prut
(de ~ (v.), ~ten)
vulva (vulgair)
preute
Van Dale 2005:
6. (volkstaal) vrouwelijk schaamdeel
Dat vrouwmens stinkt. Ze heeft een vuil prut.
Gans Vlaanderen
1 reactie(s) | oudere versies
Toegevoegd door gommarus en laatst gewijzigd door helle (04 aug 2013 13:31)
103
prut
(de ~ (m.) )
(gedroogde) vuilafscheiding in de ooghoeken
zie ook: krotoge, slaperke
Was eerst de prut uit uw ogen en kom dan aan tafel van uw oren maken.
Provincie Antwerpen
0 reactie(s) | oudere versies
Toegevoegd door haloewie en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (22 apr 2013 10:04)
94
prut
(de ~ (m.), geen mv.)
koffiedik
ook in de Westhoek
De koffiefilter was gescheurd, en heel mijn jat