Goed dan. Ik doe niet aan korte verslagen, het is alles of niets
Aangezien de foto's al online stonden...
Ik ben dus van donderdag de 14de tot de afgelopen nacht van dinsdag op woensdag weggeweest. Vooraf heb ik eerst nog apart een auto moeten kopen en daarvan heb ik nog eerst de uitlaat, banden en achterremmen van moeten vervangen voordat ik op pad kon. Aangezien het een Alfa Romeo was en ik er eigenlijk na de aanschaf tot vertrek maar 2 keer mee had kunnen rijden verwachtte ik dat ik onderweg wel problemen zou krijgen dus er ging een flinke sleuteldoos mee, maar over de hele 4300 kilometer heb ik geen enkel probleem gehad
Het was vooral een roadtrip, met een aantal stevige wandelingen die ik graag wilde doen.
De eerste dag ben ik van zuidelijk Drenthe om 8 uur in de ochtend vertrokken naar Innertkirchen, Zwitserland. En aangezien ik in Zwitserland de vignetwegen (snelwegen) heb vermeden schoot daar het eerste deel niet erg op, maar het laatste stuk via de Flühli-pas was dan wel weer erg tof
Na 900 km kwam ik iets na 20:00 aan op een camping.
De tweede dag was miezerig en zo nu en dan met een bui, waardoor ik ervoor gekozen heb eerst maar door de Aareslucht te wandelen. Die loopt van Innertkirchen naar Meiringen en kan je (zeker vanaf de camping die ik had) gebruiken als doorsteek tussen die twee dorpen.
Aan de andere kant kan je verder lopen naar de Reichenbach waterval. Die kan je met een kabelspoorbaantje bereiken, maar ook lopend. Omhoog ben ik ondanks de nattigheid gelopen, want om bij de beroemdste locatie te komen moet je toch een stukje wandelen:
Naar beneden heb ik het kabelspoorbaantje genomen.
Vanaf daar ben ik nog even Meiringen in gewandeld, en toen via de slucht weer terug aangezien de ticket een dagpas is.
De derde dag was het iets droger, maar nog steeds vrij bewolkt. Ik vond het droog genoeg en besloot om te beginnen aan een wandeling naar de Trift-brug. Ook dat begint met een kabelbaan, of een stevige wandeling van ongeveer 2 uur. De tijden voor die kabelbaan zijn gereserveerd; je krijgt een plastic kaartje met de tijd erop en als je die tijd mist heb je een probleem. Als je wilt lopen kan je een relatief makkelijk pad nemen of een wat lastiger pad. Ook hier heb ik gekozen om omhoog te lopen, via het lastigere, maar erg mooie pad:
Na het punt dat dit pad aansluit met het pad dat van het bovenste kabelbaanstation naar de brug gaat, krijg je na een tijdje weer een tweesprong. Linksom is een relatief makkelijk pad, rechtsom gaat via een berghut en is vrij zwaar en lastig, zeker als de boel nog nat is. Uiteraard ben ik rechts gegaan
Vanaf de berghut naar beneden loopt een pad via de kale, gladde rotsen naar beneden. Oftewel, ik was erg dankbaar (ook tijdens latere wandelingen trouwens) voor mijn nieuwe, heerlijke Meindl bergschoenen op dit pad. Hoewel een pad... het merendeel bestond blijkbaar uit vrij verticale stukken die je met verankerde kettingen of touwen moest doen. Ik vond het erg leuk
Halverwege de afdaling:
Totdat je bij een bruggetje komt.
Met 170 meter lengte is de Trift-brug de langste voetgangers-hangbrug van Europa, en hij gaat over een kloof van 100 meter diep waardoor het een toeristische trekpleister is geworden. Je kunt verder lopen naar een andere berghut, maar vanaf daar kan je alleen weer terug. Op beide foto's ben ik al overgestoken, die bergwand waar je op uitkijkt is dus die met die kettingenroute van de andere foto's.
Helaas begon het toen te regenen en ben ik niet lang gebleven. Via de makkelijkere route ben ik terug naar de kabelbaan gelopen waar ik bijna een uur te vroeg aankwam (na 5,5 uur wandelen). Een meisje dat daar ook alleen op vakantie was, en die ik al even tegen was gekomen toen zij via de kettingen omhoog ging, zat daar ook te wachten en na wat gebabbel zijn we 's avonds uit eten gegaan.
De volgende dag was het eindelijk mooi weer, dus ging ik er maar vandoor
Via de Grimsel-pas en de Grote Bernard...
...en de Kleine Bernard en de Col de l'Iseran...
...ben ik naar de Col du Galibier gereden.
Om na een uur of 10 rijden te eindigen op een camping in de buurt van de Alpe d'Huez, met een fantastisch uitzicht.
De dag erop was iets minder spectaculair, hoewel het stuk binnendoor van Grenoble naar Die via o.a. de Combe Laval wel weer leuk was.
Rond een uur of 6 was ik in Moustiers-Sainte-Marie, bij de Gorges du Verdon.
En daar ging ik weer wandelen. De eerste dag wilde ik de Sentier Martel (de bekendste/meest algemene route) door de kloof lopen. Die is 14 km lang en daarvoor moet je de auto aan het eind neerzetten, en dan een bus nemen. Daarvoor was ik al te laat, dus ben ik eerste de moeilijkere Sentier de l'Imbut gaan lopen. Die hoor je te doen door aan de overkant van de kloof bij een hotel te parkeren, daar af te dalen, de route te lopen, aan het eind weer omhoog en via de weg of het bos terug. Maar je kunt ook vanaf het begin van de Sentier Martel afslaan, een bruggetje over, en aansluiten op de l'Imbut - wat ik heb gedaan...
Eerst krijg je een waarschuwing voor alle plekken waar je gegarandeerd zult sterven...
En dan volgt een schitterende wandeling.
De Sentier de l'Imbut is alleen wel wat zwaarder en soms wat technischer dan de gemiddelde wandelroute.
Waar het pad ophoudt bij het 'Styx'-punt kan je je nog wagen over een 'pad' waarbij je letterlijk over enorme rotsblokken moet klimmen. Er is een route die met pijltjes op de stenen is geschilderd waar je grofweg heen moet, maar het is echt klauteren en de meeste mensen laten het ook zitten. Als je het wel doet kom je uit bij het 'echte' eindpunt, Etroit du Baou Béni.
Vanaf het Styx-punt gingen een paar kajakkers te water, wat erg tof was...
...totdat er eentje omsloeg en in de stroming terecht kwam
Eén kajakker was nog niet vertrokken dus met hem en een stuk hebben we geprobeerd de man weer aan wal te krijgen, maar hij verdween de stroming in en de kloof door. Naar het schijnt hadden ze bij het Etroit du Baou Béni al via dat rotsenpad iemand in het water gezet en die heeft hem daar alsnog kunnen oppikken, gelukkig
Nou kan je dus kiezen om omhoog de kloof uit de klimmen, of via hetzelfde pad weer terug te gaan. Ik koos ervoor om dat eerste te doen, en dat was eigenlijk een fout. Het Sentier de l'Imbut is veel te fraai en het pad omhoog is behoorlijk zwaar. Leuk als je jezelf wilt uitputten, maar verder niet de moeite waard.
Boven ben ik via het bos naar het hotel gelopen, daar moest ik weer afdalen de kloof in, oversteken en weer terug omhoog naar de auto. Al met al heeft het 7,5 uur gekost en het was behoorlijk slopend
Desalniettemin, de volgende dag poging 2 voor het Sentier Martel. Omdat ik geen parkeerplek bij het eindpunt (nou ja, eindpunt; je kunt het pad beide richtingen oplopen) kon vinden heb ik nét de bus gemist. Maar toevallig kwam ik een Nederlands gezin tegen dat besloot toch maar naar het beginpunt te gaan, en die hebben mij een lift gegeven.
Het Sentier Martel is inderdaad over het algemeen makkelijker, maar na zo'n stevige wandeling de dag ervoor met veel hoogtestappen waren mijn benen nog steeds vrij moe; de wat steilere stukken gingen toch wat minder soepel
De hele mik heeft alsnog maar 5,5 uur gekost waar 7 uur voor stond, en was ook een erg fraaie wandeling.
De voornaamste reden waarom de meesten het pad in deze richting lopen is zodat je die 260 traptreden naar beneden gaat ipv omhoog
Onderweg kom je ook door een onverlichte tunnel van 650 meter. Gelukkig heb ik een zeer goede zaklantaarn
En na een laatste klim kom je uit bij het Point Sublime, met uitzicht over de kloof die je net hebt afgelopen.
De volgende dag wilde ik het iets rustiger aan doen, maar een rondje rijden om de kloof heen werd al snel een rit van 5 uur, mede dankzij de mooie uitzichtspunten.
Vanuit de Route des Crêtes kijk je vanuit zo'n 600-700 meter hoogte uit op de kloof waar ik eerder dus doorheen heb gelopen.
Met vogelspotters met enorme toeters op hun camera's
Toen werd het weer tijd om Verdon te verlaten, met enige tegenzin want het weer was heerlijk en de omgeving prachtig
Achteraf had ik daar ook moeten blijven denk ik. Eest zou ik naar Varazze aan de kust van Italië rijden, tussen Savona en Genova. Het stuk door Frankrijk ging eerst binnendoor via leuke, wat onbekendere weggetjes naar Nice...
...daar heb ik even wat snelweg genomen om bij Merton er weer af te gaan richting het noorden naar Sospel. Vanaf daar loopt namelijk de Col de Turini die (samen met wat bergwegen in de omgeving) erg tof is om te rijden.
Weer vanuit Sospel de andere kant op ben ik weer naar de kust gegaan, en in Ventimiglia heb ik de Autostrada naar mijn bestemming gepakt. Ik kampeerde dus en had de auto vol met kampeerspul, het meeste heb ik eigenlijk niet gebruikt omdat ik geen zin had om uit te pakken. Mijn koelbox loopt ook op 230v en is nogal fors dus die blijft sowieso in de auto; als ik stroom heb op een camping leg ik de stekkerdoos gewoon in de auto. Afgezien van het etentje in Zwitserland heb ik alleen bij de tent gegeten, vaak kokend op een simpel pitje - zoals hier:
Goedkoper en na een lange dag rijden heb ik gewoon geen zin meer om uit eten te gaan. Ik wil dan vaak eten, en afhankelijk van hoeveel licht er nog is lezen en dan op bed liggen met wat Britse radioshows op
De volgende ochtend regende het. Tijdens een drogere periode snel de boel afgebroken en vertrokken. Het was echt noodweer tegen de tijd dat ik in Genova was - bakken met regen en diverse waterhozen pal voor de kust, eentje vlakbij de haven van Genova. Gevolg was dat alles flink vast stond, en dat ik iets later (in een rijtje auto's die allemaal dezelfde snelheid en lijn reden) getroffen werd door aquaplaning. De achterkant van de auto brak uit, en dankzij een brede weg, geen tegenliggers en een slipcursus in het verleden heb ik het geluk gehad naar een flinke links-rechts-links-slinger de auto weer recht te krijgen (tot stomme verbazing van de bestuurder achter mij). Maar de toeristische SS45-route die ik volgde ging dwars door de bergen, dus die heb ik even heel rustig gereden
Vanaf Piacenza heb ik weer de Autostrada genomen tot Udine, en zo ben ik in Slovenië geëindigd waar het weer begon te regenen. Rond 20:00 ben ik bij Bovec een camping opgereden, en daar heb ik nog 2 dagen gestaan. De eerste dag was miezer en regen, dus die heb ik in de tent doorgebracht met een goed boek
De tweede dag was wel aangenaam. Even een uurtje naar het dorp gelopen voor de boodschappen en daarna de omgeving wezen verkennen, maar ik had mijn boek nog niet uit dus ook die dag vooral gelezen (nu in de zon).
'
Toen het de derde ochtend weer grauw was en regende met dezefde vooruitzichten voor de rest van de week, mijn luchtbed lek bleek en het was niet helemaal duidelijk of iemand woensdag voor mij kon invallen, dus besloot ik maar alvast naar huis te gaan. Die regio is trouwens wel ontzettend mooi, waarschijnlijk een goede bestemming voor een volgende vakantie
Mocht het opklaren dan zou ik in Oostenrijk nog ergens kunnen gaan staan. Eerst moest ik nog de Vrsic-pas over - wat ik 2 jaar daarvoor eens met de grootste moeite gedaan had met een Fiat 126 en leuke herinneringen opleverde.
Eenmaal bij Salzburg was het al 18:00 (ook in Oostenrijk ging ik binnendoor: mooi, maar traag) en nog steeds baggerweer. Dus ik besloot door te rijden, al was dat nog 900 km. Weliswaar over de Autobahn, maar wel in regen voor de eerste 500 km en wegwerkzaamheden. Als ik moe zou worden zou ik wel op een parkeerplaats gaan slapen. Dat bleek niet nodig en exact om 3:00 was ik weer thuis. Met tegenzin, want eigenlijk wilde ik direct weer terug