quote:
Willem Janssen voelt zich verplicht aan FC Utrecht
Willem Janssen is terug. Na een zware knieblessure kan de 28-jarige middenvelder zichzelf eindelijk laten zien bij FC Utrecht. De Limburger is gretig, op jacht naar eerherstel. Een liefhebber is op zijn plek in het midden van het land. ‘Ik heb tegen mijn zaakwaarnemer gezegd dat ik alleen naar FC Utrecht wilde.’
Het gesprek is ruim anderhalf uur aan de gang, als Willem Janssen tot een opvallende conclusie komt. ‘Soms lijkt het me heerlijk om lekker kortzichtig te zijn. Jezelf de beste van de wereld vinden, geen twijfel hebben en vol bravoure elke dag op het veld staan. Er lopen genoeg van die types rond in de voetballerij, en daar ben ik weleens jaloers op.’ Janssen heeft al bijna tien jaar profvoetbal erop zitten. Net als eerder bij VVV-Venlo, Roda JC en FC Twente is de middenvelder ook bij FC Utrecht een loper, die behoort tot de categorie met de populaire term box-to-box-spelers. Maar hij is óók een denker. Na een uitwedstrijd in de bus terug filosofeert hij altijd hardop over de wedstrijdsituaties die even daarvoor hebben plaatsgevonden. Alle details komen voorbij totdat hij van medespelers te horen krijgt dat het genoeg is. Veel ploeggenoten zitten dan al lang met hun koptelefoon op aan heel andere dingen dan voetbal te denken. Maar voor Janssen is dat geen optie.
‘Pas na twee dagen kan ik een nederlaag vaak een plek geven, en dat is nog snel vergeleken met vroeger...’
‘Een wedstrijd blijft bij mij dagen hangen. Zoals onze eerste competitiewedstrijd, tegen PEC Zwolle. Die nederlaag maalt dan de avond, nacht en volgende dag constant door mijn hoofd. Man, wat kan ik daar ziek van zijn. Pas na twee dagen kan ik het vaak een plek geven, en dat is nog snel vergeleken met vroeger.’ Janssen geeft een bijzonder openhartig kijkje in zijn gedachten. Na 277 competitieduels, van spelen in de Jupiler League tot de Europa League, en in allerlei verschillende selecties, kan hij een groep en zichzelf snel doorgronden. ‘Vroeger vond ik het vreemd dat niet iedereen dezelfde beleving had als ik. Voor mij is het voetbal alles, ik kon daar eindeloos mee bezig zijn. Bij andere spelers zag ik dat veel minder. Die speelden hun wedstrijdje en klaar. Na verloop van tijd heb ik gemerkt hoe prettig zoiets kan zijn. Ik trek me een nederlaag aan, en heb ook altijd een bepaalde twijfel gehad. Oké, na verloop van tijd bouw je ervaring op, herken je situaties en ben je zelfbewuster geworden. Maar een denker zal ik altijd blijven.’
Janssen denkt en praat dus graag over voetbal, vorig seizoen was dat nog het enige wat hij kon doen op een wedstrijddag. Op 28 september sloeg het noodlot toe in het thuisduel met zijn voormalige club Roda JC. Janssen verdraaide een knie. ‘Ik hoorde knak, en wist: Dit zit helemaal fout. Het gekke is dat ik niet eens verging van de pijn. Ik sloeg een paar keer hard op het gras en hoorde de fysio met de clubarts komen. Zij deden testen met mijn knie op het veld, waarna ik ze door hun microfoontjes hoorden zeggen dat het foute boel was. Dat moment vergeet ik niet snel meer. Het was de eerste bevestiging van mijn vrees. Twee dagen later was de mri-scan: afgescheurde kruisband. Ik wist genoeg: einde seizoen.’
De maanden die volgden, stonden in het teken van herstel. Van voorzichtig fietsen, tot squats en kracht- en stabiliteitsoefeningen. ‘Ik had er bewust voor gekozen om bij FC Utrecht te revalideren. Ik was pas net een paar weken bij de club, had het goed naar mijn zin en wilde de binding met de omgeving behouden. Bovendien heeft de medische staf bij FC Utrecht veel ervaring met de revalidatie bij kruisbandletsel.’ Het bleek voor hem de juiste keuze te zijn. Elke dag zag hij zijn ploeggenoten, rond de wedstrijden en trainingen deed hij zoveel mogelijk mee in het groepsproces, en in de tussentijd was Janssen een vaste bewoner van het krachthonk. ‘De eerste drie dagen na mijn blessure heb ik nog flink stuk gezeten. Daarna ging voor mij de knop om. Ik ben positief ingesteld en had het voordeel dat ik mezelf stapje voor stapje sterker zag worden. Ik heb geen terugslag gekend, waardoor elke nieuwe verbetering zo goed voelde. Vanaf de winterstop kon ik weer veel op het veld gaan doen en werd ik vaak omgeven door andere geblesseerde spelers. Dat waren er nogal wat, waardoor het niet langer meer een eenzaam herstel werd.’
Morele plicht
Zonder speelminuten vormde zich toch een hechte band tussen Janssen en FC Utrecht. Hij miste zelden een uitduel en voor de thuiswedstrijden werd hij ingezet als uithangbord. Samen met algemeen directeur Wilco van Schaik struinde Janssen de skyboxen af om voor de wedstrijd de sponsors te voorzien van een voorbeschouwing. ‘Ik heb dat altijd een leuke bezigheid gevonden. Ik praat makkelijk en zodoende kon ik toch nog een beetje van waarde zijn voor de club.’
Van waarde zijn voor FC Utrecht: het is inmiddels de ultieme drijfveer geworden van de speler. Waar de voetballerij bol staat van individuen, die bovenal aan de eigen portemonnee denken, voelt Janssen plichtsbesef richting zijn huidige club. Het ging zelfs zo ver dat hij salaris inleverde en nieuwe uitdagingen liet schieten. Aangezien Janssen een jaar was gehuurd van FC Twente, had zijn verblijf in Utrecht beperkt kunnen blijven tot vijf competitieduels en een lang revalidatietraject. ‘Maar dat wilde ik niet, dat kon ik niet maken. Profiteren van alle voorzieningen, van alle hulp, en dan vervolgens de deur achter me dichttrekken... Moreel onverantwoord voor mij. Nadat FC Utrecht in de winterstop al had aangegeven mij graag definitief over te nemen, heb ik tegen mijn zaakwaarnemer Louis Laros gezegd dat ik alleen naar FC Utrecht wilde.’
Toch was een transfer niet zomaar een zekerheid. FC Twente had Janssen juist uitgeleend aan de Domstedelingen zodat hij zich in de kijker kon spelen en nog een mooi transferbedrag kon opleveren. De middenvelder had nog een doorlopend contract en verdiende in Enschede bovendien een veelvoud van wat hij in Utrecht kon krijgen. ‘Dat telde voor mij niet. Ik moest financieel inleveren, maar dat was op dit moment niet het belangrijkste voor me. Het zijn nog altijd prima bedragen en ik wil gewoon iets rechtzetten. Van directeur Wilco van Schaik tot aan de kantinebeheerder, iedereen heeft afgelopen seizoen met me meegeleefd. Ze probeerden er altijd voor mij te zijn en me overal bij te betrekken. Dat goede gevoel is voor mij veel meer waard dan een paar centen. Gelukkig was de houding van FC Twente heel meegaand. Zij deden niet moeilijk en gunden me deze transfer, daar ben ik ze zeker dankbaar voor.’
Toch viel zijn naam nog bij andere clubs. Er was contact met Martin van Geel (Feyenoord) en Mohammed Allach (Vitesse), clubs waar Janssen zowel sportief als financieel een stuk beter af zou zijn geweest dan bij FC Utrecht. ‘Geen optie, hoezeer ik het ook waardeerde dat ze me, ondanks maandenlang blessureleed, nog steeds als versterking zagen. Maar ik moest en zou naar FC Utrecht. Ik ben de club veel verschuldigd. Bovendien is het voor mij belangrijk na zo’n lange tijd weer veel aan spelen toe te komen. Die kans is voor mij groter bij FC Utrecht.’ Geld als motief is sowieso niet aan Janssen besteed. ‘Ik weet nog dat mijn zaakwaarnemer vlak voor mijn vertrek bij FC Twente belde met de mededeling dat er interesse was vanuit Rusland. Terek Grozny, of ik erover wilde nadenken, want financieel was het geweldig. Ik heb meteen gezegd dat het voor mij geen optie was. Het is daar levensgevaarlijk, daar zie ik mezelf met mijn gezin echt niet zitten.’
‘Misschien is een club als FC Utrecht wel gewoon mijn top, maar wat is daar mis mee?’
Het was weer eens een andere ervaring voor de clubleiding. Terwijl Jacob Mulenga met soortgelijk blessureleed tijdens onderhandelingen de absolute hoofdprijs vroeg, koos Janssen voor sportief eerherstel in de Domstad. Een keuze waar hij nog geen seconde spijt van heeft gehad. De middenvelder is volledig fit, heeft nog geen training gemist en is door trainer Robby Alflen naar voren geschoven als de aanvoerder van de ploeg. ‘Ik voel me hier op mijn plek. Natuurlijk denk ik nog weleens terug aan mijn tijd bij FC Twente. Ik heb het daar net niet gered, hoewel ik zeker veel mooie momenten heb meegemaakt. Die befaamde uitwedstrijd tegen PSV, die we met 2-6 wonnen en waarin ik twee keer scoorde. Mijn doelpunt uit bij Schalke 04 in de Europa League. En al met al heb ik toch meer dan zestig wedstrijden gespeeld, waarvan heel veel als basisspeler. Zowel onder Co Adriaanse, Steve McClaren als Alfred Schreuder ben ik basisspeler geweest en van alle drie trainers heb ik heel veel opgestoken. Genoeg mooie herinneringen, maar uiteindelijk was ik misschien wel de ideale twaalfde man. Daar kan je genoegen mee nemen, denken: Ik pak mijn geld en zit mijn tijd wel uit, maar daarvoor ben ik te veel liefhebber. Ik wil wekelijks spelen, een constant niveau halen en belangrijk zijn. Die aspecten waren op het laatst bij FC Twente niet meer aanwezig. Dat is geen schande. Sterker nog: misschien is een club als FC Utrecht wel gewoon mijn top. Prima toch, wat is daar mis mee? Ik heb hier voor vier jaar getekend en ben vastberaden om met deze club een mooie tijd mee te maken.’
Ontwikkeling
Van het zuiden, via het oosten, naar het midden van het land. Samen met vrouw Nyves, dochter Jolie van twee en zoontje Derre van een jaar zit Janssen nu midden in een verhuizing. Van Leidsche Rijn naar Houten, waar het gezin een huis heeft gekocht. ‘Hier willen we de komende jaren blijven en iets gaan opbouwen. Voor ons is het de ideale omgeving. Niet midden in de drukke stad, maar wel dichtbij, net als allerlei andere steden. En ook naar ons ouderlijk huis is de afstand zo te berijden.’ Met het ouderlijk huis doelt Janssen op het kleine dorpje Well in Noord-Limburg. Het kerkdorp, tegen de Duitse grens met een kleine drieduizend inwoners, vormde in zijn jeugd het middelpunt van het sociale leven. Janssen trok vanaf zijn achtste dagelijks richting Venlo, om te voetballen in de jeugdopleiding van VVV-Venlo, maar daaromheen vond alles in het centrum van het dorp plaats. ‘Een hechte gemeenschap, waarbij iedereen ook betrokken is in het verenigingsleven. Als jongetje ga je bij de voetbalclub, als meisje naar de dansschool. Mijn oudere zus Martine heeft sinds een paar jaar de dansschool in het dorp. Eigenlijk blijft iedereen in het dorp hangen, zo gaat dat, alleen mijn broertje Jaap en ik zijn weggetrokken. Maar als ik vrij heb, ga ik nog graag naar de plaatselijke voetbalclub. Gewoon even ouwehoeren met oude bekenden, heerlijk vind ik dat.’
De sociale prikkel is Janssen met de paplepel ingegoten. Vader Sjaak is al decennialang uitbater van de kroeg Onder de Linden, hartje dorp. ‘Vroeger woonden we ook enige tijd boven het café, dus ik kreeg alles al van jongs af aan mee. Het is echt zo’n dorpskroeg, een ontmoetingsplaats voor iedereen. Als kleine jongen hielp ik ook nog weleens mee, met de kermis of carnaval. Dan was het vier dagen bomvol in het café en haalde ik de glazen op of verkocht muntjes.’ De gedachten dwalen verder af naar zijn jeugd. ‘Een fijne, ongedwongen opvoeding. Mijn ouders waren druk met werken, want het café was dagelijks open. En altijd in de weekenden, zodat ze niet vaak bij mijn wedstrijden konden komen kijken. Aan de ene kant jammer, maar ik heb het nooit als een gemis ervaren. Bij teamgenootjes zag ik heel fanatieke vaders, die liepen te pronken met hun kind, of juist heel kritische ouders, die daarin doorsloegen. Gelukkig heb ik dat nooit hoeven meemaken. Mijn ouders steunden me, maar vonden het vooral belangrijk dat ik plezier had. Of dat nu wel of niet bij een profclub was.’
Janssen kwam los van de hechte gemeenschap en heeft daar geen spijt van. ‘Alles was vertrouwd, maar daarmee ook wel bekrompen. Ik heb door de jaren heen ervaren dat er veel meer is, heb een ander leven opgebouwd en dat heeft me verrijkt. Zonder negatief te doen, want ik zal nooit vergeten waar ik vandaan kom. Maar het leven buiten mijn vertrouwde omgeving heeft me completer gemaakt.’ Hij bleek niet alleen succesvol met de bal, maar ook met de studieboeken. Janssen rondde het atheneum af en doorliep met succes de eerste jaren van de managementopleiding van de VVCS Academy. ‘Mijn drang om er alles uit te halen, was ook lange tijd een soort uitvalsbasis voor me. Veel jochies om me heen riepen dat ze profvoetballer wilden worden, ik was daar lange tijd heel afwachtend in. Ook toen ik zestien jaar was en als een van de grootste talenten van de regio werd beschouwd, had ik niet het gevoel dat ik het zou halen. Die twijfel heb ik altijd en overal wel gehad. Ook toen ik van VVV naar Roda JC ging, had ik tijd nodig. Het was een hoger niveau, kon ik dat wel aan? En later bij FC Twente was het weer een stap hoger. In gedachten ben ik een laatbloeier, terwijl ik in de praktijk overal toch redelijk snel het vertrouwen van mijn omgeving afdwing.’
Dat vertrouwen is in de Domstad al zichtbaar. Janssen wordt gewaardeerd en is gretig dat de komende jaren te beantwoorden met goed spel. En na elke wedstrijd zal zijn gewoonte terugkeren. ‘Ik ben bang dat menig medespeler me nog wel tot kalmte zal moeten manen na een wedstrijd, als ik weer eindeloos over de momenten praat. Terecht, want ik word soms helemaal gek van mezelf. Altijd maar denken over voetbal, altijd maar met het spelletje bezig zijn. Aan de andere kant: zo zit ik in elkaar en misschien heeft die drang me wel zo ver gebracht. En gelukkig kan het dit seizoen weer gaan over wedstrijden waarin ik heb meegedaan.’