Etappe 2: York - Sheffield, 201 kmEen gezapige etappe, met uiteindelijk toch nog een spannende laatste kilometers. Treintjes tegen elkaar, nog een aanval van Cancellara, de onvermijdelijke valpartij en de winst voor Kittel. Uiteindelijk viel het qua valpartijen nog mee, gelukkig. Cavendish schakelt zichzelf en mogelijk Gerrans uit, maar verder is er weinig gebeurd. Kittel wint, maar uiteindelijk viel zijn voorsprong op Navardauskas mij toch nog een beetje tegen, die moet hij normaal op grotere afstand zetten, maar de overwinning telt. Froome blijkt nog meer verborgen talenten te hebben, hij kan ook sprinten!
Morgen heeft het er alle schijn van dat het een spectaculaire etappe gaat worden. Negen gecatoriseerde beklimmingen. Drie van de vierde categorie, vijf van de derde categorie en eentje van de tweede categorie. Deze etappe zou je kunnen zien als een mini Luik-Bastenaken-Luik. Mini, want maar 200 kilometer en wel veel klimmen, maar uiteindelijk toch minder dan in een echte klassieker.
De plaats van vertrek is dus York. Een stad met 200.000 inwoners, die bij mij vooral bekend is als studentenstad. Buiten dat is het een stad die enorm veel toeristen aantrekt. Meer dan 7 miljoen bezoekers per jaar. Is nogal wat. Het vertrek is bij de York Racecourse. Wel lekker, zijn de renners eens een keer niet de enige die paardenmiddelen krijgen.
York is verder een behoorlijk mooie stad. Eentje met veel verschillende invloeden. Van de Romeinse tijd tot nu. Dat levert een enorme variatie aan mooie gebouwen op, howeel de middeleeuwse gebouwen toch wel vrij overheersend aanwezig zijn. Stadspoortje, stadsmuur en de grootste gotische kathedraal in Noord-Europa. Alleen daarom al reden genoeg om deel uit te maken van het circus dat de Tour de France is.
York heeft nog meer bezienswaardigheden, zoals The Shambles, een enorm smal straatje met vakwerkhuisjes en Clifford's Tower, een overblijfsel van York Castle. Gebouwd door William I, ook wel William the Conquerer genoemd, om te heersten over de stad die toen nog Jorvik werd genoemd. In de handen van de Vikingen. Dat York heeft een boel meegemaakt.
Vanuit York fietsen de renners richting het westen. De finishplaats van vandaag, Harrogate, passeren we ook weer. Of nouja, bijna dan. Eigenlijk fietsen ze er meteen boog omheen. Na meer dan 40 kilometer fietsen is het tijd voor de eerste beklimming van de dag, Côte de Blubberhouses. Blubberhouses is een gehucht en de weg er naartoe loopt omhoog. Vierde categorie, 1,8 kilometer aan 6,1% gemiddeld. Een opwarmertje, zullen we maar zeggen.
Al vrij vroeg in de etappe is het tijd voor de tussensprint. Na 68 kilometer, in de stad Keighley. Vanuit Keighley fietsen de renners richting het dorp Oxenhope. Buiten dit dorp begint de klim met de naam Côte d'Oxenhope Moor. 3,1 kilometer lang en een stijgingspercentage van 6,4%. Niet meteen heel schokkend, maar het gaat toch in de benen zitten.
Na de Côte d'Oxenhope Moor volgt een afdaling en een nieuwe beklimming, die verder niet gecategoriseerd is. Dorpjes als Hebden Bridge, Mytholmroyd en Crag Vale worden gepasseerd. Deze klim start in Crag Vale en loopt door tot Blackstone Edge Reservoir. 8 kilometer, 3% gemiddeld. Zou dan eigenlijk toch wel vierde categorie mogen zijn, maar dat geheel terzijde.
Op de top slaan de renners linksaf, naar het oosten, richting de volgende klim van de dag, waar dan wel weer punten te verdienen zijn. De renners dalen af naar Rippondon, om te beginnen aan de Côte de Ripponden. 1,3 kilometer aan 8,6%, een flinke muur dus. Na deze muur volgt een korte afdaling om gelijk verder te gaan met de volgende muur, Côte de Greetland, 1,6 kilometer, 6,7%. Twee van zulke pukkels achter elkaar is toch tamelijk vervelend.
Inmiddels hebben de renners 120 kilometer afgelegd en blijven er nog 80 over. Vier van de negen klimmetjes zijn gedaan. Van Greetland fietsen de renners richting Huddersfield. Een tamelijk grote stad, met 163.000 inwoners. Na Huddersfield maken de renners zich op voor een van de zwaarste klimmen van de dag, zeker qua categorie. De enige van de tweede categorie, Côte de Holme Moss. 4,7 kilometer en een gemiddeld stijgingspercentage van zeven procent. Er wordt hier heel veel publiek verwacht. Natuurlijk wordt er overal veel publiek verwacht, maar op deze pittige klim helemaal.
Als Holme Moss bedwongen is volgt een snelle afdaling, om daarna weer aan een klimmetje te beginnen. Ook weer eentje die niet officieel wordt erkend, maar je moet er alsnog over. Van het ene meertje naar het volgende. Van Woodhead Reservoir richting Langsett Reservoir. Toch ook weer een kilometer of 7 aan 3% gemiddeld.
Na Langsett gepasseerd te hebben is het tijd voor de volgende beklimming, Côte de Midhopstones. Eentje van de derde categorie, 2,5 kilometer aan 6,4% gemiddeld. Dit is na 167 kilometer, er zijn nu nog maar een kilometer of 30 te fietsen en het blijft op en af gaan. Na Midhopstones is er een korte afdaling, is er weer een kort klimmetje, wederom een korte afdaling en dan komt de Côte de Bradfield, vierde categorie, 1 kilometer aan 7,4%.
De volgende beklimming laat niet lang op zich wachten. Côte d'Oughtibrigde, ook wel bekend als Jawbone Hill. Boven in High Bradfield dalen de renners af naar Oughtibridge om daar weer naar boven te klimmen. Dit is de voorlaatste klim van de dag. Op deze top zijn er nog 19 kilometers te gaan tot de streep. De Jawbone Hill is er eentje van de derde categorie, 1,5 kilometer aan 9 procent! Tegen deze tijd moet het veld al aardig uit elkaar zijn geslagen, als er enkele ploegen zijn geweest die het aan hebben gedurfd om oorlog te maken.
De renners komen boven in Grenoside en dalen weer kort af. Er volgt nog een pukkeltje en dan gaan de renners op weg naar Sheffield. Op 6 kilometer van de streep is het tijd voor de laatste helling van de dag. Eentje waar al veel over te doen is geweest, Jenkin Road. Een muur, van een kilometer lang, met percentages tot wel 33%, wordt gezegd. Of de 33% daadwerkelijk wordt gehaald is twijfelachtig, misschien net ergens een metertje, maar dat het enorm steil is mag geen twijfel lijden. 800 meter, 10,8% gemiddeld. Een flinke uitdaging, waar het veld nog een keer uit elkaar geslagen kan worden.
Na deze Jenkin Road volgt een korte afdaling en is het nog vier kilometer tot de streep. Vlakke kilometers. Nog best een aardig eind, dus als je eerder bent gelost heb je nog een kleine kans om terug te komen, maar een aanvaller die een flink gat krijgt op Jenkin Road zou dit, bij een gebrek aan organisatie daarachter, vol moeten kunnen houden.
De finish is dus in Sheffield. Een grote stad in het zuiden van Yorkshire met 550.000 inwoners. De snookerhoofdstad en plaats waar twee vrij bekende voetbalclubs zitten. Sheffield Wednesday en Sheffield United. Allebei actief in de marge van de Championship tegenwoordig. Vroeger was Sheffield het centrum van ijzer en staal. Een belangrijke Engelse arbeidersstad. De streep ligt op een brede straat in Sheffield. Totaal buiten het centrum, eigenlijk in the middle of nowhere. Helemaal niets te doen bij de streep. Ooit stond hier in de buurt een voetbalstadion, Don Vally Stadium, maar dat is niet al te lang geleden gesloopt.
Sheffield is verder nog helemaal niet zo'n slechte stad, de finishplaats is naar mijn mening vrij raar gekozen. Het hele centrum van Sheffield wordt ontweken. Eigenlijk komt het peloton alleen door de buitenwijken. Veel bochten in de laatste kilometers, in principe vrij gevaarlijk, maar normaal gesproken ligt het hele peloton uit elkaar, dus in dit geval zal het gevaar vrij gering zijn. Wel allemaal brede wegen, de laatste kilometers, dus dat is geen probleem.
Morgen weinig kans op regen. Hoewel dat niet altijd wat hoeft te zeggen, want vandaag was er juist weer veel kans op regen. Niets van gezien, uiteindelijk. We zien het vanzelf wel.
Een voorspelling voor morgen is vrij lastig. Het hangt er volledig vanaf hoe er gekoerst gaat worden. Nu is dat altijd zo, maar met een etappe met heel veel heuveltjes helemaal. Luik-Bastenaken-Luik werd dit jaar gewonnen door Gerrans. Een goede renner, maar als de koers hard wordt gemaakt kan hij dat parcours normaliter niet overleven. Nu kon hij wel overleven en hij was niet alleen. Een tamelijk grote groep bleef over. Als er morgen heel rustig wordt gekoerst, kan hij ook weer overleven. Als er morgen heel hard wordt gekoerst, wordt het een afvalrace en blijf je met heel weinig renners over. Het parcours is er naar om oorlog te maken, hopelijk doen de renners dat dan ook.
1. Lollerkowski. Gewoon in vorm hoor. Ben maar niet bang. Fietst van iedereen weg op Jenkin Road en wint met vijf minuten voorsprong. Een beetje zoals tijdens de Strade Bianche. Niets aan te doen.
2. Sagan. Kan net niet mee met z'n Loller en wint uiteindelijk het sprintje van het groepje overblijvers.
3. Valverde. Gaat aan op Jenkin Road, houdt na drie trappen de benen stil en maakt met z'n elleboog een gebaar dat de anderen moeten overnemen. Doen ze niet, dan gaat Kwiat er vandoor en blijft Valverde zitten. Wordt dan vervolgens tweede in de sprint. Lachen.
4. Slagter. Toch maar een Nederlander noemen. Heeft de laatste tijd niet echt laten zien over grootse vorm te beschikken, maar op papier is dit de perfecte etappe voor hem. Laten we hopen dat hij toch op tijd in vorm is.
5. Froome. Bleek vandaag te kunnen sprinten. Nou, dan kan dat morgen ook. Lekker man.