrid B. Yordy Reyna staat onder contract bij Red Bull Salzburg en is uitgeleend aan Red Bull Leipzig. André Carillo van Sporting Lissabon en Yoshimar Yotún van Malmö FF zijn ook afkomstig van EGB. Wij worden in Peru gezien als de nieuwe rolmodellen. De media uit Peru hebben veel belangstelling voor ons, maar ik praat slechts af en toe met één journalist. Bij ons luidt een gezegde: De grootste vijand voor een man uit Peru is een andere man uit Peru. Als je iets presteert, word je direct enorm opgehemeld. Maak je echter een fout, dan word je helemaal afgemaakt. Dat is mij te opportunistisch. Ik houd me dan ook bewust op de achtergrond en vind ook dat ik nog niets heb gepresteerd. Tien wedstrijden in het eerste elftal van FC Twente; het is slechts een start.’
‘De eerste jaren voelde ik me als een leeuw die in de kooi zat. Ik wilde losbreken, maar moest geduld hebben tot ik achttien jaar was en definitief naar FC Twente kon. Af en toe reisde ik naar Nederland om een paar weken mee trainen. Het afscheid verliep steevast in angst. Wat als Twente een voetballer vindt die beter is dan ik? Tegelijkertijd voedde dat echter ook mijn vastberadenheid en mijn drive. Ik zal zorgen dat ik terugkom als een betere voetballer. Ik heb wel erg moeten wennen aan de manier van voetballen. In Peru verloopt de opbouw erg loom. Als centrale verdediger kun je vaak ongestoord met de bal in het middenveld dribbelen. Als middenvelder krijg je ruimte om acties te maken. In Nederland wordt er direct druk gezet. Lekker freewheelen is er niet meer bij.’
Zijn eerste profwedstrijd, vorig seizoen met Jong FC Twente tegen De Graafschap, zal hij niet snel vergeten. Tapia: ‘Het was voor het eerst dat ik in een stadion met duizenden toerschouwers speelde. In Peru voetbalde je alleen voor familie, nu hoorde je negentig minuten lang geschreeuw en gejoel. We stonden binnen de kortste keren met 3-0 voor en binnen no-time was het ook weer 3-3. Oké, dit is dus profvoetbal, dacht ik, het voelde alsof ik in een nieuwe wereld was beland. Daarna is alles op een natuurlijke manier snel gegaan. Ik mocht meetrainen met de eerste selectie en al snel daarna ook wedstrijden spelen. Ik pas me blijkbaar gemakkelijk aan, aan een hoger niveau. Dat de trainer me ook al op een belangrijke positie in het hart van de defensie heeft geposteerd beschouw ik als een compliment. Mijn voorkeur gaat echter uit naar het middenveld, dat sluit het beste aan bij mijn voetbalnatuur. Daar kan ik veel aan de bal zijn, daar kan ik mijn drang naar voren kwijt en daar kan ik bepalend zijn.’
‘Ik zeg niet dat ik zo groot word als Teófilo Cubillas, maar het land heeft wel nieuwe helden nodig’
Tapia moet nog twintig worden, maar is al getrouwd en verwacht in april zijn eerste kind. Hij is vroeg oud, zo constateren we. ‘Ik ben eigenlijk nooit jong geweest’, repliceert de tiener uit Peru. ‘Mijn zestiende verjaardag vierde ik bijvoorbeeld in Liverpool. Samen met mijn agent en een glas limonade, haha. Zolang ik me kan herinneren stond mijn leven in het teken van voetbal. Vrienden gingen naar de high school, ik stapte op een vliegtuig om te gaan trainen bij FC Twente. Uitgaan was er ook nooit bij, om optimaal voorbereid te zijn voor een training moet ik zeker acht of negen uur slapen. Maar als je naar de top wilt, moet je offers brengen. En ik wil naar de top. Mijn hart klopt nog steeds voor de Premier League, ooit wil ik daar voetballen. En ik wil graag prijzen winnen, om te beginnen dit seizoen met de Nederlandse beker. De grootte van een carrière wordt mede bepaald door het aantal prijzen. Mijn ambitie gaat ver, maar is simpel: ik wil de voetbalnatie Peru glorie brengen, mijlpalen en kampioenschappen op mijn naam krijgen die nog niet eerder zijn gerealiseerd. De grootste voetballer van Peru is nog steeds Teófilo Cubillas. Hij won met Peru de Copa América en loodste het land naar drie WK’s, maar deed dat wel in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Ik zeg niet dat ik zo groot word als Cubillas, maar het land heeft wel nieuwe helden nodig.’