Etappe 2: Algeciras - San Fernando, 174 kmNa de ploegentijdrit volgt een rit die bijna volledig vlak is. Een eerste kans voor de sprinters, waarvan er overigens niet zo gek veel aanwezig zijn. De rit speelt zich bijna volledig af aan de Costa de la Luz in het uiterste zuiden van Spanje. We zitten nog steeds in Andalusië.
De start is in Algeciras, een stad met 117.000 inwoners. Dicht bij Gibraltar ligt deze havenplaats. De haven is een van de drukste ter wereld. Reis je tussen Europa en Afrika heb je wel enige kans hier langs te komen. Een moderne haven, naar het schijnt. Een stad waarvan de naam letterlijk 'het eiland' betekent. Gesticht door de Moren, ergens in de vijftiende eeuw. Als vogelspotter schijn je hier aan je trekken te kunnen komen en als je met een bootje een beetje richting de straat van Gibraltar trekt kun je dan weer dolfijnen spotten.
Van Algeciras trekken de renners naar Tarifa, de zuidelijkste stad van Spanje. Tenminste, van het vasteland van Spanje. Canarische eilanden tellen we even niet mee en ook Ceuta mag er in stikken. Voor de renners in Tafira aankomen moeten ze eerst nog over een puerto heen. Alto del Cabrito, een beklimming van de derde categorie. Derde categorie is in Spanje de laagste categorie, dus veel stelt deze klim niet voor. Tarifa is vernoemd naar een Berberse krijgsheer en is een redelijk kleine stad met 18.000 inwoners. De kust hier is vrij populair bij windsurfers en kiteboarders.
Deze etappe was waarschijnlijk spannender geworden als hij de andere kant op werd gereden, want nu hebben we alle beklimmingen al gehad. De 150 kilometer na Tarifa zijn vlak. Wat deze etappe verder interessant had kunnen maken was de wind, maar die schijnt vandaag grotendeels afwezig te zijn. Derhalve wordt dit gewoon een etappe voor de sprinters. Over de grote weg cruisen de renners landinwaarts, om na een tijdje weer af te draaien richting de kust van het licht. Via kustplaatsen als Zahara de los Atunes en Barbate is het richting Vejer de la Frontera, waar nog een klein hoogteverschil overwonnen moet worden. Vejer de la Frontera is het aanschouwen waard. El Pueblo Blanco, het witte dorp. Daar zijn er wel meer van in deze omgeving, maar Vejer is een fraai exemplaar, met nog vele Moorse invloeden. Na Ronda zou dit de mooiste stad van Spanje moeten zijn.
Na Vejer de la Frontera fietsen de renners richting de volgende frontera. Ditmaal Conil de la Frontera, waar de eerste tussensprint van de dag is. Ook Conil is zo'n prachtig wit dorpje, ditmaal zelfs een wit dorpje met een strand. In Conil zijn er 94 kilometer gereden, dan zijn er dus nog 80 te gaan. Al over de helft. Na Conil de la Frontera fieten de renners richting Chiclana de la Frontera. Na Chiclana begint het zo'n beetje tijd te worden voor de finale.
Na 132 kilometer is het tijd voor de tweede tussensprint van de dag, in Puerto Real. We zijn nu in de buurt van Cádiz, maar fietsen daar voorlopig nog niet naartoe. Er volgt eerst nog een lusje richting El Puerto de Santa Maria. Ook wel een aardig plaatsje. Met een aardig strand. In Puerto de Santa Maria draaien de renners om en volgen ze dezelfde weg terug waarmee ze de stad binnenkwamen. Bijna weer terug in Puerto Real slaan de renners nu af naar rechts, richting Cádiz. Dit is waar het extreem leuk zou kunnen worden als het een beetje hard waait, want we rijden nu een brug op. Puente José León de Carranza. Met een beetje geluk gaat de kopgroep met de overwinning lopen.
Deze brug brengt je naar Cádiz, als je aan het eind van de brug de grote weg volgt ga je richting het centrum van deze bijzondere en mooie stad, maar dat doen we niet. We gaan naar links, via een nieuwe brug terug naar het vasteland. We krijgen dus slechts een vergezicht van Cádiz.
De finish is in San Fernando. Een stad met 96.000 inwoners. Niet meteen een hele bijzondere stad, maar het ligt wel mooi aan het water en het is er lekker weer. De finale kent nog enkele lastige bochten. In San Fernando zelf moeten de renners vier bochten van 90 graden overwinnen, waarvan twee in de laatste kilometer. De laatste paar 100 meter zijn wel volledig recht, dus echte problemen hoeven we niet te verwachten. De weg is ook tamelijk breed, dus dit zou gewoon een reguliere sprint moeten kunnen worden. Theo Bos had hier bij wijze van spreken nog mee kunnen doen.
Bij de Vuelta hebben ze wel iets wat echt kicken is. Een weerbericht! Goed man, scheelt mij weer een hoop opzoekwerk en als het niet klopt kan ik de organisatie de schuld geven.
Warm dus, maar niet uitzonderlijk warm voor dit gebied. Wel wind, maar vermoedelijk niet genoeg om het spannend te maken. Bijna deze hele etappe is door open gebied, dus dit had heel mooi kunnen zijn, maar het is niet altijd feest.
Dit wordt een sprint. Een vlakke sprint in een etappe die verder waarschijnlijk enorm makkelijk is geweest. Dan denk je vooral aan de mannen die enorm rap zijn, maar die zijn er hier niet zo gek veel. Meer de type's die heuvels makkelijk verteren en rap zijn als het een beetje moeilijk is geweest.
1. Bouhanni. Zo'n sprint is wel redelijk geschikt voor hem, zeker als de echte sprinttoppers afwezig zijn. Hij baant zich wel een weg naar de overwinning, eventueel met een paar kopstoten links en rechts.
2. Guardini. Een beetje de Italiaanse neef van Theo Bos. Als het helemaal vlak is en 100 meter breed komt Andrea wel naar voren. Dat is vandaag, dus gaan we hem wel zien. Is ook aardig in vorm, nog een rit gewonnen in de Eneco Tour.
3. Degenkolb. Heeft het toch altijd wel moeilijk in zo'n vlakke etappe als het heel erg makkelijk is geweest. Dan kan hij alsnog wel winnen tegen deze concurrentie, maar als het hem niet lukt hoef je ook niet vreemd op te kijken.
4. Sagan. Weer een mooie ereplaats erbij, maar geen overwinning. Het zal wel een ander verhaal worden dan de Tour, want etappes die echt geschikt zijn voor hem komen er nog genoeg.
5. Matthews. Kan in dit veld ook zomaar weer een paar ritten winnen, zoals in de Giro en vorig jaar in de Vuelta. Vandaag alleen nog even niet.