Etappe 15: Oviedo - Lagos de Covadonga, 152 kmHet tweede deel van het drieluik aankomsten bergop. Eindelijk aangekomen in Asturië, de ideale plek voor al je achterlijk steile beklimmingen. Hoewel deze etappe daar dan net weer niet helemaal bij hoort. Lagos de Covadonga is een van de favoriete bergen van Unipublic, maar dat is eigenlijk helemaal niet terecht, als je het mij vraagt. Lagos de Covadonga heeft één heel erg groot probleem: In de directe omgeving is geen enkele andere fatsoenlijke klim te vinden. Een etappe naar de meren van Covadonga zal dus altijd een vlakke aanloop kennen. Zo ook tijdens deze etappe. Slechts één klim van de tweede categorie voor de slotklim begint.
Oviedo, de hoofdstad van Asturias, is de plaats van vertrek. Een grote stad in het hart van de regio met meer dan 200.000 inwoners. De stad van Samuel Sanchez, Carlos Barredo en Fernando Alonso. Carlos Barredo is ondertussen niet meer actief vanwege schommelende bloedwaarden, maar was in 2010 nog wel heel erg actief. Ook die Vuelta kende een rit met aankomst op Lagos de Covadonga en Barredo rondde daar succesvol een vlucht af. Samuel Sanchez is zeer zeker nog wel actief. Hij staat op dit moment op een verdienstelijke zevende plaats, maar hij is duidelijk niet meer zo goed als een paar jaar geleden. Wat is eigenlijk het plan van zijn vriendje en plaatsgenoot Fernando Alonso? Komt die ploeg er ooit nog eens? Als Fernando nog een ploeg wil mét Sanchez mag hij ondertussen een keer gaan opschieten.
Als je ooit in Oviedo bent moet je eigenlijk meteen naar het zuiden, richting Pola de Lena. Dat is een beetje het belangrijkste knooppunt van Spanje, als je het over het klimwerk hebt. Vanuit Pola de Lena kun je bijvoorbeeld beginnen aan de Angliru, om maar eens wat te noemen. Of aan de Alto de Gamoniteiro, een klim die nog ontdekt moet worden door de organisatie van de ronde, maar in principe niet eens veel onder hoeft te doen voor de Angliru. Dit geheel terzijde, want vanuit Oviedo trekken we naar het noorden, richting Gijón. Gijón is een belangrijke havenstad, maar niet echt een wielerstad bij uitstek. Hier hebben ze meer met voetbal en watersporten, uiteraard.
Na Gijón blijven de renners een tijd lang de kust volgen. Deze weg langs de kust is grotendeels vlak. Spaans vlak, dat dan weer wel. Af en toe een heuveltje, maar het mag allemaal niet echt een naam hebben. Men passeert de nodige dorpjes en in een van die dorpjes is de eerste tussensprint. In Villaviciosa, om precies te zijn. Daar is verder niet veel te beleven, dus fietsen de renners nog maar een stukje verder. De tweede tussensprint is in een wat pittoresker oord, Ribadesella. Dan hebben de renners al bijna 100 kilometer overwonnen en dat waren dan de makkelijke vlakke kilometers, hoewel het in de buurt van de kust altijd kan waaien.
Bijna tijd voor de eerste klim van de dag. De Puerto del Torno. Een klim van 7,2 kilometer aan 8,2% gemiddeld. Een behoorlijk zware klim dus, zeker als je bedenkt dat hij eigenlijk nog een stukje langer is. Het eerste deel van de klim wordt niet meegeteld. Is ook een stuk minder zwaar, maar moet uiteindelijk toch ook overwonnen worden. In principe is dit een van de best mogelijke combinaties van klimmen, wil je aankomen op Lagos de Covadonga. Zoals al eerder gezegd, dicht in de buurt van Lagos de Covadonga is bijna geen interessante klim te vinden. Zit net aan de verkeerde kant van de Picos de Europa. Deze klim, de Alto of Puerto del Torno, is ook een eind weg van Lagos de Covadonga, maar dichterbij ga je geen zwaardere klim vinden. Nog best aardig gedaan door de ontwerper van het parcours.
Je moet je afvragen of het wel de moeite waard is om eens in de zoveel jaar aan te komen op Lagos de Covadonga. Het is een klim die eigenlijk nooit voor verschillen zorgt bij de klassementsmannen. Traditiegetrouw wint iedere keer een vluchter een rit met aankomst op Lagos de Covadonga. Er valt het nodige op aan te merken, maar er zal vast een goede gedachte achter steken en ik heb er toch geen verstand van verder. Na de beklimming van de Torno is er een kleine afdaling, daarna weer een klein stukje omhoog, stukje afdaling weer een stukje omhoog om nog een paar kilometer af te dalen, tot de renners in de buurt van Cangas de Onís komen, waar de voet van de slotklim ligt. Al die stukjes afdaling kennen vele bochten, dus een beetje opletten is het wel. Op een kilometer of 20 van de streep begint het al licht omhoog te lopen en op 12 kilomter van de streep begint de slotklim echt.
Een lastige klim, dat zeker. Het zwaartepunt zit in het midden van de klim, waar het erg steil is. Enkele kilometers boven de 10 procent. De laatste kilometers van de klim stellen echter niet zo gek veel voor. Als je eenmaal bij het eerste meertje bent is het zo ongeveer in dalende lijn richting de streep. Het levert fantastische beelden op, maar vaak niet de mooiste koers. Bij de favorieten niet, in ieder geval.
Op Lagos de Covadonga wint traditiegetrouw een vluchter. Tenminste, de laatste paar keer dat de Vuelta hier aankwam. De laatste keer, in 2012, was Antonio Piedra succesvol. Toen in dienst van Caja Rural en nu nog steeds. Een toevalstreffer, na die tijd heeft hij niet veel meer kunnen laten zien. In 2010 won Carlos Barredo, ook uit een vlucht. Andere renners die hier hebben gewonnen zijn onder meer Vladimir Efimkin, Eladio Jimenez, Pavel Tonkov, Laurent Jalabert en Perico Delgado. In het verleden dus ook wel eens wat klassementsrenners die hier de handjes in de lucht konden steken. Sinds 1983 de 19e keer dat de Vuelta hier aan gaat komen. Wat meer variatie mag van mij wel.
Het weer wordt morgen niet echt heel erg goed. Kans op regen en sowieso vrij lage temperaturen.
Als we naar het recente verleden kijken wint op Lagos de Covadonga dus vaak een vluchter. Daar ga ik bij mijn voorspelling ook vanuit, dus gaan de klassementsmannen het waarschijnlijk uitmaken. Zo rol ik.
1. Txurruka. Dit is meer hoop dan wat anders. Rijdt echt armoedig, eigenlijk. Niet eens iedere dag in de aanval. Valt tegen, maar door morgen alleen al in de aanval te gaan kan hij een hoop goedmaken.
2. Teklehaimanot. Van de Eritreeërs is hij het beste in vorm. KUDUS heeft een tijd op de grond geleden en is sowieso nog wat te jong om te knallen, maar vooral Berhane valt een beetje tegen. Die fietst iedere dag samen met Betancur naar boven, terwijl die allebei toch wat meer in hun mars hebben. Teklehaimanot dan maar, die houdt zich nog wel aardig staande.
3. Ten Dam. Laurens moet maar eens gaan aanvallen. Zal hij ook vast wel proberen, maar dan moet het morgen maar een keer lukken. Anders heb je toch het gevoel voor spek en bonen mee te rijden.
4. Evans. Die is ook slecht in vorm zeg. Staat buiten de top 50. Zal dan toch ook moeten gaan aanvallen om er nog wat van te maken. Zeggen dat je voor de zevende plaats van Sanchez fietst is ook niet echt geloofwaardig.
5. Cardoso. Die van Garmin. Krijgt vast wel motivatie door de overwinning van Hesjedal.