Het valt niet uit te sluiten dat een grote minderheid, en misschien zelfs een meerderheid, van de moslims in Nederland vindt dat de democratie geen plek heeft in de islam en dat de islam ook niet bij een democratie hoort.
Dat zegt publicist Paul Scheffer (gespecialiseerd in integratievraagstukken) woensdag tijdens een hoorzitting over radicalisering en jihadisme in de Tweede Kamer.
Volgens hem maakt dat het probleem met radicalisering serieus en urgent.
Hij stelt dat wordt onderschat hoe groot het aandeel moslims is dat een "fundamentalistische uitleg van het geloof aanhoudt met een sterk vijandelijkheidsgevoel". Misschien zelfs een meerderheid van de moslims, aldus Scheffer.
Scheffer denkt dat daarbij een rol speelt dat Nederland in het binnenland vrijheden predikt als vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting en dat tegelijkertijd Saoedi-Arabië een belangrijke bondgenoot is. "Er is sprake van een inconsistentie in normen in binnenland en buitenland."
Ook spelen westerse interventies in het buitenland een rol en heerst er een gevoel dat het ideaal van gelijke behandeling niet op een consistente manier wordt uitgevoerd.
Volgens de hoogleraar, verbonden aan de Universiteit Tilburg, wordt in het onderwijs en door overheden nu onvoldoende uitgedragen dat vrijheden voor iedereen gelden. "Die wederkerigheid wordt nu slecht onderhouden", aldus Scheffer.
"Een voorbeeld is een school waarbij kinderen die niet meededen met de ramadan werden aangepakt door de andere kinderen. De reflex van het bestuur is dan dat de kwestie klein wordt gehouden, terwijl ze zouden moeten zeggen: Kinderen die meedoen met de ramadan hebben alle kans en kinderen die niet meedoen hebben ook alle kans."
VerantwoordelijkheidVertegenwoordigers van de moslimgemeenschap waren het tijdens de hoorzitting niet eens over hun verantwoordelijkheid in de strijd tegen radicalisering en jihadisme in Nederland.
Zo vindt jongerenwerker Ibrahim Wijbenga dat het tijd wordt dat de moslimgemeenschap duidelijker tegengeluid laat horen tegen jihadisme en radicalisering. "Ik moet tot mijn spijt concluderen dat het tegengeluid heel beperkt is. Moslims hullen zich nu vaak in slachtofferschap", aldus Wijbenga.
Kamerlid Selcuk Öztürk (Denk) reageerde boos op zijn opmerkingen. "Ben je soms ingehuurd om dat slachtoffergevoel aan te praten?" vroeg Öztürk. Wijbenga noemde de gepikeerde reactie van de oud-PvdA'er "veelzeggend".
WeerhoudenVolgens Saïd Idbid, bestuurslid van de Almeerse Ibn Khattab Moskee, probeert zijn moslimgemeenschap juist al jaren jongeren te weerhouden van radicaliseren.
"Ik heb jongeren zien radicaliseren. Die trokken zich terug uit de moskee en gingen op hun eigen kamer hun ideologie ontwikkelen. Het gaat om weerbaarheid hiertegen", stelt hij.
"Wij strijden er al jaren tegen om te voorkomen dat deze jongeren radicaliseren, bijvoorbeeld door huiswerkbegeleiding. Maar wij lopen er niet mee te koop. Wij proberen de andere kant te laten zien waardoor ze hopelijk niet dezelfde mening zijn toegedaan als zij die vertrekken naar Syrië. Het is niet nodig om naar Syrië te reizen om een goede moslim te zijn."
PerspectievenVolgens Idbid radicaliseren jongeren door ideologische en theologische overtuiging, maar volgens Latifa Bakrimi van de gemeente Den Haag gaat het ook om de perspectieven in de samenleving.
"We moeten de voedingsbodem wegnemen. Als we perspectief kunnen bieden is de kans op radicalisering kleiner. We moeten jongeren positief benaderen en aan ons binden", aldus Bakrimi.
Idbid: "Ik heb een VWO'er zien radicaliseren. Die had volgens mij genoeg kansen."
Habib El Kaddouri van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders voelt ook de "maatschappelijke verantwoordelijkheid om stelling te nemen tegen radicalisering en haat en geweld".
Maar volgens hem is het daarnaast van belang om te investeren in preventie. "Dat is uiteindelijk de oplossing", aldus El Kaddouri.
http://www.nu.nl/politiek(...)-heeft-in-islam.html