quote:
Hij kan echt een heel grote worden
Vorig seizoen trainde hij al vast mee met PSV 1, na het behalen van de landstitel volgde voor jongeling Steven Bergwijn (17) zelfs zijn competitiedebuut. Met een grote lach op zijn gezicht danst de aanvaller door Eindhoven. Hij heeft het plezier weer helemaal terug.
Het is een tekenend beeld zo’n klein uur na de kampioenswedstrijd van vorig seizoen tegen SC Heerenveen. De spelers van PSV duikelen in de catacomben van het Philips Stadion in euforie over elkaar heen, de één nog uitgelatener dan de ander. Steven Bergwijn bekijkt het van een afstandje, met een grijns van oor tot oor. Hij heeft dan alleen nog minuten gemaakt in het toernooi om de KNVB-beker – zijn Eredivisie-debuut volgt drie weken na het behalen van het kampioenschap – maar hij geniet met volle teugen. In alle kalmte, dat wel. ‘Ik vind het mooi om dit mee te mogen maken, meneer’, klinkt het zachtjes en beleefd. Hij bekijkt zijn ploeggenoten Jeroen Zoet en Karim Rekik, die met respectievelijk een sigaar in de hand en een grote feestbril op de neus het journaille te woord staan. ‘Heel mooi.’ Veel spelers waren tijdens het afgelopen trainingskamp van PSV in Frankrijk en Italië onderwerp van gesprek. Georginio Wijnaldum en Oscar Hiljemark stapten op het vliegtuig naar respectievelijk Newcastle United en Palermo, Jetro Willems liep een pittige knieblessure op, de ontevreden Jürgen Locadia liet zien in uitstekende vorm te verkeren, Maxime Lestienne en Gastón Pereiro werden na veel oponthoud eindelijk ingevlogen, terwijl de transfer van Vitessemiddenvelder Davy Pröpper juist binnen no time geregeld was. Op de achtergrond, maar zeker niet onzichtbaar, bevestigde de jonge Bergwijn in de Alpen dat hij een talent uit de buitencategorie is. Zijn doelpunt tegen Hoofdklasser DOSKO van een week eerder was leuk, maar met zijn goal tegen FC Basel (2-2, Bergwijn maakte de 1-1), een prima optreden tijdens de 2-0 winst op Olympique Lyon én goede prestaties op de trainingen liet hij zien waarom ze in Eindhoven zulke hoge verwachtingen van hem hebben.
Leergierig
Natuurlijk heeft iedereen bij PSV na die kampioenswedstrijd op 18 april voldoende reden tot lachen. Maar in het geval van Bergwijn is het allesbehalve een momentopname. Op De Herdgang lopen ze weg met het bescheiden, leergierige ventje. De aanstekelijke lach staat op zijn gezicht gebeiteld, eigenlijk al sinds hij in 2011 de overstap maakte van de jeugdopleiding van Ajax naar Eindhoven. Zo ook tijdens het trainingskamp in Frankrijk en Italië. Hij geniet bij PSV en PSV geniet van hem. ‘Dit is een mooie week en we spelen alleen maar mooie wedstrijden. Ik doe iedere dag wat ik leuk vind bij een schitterende club, dan kan ik toch alleen maar lachen? Ik zit lekker in mijn vel. Als ik bij PSV en bij het team ben, heb ik inderdaad plezier.’ En dat is wel eens anders geweest.
Bergwijn groeit op in Almere, maar als geboren Amsterdammer gaat er op zevenjarige leeftijd voor hem een droom in vervulling. Het talentje van ASC Waterwijk wordt gevraagd bij Ajax te komen voetballen. Na zes jaar komt er echter ruis op de lijn tussen Bergwijn en Ajax. ‘Ik speelde in de C2 onder Orlando Trustfull, met jongens als Donny van de Beek en Abdelhak Nouri, maar ik had het daar niet echt meer naar m’n zin.’ Bergwijn wil er niet te diep op ingaan. ‘Ik had gewoon geen plezier meer in het voetballen, laat ik het daarop houden.’ En dat is voor gevoelsjongen Bergwijn een onoverkomelijk probleem. Piepjong als hij is, hakt hij de knoop door: hij wil weg bij Ajax.
‘Vergis je niet, Steven is een sterk jochie. Hi heeft snelheid én kracht’
De jarenlange inspanningen zijn niet voor niets. Op 9 augustus vorig jaar maakt hij bij Jong PSV zijn debuut in het betaalde voetbal, waarna hij op 28 oktober tijdens het bekerduel met Almere City FC zelfs al mag opdraven in de hoofdmacht. In de slotfase van de competitie gunt trainer Phillip Cocu hem ook zijn Eredivisiedebuut, als hij tegen Heracles Almelo invalt voor Locadia. In juni van dit jaar wordt zijn ontwikkeling beloond met een contract voor vijf jaar.
De carrière van Bergwijn verloopt vooralsnog crescendo, maar zoals het een jongeling betaamt beperkt hij zich tot brave antwoorden. ‘Het loopt tot nu toe zeker lekker, maar het kan altijd beter. Je moet nooit tevreden zijn en altijd streven naar meer.’ De blik in zijn ogen, en de onvermijdelijke brede lach, verraden dat hij zelf ook wel weet dat dat een understatement is. Bergwijn voelt zich sterk. Waar talenten als Ramon Pascal Lundqvist, Nikolai Laursen, Jordy de Wijs en Suently Alberto tijdens het trainingskamp met wisselend succes keihard hun best doen om zowel fysiek als voetballend aan te pikken, beweegt Bergwijn zich als een volwaardig lid van de A-selectie over het veld. Die conclusie ontlokt bij hem nog steeds geen grootspraak. ‘Ik geloof in mezelf en weet dat als ik mijn best doe, dat ik kan aanhaken.’ Maar wat hij deze dagen doet, is veel meer dan simpelweg aanhaken. Ook de derde poging om Bergwijn zichzelf op de borst te laten kloppen, mislukt jammerlijk. ‘Als u dat zo ziet, dan is dat hartstikke mooi.’ Weer die grijns.
Fysiek
Zijn meer ervaren collega’s zijn wat uitgesprokener. ‘Steven is een jongen met echt heel veel potentie’, vindt Luuk de Jong. ‘Dat zie je aan hoe hij zich af en toe uit kleine ruimtes frommelt. Als hij zich nog wat verder ontwikkelt, zijn kwaliteiten nóg beter leert beheersen, dan kan hij echt een heel grote voetballer worden.’ Figuurlijk dan, want Bergwijn is geen reus. ‘Maar vergis je niet, hij is een sterk jochie’, weet De Jong. ‘Hij heeft snelheid én kracht, dus kan hij in de acties die hij maakt ook nog eens mensen aan de kant zetten. Toen hij zich in de loop van vorig seizoen aansloot bij PSV 1 verbaasde het me weleens dat hij voor zijn leeftijd al redelijk sterk was.’ Ook Stijn Schaars, die tijdens de trainingen in Évian-les-Bains regelmatig laat blijken onder de indruk te zijn van Bergwijn, bewondert de lichamelijke gesteldheid van het toptalent. ‘Vanaf dag één doet hij goed mee. Hij is fysiek wat stappen verder dan een paar anderen, daaraan zie je dat hij een hoop in zijn mars heeft.’ De Jong zag het vaker, een talent dat méér dan zomaar een belofte is. ‘Soms zitten dat soort jongens ertussen, prachtig om te zien. Ik weet nog wel dat Steven Berghuis bij FC Twente als jong gastje bij de selectie kwam en voetballend meteen makkelijk mee kon. En rondom het EK met Jong Oranje van twee jaar geleden zag je datzelfde met Memphis Depay.’
Het is de komende jaren waarschijnlijk het lot van iedere talentvolle buitenspeler die op het punt van doorbreken staat bij PSV: vergeleken worden met een van de grootste talenten uit de clubhistorie. Binnen de club wordt links en rechts zelfs gesteld dat Bergwijn nu verder is dan Depay op diezelfde leeftijd. Een flinke last, maar Bergwijn draagt hem graag. In het ene seizoen dat hij met Depay werkte, raakte hij flink onder de indruk. ‘Of ik fan ben van hem? Ja, absoluut. Die jongen geeft elke dag honderd procent en weet dat ook over te brengen op anderen. Hij sprak vorig jaar veel met me en hielp me op trainingen. Met afwerken bijvoorbeeld, hij leerde me dat álles op doel moet. Ik heb veel aan hem gehad.’ Vlak voor zijn vertrek naar Engeland gaf Depay zijn jonge collega een opdracht mee. ‘Hij zei dat hij me over een paar jaar in de basis van PSV wil zien, dat ik me moet bewijzen. Daarin is hij zeker een voorbeeld. Elke dag moet ik alles geven.’ Bergwijn is er namelijk nog niet, zo weet hij zelf. Ook Schaars en De Jong waken voor overdreven optimisme. Maar dat zij – wanneer hen wordt gevraagd naar de valkuilen van hun jeugdige ploeggenoot – toch weer uitkomen bij het uitdelen van complimenten, zegt genoeg. ‘Het gaat nog niet allemaal goed, en we moeten oppassen dat we niet te snel te veel van hem eisen, maar negen van de tien keer heeft Stevie de juiste bedoeling met zijn passes en acties’, constateert de middenvelder. Of zoals De Jong het omschrijft: ‘Hij is nog erg jong, zeventien pas. Dat merk je af en toe als hij nog iets te veel wil en dan balverlies lijdt. Maar aan de andere kant is dat juist mooi. Hij wil continu iets creëren. Dat moet-ie blijven doen, dát is zijn kwaliteit.
Talenten onder de loep
Naast Steven Bergwijn nam PSV-trainer Phillip Cocu nog zes andere jonge talenten mee naar het trainingskamp in Frankrijk en Italië. Van hen maakte centrale verdediger Suently Alberto (19) de beste indruk. PSV nam de grote, sterke linkspoot in juni 2012 over van Sparta Rotterdam, schoof hem in 2014 door naar Jong PSV, waarna hij in het laatste thuisduel van vorig seizoen tegen Heracles Almelo zelfs – heel kort – zijn debuut in het eerste mocht maken. In de voorbereiding op dit seizoen trekt de jongeling de lijn van zijn goede ontwikkeling door. Het helftje tegen Hoofdklasser DOSKO zei nog niet zo veel, zijn invalbeurt tegen FC Basel was erg ongelukkig, maar tegen Olympique Lyon en – in mindere mate – AS Monaco toonde hij aan een grote toekomst te hebben. Dit seizoen kan hij weleens een van de verrassingen worden.
Net als Alberto mocht ook Jordy de Wijs (20) zich bewijzen. Links in het centrum lijkt zijn één jaar jonge collega een streepje voor te hebben, maar De Wijs liet zien dat hij ook als linksback behoorlijk uit de voeten kan. Door de blessure van Jetro Willems en de hamstringklachten van Simon Poulsen miste hij in de drie duels met Basel, Lyon en Monaco slechts een helft. Vooral in die laatste wedstrijd speelde hij bij tijd en wijle goed, waarbij hij ook aanvallend zijn steentje bijdroeg. Voor het absolute topniveau lijkt de fysiek sterke jongeling echter de pure snelheid en kwaliteit te missen. Voor zowel De Wijs als Alberto – net als Bergwijn afgelopen weekend met PSV 1 meegereisd naar het oefenduel met Valencia (1-0 verlies)– geldt bovendien dat de concurrentie dit seizoen moordend zal zijn. Alberto weet dat er naast Jeffrey Bruma en Nicolas Isimat-Mirin nóg een centrumverdediger bij gaat komen, terwijl De Wijs op links Willems en Poulsen voor zich weet. Het is voor hen dus afwachten wanneer hun kans komt. Het vooruitzicht is voor keeper Luuk Koopmans (21) een stuk duidelijker. De van FC Oss overgekomen goalie mocht weliswaar aansluiten bij de A-selectie, maar kreeg in de oefenduels geen enkele minuut speeltijd. Hij is achter Jeroen Zoet en Remko Pasveer de derde keeper en zal zijn minuten maken bij Jong PSV. Ook voor Clint Leemans (19) wordt het een hels karwei om zich in het eerste elftal te spelen, hoewel hij de voorbije weken liet zien absoluut een talent te zijn. Tegen Basel leidde hij als invaller met een assist op Luciano Narsingh bijvoorbeeld de 2-2 in. Hij zat niet voor niks al bij Jong Oranje. Op een middenveld waar Jorrit Hendrix, Stijn Schaars, Adam Maher, Davy Pröpper én Andrés Guardado – een eventuele aankoop nog buiten beschouwing gelaten – al rondlopen, is voor Leemans echter geen plaats. Ook voor de piepjonge Scandinaviërs Nikolai Laursen (17) en Ramon Pascal Lundqvist (18) lijkt een plek bij de beloften voorlopig het hoogst haalbare. Lundqvist kwam drie jaar geleden over van Kalmar FF en is officieel nog tweedejaars A-junior. De Zweedse aanvallende middenvelder annex aanvaller mocht deze voorbereiding slechts af en toe meedoen, maar liet op trainingen zien veel potentie te hebben. Dat laatste geldt ook voor de Deense aanvaller Laursen. Hij beleefde na zijn komst in juni een droomdebuut tegen DOSKO, met een goal en een assist op Bergwijn. Tegen Basel speelde hij tijdens de oefentrip bijna 75 minuten, tegen Lyon een kwart wedstrijd. Het geeft aan dat Cocu vertrouwen in hem heeft. Zeker na de komst van Maxime Lestienne, Gastón Pereiro en Pröpper heeft de coach echter voldoende alternatieven voor de twee. In plaats van de oefentrip naar Valencia stond er voor Laursen, Lundqvist én Leemans dan ook een vriendschappelijk toernooi in Engeland met Jong PSV op de rol: een belangrijke voorbode voor komend seizoen.