Nederland beleeft zijn succesvolste sportjaar uit de geschiedenis. Het Nederlandse aandeel in mondiale titels en olympische gouden plakken was met 6,46 procent nooit groter dan in 2014. Een op de vijftien eerste prijzen van dit jaar was voor Nederlanders. In absolute aantallen waren de jaren 2008 en 2012 vooralsnog ietsje succesvoller. .
Het sportjaar 2014 bracht, aldus de analyse van sportdatadrijf Infostrada, 21 keer een Nederlander of Nederlands team op de hoogste trede van een mondiale competitie; WK's dan wel Olympische Spelen. In 2008 was dat 24, in 2012 23 keer. Het jaar 2014 is ook nog niet voorbij.
Simon Gleave, hood analyse bij Infostrada, laat in zijn analyse continentale kampioenschappen als Europese titeltoernooien buiten beschouwing. Het zou een scheef beeld opleveren, omdat in Azië en de Pacificlanden minder toernooien bestaan. In dit jaar, ruim negen maanden op streek, zijn tot nu toe 325 gouden medailles uitgereikt, daarbij zijn ook niet-olympische disciplines meegerekend.
Tot nu toe werd 2000, het jaar van de Olympische Zomerspelen van Sydney, als het beste Nederlandse sportjaar uit de geschiedenis beschouwd. In dat jaar werden naast de twaalf gouden olympische medailles ook nog negen andere eerste plaatsen veroverd. Het bracht Nederland toen op een overwinningenaandeel van 3,65 procent. Het gemiddelde van 2 werd de laatste jaren telkens overstegen.
Maar in het rijtje van de laatste vijf jaar (2,74, 2,41, 3,02 en 2,75 procent), is de 6,46 van dit jaar een haast dwaze uitschieter. Veel daarvan is te verklaren uit de acht gouden medailles die in februari op de Olympische Winterspelen van Sotsji werden veroverd.
In het landenklassement van mondiale overwinningen staat Nederland vijfde. Die rangschikking wordt aangevoerd door Rusland met 31 maal goud, 9,54 procent, vóór Duitsland, Groot-Brittannië en Verenigde Staten.
Die laatste twee, goed voor elk 22 mondiale trofeeën, zijn eigenlijk dit weekeinde door Nederland achterhaald. Motorcoureur Michael van der Mark veroverde in Spanje de wereldtitel in de SuperSport, het 22ste wereldkampioenschap van Nederland dit jaar. Infostrada telt die prijs pas mee als de hele competitie achter de rug is. Er wachten nog twee racedagen in deze WK-klasse.
In het landenklassement wordt Nederland achterna gezeten door Frankrijk, maar Canada, het grote China, Noorwegen en Zwitserland liggen royaal achter. Toch zegt Gleave dat het percentage van Nederland kan terugvallen voor het einde van het jaar, door toernooien als de WK's worstelen en gewichtheffen. De wielrensters Ellen van Dijk en Marianne Vos en de turner Epke Zonderland maken overigens nog kans op een WK-titel. Motorcrosser Jeffrey Herlings lijkt door een beenbreuk zijn wereldkampioenschap te verspelen.
Een inzichtelijker beeld van de Nederlandse kracht geeft de aanwezigheid van 's lands sporters op de erepodia, de plaatsen een, twee en drie bij grote toernooien. Dat geschiedde dit jaar 52 keer, een percentage van 5,15. Nederland is daarmee zesde in het wereldklassement. Rusland, winnaar van de medaillespiegel bij de 'eigen' Winterspelen van Sotsji, is de nummer één op die ranglijst (8,32 procent).
Gleave: 'Nederland was in de lijst van podiumvertegenwoordigingen redelijk stabiel door de jaren heen, met een score van 2 procent. Maar dit is het vierde jaar op rij met een score boven die 2 procent. Net als bij de gouden medailles zien we nu een grote sprong naar boven, bijna een verdubbeling zelfs. De beste score ooit. Of dit een trend is, met voor Nederland een hoger niveau op de lange termijn, moet de komende jaren blijken.'
De Nederlandse topsport is sinds twee jaar bezig met de herschikking van zijn budgetten. De ambitie daarachter is een plaats te veroveren bij de toptien van Olympische Spelen. Bij de Winterspelen werd Nederland dit jaar vijfde, met 24 medailles in totaal.
Bij de Zomerspelen van Rio moet minimaal drie plaatsen terreinwinst worden geboekt. In Londen (2012) werd Nederland dertiende in de medaillespiegel. Met twee gouden medailles meer dan de zes van Londen zou Nederland vrijwel zeker de toptien binnenschuiven. Vandaag geeft chef de mission Maurits Hendriks op Papendal een deel van zijn strategie prijs om dat terrein te winnen. Het beleid is sinds twee jaar meer geld uit te trekken voor minder doch kansrijkere sporten.
Klein groot sportland.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !